Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
WikiWoordenboek
Zoeken

sturen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

  • stu·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sturen
/'styːrə(n)/
stuurde
/'styːrdə/
gestuurd
/ɣə'styːrt/
zwak -dvolledig

sturen

  1. inergatief de richting bepalen waarin een schip zich voortbeweegt
    • De kapiteinstuurde behendig rond alle hindernissen. 
  2. inergatief hetstuur van een auto bedienen
    • Omdat ik nog geen rijbewijs heb, mag ik voorlopig nietsturen. 
  3. inergatief de instructies van een roer of stuur opvolgen
    • Kleine wagentjessturen gemakkelijk; dat is een voordeel in het drukke stadsverkeer. 
  4. overgankelijk de richting bepalen waarin [een voertuig] zich voortbeweegt
    • De rallyrijderstuurde zijn wagen razendsnel door de bochten. 
  5. overgankelijk zorgen dat [een situatie] zich in een bepaalde richting ontwikkelt
    • Zijn onverwachte komststuurde ons plannetje volledig in de war. 
  6. overgankelijk zorgen dat [een toestel] de gewenste taken uitvoert
    • Met één enkele afstandsbediening kon ze alle elektronica bij haar thuissturen. 
  7. overgankelijk [een persoon] ergens heen doen gaan
    • De leraarstuurde een van zijn obstinate leerlingen naar huis. 
     Als reactie op deze epidemie wordt er door steeds meer bedrijven en overheden beleid gemaakt om mensen na een aantal jaar trouwe dienst verplicht op verlof testuren.[2]
     En zodra het dag werd,stuurden die Pedro, die altijd voor de paarden zorgde, naar de slaapkamer van de Sint: `Sinterklaas, Sinterklaas, we kunnen niet naar Holland.[3]
  8. ditransitief zorgen dat [een brief of ander bericht] zijn bestemming bereikt
    • Elk jaarstuur ik mijn tante een kerstkaart. 
    • Ikstuur een brief. 
    • Ikstuur mijn moeder een brief. 
    • Ikstuur een brief aan mijn moeder. 
     In de garage stonden honderden resupplydozen met voedsel die hikers aan zichzelf haddengestuurd.[2]
  9. overgankelijk~ tot(verouderd) [een woord of blik] tot iemand richten
    • De norse veldheerstuurde een strenge blik tot zijn verzamelde bataljon. 
  • [7] de katsturen
  • [7] om een boodschap kunnensturen
    in staat zijn lastig werk te doen
   1. de richting bepalen waarin een schip zich voortbeweegt.  
   2. het stuur van een auto bedienen.  
   3. de instructies van een roer of stuur opvolgen.  
   4. de richting bepalen waarin [een voertuig] zich voortbeweegt.  
   5. zorgen dat [een toestel] de gewenste taken uitvoert.  
   6. [een persoon] ergens heen doen gaan  
   7. [een persoon] ergens heen doen gaan  
  • [8] Het voorzetselgebruik bij de uitdrukking"een brief sturen" wordt beschreven doorTaaladvies.

desturenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoordstuur
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]
  1. Oudnederlands Woordenboek
  2. 12
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest(2018),Fontaine Uitgeversop Wikipedia
  3. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten”(1973),Lemniscaatop Wikipedia, p. 11
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=sturen&oldid=4987297"
Categorieën:
Verborgen categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp