Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Logo DBNLGa naar de homepage
Logo DBNL
Lexicon van de jeugdliteratuur(1982-2014)

Informatie terzijde

Lexicon van de jeugdliteratuur

(1982-2014)Jan van Coillie,Wilma van der Pennen,Jos Staal,Herman Tromprechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

VorigeVolgende
[pagina 1]

C.S. Lewis

door Bea Ros



illustratie

Clive Staples Lewis werd op 29 november 1898 geboren in Belfast als zoon van een advocaat. Na de dood van zijn moeder in 1908 werd hij naar een kostschool in Engeland gestuurd. Daar had hij het niet erg naar z'n zin. Vanaf 1914 kreeg hij privéles. In 1917 ging hij klassieke talen studeren in Oxford. Hij moest deze studie onderbreken voor een verblijf aan het front in de Eerste Wereldoorlog. Toen hij in april 1918 gewond raakte, keerde hij terug naar Oxford. Behalve in de klassieke talen studeerde hij hier ook af in de Engelse literatuur.

Na een invalbaan als filosofiedocent kreeg Lewis in 1925 een vaste benoeming als fellow Engels aan Magdalen College (Oxford). In 1954 werd hij hoogleraar Engelse literatuur van de Middeleeuwen en Renaissance in Cambridge. Van zijn hand verschenen belangrijke standaardwerken alsThe Allegory of Love (1936), over de allegorische liefdespoëzie van de late Middeleeuwen tot 1600, enEnglish Literature in the 16th Century, exluding drama (1954). Daarnaast was hij criticus, onder andere vanThe Times, schreef hij gedichten (onder het pseudoniem Clive Hamilton), allegorische romans, sciencefiction en kinderboeken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg hij bekendheid door zijn lezingen voor debbc-radio.

In 1957 ontving Lewis de Carnegie Medal voorThe Last Battle (Het laatste gevecht) en in 1962 de Lewis Carroll Shelf Award voorThe Lion, the Witch and the Wardrobe (Het betoverde land achter de kleerkast), respectievelijk het laatste en het eerste deel van zijn Narnia-serie voor de jeugd.

Op 22 november 1963 stierf hij aan een hartaanval.

[pagina 2]

Werk

Hoewel christelijk opgevoed noemde Lewis zich al vroeg een atheïst. Zijn afkeer van godsdienst werd versterkt door de strikt rationele benadering van zijn privéleraar. Later, tijdens zijn filosofiestudie, erkende hij weliswaar het bestaan van God, maar slechts op rationele gronden. De christelijke mythe en het evangelie beschouwde hij als leugens die niets met het werkelijke leven van doen hebben. Door discussies en gesprekken met vrienden, met name Owen Barfield en →J.R.R. Tolkien kwam hij tot andere inzichten. In 1931 bekeerde hij zich tot de Church of England.

Het is belangrijk hierbij stil te staan, omdat Lewis' nieuwe geloofsovertuiging in al zijn niet-wetenschappelijke werk tot uiting komt. Zo schrijft hij inThe Problem of Pain (1940) enSurprised by Joy (1955) over (zijn bekering tot) het christendom. En inThe Screwtape Letters (1942), een van zijn bekendste werken, legt een oude duivel aan een jonge uit hoe hij de menselijke zwakheid moet benutten.

Lewis deelde met Tolkien, die evenals hij in Oxford doceerde, een liefde voor oude mythen. Hij maakte deel uit van de Coalbiters, een club van lectoren die samen op initiatief van Tolkien IJslandse mythen en sagen lazen. Vanaf eind jaren dertig tot eind 1949 kwam een club van vrienden wekelijks samen op Lewis' kamers van Magdalen College. Ze noemden zich de Inklings en lazen elkaar hun werk voor. De drie productiefste Inklings, Lewis, Tolkien en Charles Williams, zijn door critici wel eens The Oxford Christians genoemd. Feit is dat bij alle drie mythen een belangrijke rol spelen, zij het dat ieder uit eigen bronnen putte.

De christelijke mythe staat centraal in Lewis' serie van zeven kinderboeken over het fantasieland Narnia. Zoals de auteur in zijn sciencefictionboeken de held Ransom naar andere planeten laat reizen om de waarheid van de christelijke mythe te ontdekken, zo maken kinderen in Narnia kennis met de belangrijkste gebeurtenissen van het christelijke verhaal. Critici noemden de Narnia-boeken vaak een allegorie, maar Lewis zelf sprak liever van een mythologie. Het ging hem er niet om het christendom te vertalen voor kinderen, maar om de vraag hoe Christus zou zijn als er echt een wereld als Narnia zou bestaan die, net als de onze, verlossing behoefde.

Narnia is geschapen door de leeuw Aslan. Al spoedig doet ook het kwaad zijn intrede. Telkens wanneer de boze machten het in Narnia dreigen te winnen, grijpt Aslan in.

Om deze wereld voor zijn lezers dichterbij te brengen, laat de auteur telkens kinderen op wonderbaarlijke wijze in Narnia verzeild raken. Zo krijgen in het eerste deel,Het betoverde land achter de kleerkast, de vier kinderen Lucy, Edmund, Peter en Susan via de achterwand van een kleerkast toegang tot Narnia. Edmund raakt in de ban van de Witte Tovenares, die ervoor zorgt dat het in Narnia altijd winter,

[pagina 3]


illustratie
Illustratie van Annemarie van Haeringen uitHet betoverde land achter de kleerkast


maar nooit kerstmis is. De andere drie bestrijden het kwaad. Als de Witte Tovenares Edmund wil doden, offert Aslan zich op. Hij laat zich lijdzaam doden, maar herrijst de volgende dag uit de dood. Aan het eind van het boek keren de kinderen terug naar hun eigen wereld en dan blijkt er, hoewel ze jaren in Narnia hebben doorgebracht, nog geen seconde verstreken.

Het zijn niet steeds dezelfde kinderen en ook de manier waarop ze in Narnia terechtkomen verschilt per deel. De delen zijn niet chronologisch. Zo wordt de schepping van Narnia beschreven in deel zes,Het neefje van de tovenaar.

De essentie van de Narnia-boeken is de betekenis van het geloof in de goede bestemming van de wereld. Maar geloof alleen is niet voldoende: de (kinderlijke) hoofdpersonen moeten het kwaad actief bestrijden. Daarna worden ze koningen en koninginnen en heersen ze wijs en rechtvaardig over het rijk.

Belangrijkste figuur in de Narnia-mythe is de leeuw Aslan, koning der dieren, schepper van Narnia, ‘de zoon van de grote keizer die over de zee woont’. Hij is op de achtergrond altijd aanwezig als initiator van de wending ten goede. Het is niet mogelijk Aslan in de ogen te kijken en te liegen of iets

[pagina 4]

achter te houden. Hij dwingt altijd respect af. Zijn optreden verwekt bij de goeden een totaal gevoel van vreugde en schoonheid, bij de slechten angst en vrees.

Anders dan Tolkien zorgt Lewis telkens voor een brug tussen zijn fantasieland en de bekende wereld van de jeugdige lezer. Niet alleen doordat hij gewone kinderen de hoofdrol laat spelen, maar ook doordat hij als verteller zijn lezers herhaaldelijk rechtstreeks aanspreekt en op deze manier duidelijk maakt: dit is maar een verhaal. Het is Lewis' verdienste dat zijn boeken op verschillende niveaus te lezen zijn: als meeslepende avonturenboeken en als levensbeschouwelijke en religieuze les.

Waardering

Lewis' vriend Tolkien kon weinig waardering opbrengen voor de Narnia-boeken. Hij vond ze onzorgvuldig en te haastig geschreven, met te veel inconsequenties en losse eindjes. Naar zijn smaak speelt Lewis al te makkelijk leentjebuur bij andere verhalen door zijn boeken te bevolken met faunen, nimfen, de Kerstman en pratende dieren. Daardoor wordt de wereld van Narnia ongeloofwaardig. ‘It just wouldn't do’, vond Tolkien.

Critici vonden de Narnia-boeken of schitterend of godslasterlijk. Sommige recensenten beoordeelden de reeks uitsluitend als fantasy en spreken over ‘ontsierende verwijzingen naar het christendom’. In Engeland behoren de Narnia-boeken tot de klassieken van de jeugdliteratuur.

In Nederland is de Narnia-reeks vrij snel bekend geworden door de vertaling en bewerking van Peter van Nierop, uitgegeven door Westfriesland in de jaren 1956-1959. De jeugdlectuurgids van Bureau Boek en Jeugd schreef over de uitgaven: ‘Waardevolle kinderboeken die slecht zijn bewerkt.’ M.I. Bast-Reijnders heeft in een artikel inVerkenningen duidelijk gemaakt dat dit oordeel nog mild was. De bewerking van Van Nierop bevat niet alleen slecht Nederlands, zij is ook onjuist, vervalsend en getuigt van gebrek aan begrip voor de betekenis van deze boeken.

Vanaf 1984 bracht Westfriesland de eerste drie delen uit in een vertaling van Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Deze delen werden vanaf 1989 met nieuwe illustraties van Annemarie van Haeringen herdrukt door uitgeverij Leopold, waar ook de rest van de serie verscheen. De vertaling van Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau doet wel recht aan het werk van Lewis.

De Narnia-boeken krijgen in Nederland doorgaans een goede pers. Wel vinden sommige critici dat Lewis het beter bij één deel had kunnen laten. Zoals een anonieme recensent het uitdrukt: ‘Ja, zo kun je wel aan de gang blijven. Je neemt telkens nieuwe kinderen en andere reisroutes naar het land Narnia en je hebt weer een deel erbij.’

[pagina 5]

Bibliografie

Keuze uit het werk voor volwassenen

The Allegory of Love (1936);The Problem of Pain (1940);The Screwtape Letters (1942);Out of the Silent Planet (1938);Surprised by Joy (1955);A Grief Observed (1961), TheDiscarded Image (1964).

Kinderboeken

The Lion, the Witch and the Wardrobe (1950):
-De betoverde kleerkast. Vertaald en bewerkt door Pieter Nierop. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, [1956]. (In 1976 opgenomen inHet land Narnia I. De betoverde kleerkast enPrins Caspian.)
-De Leeuw en het land in de kleerkast. Vertaald door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, 1983. Vierde druk onder de titelHet betoverde land achter de kleerkast, met illustraties van Annemarie van Haeringen: Amsterdam, Leopold, 1989.
Prince Caspian (1951):
-Prins Caspian; de terugkeer naar Narnia. Vertaald en bewerkt door Pieter Nierop. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, [1956]. (In 1976 opgenomen inHet land Narnia I. De betoverde kleerkast enPrins Caspian.)
-Prins Caspian. Vertaald door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, 1984. Vierde, herziene druk onder de titelPrins Caspian: terug in Narnia, met illustraties van Annemarie van Haeringen: Amsterdam, Leopold, 1990.
The Voyage of the Dawn Treader (1952):
-De wonderreis van het drakeschip. Vertaald en bewerkt door Pieter Nierop. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, [1957]. (In 1977 opgenomen inHet land Narnia II. De wonderreis van het drakeschip enDe zilveren stoel.)
-De zeereis van De Dageraad. Vertaald door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, 1985. Derde druk onder de titelDe reis van het drakeschip, met illustraties van Annemarie van Haeringen: Amsterdam, Leopold, 1990.
The Silver Chair (1953):
-De zilveren stoel. Vertaald en bewerkt door Pieter Nierop. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, [1957]. (In 1977 opgenomen inHet land Narnia II. De wonderreis van het drakeschip enDe zilveren stoel.)
-De zilveren stoel. Vertaald door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Met illustraties van Annemarie van Haeringen. Amsterdam, Leopold, 1991.
The Horse and His Boy (1954):
-Het paard en de jongen. Vertaald en bewerkt door Pieter Nierop. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, [1958]. (In 1977 opgenomen inHet land Narnia III. Het paard en de jongen.)
-Het paard en de jongen. Vertaald door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Met illustraties van Annemarie van Haeringen. Amsterdam, Leopold, 1991.
The Magician's Nephew (1955):
-Het neefje van de tovenaar. Vertaald en bewerkt door Pieter Nierop. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, [1958]. (In 1978 opgenomen inHet land Narnia IV. Het neefje van de tovenaar enDe laatste strijd.)
-Het neefje van de tovernaar. Vertaald door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Met illustraties van Annemarie van Haeringen. Amsterdam, Leopold, 1992.
The Last Battle (1956):
-De laatste strijd. Vertaald en bewerkt door Pieter Nierop. Met illustraties van Pauline Baynes. Hoorn, Westfriesland, [1959]. (In 1978 opgenomen inHet land Narnia IV. Het neefje van de tovenaar enDe laatste strijd.)
-Het laatste gevecht. Vertaald door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Met illustraties van Annemarie van Haeringen. Amsterdam, Leopold, 1993.

Over C.S. Lewis

Walter Hooper, Narnia: the author, the critics and the tale. In:Children's Literature, vol. 3, 2nd pr. Philadelphia, Temple University Press, 1975, blz. 12-22.
M.I. Bast-Reijnders, De leeuw, de heks en de hangkast. In:Verkenningen op het gebied van de jeugdliteratuur, jaargang 8 (1977-1978), nr. 1, blz. 8-14.
[pagina 6]
Humphrey Carpenter,The Inklings. C.S. Lewis, J.R.R. Tolkien, Charles Williams and their friends. London, George Allen & Unwin, 1978.
Martha C. Sammons,A guide through Narnia. London enz., Hodder & Stoughton, 1978.
Paul F. Ford,Companion to Narnia. San Francisco enz., Harper & Row, 1980.
C.S. Lewis. Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken. Den Haag, NBLC, 6e jaargang (1982), nr. 17. (Met recensies)
E. Breitinger, Narnia-Bücher: spannend-phantastische Moralitäten. In:Jugendbuchmagazin, jaargang 33 (1983), nr. 2, blz. 64-66.
Dennis B. Quin, The Narnia Books of C.S. Lewis: fantastic or wonderful? In:Children's literature: annual of the modern language association; vol. 12. New Haven, Yale University Press, 1984, blz. 105-121.
Murray J. Evans, C.S. Lewis' ‘Narnia Chronicles’: the reader in the myth. In:Touchstones: reflections on the best in children's literature; ed. by Perry Nodelman. West Lafayette, Perdue University, 1985, blz. 132-145.
Jeanne Murray Walker, The lion, the witch, and the wardrobe are rite of passage. In:Children's literature in education, jaargang 16 (1985), nr. 3, blz. 177-188.
Margaret Rustin,Narratives of love & loss: study in modern children's fiction. London, Verso, 1987, blz. 40-58.
Rindert Kromhout, Een leeuw als goddelijke verschijning. In:de Volkskrant, 10-3-1990.
Cathérine van Houts, De strijd tussen goed en kwaad. In: HetParool, 14-3-1990.
Bregje Boonstra, Legek Amer. In:nrc Handelsblad, 30-3-1990.
Kees Fens, De goudmijn van de biograaf. In:de Volkskrant, 14-5-1990.
J.J. Peereboom, Wat oude duivels aan jonge uitleggen. Biografie van C.S. Lewis. In:nrc Handelsblad 9-8-1991.
A.N. Wilson,C.S. Lewis. London, Collins, 1991. (Biografie)
Shadowlands. Speelfilm over de relatie van C.S. Lewis met Joy Gresham. Met Anthony Hopkins als Lewis. Onder regie van Richard Attenborough, 1994.
51 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1999


VorigeVolgende

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


datums



[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp