(taalkunde) eentrema dat in onder andere het Duits gebruikt wordt om aan te geven dat een klinker om grammaticale redenen een andere klank gekregen heeft
Je was een paarumlautjes vergeten in je Duitse proefwerk.
(taalkunde) een vorm van klinkerharmonie waarbij een klinker in de ene lettergreep veranderd wordt door een klinker in de volgende
Door toevoeging van het achtervoegsel-ti aan „lang” is in het Nederlands het woord „lengte” ontstaan, omdat dei-klinker van-ti eenumlaut van dea-klinker teweeggebracht heeft.