Vloerpanelen.Floor panels.
Deze uitvinding heeft betrekking op vloerpanelen.This invention relates to floor panels.
Onder andere heeft zij betrekking op vloerpanelen die aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevatten, respectievelijk in de vorm van een mannelijk koppeldeel en een vrouwelijk koppeldeel die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorend mannelijk koppeldeel via een neerwaartse beweging in het vrouwelijk koppeldeel van het andere vloerpaneel aan te brengen, zodanig dat daarbij minstens een vergrendeling in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden en in het vlak van de vloerpanelen wordt verkregen.Among other things, it relates to floor panels which have coupling parts on at least two opposite sides, respectively in the form of a male coupling part and a female coupling part which allow two of such floor panels on the aforementioned sides to be connected to each other by one of these floor panels with the to provide the corresponding male coupling part via a downward movement in the female coupling part of the other floor panel, such that at least a locking in a horizontal direction perpendicular to the relevant sides and in the plane of the floor panels is thereby obtained.
Koppelingen die toelaten dat twee vloerpanelen met elkaar kunnen gekoppeld worden door één vlöerpanëël rnet eén hëërwaartsë bëwëging in het andere te voegen, worden in de praktijk in twee soorten onderverdeeld, namelijk een eerste soort waarbij de koppeldelen uitsluitend in een; höfizióntalë' véfgfëndëling: : voorzien; zonder dat een vergrendeling in verticale richting ' lóbdrecht öp het; vlak van de verbonden vloerpanelen bestaat, en een tweede soort waarbij zowel in één vergrendeling in horizontale als verticale richting Wordt voorzien. ; ^ : o < 'IC·:·': . . - . ··.·.; v'OOi yCCC'iCC'i :'CCi 'U‘i. . !{{: iCi CC-0 C'.-.CC J. CÇ. KO 1 · ' ' Dé koppelingen van het eerste soort zijn bok b als zogenaamde “drop-in” syëtëmëh’. VlÖerpanelèri die aart: twéé tégenóvérëèriiiggënde -zijdëh hiërrhee zijn uitgerust, zijn ondêrméèr békend Uit het‘ CÄ 991.373 én het J P Ö7-3Ö0979. Zoals uit deze octrooidocumenten blijkt, worden dergelijke “drop-in” systemen dikwijls aan sléchts èeh eerste paar tegehovërëëhiiggëndè Zijden van dé vlöëipahelen toegepast, terwijl dan aan het tweede ëaaP tégëhövëréëhliggéridé zijden ' köppèldéièn worden toëgépaSt die in de gekoppelde toestand van tweéWlbërparièléh zoWél ihëen vérticale als horizdntàle vergréndélin^ voérzièn ' én' dié -toëlàtëhj dat twéé van dergelijke vldérparielen door middel vafi één wehtélbeWeging aan elkaar kunnen ' worden gekoppeld. Vloerpanelen met èen dergelijke combinatie van kdppeidelen bieden het voordeel dat zij gemakkelijk' dpëenvolgërid in rijen kunnen worden geïnstalleerd, eenvoudig door elk nieuw te leggen vloerpaneel aan de vorige rij vloerpanelen te koppelen door middel van dé Wehtélbëwëgirig én 'bij het rieerWeritélen ervoor te : O· s 0)^ c.,f 'OVvrr'iei'V'C' Uvr ! V..; . ·*·.υ. «·· zorgen dat zulk vloerpanee! gelijktijdig ook in een reeds gelegd vorig vloerpaneel van dezelfde rij aangrijpt. De installatie van zulk vloerpaneel vergt dan ook slechts een wentel- en neerleg beweging, hetgeen een bijzonder gebruiksvriendelijke legtechniek is.Couplings that allow two floor panels to be connected to each other by inserting one floor panel with one lateral bend into the other are in practice subdivided into two types, namely a first type with the coupling parts exclusively in one; höfizióntalë 'véfgfëndëling:: provided; without a lock in the vertical direction 'right on it; surface of the connected floor panels, and a second type in which both one locking in the horizontal and vertical directions is provided. ; ^: o <'IC ·: ·':. . -. ··. · .; v'OOi yCCC'iCC'i: "CCi" U'i. . {{: iCi CC-0 C '- CC J. Cc. KO 1 · '' The links of the first kind are bok b as so-called "drop-in" sytemëh ". VlÖerpanelèri that works: two to one that are equipped, they are recognized from the "CÄ 991.373" and the J P Ö7-3Ö0979. As these patent documents show, such "drop-in" systems are often applied to only the first pair of opposing sides, while then to the second ëaaP tégëhövëréëhliggéridé sides ë pave the condition. horizontally interlocking "and" that "that two of such field variables can be linked together through one single movement". Floor panels with such a combination of floor panels offer the advantage that they can easily be installed in rows, simply by linking each new floor panel to be laid to the previous row of floor panels by means of the Wehtélbëwëgirig and 'during the rererities for that: O · s 0) ^ c., f 'OVvrr'iei'V'C' Uvr! V ..; . · * · .Υ. «·· ensure that such a floor tile! at the same time also in a previous floor panel of the same row that has already been laid. The installation of such a floor panel therefore requires only a turning and laying movement, which is a particularly user-friendly laying technique.
Een nadeel van vloerpanelen met dergelijke koppeldelen bestaat erin dat omwille van het feit dat geen vergrendeling in verticale richting voorhanden is, aan het bovenoppèrvlak hoogteverschillen tussen de gekoppelde vloerpanelen kunnen optreden. Zo bijvoorbeeld kunnen dergelijke vloerpanelen in een eerste of laatste rij van een vloerbedekking terug uit hun vlakke positie omhoog wentelen indien ze niet door een plint of dergelijke naar beneden worden vastgehouden. Zelfs wanneer zulke vloerpanelen aan slechts één paar zijden van een “drop-in”-systeem voorzien zijn, terwijl zij aan hun andere paar zijden zowel in hónzontélé^ als verticale richting vergrendeld zijn ten opzichte' van aangrenzende vloerpanelen, kunnen hoogteverschillen tussen aangrenzende vloerpanelen ontstéan aan de zijden die met het “drop-in”-systeem gekoppeld zijn, onder meer wanneer twee aangrenzende vloerpanelen verschillend belast worden, of wanneer één vloerpaneel ten opzichte van het andere ietwat zou kromtrekken en verbuigen. · ·A drawback of floor panels with such coupling parts consists in that due to the fact that no locking is available in the vertical direction, differences in height between the coupled floor panels can occur at the upper surface. For example, such floor panels in a first or last row of a floor covering can roll back up from their flat position if they are not held down by a skirting board or the like. Even when such floor panels are provided with a "drop-in" system on only one pair of sides, while on their other pair of sides they are locked in both zone and vertical direction with respect to adjacent floor panels, differences in height between adjacent floor panels can arise. on the sides that are linked to the drop-in system, for example when two adjacent floor panels are loaded differently, or when one floor panel would warp and bend slightly relative to the other. · ·
Koppelingen van het voornoemde tweede soort, ook wel “push lock” systemen genoemd, verzoeken aan hét voornoémd nadéel te verhelpen door tevens in een verticale vergrendeling te voorzien. Dergelijke zogenaamde “push lock” systemen kunnen in twee verschillende categorieën worden ingedeeld, namelijk eendelige uitvoeringen èn uitvoeringen die eert afzónderlijk vèrgréndelelement bevatten dat als een inzetstuk is uitgevoerd, dat al dan niet vast aan het eigenlijke voerpaneel bevestigd is.Couplings of the aforementioned second type, also called "push lock" systems, request that the aforementioned disadvantage be remedied by also providing a vertical locking. Such so-called "push lock" systems can be classified into two different categories, namely one-piece versions and versions that each contain a separate locking element that is designed as an insert, which may or may not be fixed to the actual feed panel.
Eendelige uitvoeringen zijn onder meer bekend uit de octrooidocumenten DE 299 24 454, DE 200 08 708, DE 201 12 474, DE 10 2004 001 363, DE 10 2004 055 951, EP 1 282 752 en EP 1 350 904. De bekende eendelige uitvoeringen hebben het nadeel dat zij vrij stroef werken en een degelijke samenvoeging van twee vloerpanelen niét steeds kan worden gewaarborgd.One-part embodiments are known, inter alia, from patent documents DE 299 24 454, DE 200 08 708, DE 201 12 474, DE 10 2004 001 363, DE 10 2004 055 951, EP 1 282 752 and EP 1 350 904. The known one-part embodiments have the disadvantage that they work fairly roughly and a solid joining of two floor panels cannot always be guaranteed.
Uitvoeringen die een afzonderlijk vergrendelelërrient bevatten, dat meehelpt aan een verticale en eventueel ook aan een horizontale vergrendeling tussen twee gekoppelde vloerpanelen zijn onder meer bekend uit de octrooidocumenten DE 20 2007 000 310, DE 10 2004 001 363, DE 10 2005 002 297, EP 1 159 497, EP 1 415 056B1, EP 1 818 478, WO 2004/079130, WO 2005/054599, WO 2006/043893, WO 2006/104436, WO 2007/008139, WO 2007/079845 en SE 515 324. Het gebruik van een afzonderlijk vergrendelelement biedt het voordeel dat het materiaal hiervan onafhankelijk is van het eigenlijke vloerpaneel en dus in functie van de toepassing optimaal kan worden gekozen. Zodoende kunnen zulke inzetstukken uit kunststof of metaal worden verwezenlijkt, waardoor relatief sterke, doch toch nog gemakkelijk beweegbare vergrendelgedeelten kunnen worden gerealiseerd die met een minimaal contactoppervlak relatief grote krachten kunnen opnemen.Embodiments that contain a separate locking element that aids in a vertical and possibly also a horizontal locking between two coupled floor panels are known, inter alia, from the patent documents DE 20 2007 000 310, DE 10 2004 001 363, DE 10 2005 002 297, EP 1 159 497, EP 1 415 056B1, EP 1 818 478, WO 2004/079130, WO 2005/054599, WO 2006/043893, WO 2006/104436, WO 2007/008139, WO 2007/079845 and SE 515 324. The use of a separate locking element offers the advantage that the material thereof is independent of the actual floor panel and can therefore be optimally selected depending on the application. Such inserts of plastic or metal can thus be realized, as a result of which relatively strong, yet still easily movable, locking sections can be realized which can absorb relatively large forces with a minimum contact surface.
Volgens haar eerste aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op vloerpanelen die met een “push lock” systeem van de laatste categorie zijn uitgerust, met andere woorden die een al dan niet vast bevestigd, doch afzonderlijk gerealiseerd inzetstuk bevatten. De doelstelling van de uitvinding vólgens dit eerste aspect bestaat in een verdere optimalisatie van deze “push loök” systemen bij vloerpanelen. Hiertoe betreft de uitvinding volgens dit aspect een vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevat waarmee twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en in de gekoppelde toestand een vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbonden vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden en in het vlak van de vloerpanelen, waarbij deze koppeldelen een mannelijk deel en een vrouwelijk deel omvatten en toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende mannelijk deel via een neerwaartse beweging aan te brengen in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel, waarbij voornoemde koppeldelen een vergrendelelement bevatten, dat in de vorm van een inzetstuk in één van de betreffende zijden is aangebracht, waarbij dit vergrendelelement minstens een blokkeerlichaam bevat, en waarbij zowel het voornöemde mannelijke deel en het voornoemde vrouwelijke deel minstens een portie omvatten die eendelig met het vloerpaneel is uitgevoerd, waarbij de eendelige portie van voornoemd vrouwelijk deel een ondersnijding bevat, met als kenmerk dat in verbonden toestand van twee van dergelijke vloerpanelen de eendelige portie van het voornoemde mannelijke deel zich minstens uitstrekt tot verticaal onder voornoemde ondersnijding. De huidige uitvinding maakt mogelijk dat een sterke verticale vergrendeling wordt bekomen bij push locksystemen die beschikken over een afzonderlijk vergrendelelement. Bij voorkeur is voornoemde ondersnijding gevormd in de eendelige portie van het voornoemde vrouwelijke deel.According to its first aspect, the present invention relates to floor panels which are equipped with a "push lock" system of the latter category, in other words which contain an insert, whether or not fixed, but separately realized. The object of the invention according to this first aspect consists in a further optimization of these "push loök" systems for floor panels. To this end the invention according to this aspect relates to a floor panel which comprises coupling parts on at least two opposite sides with which two of such floor panels can be coupled to each other and in the coupled condition a locking is obtained both in a vertical direction perpendicular to the plane of the connected floor panels as in a horizontal direction perpendicular to the respective sides and in the plane of the floor panels, said coupling parts comprising a male part and a female part and allowing two of such floor panels to be connected to one another on said sides by one of these floor panels with arranging the corresponding male part via a downward movement in the female part of the other floor panel, wherein said coupling parts comprise a locking element, which is arranged in the form of an insert in one of the relevant sides, said locking element being at least one block body, and wherein both the aforementioned male part and the aforementioned female part comprise at least one portion formed in one piece with the floor panel, the one part portion of said female part containing an undercut, characterized in that in the connected state of two such floor panels the one-part portion of the aforementioned male part extends at least vertically under the undercut. The present invention enables a strong vertical lock to be achieved with push lock systems that have a separate locking element. Preferably, said undercutting is formed in the one-part portion of said female part.
Volgens een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van dit eerste aspect wordt voornoemde vergrendeling in verticale richting verkregen door middel van een verticaal actief vergrendelsysteem dat minstens bestaat uit een verticaal actief contactoppervlak gevormd tussen voornoemde ondersnijding en de eendelige portie van het mannelijke deel die zich, zoals voornoemd, minstens tot verticaal onder de ondersnijding uitstrekt. Dit rechtstreekse contact met de eendelige portie van het mannelijk deel zorgt voor een uitzonderlijk stevige verbinding in verticale richting.According to a first possible embodiment of this first aspect, said locking in the vertical direction is achieved by means of a vertically active locking system consisting at least of a vertically active contact surface formed between said undercut and the one-part portion of the male part which, as said, is at least extends vertically below the undercut. This direct contact with the one-part portion of the male part provides an exceptionally strong connection in the vertical direction.
Vólgens een tweede mogelijke uitvoeringsvorm' van1 het eerste aspect wordt voornoemde vergrendeling in verticale richting verkregen door middel van een verticaal actief vergrendelingsysteem dat bestaat uit verticaal actieve contactoppervlakken gevormd tussen, enerzijds, voornoemde ondersnijding en voornoemd blokkeerlichaam, en, anderzijds tussen voornoemd afzonderlijk blokkeerlichaam en voornoemde eendelige portie van het mannelijke deel die zich, zoals voornoemd, minstens tot onder de öndérsnijding uitstrekt, waarbij dé betreffende * contactoppervlakken zich bij voorkeur minstens gedeeltelijk vérticaal onder elkaar bevinden. Door het feit dat het blokkeerlichaam in verticale richting ondersteund wordt door zowel een Wand van dè ondersnijding als dè eendelige portie van het mannelijke deel wordt terug een stevige verbinding in verticale richting verkregen/According to a second possible embodiment of the first aspect, said locking in vertical direction is achieved by means of a vertically active locking system consisting of vertically active contact surfaces formed between, on the one hand, said undercut and said blocking body, and, on the other hand, between said individual blocking body and said said blocking body. a one-part portion of the male part which, as aforesaid, extends at least below the intersection, wherein the respective contact surfaces are preferably at least partially vertically below each other. Due to the fact that the blocking body is supported in the vertical direction by both a wall of the undercut and the one-part portion of the male part, a firm connection in the vertical direction is again obtained /
Bij voorkeur zijn de contactoppervlakken vari hét verticaal actief vergrèndelingsysteém uit bovenstaande eerste en tweede mogelijke uitvoeringsvorm vlak, en beter nog horizontaal uitgevoerd. Vlakke en/of horizontale contactoppervlakken leiden tot een betere hoogtéregëling tussen beide aan elkaar verbonden vlóerpanelen.Preferably, the contact surfaces of the vertically active locking system of the above first and second possible embodiments are flat, and more preferably of horizontal design. Flat and / or horizontal contact surfaces lead to better height control between the two interconnected floor panels.
Bij Voorkeur contacteren de bovenranden Van twéé van dèrgelijke vloérpanelen elkaar in de verbonden toestand van deze vloerpaneleri, waarbij de voorrióëmde eendelige portie van het mannelijke deer zich bij voorkeur minstens uitstrekt tot voorbij het verticale vlak gedefinieerd door de voornoemde contacterende bovenranden. :Preferably, the upper edges of two of the same floor panels contact each other in the connected state of this floor panel, wherein the pre-formed one-part portion of the male deer preferably extends at least beyond the vertical plane defined by the aforementioned contacting upper edges. :
Bij voorkeur bevindt het voornoemde blokkeerlichaam zich in de verbonden toestand minstens gedeeltelijk in voornoemde ondersnijding.Preferably, the aforementioned blocking body is in the connected state at least partially in the undercut.
Bij voorkeur is het voornoemde blokkeerlichaam van het type dat een beweeglijk gedeelte vertoont, waarmede bedoeld wordt dat dit blokkeerlichaam, bij koppeling van twee van dergelijke vloerpanelen aan de betreffende randen, een automatische koppelingsactie uitvoert. Dergelijke blokkeerlichamen zijn op zich bekend bijvoorbeeld uit het WO 2006/043893 of uit het DE 20 2008 008 597 U1. De uitvinding beperkt zich echter niet tot dergelijke blokkeerlichamen en kan bijvoorbeeld ook toegepast worden met blokkeerlichamen die na het uitvoeren van voornoemde neerwaartse beweging met een aparte, al dan niet automatische, actie in hun uiteindelijke positie worden gebracht. Voor voorbeelden van dergelijke eveneens op zich bekende blokkeerlichamen wordt verwezen naar het WO 2008/017281 en het WO 01/51732, waarbij het in het eerstgenoemde document een automatische actie betreft geïnitieerd door een derde vloerpaneel dat gekoppeld wordt aan een zijde die haaks op de betreffende zijden is gericht.Preferably, the aforementioned blocking body is of the type that has a movable part, by which is meant that this blocking body performs an automatic coupling action when two of such floor panels are coupled to the relevant edges. Such blocking bodies are known per se, for example from WO 2006/043893 or from DE 20 2008 008 597 U1. However, the invention is not limited to such blocking bodies and can, for example, also be used with blocking bodies which, after performing said downward movement, are brought into their final position with a separate, optionally automatic, action. For examples of such blocking bodies, which are also known per se, reference is made to WO 2008/017281 and WO 01/51732, wherein in the first-mentioned document it concerns an automatic action initiated by a third floor panel which is coupled on a side perpendicular to the relevant sides is focused.
Volgens een tweede aspect beoogt de huidige uitvindihg een verdere optimalisatie van vloerpanelen met een vergrendelingsysteem dat een afzonderlijk vergrendelelement bevat, waarbij het niet noodzakelijk een zogenaamd push lock systeem betreft. Hiertoe . betreft de uitvinding een vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevat waarmee twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en in de gekoppelde toestand-een vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbonden vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden en in het vlak van de vloerpanelen, waarbij deze koppeldelen een mannelijk deel en een vrouwelijk deel omvatten en toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende mannelijk deel aan te brengen in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel, waarbij hetzij het mannelijk deel, hetzij het vrouwelijk deel een vergrendelelement bevat dat in de vorm van een inzetstuk in de betreffende zijde is aangebracht, waarbij dit vergrendelelement minstens een blokkeerlichaam bevat, dat beweeglijk is opgesteld en in een richting dwars op zijn beweegrichting geleid wordt door minstens twee geleidingsoppervlakken die gevormd worden door de wanden van een U-vormige gleuf, met als kenmerk dat voornoemde wanden een onderling verschillende lengte vertonen.According to a second aspect, the present invention aims at a further optimization of floor panels with a locking system comprising a separate locking element, wherein it is not necessarily a so-called push lock system. For this purpose. the invention relates to a floor panel which has coupling parts on at least two opposite sides with which two of such floor panels can be coupled to each other and in the coupled condition a locking is obtained both in a vertical direction perpendicular to the plane of the connected floor panels and in a horizontal direction perpendicular to the respective sides and in the plane of the floor panels, these coupling parts comprising a male part and a female part and allowing two such floor panels to be connected to each other on the aforementioned sides by one of these floor panels with the associated male to provide a part in the female part of the other floor panel, wherein either the male part or the female part contains a locking element which is arranged in the form of an insert in the relevant side, said locking element comprising at least one blocking body movable has been saved and is guided in a direction transverse to its direction of movement by at least two guide surfaces formed by the walls of a U-shaped slot, characterized in that said walls have a mutually different length.
Het tweede aspect biedt de mogelijkheid, in gekoppelde toestand, een gedeelte van het blokkeerlichaam aan een zijde verder uit de voornoemde U-vormige gleuf te laten uitkragen, zodat in gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen aan deze betreffende zijde eventueel een contactoppervlak met een koppeldeel van het gekoppelde vloerpaneel kan worden gevormd waarmede het blokkeerlichaam tegen de andere wand van de U-vormige gleuf kan worden gedrukt. Hiermede kan een stabiele blokkering worden bekomen. Bovendien laat het tweede· aspect toe een vergrendelingsysteem volgens de bovengenoemde tweede mogelijkheid van het eerste aspect te bereiken.The second aspect offers the possibility, in the coupled state, of having a part of the blocking body protrude further from the aforementioned U-shaped slot on one side, so that, in the coupled state of two of such floor panels on this relevant side, a contact surface with a coupling part may be provided. of the coupled floor panel can be formed with which the blocking body can be pressed against the other wall of the U-shaped slot. A stable block can hereby be obtained. Moreover, the second aspect allows for a locking system according to the above-mentioned second possibility of the first aspect.
Bij voorkeur zijn voornoemde wanden van de U-vormige gleuf in hoofdzaak vlak of volledig vlak uitgevoerd. Beter nog strekken beide wanden zich uit ofwel in horizontale vlakken, ofwel in verticale vlakken.Preferably, said walls of the U-shaped slot are substantially flat or completely flat. Even better, both walls extend either in horizontal planes or in vertical planes.
Bij voorkeur is een eerste van voornoemde wanden minstens 25%, en beter nog minstens 50% korter uitgevoerd dan een tweede van voornoemde wanden. Het is duidelijk dat hoe korter de betreffende wand is uitgevoerd, des te meer mogelijkheden geboden worden voor het verstevigen van de verbinding. Bij voorkeur blijft voornoemd blokkeerlichaam, in gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen, minstens gedeeltelijk tussen de voornoemde wanden gesitueerd.Preferably, a first of said walls is at least 25% shorter, and more preferably at least 50% shorter, than a second of said walls. It is clear that the shorter the wall in question is designed, the more possibilities are offered for reinforcing the connection. Preferably, said blocking body, in the coupled state of two of such floor panels, remains situated at least partially between the aforementioned walls.
De uitvinding van het tweede aspect is voornamelijk van belang in het geval twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende mannelijk deel via een neerwaartse beweging aan te brengen in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel. Het voornoemde blokkeerlichaam kan hierbij deel uitmaken van ofwel het horizontaal actief vergrendelingsysteem, ofwel het verticaal actief vergrendelingsysteem, of van beide.The invention of the second aspect is of particular importance in the case that two of such floor panels can be connected to each other on the aforementioned sides by arranging one of these floor panels with the associated male part via a downward movement in the female part of the other floor panel . The aforementioned blocking body can herein form part of either the horizontally active locking system or the vertically active locking system, or of both.
Volgens een afwijkende variante kan de uitvinding van het tweede aspect ook toegepast worden bij blokkeerlichamen van het niet beweeglijke type, waarbij het dan bij voorkeur gaat om blokkeerlichamen die met een automatische actie op hun uiteindelijke positie in de koppeling worden gebracht, zoals bijvoorbeeld met een automatische actie geïnitieerd door een derde vloerpaneel dat gekoppeld wordt aan een zijde die haaks op de betreffende zijden is gericht.According to a deviating variant, the invention of the second aspect can also be applied to blocking bodies of the non-moving type, in which case it is then preferably blocking bodies that are brought into the coupling with an automatic action at their final position, such as, for example, with an automatic action initiated by a third floor panel that is coupled to a side that is perpendicular to the respective sides.
Volgens een derde aspect beoogt de uitvinding nieuwe mogelijkheden te bieden voor het aan elkaar verbinden van vloerpanelen, in het bijzonder betreft de uitvinding volgens dit aspect geoptimaliseerde verbindingsystemen van het push lock type. Hiertoe betreft de uitvinding volgens haar derde aspect een vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevat waarmee twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en in de gekoppelde toestand een vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbonden vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden en in het vlak van de vloerpanelen, waarbij deze koppeldelen een mannelijk deel en een vrouwelijk deel omvatten en toelaten'dat twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende mannelijk deel via een neerwaartse beweging aan te brengén in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel, waarbij het voornoemde vröuwelijke deel minstens één uitkragënde lip aan de onderzijde van het vloerpaneel omvat en waarbij vóörnoemde koppeldelen een vergrendelelement bevatten, dat in de vorm van een inzetstuk in de zijde met het vroüwelijk deel is aangebracht, waarbij dit vergrëndelelëment minstens een blokkêerlichaam bevat, met als kenmerk dat het voornoemde blokkeerlichaam is aangebracht in een gleuf die is gevormd in voornoémde uitkragende lip. Door het feit dat het afzonderlijke blokkeerlichaam in een uitkragënd gedeelte van de koppeldelen is aangèbracht, wordt een éénvoudig te vervaardigen vlóerparieeï voorzien. Bovendien laat dergelijk vloerpaneel toe om een uitvoeringsvorm mét de kenmerken van de eerste mogelijkheid van het eerste aspect te bereiken.According to a third aspect, the invention aims to offer new possibilities for joining floor panels to each other, in particular the invention according to this aspect relates to push systems of optimized connection systems. To this end the invention according to its third aspect relates to a floor panel which comprises coupling parts on at least two opposite sides with which two of such floor panels can be coupled to each other and in the coupled condition a locking is obtained both in a vertical direction perpendicular to the plane of the connected floor panels as in a horizontal direction perpendicular to the respective sides and in the plane of the floor panels, these coupling parts comprising a male part and a female part and allowing two of such floor panels on said sides to be connected to each other by one of these arranging floor panels with the associated male part via a downward movement in the female part of the other floor panel, the aforementioned pivotal part comprising at least one protruding lip on the underside of the floor panel and wherein said coupling parts comprise a locking element, which is arranged in the form of an insert on the side with the female part, said locking element comprising at least one blocking body, characterized in that the aforementioned blocking body is arranged in a slot formed in the above-mentioned projecting lip. Due to the fact that the separate blocking body is arranged in a protruding part of the coupling parts, a simple-to-manufacture floor plane is provided. Moreover, such a floor panel makes it possible to achieve an embodiment with the characteristics of the first possibility of the first aspect.
Bij vöorkéur is het voornoemde blokkeerlichaarh van het type dat een beweeglijk gedeelte vertoont. Bij voorkeur maakt het voornoemde blokkeerlichaam deel uit van het horizontaal actiefverg rendeling systeem. Bijvoorkeur bestaat het verticaal actief vergréndelingsysteem in verbonden toestand van twee van dergelijke vloerpanelen uit rechtstreekse contacten tussen de eendelige porties van het mannelijk en het vrouwelijk deel.In the foregoing, the aforementioned blocking body is of the type that has a movable portion. Preferably, the aforementioned blocking body forms part of the horizontal active return system. Preferably, the vertically active locking system in the connected state of two such floor panels consists of direct contacts between the one-part portions of the male and female parts.
Met dezelfde bedoeling als bij het eerste en het derde aspect, betreft de uitvinding volgens een onafhankelijk vierde aspect nog een vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevat waarmee twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en in de gekoppelde toestand een vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbonden vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden en in het vlak van de vloerpanelen, waarbij deze koppeldelen een mannelijk deel en een vrouwelijk deel omvatten en toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende mannelijk deel via een neerwaartse beweging aan te brengen in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel, waarbij voornoemde koppeldelen een vergrendelelement bevatten, dat in de vorm van een inzetstuk in één van de betreffende zijden is aangebracht, waarbij dit vergrendelelement minstens een blokkeerlichaam bevat, met als kenmerk dat het voornoemde blokkeerlichaam beweeglijk is opgesteld in een richting dwars op het oppervlak van het vloerpaneel. Hiermede wordt bedoeld dat het betreffende blokkeerlichaam in een richting haaks op het oppervlak van het vloerpaneel kan bewegen of in een richting kan bewegen die een maximale hoek van 45° met de normale op dit oppervlak maakt. De uitvinder heeft ingezien dat ook met dergelijke blokkeerlichamen interessante push lock systemen kunnen worden ontworpen. Een dergelijk blokkeerlichaam kan in verbonden toestand deel uitmaken van het horizontaal actief vergrendelingsysteem. Bij voorkeur wordt, in dergelijk geval, het verticaal actief vergrendelingsysteem gevormd door rechtstreekse contacten tussen de eendelige porties van het mannelijk en het vrouwelijk deel.With the same intention as in the first and third aspect, the invention according to an independent fourth aspect also relates to a floor panel which comprises coupling parts on at least two opposite sides with which two of such floor panels can be coupled to each other and in the coupled condition a locking is made obtained both in a vertical direction perpendicular to the plane of the connected floor panels and in a horizontal direction perpendicular to the respective sides and in the plane of the floor panels, said coupling parts comprising a male part and a female part and allowing two of such floor panels can be connected to one another on said sides by arranging one of these floor panels with the associated male part via a downward movement in the female part of the other floor panel, said coupling parts comprising a locking element, which in the form of an insert in one of the betr smooth sides is provided, said locking element comprising at least one blocking body, characterized in that said blocking body is movably arranged in a direction transverse to the surface of the floor panel. This means that the blocking body in question can move in a direction perpendicular to the surface of the floor panel or can move in a direction that makes a maximum angle of 45 ° to the normal on this surface. The inventor has realized that interesting push lock systems can also be designed with such blocking bodies. Such a blocking body can form part of the horizontally active locking system in connected condition. Preferably, in such a case, the vertically active locking system is formed by direct contacts between the one-part portions of the male and female parts.
Bij voorkeur omvat het voornoemde vrouwelijke deel minstens een uitkragende lip aan de onderzijde van het vloerpaneel en is het voornoemde blokkeerlichaam aangebracht in een gleuf die is gevormd in voornoemde uitkragende lip. Zo wordt een vloerpaneel bekomen dat tevens de kenmerken en de voordelen van het voornoemde derde aspect vertoont.Preferably, the aforementioned female part comprises at least one protruding lip on the underside of the floor panel and the aforementioned blocking body is arranged in a slot formed in said protruding lip. A floor panel is thus obtained which also has the characteristics and advantages of the aforementioned third aspect.
Volgens een vijfde aspect beoogt de uitvinding nog een optimalisatie van een vergrendelingsysteem dat een afzonderlijk vergrendelelement omvat, waarbij het niet noodzakelijk om een zogenaamd push lock systeem gaat. Hiertoe betreft de uitvinding volgens haar zesde onafhankelijk aspect een vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevat waarmee twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en in de gekoppelde toestand een vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbonden vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden en in het vlak van de vloerpanelen, waarbij deze koppeldelen een mannelijk deel en een vrouwelijk deel omvatten en toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende mannelijk deel aan te brengen in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel, waarbij voornoemde koppeldelen een vergrendelelement bevatten, dat in de vorm van een inzetstuk in één van de betreffende zijden is aangebracht, waarbij dit vergrendelelement minstens een blokkeerlichaam bevat, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde blokkeerlichaam beweeglijk is opgesteld in een richting die het oppervlak van het vloerpaneel snijdt, en waarbij voornoemde koppeldelen tevens contactoppervlakken vertonen die verhinderen dat twee van dergelijke vloerpanelen in verbonden toestand uit elkaar bewegen in de voornoemde bewegingsrichting van het blokkeerlichaam, met als kenmerk dat voornoemde bewegingsrichting en voornoemde contactoppervlakken elkaar snijden en een hoek vormen die, vanuit het snijpunt gezien van het blokkeerlichaam naar het laagste punt van de voornoemde contactoppervlakken, groter is dan 90°. Het is duidelijk dat het voornoemde snijpunt zich, in de plaats van op de eigenlijke contactoppervlakken, ook kan bevinden op een vlak dat zich door deze contactoppervlakken uitstrekt. Bij voorkeur zijn de voornoemde contactoppervlakken vlak uitgevoerd. Indien zij niet vlak zijn uitgevoerd kan voor dit vlak gewerkt worden met een gemiddeld vlak door de voornoemde contactoppervlakken.According to a fifth aspect, the invention further contemplates an optimization of a locking system which comprises a separate locking element, wherein it is not necessarily a so-called push lock system. To this end, the invention according to its sixth independent aspect relates to a floor panel which has coupling parts on at least two opposite sides with which two of such floor panels can be coupled to each other and in the coupled condition a locking is obtained both in a vertical direction perpendicular to the plane of the connected floor panels as in a horizontal direction perpendicular to the respective sides and in the plane of the floor panels, said coupling parts comprising a male part and a female part and allowing two of such floor panels to be connected to each other on said sides by one of these to install floor panels with the associated male part in the female part of the other floor panel, wherein said coupling parts comprise a locking element, which is arranged in the form of an insert in one of the relevant sides, said locking element at least having a blocking body m, characterized in that said blocking body is movably arranged in a direction that intersects the surface of the floor panel, and wherein said coupling parts also have contact surfaces that prevent two of such floor panels from moving apart in the connected direction of movement of the blocking body in the connected state characterized in that said direction of movement and said contact surfaces intersect and form an angle that, viewed from the intersection of the blocking body to the lowest point of the aforementioned contact surfaces, is greater than 90 °. It is clear that, instead of on the actual contact surfaces, the aforementioned intersection can also be on a surface extending through these contact surfaces. The aforementioned contact surfaces are preferably flat. If they are not flat, it is possible to work for this plane with an average plane through the aforementioned contact surfaces.
Door de bijzondere geometrie van het vijfde aspect kan een uitzonderlijk sterke verbinding zowel in horizontale als in verticale richting worden bekomen.Due to the special geometry of the fifth aspect, an exceptionally strong connection can be achieved both in the horizontal and in the vertical direction.
Het is duidelijk dat het blokkeerlichaam van het vijfde aspect zowel een onderdeel kan vormen van het verticaal actief vergrendelingsysteem als van het horizontaal actief vergrendelingsysteem. Bij voorkeur maakt het echter deel uit van het verticaal actief vergrendelingsysteem en maken de voornoemde contactoppervlakken deel uit van het horizontaal actief vergrendelingsysteem.It is clear that the blocking body of the fifth aspect can form part of both the vertically active locking system and the horizontally active locking system. However, it is preferably part of the vertically active locking system and the aforementioned contact surfaces form part of the horizontally active locking system.
Volgens een eerste mogelijkheid maken de contactoppervlakken deel uit van het horizontaal actief vergrendelingsysteem en vormen deze contactoppervlakken een hoek verschillend van minder dan 90° met de onderzijde van het vloerpaneel.According to a first possibility, the contact surfaces form part of the horizontally active locking system and these contact surfaces form an angle different from less than 90 ° with the underside of the floor panel.
Volgens een tweede mogelijkheid maken de contactoppervlakken deel uit van het verticaal actief vergrendelingsysteem en vormen voornoemde contactoppervlakken een hoek van meer dan 90° met de onderzijde van het vloerpaneel en snijden voornoemde bewegingsrichting met voornoemde contactoppervlakken elkaar, waarbij zij een hoek vormen die, vanuit het snijpunt gezien van het blokkeerlichaam naar het laagste punt van de voornoemde contactoppervlakken, groter is dan 110°.According to a second possibility, the contact surfaces form part of the vertically active locking system and said contact surfaces form an angle of more than 90 ° with the underside of the floor panel and said direction of movement with said contact surfaces intersect, forming an angle which, from the point of intersection when viewed from the blocking body to the lowest point of the aforementioned contact surfaces, is greater than 110 °.
Met dezelfde bedoeling als bij het eerste, derde en vierde aspect betreft de uitvinding volgens haar zesde onafhankelijk aspiect één vloerpaneëi, dat ään minstens twee tegenovereenliggende zijdèn koppeldelen bèvat waarmee tweë van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld én in de gëkoppèldë foestand een vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbanden vloerpanelen als in een horizontale richting ióödrëchf op de bëtréffénde zijden en in het vlak van de vloerpanelen, waarbij deze koppeldëlën een mannelijk deel en een vrouwelijk deel omvatten en tdëlàten dat twéé van dèrgelijké Vioerpanèlen aan voornoemde zijden met 'elkaar kunnën wofden verbondën door 'één van deze vloèrpaneleri met het bijhorende mannelijk dèel via één hèërwaartsë béwëging aèn të brengen in het vrouwelijk deël van het andère vlóerpaneel; Waarbij! voornoemde koppeldelen een vergrendelelement bevatten, dat in de vorm van een inzetstuk in één van de betreffende zijden is aarigebrachf' waafbij 'dit vërçrendelëiétfrent minstëiïéeen blokkeerlichaam bevat, met als kenmerk dat het ‘ Voomoemdé;'Blökkëëflichaam bëweëglijk is opgesteld in een richting die het oppervlak vanhet Vloerpaneel snijdt," daardoor gekenmerkt dat het voornöëmdé blokkéèflichaarn aëri dé0 betreffende zijde naaf !béneden is gericht. Hiermedë wordt bedoeld dat hét blokkeeVlichaam, wanneer het vanuit dé gekoppelde toestand van de' zijde ' waarin het is àan'gëbfacht’ wegbéweegt, ëen neerwaartse bewëgirig uitVÖëiiy Door deze Opstèlling van het blökkëëflichaam kan 'worden vërkregën dat dit blokkeërlichaam mihstehs de^ uit maakt van het horizontaal actief vergreridëlingsyStéem! Hët is niet uitgesloten dat dit blokkéèrlichaam tegelijk deel üitmaakt van hèt vërticaal äctief vefgfendelihgsysteem. Er'wordt opgemerkt dat éen‘ vlOerpaneel met één ëfzondëflijk blokkëèrlichaarn, dat zówël deel Uitmaakt1 van het vërt'icaal vërgfëndelingsystëëm als van hét horizontaal1 vergrendelingsysteem op zich een onafhankelijk bijzonder aspect van de uitvinding vormt.With the same intention as in the first, third and fourth aspect, the invention according to its sixth independent aspect relates to one floor panel, which comprises at least two opposite side and coupling parts with which two of such floor panels can be coupled to each other and a locking is obtained in the coupled position. both in a vertical direction perpendicular to the plane of the interconnected floor panels and in a horizontal direction on the exposed sides and in the plane of the floor panels, wherein these coupling parts comprise a male part and a female part and share two of the same Vioer panels to the aforementioned sides with 'being able to connect with each other' by bringing one of these floor panels with the associated male part through one upward movement into the female part of the other floor panel; At which! said coupling parts contain a locking element which is in the form of an insert in one of the relevant sides, with which this locking element contains at least one blocking body, characterized in that the "aforementioned" blocking body is arranged in a direction which the surface of the surface of the Floor panel intersects, characterized in that the foremost blocking side is directed towards the side concerned! Below is meant that the blocking body, when it moves away from the coupled state of the 'side' in which it has been released, has a downward movement. This arrangement of the block body makes it possible to make sure that this block body is in fact the most part of the horizontally active magnification system. floor panel with one ëfzondëflijk blokkëèrlichaarn in that both part of the Uitmaakt1 vërt'icaal vërgfëndelingsystëëm horizontaal1 as that of the locking system is in itself a particular independent aspect of the invention forms.
Bij voorkeur vertonen de koppeldelen tevens contactoppervlakken die verhinderen dat ; twee van dergelijke vloerpanelen in verbonden toestand uit elkaar bewegen in de voornoemde bewegingsrichting van het blokkeerlichaam en dat deze contactoppervlakken ongeveer haaks op de voornoemde bewegingsrichting staan of maximaal 45° van deze haakse richting afwijken.Preferably the coupling parts also have contact surfaces that prevent; two of such floor panels move apart in the connected state in the above-mentioned direction of movement of the blocking body and that these contact surfaces are approximately perpendicular to the above-mentioned direction of movement or deviate a maximum of 45 ° from this right-angled direction.
I Met dezelfde bedoeling als bij het eerste, derde, vierde, en zesde aspect betreft de uitvinding volgens haar zevende aspect nog een vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevat waarmee twee van dergelijke vloerpanèleri aan elkaar kunnen wordërigëköppeld ëh iri dè gekoppelde töëstahd ëëri vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbonden vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden ën in het vlak' vàh de vloèr^aneleri, waarbij dezë kbppeldeïéri een mannelijk deel en eén vrouwelijk deel omvattën en tbelatèri 'dat twëë'van defgelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden 'door één van deze vloerpanéleri met het bijhorende mannëlijk deef via een nèërwaartse beweging aan te brengén in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel, waarbij voornoemde koppeldelen een vergrendelelement bevatten, dat in de vorm van een inzetstuk in één van de betreffende zijden is aangebracht, waarbij dit vergrendelelement minstens een blokkeerlichaam bevat, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde blokkeerlichaam beweeglijk is opgesteld, en waarbij voornoemde koppeldëlën tevens contactoppervlakken vertonen die verhinderen dat twee van défgeiijkë vloerpanèlen in verbonden toestand uit elkaar bewégen iri de voornoemde bewegingsrichting van het blokkeerlichaam, met als kenmerk dat voornöeriidë bewegingsrichting en de voornoemde contactoppervlakken elkaar snijden in eën snijpunt dat gelegen is tussen het verticaal vlak gedefinieerd door de bovenranden van twee aan elkaar gekoppelde panelen en het verticaal vlak gedefinieerd door het verst van de bovenranden verwijderde punt van voornoemde contactoppervlakken. Het is duidelijk dat hier, net zoals in het vijfde aspect, het voornoemde snijpunt zich, in de plaats van op de eigenlijke contactoppervlakken, ook kan bevinden op een vlak dat zich door deze contactoppervlakken uitstrekt. Bij voorkeur zijn de voornoemde contactoppervlakken vlak uitgevoerd. Indien zij niet vlak zijn uitgevoerd kan voor dit vlak gewerkt worden met een gemiddeld vlak door de voornoemde contactoppervlakken.For the same purpose as in the first, third, fourth, and sixth aspects, the invention relates, according to its seventh aspect, to a floor panel which has coupling parts on at least two opposite sides with which two of such floor panels can be mounted to each other coupled to each other. interlocking is obtained both in a vertical direction perpendicular to the plane of the connected floor panels and in a horizontal direction perpendicular to the respective sides and in the plane of the floor aneleri, wherein this encapsulated region comprises a male part and a female part and tbelatior 'that two of the same floor panels can be connected to each other on the aforementioned sides' by arranging one of these floor panels with the associated male deef via a downward movement in the female part of the other floor panel, said coupling parts comprising a locking element, which in the form v an insert is arranged in one of the respective sides, said locking element comprising at least one blocking body, characterized in that said blocking body is movably arranged, and wherein said coupling parts also have contact surfaces which prevent two of the identical floor panels from moving apart in the connected state in the aforementioned direction of movement of the blocking body, characterized in that the direction of movement and the aforementioned contact surfaces intersect at a point of intersection located between the vertical plane defined by the upper edges of two panels coupled together and the vertical plane defined farthest from the top edges of said contact surfaces. It is clear that here, just as in the fifth aspect, the aforementioned intersection can, instead of on the actual contact surfaces, also be on a surface extending through these contact surfaces. The aforementioned contact surfaces are preferably flat. If they are not flat, it is possible to work for this plane with an average plane through the aforementioned contact surfaces.
Aan de hand van de opstelling van het zevende aspect wordt een uitzonderlijk stevig vergrendelingsysteem verkregen.Based on the arrangement of the seventh aspect, an exceptionally strong locking system is obtained.
Het is duidelijk dat het blokkeerlichaam van het zevende aspect zowel een onderdeel kan vormen van het verticaal actief vergrendelingsysteem als van het horizontaal actief vergrendelingsysteem. Bij voorkeur maakt het echter deel uit van het verticaal actief vergrendelingsysteem en maken de voornoemde contactoppervlakken deel uit van het horizontaal actief vergrendelingsysteem.It is clear that the blocking body of the seventh aspect can form part of both the vertically active locking system and the horizontally active locking system. However, it is preferably part of the vertically active locking system and the aforementioned contact surfaces form part of the horizontally active locking system.
Bij voorkeur bevindt het voornoemde snijpunt zich op de voornoemde contactoppervlakken.Preferably, the aforementioned intersection is located on the aforementioned contact surfaces.
Bij voorkeur vormen voornoemde bewegingsrichting en de voomoemde contactoppervlakken een hoek die, vanuit het snijpunt gezien van het blokkeerlichaam naar het laagste punt van de voornoemde contactoppervlakken, kleiner is dan 90°Preferably, said direction of movement and said contact surfaces form an angle that, viewed from the point of intersection of the blocking body to the lowest point of said contact surfaces, is less than 90 °
Volgens haar achtste onafhankelijk aspect beoogt de uitvinding nog een verdere optimalisatie van een vloerpanelen met een vergrendelingsysteem dat toelaat dat twee van dergelijke vloerpanelen met elkaar kunnen worden verbonden, waarbij een onderlinge vergrendeling ontstaat zowel in een verticale richting als in een horizontale richting. Hiertoe betreft de uitvinding een vloerpaneel dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevat waarmee twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld en in de gekoppelde toestand een vergrendeling wordt verkregen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de verbonden vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende zijden en in het vlak van de vloerpanelen, waarbij deze koppeldelen een mannelijk deel en een vrouwelijk deel omvatten en toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende mannelijk deel aan te brengen in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel, waarbij het vrouwelijk deel en/of het mannelijk deel hoofdzakelijk zijn gevormd op een afzonderlijk materiaalgedeelte dat in één van de betreffende zijden is aangebracht, met als kenmerk dat het voornoemde materiaalgedeelte gevormd is uit minstens twee verschillende kunststofmaterialen.According to its eighth independent aspect, the invention contemplates a still further optimization of a floor panels with a locking system that allows two of such floor panels to be connected to each other, whereby mutual locking occurs both in a vertical direction and in a horizontal direction. To this end the invention relates to a floor panel which has coupling parts on at least two opposite sides with which two of such floor panels can be coupled to each other and in the coupled state a locking is obtained both in a vertical direction perpendicular to the plane of the connected floor panels and in a horizontal direction perpendicular to the respective sides and in the plane of the floor panels, said coupling parts comprising a male part and a female part and allowing two of such floor panels to be mutually connected on said sides by one of these floor panels with the associated male part to be arranged in the female part of the other floor panel, wherein the female part and / or the male part are mainly formed on a separate material part which is arranged in one of the relevant sides, characterized in that the aforementioned material part is formed from mins two different plastic materials.
Bij voorkeur is het voornoemde materiaalgedeelte gevormd door het i gemeenschappelijk extruderen van voornoemde verschillende kunststofmaterialen. Hiertoe kan de techniek van het coëxtruderen worden toegepast.Preferably, the aforementioned material portion is formed by jointly extruding said various plastic materials. The co-extruding technique can be used for this purpose.
Bij voorkeur kunnen twee van dergelijke vloerpanelen aan voornoemde zijden met elkaar worden verbonden door één van deze vloerpanelen met het bijhorende I mannelijk deel via een neerwaartse beweging aan te brengen in het vrouwelijk deel van het andere vloerpaneel.Two of such floor panels can preferably be connected to each other on the aforementioned sides by arranging one of these floor panels with the associated male part via a downward movement in the female part of the other floor panel.
Hét is duidelijk dat alle aspecten van de uitvinding bij gelijk wélk type vloerpaheel kunnen worden toegepast. Zo bijvoörbeéld kan dé uitvinding toëpa^ihg vinden bij ; laminaatvloerpaneel, bij vloerpanelen voor legklaar parket, of bij vloerpanelen voor massief parket. Het 'basismateriaal" van 1 deze vloërpanelen ' is bij voorkeur hóütgébaséérd en kan één- of meerdelig zijn üitgëvoèrd: Hét basismatèriàal kan bijvoorbeeld uit een MDF of HDF (Mëdiürh Dërisity Fibèrböard of High Density Fiberboard) plaat bestaan.It is clear that all aspects of the invention can be applied to any type of floor pael. Thus, for example, the invention can be found in; laminate floor panel, with floor panels for ready-made parquet, or with floor panels for solid parquet. The "base material" of 1 of these floor panels is preferably based and may be single or multi-part: The base material may, for example, consist of an MDF or HDF (Méddiurh Dérisity Fiberboard or High Density Fiberboard) plate.
Mét het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hiërna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele vöorkeurdragënde uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur l een vlöerpaneel weergëeft met de kenmèfkén van dë uitvinding; figuur 2 in perspectief weergeeft hóe1 dë'vlóerpaWêièn van1 figuüf l'aan elkaar kunnen worden gekoppeld; ' ' ' ; ; ; : p: · r ν'ΐυ'-ν.’··^·· ' figuur 3 op grotere schaal éen zicht weèrgeèft op hètgebied dat;op figüur 2: :i'-';';'mët'F3isaangëduid;'' ---' ···-·; ! figuur 4 óp grótere schaal ëèn dwarsdoorsnëdëweérgeëff volgensdeopfiguur - 2 aangeduide lijn IV-IV; figuren 5 en 6 op dezelfde schaal een dwarsdoorsnede weergeven ' ~ respectievelijk volgens de op figuur 2 aangedüide lijnen V-VërtVI-VI; ' figuren 7 en 8 in eenzelfde zicht als dat vanfiguur 6 varianten vveëfgevën; figuren 9 tot 11 respectievelijk in een gelijkaardig zicht als dat van figuren 4 tot 6 een variante weergeven; figuren 12 tot 14 respectievelijk in een gelijkaardig zicht als dat van figuren 4 tot 6 een variante weergeven; figuren 15 tot 21 varianten weergeven telkens in een gelijkaardig zicht als dat van figuur 6; en figuur 22 onder andere het achtste aspect van de uitvinding illustreert.With the insight to better demonstrate the features of the invention, hereinafter as an example without any limiting character, a few preferred embodiments are described, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a floor panel with the characteristics of the invention; Figure 2 shows in perspective how the wings can be coupled to each other; ""; ; ; : p: · r ν'ΐυ'-ν. '·· ^ ··' figure 3 on a larger scale shows a view on the area that; on figure 2:: i '-'; ';' with 'F3 is indicated;' ' --- '··· - ·; ! figure 4 on a larger scale and cross-sectional representation according to the figure 2 - line IV-IV indicated; figures 5 and 6 represent a cross-section on the same scale, respectively according to the lines V-VërtVI-VI indicated in figure 2; figures 7 and 8 show in the same view as that of figure 6 variants; figures 9 to 11 respectively show a variant in a view similar to that of figures 4 to 6; figures 12 to 14 respectively show a variant in a view similar to that of figures 4 to 6; figures 15 to 21 show variants in a view similar to that of figure 6; and Figure 22 illustrates, among other things, the eighth aspect of the invention.
Zoals weergegeven in figuren 1 tot 6 heeft de uitvinding betrekking op een vloerpaneel 1 dat aan minstens twee tegenovereenliggende zijden 2-3 koppeldelen 4-5 bevat i waarmee twee van dergelijke vloerpanelen 1 aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Het betreft hierbij koppeldelen 4-5 die als een push lock koppeling zijn uitgevoerd, en die, met andere woorden, toelatèn dat tweevandèrgelijke vloerpanelen 1 aan voornoemde zijdén 2:3 mét elkaar kunnen worden verbonden door middel van een neerwaartsé beweging van de betreffende zijden 2-3 naar elkaar tóe, waarbij een vergrendeling wordt verkregen zowel in een horizontale richting H1, als in een verticale richting V1. - ! ’As shown in figures 1 to 6, the invention relates to a floor panel 1 which has at least two opposite sides 2-3 coupling parts 4-5 with which two such floor panels 1 can be coupled to each other. This relates to coupling parts 4-5 which are designed as a push lock coupling, and which, in other words, allow double floor panels 1 on the aforementioned sides 2: 3 to be connected to each other by means of a downward movement of the respective sides 2 -3 towards each other, whereby a locking is obtained both in a horizontal direction H1 and in a vertical direction V1. -! "
In het geval van rechthoekige vloerpanelen 1, hetzij langwerpige of vierkante, is het duidelijk dat ook aan het tweede paar tegenovereenliggende zijden 6-7 koppeldelen 8-9 kunnen worden voorzien, welke in gekoppeldè toestand bij voorkeur ook een vergrendeling in horizontale richting H1 en in verticale richting V1 oplevëren. Deze koppeldelen 8-9 aan het tweede paar zijden 6-7 kunnen ook als één “push lock” koppeling worden üitgevoerd, al dan niet in vo\/ereenstemming mét de huidige uitvinding. Bij voorkeur evenwel zullen aan hét tweede paar zijden 6-7 koppéldeleh 8-9 worden toegepast die een onderlinge koppeling toelaten door middel van een wentelbeweging W tussen twee te koppelen vloerpanelen 1 en/of door middel van een schuifbeweging S die resulteert in een snapverbinding. Dergelijke koppeldelen 8-9 zijn ruim bekend uit de stand van de techniek en bijvoorbeeld beschreven in WO 97/47834.In the case of rectangular floor panels 1, whether elongated or square, it is clear that coupling parts 8-9 can also be provided on the second pair of opposite sides 6-7, which in the coupled condition preferably also have a locking in the horizontal direction H1 and vertical direction V1. These coupling parts 8-9 on the second pair of sides 6-7 can also be implemented as one "push lock" coupling, whether or not in accordance with the present invention. Preferably, however, coupling parts 8-9 will be applied to the second pair of sides 6-7 which allow mutual coupling by means of a turning movement W between two floor panels 1 to be coupled and / or by means of a sliding movement S which results in a snap connection. Such coupling parts 8-9 are well known in the art and described, for example, in WO 97/47834.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zullen aan het tweede paar zijden 6-7 koppeldelen 8-9 worden toegepast die minstens een verbinding door middel van een wentelbeweging W toelaten, daar dit tóelaat dat de vloerpanelen 1 zoals geïllustreerd in figuren 2 en 3 op een eenvoudige wijze kunnen worden geïnstalleerd. Een nieuw te leggen vloerpaneel 1C kan dan immers bij zijn zijde 6 eenvoudig in de vorige rij vloerpanelen 1A worden ingewenteld, dit juist naast een vorig vloerpaneel 1B in dezelfde rij. Bij het neer wentelen grijpt de dwarse zijde 2 van het nieuw te leggen vloerpaneel 1C dan ook automatisch aan in de dwarse zijde 3 van het vorige i vloerpaneel 1B, zonder dat nog een andere handeling moet worden uitgevoerd. In het geval van langwerpige vloerpanelen 1 geniet het dan ook de voorkeur dat de zogenaamde “push lock” verbinding zich dan aan de korte zijden 2-3 bevindt.In the most preferred embodiment, coupling parts 8-9 will be used on the second pair of sides 6-7 which allow at least one connection by means of a turning movement W, since this allows the floor panels 1 as illustrated in figures 2 and 3 to be arranged in a simple manner. can be installed. After all, a new floor panel 1C to be laid at its side 6 can simply be rotated into the previous row of floor panels 1A, just next to a previous floor panel 1B in the same row. When rolling down, the transverse side 2 of the new floor panel 1C to be laid therefore automatically engages in the transverse side 3 of the previous floor panel 1B, without any other operation having to be performed. In the case of elongated floor panels 1, it is therefore preferable that the so-called "push lock" connection is then located on the short sides 2-3.
Zoals uit de verbonden toestand van figuur 6 nog eens duidelijk blijkt, wordt aan de i hand van de koppeldelen 4-5 een vergrendeling verkregen zowel in een verticale richting V1 loodrecht op de betreffende zijden 4-5 en in het vlak van de verbonden vloerpanelen 1 als in een horizontale richting H1 loodrecht op de betreffende zijden 2- 3 en in het vlak van de vloerpanelen. De koppeldelen 4-5 omvatten een mannelijk deel 4 en een vrouwelijk deel 5 en laten toe dat twee van dergelijke vloerpanelen 1 aan ; voornoemde zijden 2-3 met elkaar kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen 1 met het bijhorend mannelijk deel 4 via een neerwaartse beweging M aan te brengen in het vrouwelijk deel 5 van het andere vloerpaneel 1, welke beweging M onder andere in figuur 2 schematisch is aangeduid.As is clear from the connected condition of Figure 6, a locking is obtained on the basis of the coupling parts 4-5 both in a vertical direction V1 perpendicular to the respective sides 4-5 and in the plane of the connected floor panels 1 as in a horizontal direction H1 perpendicular to the respective sides 2-3 and in the plane of the floor panels. The coupling parts 4-5 comprise a male part 4 and a female part 5 and allow two of such floor panels 1 to be on; said sides 2-3 can be connected to each other by arranging one of these floor panels 1 with the associated male part 4 via a downward movement M in the female part 5 of the other floor panel 1, which movement is shown schematically in Figure 2 among others. is indicated.
' Het mannelijk deel 4 wordt gevormd door een haar beneden gericht uitsteeksel 10 van een naar onderen gericht haakvormig deel 11, terwijl het vrouwelijk deel 5 bestaat uit een naar boven open zijnde zitting 12 gevormd door middel van een naar boven gericht haakvormig deel 13. Het vrouwelijk deel 5 is hierbij gevormd als een aan de onderzijde van het vloerpaneel 1 uitkragende lip 14. De vergrendeling in horizontale richting H1, met andere woorden de vergrendeling die er voor zorgt dat twee gekoppelde vloerpanelen 1 niet ongewild uit elkaar kunnen schuiven wordt hierbij verkregen door de samenwerking van horizontaal actieve vergrendelviakken 15 en 16, respectievelijk aan het mannelijk deel 4 en het vrouwelijk deel 5.The male part 4 is formed by a downwardly projecting protrusion 10 of a downwardly directed hook-shaped part 11, while the female part 5 consists of an upwardly open seat 12 formed by means of an upwardly directed hook-shaped part 13. The male part 4 female part 5 is here formed as a lip 14 projecting from the underside of floor panel 1. The lock in horizontal direction H1, in other words the lock which ensures that two coupled floor panels 1 cannot unintentionally slide apart is obtained by the cooperation of horizontally active locking sections 15 and 16, respectively, on the male part 4 and the female part 5.
Het vergrendelsysteem actief in verticale richting V1 bevat een vergrendelelement 17 dat deel uitmaakt van een inzetstuk 18 dat in een uitsparing 19 aan de zijde 3 die voornoemd vrouwelijk deel 5 bezit, is aangebracht. Het is duidelijk dat deze strip zich bij voorkeur over de volledige of nagenoeg volledige lengte van de zijde 3 uitstrekt. Bij voorkeur bestaat deze strip uit kunststof, doch het gebruik van andere materialen daartoe is niet uitgesloten. In het geval van een kunststofstrip wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van PVC. Bij voorkeur wordt een strip aangewend van het type dat op zich bekend is bijvoorbeeld uit het WO 2005/054599, het WO 2006/043893 of het WO 2007/015669. Het betreft hierbij bij voorkeur een strip, waarvan het blokkeerlichaam 20 beweeglijk is opgesteld in een geleidingsgroef 19 en die bij het verbinden van de betreffende randen 2-3 een heen-en-weergaande translatiebeweging T uitvoert in de geleidingsgroef 19. Het is uiteraard ook mogelijk een strip aan te wenden van het type dat op zich bekend is bijvoorbeeld uit het DE 20 2008 008 597 U1. Het betreft hierbij een strip die een wentelbaar blokkeerlichaam bevat, dat bij het verbinden van de betreffende randen een heen-en-weergaande rotatiebeweging uitvoert. Dergelijke uitvoering is hier niet weergegeven. Er wordt wel opgemerkt dat waar sprake is van een bewegingsrichting van een blokkeerlichaam, in het geval van een wentelbaar blokkeerlichaam de ogenblikkelijke bewegingsrichting wordt bedoeld, namelijk dé · richting van dë °raaklijri aan de bewegingscurve, bij voorkeur in de verbonden toestand en bij voöfkeur aan de bewegingscurve van het zwaartepunt van het blokkeerlichaam: 'The locking system active in the vertical direction V1 comprises a locking element 17 which forms part of an insert 18 which is arranged in a recess 19 on the side 3 which has the aforementioned female part 5. It is clear that this strip preferably extends over the full or substantially full length of the side 3. This strip preferably consists of plastic, but the use of other materials for this is not excluded. In the case of a plastic strip, use is preferably made of PVC. Preferably, a strip is used of the type known per se, for example from WO 2005/054599, WO 2006/043893 or WO 2007/015669. This is preferably a strip, the blocking body 20 of which is movably arranged in a guide groove 19 and which, when connecting the respective edges 2-3, perform a reciprocating translation movement T in the guide groove 19. It is of course also possible to use a strip of the type known per se, for example from DE 20 2008 008 597 U1. This relates to a strip which comprises a rotatable blocking body, which performs a reciprocating rotational movement when connecting the relevant edges. Such an embodiment is not shown here. It is noted that where there is a direction of movement of a blocking body, in the case of a rotatable blocking body the instantaneous direction of movement is meant, namely the direction of the contact line on the movement curve, preferably in the connected state and preferably to the movement curve of the center of gravity of the blocking body: "
De uitvergroting van figuur 4 maakt de opstelling van de strip of het inzetstuk 18 in de uitsparing 19 duidelijk. 'The enlargement of figure 4 makes clear the arrangement of the strip or the insert 18 in the recess 19. "
In'overeenstemming met het voomoemde éérste aspect van de'uitvinding Omvatten zowel het voornoemde mannelijke deel 4 en hèt voornoemde vrouwelijkè deel 5 minstens een portie 21-22 die eendelig met het betreffende viöèrpaneéi 1 is uitgevoërd, waarbij dé eendelige portie 22 Vën' 'v6o'nlöem'd*'’wbüWölijkr>di^l'''5' een ohdersriijding 23 vertoont of bevat. Figuur6 'gééft'duidelijk'-Wéér dat in verbonden toestand van twee van dergelijke vlberpäneleri 1 *dé ééndelige portie 21 van het vöómoemde mannelijke'deel 5 zich minstens uitstrekt tot verticaal onder vóofnoemde o'ndérsnijding 23. Hierdoor wordt een exträ stevige verbinding in voornoemde verticale richting V1 bereikt. De combinatie van figuren 4, 5 en 6 geven in detail de köppelbëweging M weer die kan worden aangëwerid voor het verbinden van twee van dërgelijke vloerpanelèn 1 aan de betreffende randen 2-3. Deze figuren tonen aan dat, in het voorbeeld, de voornoemde neerwaartse beweging M afwijkt van de verticale V mét een hoek A'die ongeveér gelijk is aan 20° Beter nog zóu zijn dat deze hoek kleinèf is dan 20°, of zelfs kleiner dan 15ó of 10°. Uit de figuren blijkt èvenèens de hëèn-en-weergaandetranslatiebeweging Tvan het blokkeërlichaam 20. ' . I · , ’ .In accordance with the aforementioned first aspect of the invention, both the aforementioned male part 4 and the aforementioned female part 5 comprise at least one portion 21-22 which is embodied in one piece with the relevant virus pan 1, wherein the one part portion 22 V ''. 'nlöem'd *' 'wbüWölijkr> di ^ l' '' 5 'shows or contains an ohderriijding 23. Figure 6 'shows' clearly' - Again that in the connected state of two such float panels, the one-part portion 21 of the aforementioned male part 5 extends at least vertically under the aforementioned undercut 23. This results in an extra strong connection in the aforementioned vertical direction V1. The combination of figures 4, 5 and 6 show in detail the bump weight M that can be used to connect two of such floor panels 1 to the relevant edges 2-3. These figures show that, in the example, the aforementioned downward movement M deviates from the vertical V with an angle ΔD that is approximately equal to 20 °. Better still would be that this angle is less than 20 °, or even smaller than 15 °. or 10 °. The figures also show the back-and-forth translation movement T of the blocking body 20. ' I ·, ".
In de verbonden toestand van figuur 6 wordt voornoemde vergrendeling in verticale richting V1 verkregen door middel van eén verticaal actief vergrendelsysteem dat minstens bestaat uit verticaal actieve contactoppervlakken 24-25 gevormd tussen, enerzijds, voornoemde ondersnijding 23 en voomoemd blokkeerlichaam 20, en, anderzijds tussen het voornoemde afzonderlijk blokkeerlichaam 20 en voornoemde eendelige portie 21 van het mannelijk deel 4 die zich tot onder de ondersnijding 23 uitstrekt. Hiertoe bevindt het voornoemde blokkeerlichaam 20 zich, in dit geval, in de voornoemde ondersnijding 23. In het voorbeeld contacteren de bovenranden 26 van de twee verbonden vloerpanelen 1 elkaar, waarbij de voornoemde eendelige portie 21 van het mannelijke deel 4 zich minstens uitstrekt tot voorbij het verticale vlak V2 gedefinieerd door het voornoemde contact van de bovenranden 26.In the connected state of Figure 6, said locking in vertical direction V1 is obtained by means of a vertically active locking system consisting of at least vertically active contact surfaces 24-25 formed between, on the one hand, said undercut 23 and said blocking body 20, and, on the other hand, between the said individual blocking body 20 and said one-part portion 21 of the male part 4 extending below the undercut 23. To this end, the aforementioned blocking body 20 is located in the aforementioned undercut 23. In the example, the upper edges 26 of the two connected floor panels 1 contact each other, the aforementioned one-part portion 21 of the male part 4 extending at least beyond the vertical plane V2 defined by the aforementioned contact of the upper edges 26.
Opgemerkt wordt dat de uitvoering 'van de figuren 4 tot 6 eveneens een voorbeeld vórmt van het tweede aspect van de uitvinding, namelijk doordat het blokkeerlichaam 20 bèwèëglijk is ópgesteld en in een richting dwars óp zijn bewegingsrichtirig R geleid wordt door minstens twee geleidingsoppervlakkén dié gevormd worden door de wanden 27-28 van voornoemde gelèidingsgróèf 19, die hier is uitgevoerd als een U-vormige gleuf. Het bijzondere van het tweede aspect is dat de voörnoemde wanden 27-28 van deze gleüf of uitsparing 19 eèn onderling verschillende lengte vertonen. Beide wanden 27-28 zijn in het voorbeeld vlak uitgevöerd en strekken zich uit in horizontale vlakken, waarbij de onderste wand 28 minstens 25%, en in dit geval zelfs de helft kórter is dan de bovenste wand 27 van de U-vormige gleuf of uitsparing 19.It is noted that the embodiment of Figs. 4 to 6 is also an example of the second aspect of the invention, namely in that the blocking body 20 is arranged vertically and is guided in a direction transversely to its direction of movement R by at least two guide surfaces which are formed through the walls 27-28 of the aforementioned guide groove 19, which here is designed as a U-shaped slot. The special feature of the second aspect is that the aforementioned walls 27-28 of this slot or recess 19 have a mutually different length. Both walls 27-28 are flat in the example and extend in horizontal planes, the lower wall 28 being at least 25%, and in this case even half the size of the upper wall 27 of the U-shaped slot or recess 19.
Figuur 7 toont een variante van de koppeling uit de figuren 4 tot 6. Hierbij is het verticaal contact tussen de eendelige portie 21 van het mannelijk deel 4 en het blokkeerlichaam 20 meer uitgesproken. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen het mannelijk deel 4 en het vrouwelijk deel 5 in elkaar worden aangebracht door middel van een neerwaartse beweging M die meer dan 20° afwijkt van de verticale V. Het is duidelijk dat figuur 7 de kenmerken van het eerstè en het tweede aspect vertoont.Figure 7 shows a variant of the coupling from Figures 4 to 6. The vertical contact between the one-part portion 21 of the male part 4 and the blocking body 20 is more pronounced. In this embodiment, the male part 4 and the female part 5 can be arranged in each other by means of a downward movement M which deviates more than 20 ° from the vertical V. It is clear that Figure 7 shows the characteristics of the first and the second aspect shows.
Figuur 8 toont nog een variante van de koppeling uit de figuren 4 tot 6. Hierbij is het beweeglijk opgestelde blokkeerlichaam 20 aangebracht aan de zijde 2 van het vloerpaneel 1 dat het mannelijk deel 4 omvat. Hiertoe is eveneens gewerkt met een U-vormige geleidingsgroef of uitsparing 19. Het is duidelijk dat figuur 8 eveneens de kenmerken van het voornoemde eerste en tweede aspect vertoont.Figure 8 shows another variant of the coupling from figures 4 to 6. The movably arranged blocking body 20 is arranged on the side 2 of the floor panel 1 which comprises the male part 4. A U-shaped guide groove or recess 19 has also been used for this purpose. It is clear that Figure 8 also shows the characteristics of the aforementioned first and second aspect.
Figuren 9 tot 11 tonen nog een variante die onder andere de kenmerken van het eerste en het tweede aspect bezit. Het betreft hierbij een variante waarbij voornoemde vergrendeling in verticale richting V1 verkregen wordt door middel van een verticaal actief vergrendelsysteem dat minstens bestaat uit verticaal actieve contactoppervlakken 24-25 gevormd tussen voornoemde ondersnijding 23 en de eendelige portie 21 van het mannelijke deel 4 die zich tot onder de ondersnijding 23 uitstrekt. Het vrouwelijk deel 5 omvat, net als in de uitvoeringsvormen van figuren 4 tot 8 een uitkragende lip 14 aan de onderzijde van het vloerpaneel 1. Het beweeglijk opgesteld blokkeerlichaam 20 is aangebracht in èen U-vormige geleidingsgroef of uitsparing 19 met wanden 27-28 van verschillende lengte, waarbij deze uitsparing 19 gevormd is in voornoemde uitkragende lip 14. Het is dus duidelijk dat de uitvoering van figuren 9 tot 11 tevens de kenmerken van het derde aspect vertoont.Figures 9 to 11 show another variant which, among other things, has the characteristics of the first and the second aspect. This is a variant in which said locking in vertical direction V1 is achieved by means of a vertically active locking system consisting at least of vertically active contact surfaces 24-25 formed between said undercut 23 and the one-part portion 21 of the male part 4 which extends below the undercut 23 extends. The female part 5 comprises, as in the embodiments of figures 4 to 8, a protruding lip 14 on the underside of the floor panel 1. The movably arranged blocking body 20 is arranged in a U-shaped guide groove or recess 19 with walls 27-28 of different length, wherein this recess 19 is formed in the aforementioned projecting lip 14. It is thus clear that the embodiment of figures 9 to 11 also has the features of the third aspect.
Het vloerpaneel 1 van de figuren 9 tot 11 vertoont tevens de kenmerken van het voornoemde vierde aspect. Het is immers duidelijk dat het blokkeerlichaam 20 in dit voorbeeld beweeglijk is opgesteld in een richting R dwars, en hier zelfs haaks, op het oppervlak 29 van het vloerpaneel 1. Voor de vakman is het duidelijk dat de uitvoeringsvormen van de figuren 4 tot 11, eventueel mits lichte modificatie, tevens toelaten dat het mannelijk deel 4 in het vrouwelijk deel 5 kan worden aangebracht door middel van een wentelbeweging W rond de bovenranden 26. In streeplijn 30 is op figuur 11 nog een variante weergegeven waardoor het zelfs mogelijk wordt mannelijk deel 4 in het vrouwelijk deel 5 aan te brengen door middel van een horizontale schuifbeweging S van de vloerpanelen 1 naar elkaar toe.The floor panel 1 of figures 9 to 11 also has the characteristics of the aforementioned fourth aspect. After all, it is clear that in this example the blocking body 20 is movably arranged in a direction R transversely, and here even perpendicularly, to the surface 29 of the floor panel 1. It is clear to the person skilled in the art that the embodiments of figures 4 to 11, possibly subject to slight modification, also allowing the male part 4 to be fitted in the female part 5 by means of a turning movement W around the upper edges 26. In dash line 30 a variant is shown on figure 11, whereby it is even possible to make male part 4 to be arranged in the female part 5 by means of a horizontal sliding movement S of the floor panels 1 towards each other.
Figuren 12 tot 14 tonen nog een variante die onder andere de kenmerken van het eerste, tweede en vierde aspect bezit. Het blokkeerlichaam 20 is hierbij aangebracht in een U-vormige gleuf of uitsparing 19 die is gevormd aan de onderzijde van het mannelijk deel 4 en is daar naar beneden gericht. Hierdoor vertoont deze uitvoeringsvorm tevens de kenmerken van het zesde aspect van de uitvinding.Figures 12 to 14 show another variant which, among other things, has the characteristics of the first, second and fourth aspect. The blocking body 20 is herein arranged in a U-shaped slot or recess 19 which is formed on the underside of the male part 4 and is directed downwards there. As a result, this embodiment also has the features of the sixth aspect of the invention.
Zowel in het voorbeeld van figuren 9 tot 11 als dat van figuren 12 tot 14 maakt het blokkeerlichaam 20 deel uit van het horizontaal vergrendelsysteem. De koppeldelen 4-5 van de vloerpanelen 1 uit deze voorbeelden vertonen echter ook contactoppervlakken 24-25 die verhinderen dat twee van dergelijke vloerpanelen 1 in verbonden toestand uit elkaar bewegen in de bewegingsrichting R van het blokkeerlichaam 20, namelijk de verticale richting V1 n dit geval. Deze contactoppervlakken 24-25 strekken zich hier haaks uit op de voornoemde bewegingsrichting R.Both in the example of figures 9 to 11 and that of figures 12 to 14, the blocking body 20 forms part of the horizontal locking system. However, the coupling parts 4-5 of the floor panels 1 from these examples also show contact surfaces 24-25 which prevent two of such floor panels 1 from moving apart in the connected state in the direction of movement R of the blocking body 20, namely the vertical direction V1 in this case . These contact surfaces 24-25 here extend perpendicularly to the aforementioned direction of movement R.
Figuur 15 geeft een variante weer die onder andere de kenmerken van het tweede en het vierde aspect bezit. Het voorbeeld vertoont echter ook de kenmerken van het voornoemde vijfde aspect en het zevende aspect. Hiertoe snijden de bewegingsrichting R van het blokkeerlichaam 20 en de contactoppervlakken 15-16, welke verhinderen dat de vloerpanelen 1 uit elkaar bewegen in de bewegingsrichting R van het blokkeerlichaam 20, elkaar en vormen zij een hoek B die, vanuit het snijpunt 31 gezien van het blokkeerlichaam 20 naar het laagst gelegen punt 32 van de voornoemde contactoppervlakken 15-16, groter isdariÖO0. Dë contäctoppervlakkeri 15-16 zelf vormen met de onderzijdë van het Vloerpanëèl l een hoek C van minder dan 90°. Bovendien is het betreffende ënijpunt 32 gelegen tussèn hét vérticaal vlak V2 gedefinieerd door dé bovenranden 26 van twee aan elkaar gekoppelde vloerpanelen 1 en het verticaal vlak V3 gedefinieerd door het verst van de bovenranden 26 verwijderde punt 33 van voornoemde contactoppervlékkèn 15*16 In dit geval bevindt het snijpunt 32 zich op de voornoemde contactoppervlakken 15-16.Figure 15 shows a variant which, among other things, has the characteristics of the second and fourth aspect. However, the example also shows the characteristics of the aforementioned fifth aspect and the seventh aspect. To this end, the direction of movement R of the blocking body 20 and the contact surfaces 15-16, which prevent the floor panels 1 from moving apart in the direction of movement R of the blocking body 20, intersect each other and form an angle B which, viewed from the intersection 31 blocking body 20 to the lowest point 32 of the aforementioned contact surfaces 15-16, is larger than 010. The contact surface areas 15-16 themselves form an angle C of less than 90 ° with the underside of the Floor panel 1. Moreover, the relevant point of intersection 32 is located between the vertical plane V2 defined by the upper edges 26 of two interconnected floor panels 1 and the vertical plane V3 defined by the tip 33 furthest away from the upper edges 26 of said contact surfaces 15 * 16 In this case the intersection point 32 is on the aforementioned contact surfaces 15-16.
Figuur 16 geeft een variante weer die onder ändere de kenmerken van het ttoeede; hét vierde, het vijfde, het zesdé en het zevende aspëcf vertoont. De contactoppervlakken 15-16, die verhinderen dat de vloerpanelen 1 in verbonden toestand uit elkaar bewegen in dë bewëgingsrïchting R-vân het blökkëèHichaëm '2Ór strékken zich uit in een richting die minder dan 45°^ afwijkt van dé haéks op deze contactoppervlakken 15-16 georiënteerde richting: Hét vöornoèrride snijpunt 31' van voornoémde bewegingsrichting R 'Van hét blokkeéflichaam ’;-26';en dé contactoppervlakken 15-16 bevindt zich in dé uitkrageride lip 14 van hét VróuWêlijk koppëldeel '5. Er wordt opgémerkldat vóoynóèiridè bëwégingsrichtihg1 R en dé vóómöemdë contactoppervlakken 15-16 een rhoèk B vörmëtrdiëi vanuit hét snijpunt 31 gezien van het blbkkeeriichaam 20 riäar hét laagst gelegen punt 32 van de voornoemde contactoppervlakken 15-16 kleiner is dan 90°.Figure 16 shows a variant which, among other things, shows the characteristics of ttoeede; shows the fourth, fifth, sixth and seventh aspec. The contact surfaces 15-16, which prevent the floor panels 1 from moving apart when connected, in the direction of movement R of the blocking body 2 extend in a direction that differs by less than 45 ° from the hooks on these contacting areas 15-16. oriented direction: The pre-directional intersection 31 'of the aforementioned direction of movement R' Of the blocking body '; -26' and the contact surfaces 15-16 are located in the flared-out lip 14 of the Pre-operative coupling part '5. It is noted that the direction of movement direction and the contact surfaces 15 to 16 are formed from the point of intersection 31 of the blocking body 20, where the lowest point 32 of the aforementioned contact surfaces 15 to 16 is less than 90 °.
Figüur 17 geeft nog een variante weer dié onder andere gébruikt maakt van de kenmerken van het tweede, het vierdé ën het zevendeaspecfVande uitvinding. Er ’.'-j':. .· i j·.· ,I i ; . ϊ>',0·Κλώ ii liCi 'JU.Figure 17 shows yet another variant which, among other things, makes use of the characteristics of the second, the fourth and the seven-axis aspect of the invention. There ’.'- j ':. · I j ·. ·, I i; . ϊ> ', 0 · Κλώ ii liCi' JU.
wordt opgemerkt dat voornoemde bewegingsrichting R van het blokkeerlichaam 20 en de voornoemde contactoppervlakken 15-16, in dit voorbeeld, een hoek B vormen die, vanuit het snijpunt 31 gezien van het blokkeerlichaam 20 naar het laagst gelegen punt 32 van de voornoemde contactoppervlakken 15-16 kleiner is dan 90°.it is noted that said direction of movement R of the blocking body 20 and the aforementioned contact surfaces 15-16, in this example, form an angle B which, viewed from the intersection point 31 of the blocking body 20 to the lowest point 32 of the aforementioned contact surfaces 15-16 is less than 90 °.
Figuur 18 geeft een variante weer, gelijkaardig aan figuur 17, doch waarbij de voornoemde hoek B gevormd tussen voornoemde bewegingsrichting R van het blokkeerlichaam 20 en het laagst gelegen punt 32 van voornoemde contactoppervlakken 15-16 groter is dan 90°. Waardoor bekomen wordt dat de i uitvoering van figuur 18 tevens de kenmerken van het vijfde aspect van de uitvinding vertoont.Figure 18 shows a variant similar to Figure 17, but with the aforementioned angle B formed between said direction of movement R of the blocking body 20 and the lowest point 32 of said contact surfaces 15-16 greater than 90 °. Thus, it is achieved that the embodiment of Figure 18 also exhibits the features of the fifth aspect of the invention.
Figuur 19 geeft een variante weer, gelijkaardig ään figuur 16/dóch waarbij de voornoemde hoek B gevormd tussen vöornoemdebewegingsrichting R van het blokkeerlichaam 20 en het laagst gelegen punt 32 van voornoemde contactoppervlakken 15-16 gróter is dan 90°. Waardoor bekomen wordt dat de uitvoering van figuur 19 tevens de kenmerken van het vijfde aspect van de uitvinding vertoont. Bovendien ligt het snijpunt 31 tussen de bewegingsrichting R en de contactoppervlakken in deze uitvoerinjg op dé contactoppervlakken 15-16 zelf en hoger dan het laagst gelegen punt 32 daarvan.Fig. 19 shows a variant similar to Fig. 16 in which the aforementioned angle B formed between the aforementioned direction of movement R of the blocking body 20 and the lowest point 32 of said contact surfaces 15-16 is greater than 90 °. Thus, it is achieved that the embodiment of Figure 19 also exhibits the features of the fifth aspect of the invention. Moreover, the intersection 31 between the direction of movement R and the contact surfaces in this embodiment lies on the contact surfaces 15-16 itself and higher than the lowest point 32 thereof.
Figuur 20 geeft een uitvoeringsvorm weer die ónder andere de kenmerken van het tweede en het vijfde aspect vertoont. Hierbij vormen de contactoppervlakken 15-16 die deel uitmaken van het horizontale vergrendelsysteem een hoek C van meer dan 90° met de onderzijde van het vloerpaneel 1. Het spreekt voor zich dat, analoóg aan figuur 20, een variante kan worden gevormd waarbij het blokkeerlichaàm 20 in de plaats van in het vrouwelijk deel 5, in het mannelijk deel 4 is aangèbracht. Dergelijke variant is niet weergegeven, maar kan eenvoudig worden verkregen door het blokkeerlichaam 20 aan te brengen zoals het geval is bij figuur 8.Figure 20 shows an embodiment which, among other things, shows the features of the second and the fifth aspect. Here, the contact surfaces 15-16 forming part of the horizontal locking system form an angle C of more than 90 ° with the underside of the floor panel 1. It goes without saying that, similar to Fig. 20, a variant can be formed in which the blocking body 20 instead of in the female part 5, in the male part 4. Such a variant is not shown, but can easily be obtained by arranging the blocking body 20 as is the case with figure 8.
Figuur 21 geeft een uitvoeringsvorm weer die onder ander de kenmerken van het tweede, het vierde, het vijfde, het zesde en het zevende aspect bezit. Hierbij vormen de contactoppervlakken 15-16 die deel uitmaken van het horizontale vergrendelsysteem een hoek Cvan meer dan 90° met de onderzijde van het vloerpaneel 1. Het snijpunt 31 tussen de bewegingsrichting R van het blokkeerlichaam 20 en de contactoppervlakken 15-16 bevindt zich in dit voorbeeld op de contactoppervlakken 15-16 zelf, doch boven het laagst gelegen punt 32 daarvan. Het spreekt voor zich dat, analoog aan figuur 21, een variante kan worden gevormd waarbij het blokkeerlichaam 20 in de plaats van in het vrouwelijk deel 5, in hét mannelijk deel 4 is aangebracht. Dergelijke variant is niet weergegeven, maar kan eenvoudig worden verkregen door het blokkeerlichaam 20 aan te brengen zoals het geval is bijfiguur 18.Figure 21 shows an embodiment which has the features of the second, fourth, fifth, sixth and seventh aspects, among others. The contact surfaces 15-16 forming part of the horizontal locking system herein form an angle C of more than 90 ° with the underside of the floor panel 1. The intersection 31 between the direction of movement R of the blocking body 20 and the contact surfaces 15-16 is located in this for example on the contact surfaces 15-16 itself, but above the lowest point 32 thereof. It goes without saying that, analogous to Figure 21, a variant can be formed in which the blocking body 20 is arranged in place of the female part 5 in the male part 4. Such a variant is not shown, but can easily be obtained by arranging the blocking body 20 as is the case for figure 18.
Figuur 22 geeft weer hoe een vloerpaneel 1 met de kenmerken van onder andere het achtste aspect kan worden vervaardigd. Hiervoor wordt een afzonderlijk materiaalgedeelte 34 in een zijde 2 van een vloerpaneel 1 aangebracht, bijvoorbeeld door een uitsparing 35 aan deze zijde 2 te vormen en in deze uitsparing 35 een afzonderlijk materiaalgedeelte 34 te bevestigen of door het vloerpaneel 1 zodanig samen te stellen dat het aan de betreffende zijde 2 een afzonderlijk materiaalgedeelte 34 vertoont. Het betreft een materiaalgedeelte 34 dat gevormd is uit minstens twee verschillende kunststofmaterialen 36-37, waarbij dit materiaalgedeelte 34 op zich is bekomen door het gemeenschappelijk extruderen van voornoemde verschillende kunststofmaterialen 36-37. In streeplijn 38 zijn de contouren van de aan de betreffende zijde 2 te vormen geprofileerde randgebieden van het vloerpaneel 1 weergegeven. Het betreft hierbij, in dit geval het mannelijk koppeldeel 4, van een paar van koppeldelen dat toelaat dat twee van dergelijke vloerpanelen 1 aan elkaar zullen kunnen worden verbonden door één van deze vloerpanelen 1 met het bijhorende mannelijk deel 4 via een neerwaartse beweging M aan te brengen in het, hier niet weergegeven, vrouwelijk deel 5 van het andere vloerpaneel 1. Zo bijvoorbeeld kunnen hiertoe koppeldelen 4-5 worden toegepast die op zich bekend zijn bijvoorbeeld uit het WO 2007/141605. Figuur 22 geeft duidelijk weer dat het mannelijk deel 4 hoofdzakelijk is gevormd op het voornoemde afzonderlijk materiaalgedeelte 34. Dit kan bijvoorbeeld verwezenlijkt worden door het uitvoeren van één of meerdere freesoperaties aan de betreffende zijde 2. Hierbij wordt er bij voorkeur op gelet dat flexibele gedeelten van het betreffende koppeldeel 4 in het meer flexibele kunststofmateriaal 36 worden uitgevoerd.Figure 22 shows how a floor panel 1 with the features of, inter alia, the eighth aspect can be manufactured. For this purpose a separate material part 34 is provided in a side 2 of a floor panel 1, for example by forming a recess 35 on this side 2 and attaching a separate material part 34 in this recess 35 or by assembling the floor panel 1 such that the relevant side 2 has a separate material portion 34. It concerns a material part 34 which is formed from at least two different plastic materials 36-37, this material part 34 being obtained per se by jointly extruding said different plastic materials 36-37. Dotted line 38 shows the contours of the profiled edge areas of the floor panel 1 to be formed on the relevant side 2. This concerns, in this case the male coupling part 4, of a pair of coupling parts that allows two of such floor panels 1 to be connected to each other by connecting one of these floor panels 1 to the associated male part 4 via a downward movement M insertion into the female part 5 of the other floor panel 1, not shown here. For example, coupling parts 4-5 which are known per se can be used for this purpose, for example from WO 2007/141605. Figure 22 clearly shows that the male part 4 is mainly formed on the aforementioned separate material part 34. This can be achieved, for example, by performing one or more milling operations on the relevant side 2. In this regard, it is preferable to ensure that flexible parts of the relevant coupling part 4 can be made in the more flexible plastic material 36.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding zich niet beperkt tot vloerpanelen 1 die aan de zijden 2-3 uitsluitend door een neerwaartse beweging M in elkaar kunnen worden gevoegd, doch ook betrekking heeft op vloerpanelen 1 waarvan de betreffende “push lock” koppeling ook eventuele andere manieren van koppelen en/of ontkoppelen toelaten, bijvoorbeeld door middel van in- en/of uitwentelen met een beweging W en/of door middel van een translatiebeweging S die al dan niet gepaard gaat met een snapeffect. Het Is duidelijk dat de mogelijkheid om de vloerpanelen 1 aan de zijden 2-3 tevens op andere wijzen aan elkaar te koppelen eenvoudig kunnen worden verkregen door de koppeldelen 4-5 met een gepaste configuratie uit te voeren.It is noted that the invention is not limited to floor panels 1 which can only be joined together on sides 2-3 by a downward movement M, but also relates to floor panels 1 of which the relevant "push lock" coupling also includes any other ways of allow coupling and / or uncoupling, for example by means of winding in and / or winding out with a movement W and / or by means of a translation movement S which may or may not be accompanied by a snap effect. It is clear that the possibility of joining the floor panels 1 on the sides 2-3 also in other ways to each other can easily be obtained by designing the coupling parts 4-5 with a suitable configuration.
Er wordt opgemerkt dat de voorbeelden van de figuren 16 tot 19 en 21 ook illustraties vormen van het in de inleiding vermelde bijzondere onafhankelijk aspect van de uitvinding, gezien het blokkeerlichaam 20 in die voorbeelden zowel deel uitmaakt van het horizontaal actief vergrendelingsysteem als van het verticaal actief vergrendelingsysteem.It is noted that the examples of Figures 16 to 19 and 21 also illustrate the particular independent aspect of the invention mentioned in the introduction, since the blocking body 20 in those examples forms part of both the horizontally active locking system and the vertically active locking system.
Verder wordt opgemerkt dat de voornoemde aspecten, voor zover zij niet tëgenstrijdig zijn, zonder beperking kunnen worden gecombineerd.It is further noted that the aforementioned aspects, insofar as they are not inconsistent, can be combined without restriction.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke vloerpanelen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the embodiments described above, but such floor panels can be realized in various variants without departing from the scope of the present invention.
• ï:. : ... .v-i,vciCit-'V' Vi.v.'Sd ιβϋΐνί·-• ï :. : ... .v-i, vciCit-'V 'Vi.v.'Sd ιβϋΐνί · -
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title | 
|---|---|---|---|
| BE2009/0220ABE1018712A3 (en) | 2009-04-09 | 2009-04-09 | FLOOR PANELS. | 
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title | 
|---|---|---|---|
| BE200900220 | 2009-04-09 | ||
| BE2009/0220ABE1018712A3 (en) | 2009-04-09 | 2009-04-09 | FLOOR PANELS. | 
| Publication Number | Publication Date | 
|---|---|
| BE1018712A3true BE1018712A3 (en) | 2011-07-05 | 
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date | 
|---|---|---|---|
| BE2009/0220ABE1018712A3 (en) | 2009-04-09 | 2009-04-09 | FLOOR PANELS. | 
| Country | Link | 
|---|---|
| BE (1) | BE1018712A3 (en) | 
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title | 
|---|---|---|---|---|
| US8997430B1 (en) | 2010-04-15 | 2015-04-07 | Spanolux N.V.-Div. Balterio | Floor panel assembly | 
| US9206611B2 (en) | 2010-01-14 | 2015-12-08 | Spanolux N.V.—Div. Balterio | Floor panel assembly and floor panel for use therein | 
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title | 
|---|---|---|---|---|
| WO2006104436A1 (en)* | 2005-03-30 | 2006-10-05 | Välinge Innovation AB | Mechanical locking system for floor panels and a method to disconnect floor panels | 
| WO2007015669A2 (en)* | 2006-07-11 | 2007-02-08 | Välinge Innovation AB | Mechanical locking of floor panels with a flexible bristle tongue | 
| DE102006011887A1 (en)* | 2006-01-13 | 2007-07-19 | Akzenta Paneele + Profile Gmbh | Blocking element, panel with separate blocking element, method of installing a panel covering of panels with blocking elements, and method and device for pre-assembling a blocking element on a panel | 
| WO2008004960A2 (en)* | 2006-12-08 | 2008-01-10 | Välinge Innovation AB | Mechanical locking of floor panels | 
| US20080010931A1 (en)* | 2006-07-14 | 2008-01-17 | Valinge Innovation Ab | Locking system comprising a combination lock for panels | 
| DE202008005295U1 (en)* | 2007-08-10 | 2008-10-23 | Hamberger Industriewerke Gmbh | connection | 
| EP2017403A2 (en)* | 2007-07-20 | 2009-01-21 | Moritz Mühlebach | Flooring system | 
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title | 
|---|---|---|---|---|
| WO2006104436A1 (en)* | 2005-03-30 | 2006-10-05 | Välinge Innovation AB | Mechanical locking system for floor panels and a method to disconnect floor panels | 
| DE102006011887A1 (en)* | 2006-01-13 | 2007-07-19 | Akzenta Paneele + Profile Gmbh | Blocking element, panel with separate blocking element, method of installing a panel covering of panels with blocking elements, and method and device for pre-assembling a blocking element on a panel | 
| WO2007015669A2 (en)* | 2006-07-11 | 2007-02-08 | Välinge Innovation AB | Mechanical locking of floor panels with a flexible bristle tongue | 
| US20080010931A1 (en)* | 2006-07-14 | 2008-01-17 | Valinge Innovation Ab | Locking system comprising a combination lock for panels | 
| WO2008004960A2 (en)* | 2006-12-08 | 2008-01-10 | Välinge Innovation AB | Mechanical locking of floor panels | 
| EP2017403A2 (en)* | 2007-07-20 | 2009-01-21 | Moritz Mühlebach | Flooring system | 
| DE202008005295U1 (en)* | 2007-08-10 | 2008-10-23 | Hamberger Industriewerke Gmbh | connection | 
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title | 
|---|---|---|---|---|
| US9206611B2 (en) | 2010-01-14 | 2015-12-08 | Spanolux N.V.—Div. Balterio | Floor panel assembly and floor panel for use therein | 
| US8997430B1 (en) | 2010-04-15 | 2015-04-07 | Spanolux N.V.-Div. Balterio | Floor panel assembly | 
| US9003735B2 (en) | 2010-04-15 | 2015-04-14 | Spanolux N.V.—Div. Balterio | Floor panel assembly | 
| US9476208B2 (en) | 2010-04-15 | 2016-10-25 | Spanolux N.V.—Div. Balterio | Floor panel assembly | 
| Publication | Publication Date | Title | 
|---|---|---|
| US9593491B2 (en) | Set of panels | |
| RU2396398C2 (en) | Panel, uppermost floor panel | |
| BE1018600A5 (en) | FLOOR PANEL. | |
| CZ20022343A3 (en) | Panel elements | |
| US10626619B2 (en) | Flooring material | |
| US9518394B2 (en) | Set of panels with clip | |
| BE1020433A3 (en) | PANEL. | |
| RU2265703C1 (en) | Panel and panel mounting system | |
| US8375674B2 (en) | Panel, method of joining panels and method manufacturing panels | |
| CA2344238C (en) | Mechanical panel connection | |
| EP2744952B1 (en) | Mechanical locking system for floor panels | |
| US20030009971A1 (en) | Joining system and method for floor boards and boards therefor | |
| CZ20022988A3 (en) | Mechanical connection of panels | |
| BE1021833B1 (en) | PANEL | |
| CZ479599A3 (en) | Bridging adjustable for height | |
| AU2009213033A1 (en) | Floor Panel with Coupling Device | |
| BE1018712A3 (en) | FLOOR PANELS. | |
| EP1555357A1 (en) | Floorboard | |
| US12378775B2 (en) | Panel | |
| EP4471231A2 (en) | Floor panel assembly, floor panel and joining members for use therein | |
| US20230349163A1 (en) | Panel | |
| GB2420568A (en) | An interconnectable panel |