Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
WikiWoordenboek
Zoeken

pot

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzenNiet te verwarren met:poť

Nederlands

  • pot
[A]+[B]enkelvoudmeervoud
naamwoordpotpotten
verkleinwoordpotjepotjes

[A]potm

  1. (huishouden) cilindervormig voorwerp van glas of aardewerk dat meestal dient om iets te bewaren (verpakking)
    • Kun je mij depot met jam aangeven? 
     Ze droeg een zwarepot waarop herten en konijnen geschilderd waren, met daartussen het gezicht van de godin Venus.[5]
     Hetpotje met mijn favoriete zwarte inkt plaatste ik binnen handbereik.[6]
  2. (kookkunst)kookpot
     Een vuur van aangespoeld wrakhout op de rotsen. Eenpot met kokend zeewater. Kreeft erin. Klaar.[7]
  3. (sanitair)toiletpot
  4. (financieel)spaarpot; bij uitbreiding financiële reserve in het algemeen
  5. (drinken)pint, glas bier
  6. (spel), geheel van door de spelers ingezette bedragen, gebruikt als beloning voor de winnaars
  7. (spel),(informeel) (meestal als verkleinwoord) ronde
    • Dat was een leukpotje. 
  • [2] In Nederland wordt bij bij ‘pot’ tegenwoordig eerder aan aardewerk (bloempot, suikerpot) gedacht dan aan metalen keukengerei, maar inBelgisch-Nederlands kan het nog om een metalen pot gaan, die Nederland nu meestal ‘pan’ wordt genoemd. Vlaamse kookpotten worden in Nederland ook pannen genoemd.[8]
  • [5] Vooral gangbaar in Vlaanderen.
  

[1] "cilindervormig voorwerp"

  • De dood in depot
Iets waar alle levendigheid uit verdwenen is
  • Eénpot nat
Een hele hoop van hetzelfde
  • Eenpotje kunnen breken
Bij iemand in de gunst staan, je iets bij die persoon kunnen veroorloven
  • Er eenpotje van maken
Het verpesten

[2] "kookpot"

Te laat komen voor het eten, waardoor de eigen portie al is opgegeten door anderen
  • Eten wat depot schaft
Eten wat er is (bij gebrek aan andere mogelijke keuzes)
  Zittend op een steenaten wewat de pot schafte.[9] 
  Noem mij een ouderwets moedertje, maar mijn zooneet wat de pot schaft. En waarom ook niet? Ik bereid geen stront. Zelfs toen hij net leerde eten, als dreumes, heb ik hem gewoon alles voorgeschoteld. Hij kon zijn lieve oogjes rood huilen, maar iets anders kreeg hij niet. Het zal wel harteloos van me zijn. Maar nu verorbert hij zonder moeite spruitjes, witlof met roquefort of een salade van bietjes met haring.[10] 
  • Haarpot is aangebrand
Ze is zwanger
  • Uit de grotepot mee-eten
Gezamenlijk een maaltijd nuttigen (bijv. in familieverband)
  • Uit depot van Egypte (mee)eten
Ergens mogen mee-eten zonder daar iets voor terug te hoeven doen (bijv. in het ouderlijk huis)
  • Zijn eigenpotje koken
Voor zijn eigen eten zorgen (bij uitbreiding: in het algemeen zelfredzaam zijn)

[3] "toiletpot"

  • Buiten/Naast depot pissen
Een misstap begaan
  • Dat is van depot gerukt
Dat is volkomen belachelijk, dat slaat nergens op
  • Iemand in depot doffen
Iemand voor de gek houden
  • Iemand op depot zetten
Iemand in het openbaar belachelijk maken
  • In dezelfdepot pissen/kakken/schijten
Het ergens over eens zijn
  • Depot op kunnen
Uitroep van ergernis (≈ "kunnen oprotten"). M.n. gebruikt in de tweede persoon (je kunt de pot op!) om te onderstrepen dat de spreker zich niet schikt naar de wil van de ander, of diegene niet kan luchten
 Nou, haar moederkon de pot op; dit was Olives tijd met hem.[5]
  1.  'Dat mens van Guggenheimkan de pot op.[5]

[5] "pint, glas bier"

[1]

  • Kleinepotjes hebben grote oren
Kinderen vangen veel op van wat er in hun omgeving gezegd wordt, ook als dat niet voor henzelf bestemd is

[2]

  • Depot verwijt de ketel dat hij zwart ziet
De een verwijt de ander iets wat voor beiden evenzeer geldt
  m: cilindervormig voorwerp van glas of aardewerk  
   eten wat de pot schaft  
  • Duits:
    • essen, was da ist
    • nehmen, was kommt
  • Engels:
    • to take pot luck
    • to take potluck(VS)

[B]depotv

  1. (lhbt),(scheldwoord) vrouw die zich seksueel aangetrokken voelt tot andere vrouwen
    • De buurvrouw is eenpot. 
  v: vrouw die zich seksueel aangetrokken voelt tot vrouwen  
vervoeging van
potten

pot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd vanpotten
  2. gebiedende wijs vanpotten
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[11]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal:[12]
        7
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal:[12]
        2
  • Zie de doorverwijspagina opWikipedia voor meer informatie.
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. pot (vaatwerk) op website: Etymologiebank.nl
  3. "pot" in:
    Sijs, Nicoline van der
    ,Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ;ISBN 90 204 2045 3
  4. pot (lesbienne) op website: Etymologiebank.nl
  5. 123
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze”(2017),Luitingh-Sijthoffop Wikipedia,ISBN 9789024574704
  6. “Grand Hotel Europa”(2018),De Arbeiderspersop Wikipedia,ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
  7. De Standaardin:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen(2015), Davidsfonds, Leuven,ISBN 9789059086517, pot
  8. Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen”(2015), Davidsfonds, Leuven,ISBN 9789059086517, p. 388 kol. 2
  9. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  10. De Telegraaf AUDREY ZONNEVELD 07 mei 2015Tafeldictators: mijn zoon eet wat de pot schaft
  11. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  12. 12
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen”(2015), Davidsfonds, Leuven,ISBN 9789059086517, pot

Afrikaans

enkelvoudmeervoud
naamwoordpotpotte
  • Afgeleid van het Nederlandsepot

pot

  1. pot

Engels

vervoeging
onbepaalde wijsto pot 
he/she/it pots 
verleden tijd potted 
voltooid
deelwoord
 potted 
onvoltooid
deelwoord
 potting 
gebiedende wijs pot 

pot

  1. overgankelijkpotten
  2. overgankelijkinmaken
Naar frequentie2741 (naamwoord)
enkelvoudmeervoud
potpots

pot

  1. pan,pot (in betekenis 1)
  2. bloempot
  3. (kookkunst)kookpan,kookpot
    «Bring a largepot of water to a boil.»
    Breng een grotepan water aan de kook.
  4. (gereedschap)po
  5. (gereedschap)toilet
  6. pot,prijs(een cumulatief bedrag)
  7. (spreektaal)pens,buik
  8. (spreektaal)marihuana,weed,wiet
  • [3]: to take pot luck
eten wat de pot schaft
  • [3]: to take potluck (VS)
eten wat de pot schaft
  • [8]: to smoke pot
blowen

Frans

  • [A] Uit Oudfranspot, ontleend aan Oudfrankisch*potta-, uit Volkslatijnpottus (= literair Latijnpotus“beker, bokaal”)[1]
  • [B] Uit Engelspot“cannabis”.

[A]potm

  1. pot (voor verschillende doeleinden)
  2. (spreektaal)hapje &drankje,borrel (vergezeld van een lichte maaltijd of hapjes)
    «Si on allait prendre unpot
    Als we eens een borrel gingen drinken?[2]
  3. (spreektaal)mazzel
    «Yann a toujours dupot avec les gonzesses.»
    Yann heeft altijd mazzel bij de vrouwtjes.[2]
  4. (spreektaal)(vulgair)kont,achterwerk
  5. (spreektaal)(kindertaal)pispot,po,potje,plee[2]
    «La cérémonie familiale dupot, organisée par ma tante et ma mère en l’honneur du petit cousin, était toujours suivie d’un examen, d’où résultaient des propos de connaisseurs : propos parfois inquiets, mais le plus souvent flatteurs. Écœuré , je quittais discrètement la place sans reprendre haleine.»[3]
    De familiebijeenkomst van het "potje" die mijn tante en mijn moeder ter ere van het neefje hadden georganiseerd, werd altijd gevolgd door een onderzoekje, wat opmerkingen van kenners ontlokte: soms bezorgd, maar meestal toch wel vleiend. Met walging verliet ik discreet de plaats zonder dat opnieuw in te ademen.

[B]potm

  1. (spreektaal) (Canada)cannabis
    «Une centaine de personnes attendent patiemment en file indienne à l’extérieur du magasin pour acheter ce cannabis que les Québécois appellent «pot». «J’achète ici, parce que c’est le fun», assure une jeune fille.»[4]
    Ongeveer honderd mensen wachten geduldig in een lange rij buiten de winkel om deze cannabis, die de bevolking van Quebec “pot” noemt. „Ik koop hier, omdat het leuk is.”, sprak een jong meisje vol vertrouwen.
  1. Guus Kroonen. 2013.Etymological Dictionary of Proto-Germanic. Leiden - Boston: Brill Publishers: p. 131, ziefata-.ISBN: 978-90-04-18340-7.
  2. 123
    Wouw, Berry van de
    ,Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 165
  3. “Le temps des secrets”(1960), p. page 207
  4. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2020Weblink bron
    Ludovic Hirtzmann
    “Au Canada, le cannabis pour échapper à l’enfer du Covid”(19 oktober 2020 [herzien 20 oktober 2020] (achter betaalmuur))op lefigaro.fr

Limburgs

pot

  1. pot

Middelengels

  • Afgeleid van het Angelsaksischepott

pot

  1. pot

Middelnederlands

enkelvoudmeervoud
nominatiefpotpotte
genitiefpotspotte
datiefpottepotten
accusatiefpotpotte

potm[1]

  1. pot

Nedersaksisch

pot

  1. pot

Pools

  • pot
  • Afgeleid van het Proto-Slavische*potъ

potm

  1. zweet; transpiratie, transpiratievocht

Slowaaks

  • pot
  • Afgeleid van het Proto-Slavische*potъ

potm

  1. zweet; transpiratie, transpiratievocht

Tsjechisch

  • pot
  • Afgeleid van het Proto-Slavische*potъ

potmonbezield

  1. zweet; transpiratie, transpiratievocht
 enkelvoudmeervoud
nominatiefpotpoty
genitiefpotupotů
datiefpotupotům
accusatiefpotpoty
vocatiefpotepoty
locatiefpotupotech
instrumentalispotempoty

    Veluws

    pot

    1. pot

    Wymysoojs

    potm

    1. peetoom

    potv

    1. peettante
    Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=pot&oldid=5375494"
    Categorieën:
    Verborgen categorieën:

    [8]ページ先頭

    ©2009-2025 Movatter.jp