Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
WikiWoordenboek
Zoeken

pet

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzenNiet te verwarren met:PET, pět

Nederlands

Eenpet met een opschrift dat verwijst naar het Engelse woordpet.
  • pet
enkelvoudmeervoud
naamwoordpetpetten
verkleinwoordpetjepetjes

depetv/m

  1. (hoofddeksel) tamelijk plat hoofddeksel met een klep
    • Depet werd vroeger veel als hoofddeksel gedragen.[4] 
     Ik droeg eenpet met een lange achterflap om mijn nek te beschermen tegen de zon.[5]
    • Een boer heeft vaak eenpet op. 
  

Daar kan ik met mijnpet niet bij

  • Ik snap het niet

Daar neem ik mijnpetje voor af

  • Daar heb ik bewondering voor

Dat gaat boven mijnpet

  • Het is te moeilijk voor mij

Iets onder depet houden

  • Iets verbergen, verzwijgen

Er met depet naar gooien

  • Ergens niet zijn best voor doen, slecht werk leveren

Een/Geen hogepet van iemand ophebben

  • Wel/niet denken dat iemand ergens goed in is, wel/geen hoge dunk van iemand hebben

Jan met depet

  • Het gewone volk
enkelvoudmeervoud
naamwoordpet-
verkleinwoord--

hetpeto

  1. (materiaalkunde) polyetheentereftalaat, soort lichte, doorschijnende kunststof
    • Een fles voor mineraal water is vaak vanpet gemaakt. 
stellend
onverbogenpet
verbogen(alleen
predicaat)
  1. (informeel) erg slecht, waardeloos
    • Het weer was vandaagpet. 
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Bretons

pet

  1. hoeveel

Engels

enkelvoudmeervoud
petpets

pet

  1. (dierkunde)huisdier
  2. (figuurlijk) iemand die of iets dat een speciale (voorkeurs)behandeling krijgt, overdadig verwend/vertroeteld wordt e.d.
stellendvergrotendovertreffend
pet

pet

  1. als huisdier gehouden
  2. favoriet,gekoesterd
vervoeging
onbepaalde wijsto pet 
he/she/it pets 
verleden tijd petted 
voltooid
deelwoord
 petted 
onvoltooid
deelwoord
 petting 
gebiedende wijs pet 

pet

  1. overgankelijk als huisdier houden
  2. overgankelijk (overdadig)verwennen,vertroetelen
  3. overgankelijkknuffelen,liefkozen
  4. onovergankelijk als huisdier gehouden worden
  5. onovergankelijk,(verouderd)chagrijnig/knorrig zijn, mokkenww ,mopperen,wrokken




Frans

petm

  1. (spreektaal)wind,scheet
    «Ça pue ici! Qui a lâché unpet
    Het stinkt hier! Wie heeft er een scheet gelaten?
    «On tirerait plutôt unpet d'un âne mort.»
    Hij is zo gierig als de pest (letterlijk: Je zou eerder een scheet uit een dooie ezel kunnen trekken)[1]
  2. (spreektaal)joint,stickie
    «Quand le prof est entré dans la classe, y avait Yann à la fenêtre en train de fumer un grospet
    Toen de leraar de klas binnenkwam, zat Yann bij het raam een grote joint te roken.[1]
  3. (spreektaal)gelazer
    «Lors de la manif, mes potes ont fait dupet
    Bij de demonstratie zorgden mijn maten voor veel ophef.[1]
  4. (spreektaal)beschadiging
    «Putain, y a unpet sur ma portière!»
    Er zit verdomme een kras op mijn wagen![1]

Friulisch

pet

  1. (anatomie)borst

Nedersaksisch

pet

  1. (hoofddeksel)pet
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=pet&oldid=4987744"
Categorieën:
Verborgen categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp