Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
WikiWoordenboek
Zoeken

voeren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandigbijvoeglijk
voerenvoerend
voergevoerd
voering
  • voe·ren
  • In de betekenis van ‘leiden, vervoeren’ voor het eerst aangetroffen in 1240[1]
  1. doen varen cf.Duits:führen
  2. voer = bont?, cf.Engels:fur
  3. >voe(de)ren cf.Duits:Futter
  4. >voe(de)ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voeren
voerde
gevoerd
zwak -dvolledig

voeren

  1. overgankelijk geleiden, ergens heen brengen
    • De gijzelaar werd geblinddoekt naar het schavotgevoerd. 
  2. overgankelijk,(kleding) aan de binnenkant van een isolerende laag voorzien
    • Deze jas is met bontgevoerd. 
  3. overgankelijk,(voeding),(dierkunde) dieren te eten geven
    • Wanneer ga je de katvoeren? 
  4. ditransitief,(voeding),(dierkunde) als voedsel verstrekken
    • Voer dat maar aan de varkens! 
  5. overgankelijk iemand (m.n. een jong kind) eten in de mond stoppen
    • Het duurt uren om Jantje tevoeren. 
  • De vlagvoeren
Stoett-2422[2]
  • Staatvoeren
Stoett-2150[3]
   1. geleiden, ergens heen brengen  
   2. kleding aan de binnenkant van een isolerende laag voorzien  
vervoeging van
varen

voeren

  1. meervoud verleden tijd vanvaren
    • Wijvoeren. 
    • Jullievoeren. 
    • Zijvoeren. 

devoerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoordvoer
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=voeren&oldid=5159969"
Categorieën:
Verborgen categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp