Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
WikiWoordenboek
Zoeken

lusten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

  • lus·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lusten
lustte
gelust
zwak -tvolledig

lusten

  1. overgankelijk(voeding),trek [3] hebben in, lekker vinden
    • Ik zou best wel een ijsjelusten. 
     Omdat het mij speet dat mijn aankomst zijn rookpauze had verstoord, en omdat het waar was, zei ik hem, terwijl de taxi zich over het grind van ons verwijderde, dat mijn bagage wel even kon wachten, dat ik een lange reis achter de rug had en dat ik ook wel een sigaret zoulusten.[3]
    • Lust jij spruitjes? 
  2. overgankelijk(figuurlijk), iets aangenaam of iemand aardig vinden, echter vooral gebruikt in ontkennende zin
    • Iemand nietlusten. 
  3. ditransitief(verouderd),metmeewerkend voorwerpaanstaan [1],bevallen [1],behagen
    • Datlust mij niet. 
  • Ergens wel/geen pap vanlusten
Wel of niet van iets houden
  • Ervanlusten
Een stevig lesje krijgen, flink op zijn nummer gezet worden
  • Iemand rauwlusten
Iemand er flink van langs willen geven, iemand op zijn nummer willen zetten
  • Lust je nog peentjes/peultjes?
Wat vind je daarvan? (waarbij de spreker zich tegenover een ander afkeurend over iets uitlaat)
  • Een oude boklust nog wel een jong/groen blaadje
Mannen zijn ook op hogere leeftijd vaak nog seksueel geïnteresseerd (m.n. in jonge vrouwen)
  • Zolust ik er [ook] nog wel één/een paar
Dat geloof ik niet, dat is te absurd / Dat is belachelijk, of totaal onredelijk

delustenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoordlust
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=lusten&oldid=4536407"
Categorieën:
Verborgen categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp