Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
WikiWoordenboek
Zoeken

kip

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kip
  • kip
enkelvoudmeervoud
naamwoordkipkippen
verkleinwoordkippetje
kipje
kippetjes
kipjes

dekipv

  1. (hoendervogels) (vrouwelijke)gedomesticeerde vogel van het geslachthuishoen,Gallus gallus op Wikispecies
     Isaac trok eenkip uit de tas, haar losse veren dwarrelden op de grond en haar schilferige poten bungelden grappig in de lucht.[6]
  2. (voeding)kippenvlees
     Tegen de tijd dat dekip uit de oven kwam, wist Olive zeker dat ze een nieuw dienstmeisje hadden.[6]
     Barbie en ik sloten ons uren op in de keuken om het feestmaal voor te bereiden. Hij concentreerde zich op het maken van taco’s en ik stortte me op een spinaziesalade, vol noten, geitenkaas enkip.[7]
  3. (scheldwoord)politieagent
  4. (scheldwoord) iemand van het vrouwelijk geslacht
  5. munteenheid van Laos, eigenlijkLaotiaanse kip (code LAK volgens ISO 4217)
  • [1]: Als de vos de passie spreekt, boer pas op jekippen (ganzen).
pas op voor slijmballen, ze willen altijd wat van je; als een bedrieger vrome dingen zegt moet je extra voorzichtig met deze persoon zijn
  • [1]: Als eenkip zonder kop
zonder beraad,onbesuisd,ongericht
  • [1]: Dekip met gouden eieren slachten
Een iets met veel rendement wegdoen
  • [1]: Er als dekippen bij zijn
Er snel bij zijn
  • [1]: Het ei wil wijzer zijn dan dekip.
Het kind denkt het beter te weten dan de ouder
  • [1]: Met dekippen op stok gaan
Vroeg naar bed gaan
  • [1]Kip, ik heb je![8]
  • [1]: er was geenkip
er was niemand
  1.  Er is een telefooncel op het recreatieterrein, een halve kilometer terug. Ik heb gebeld, ben toen weer hierheen gegaan en heb gewacht tot de politie kwam. Er was geenkip op de weg.[9]
   1.Gallus gallus domesticus, gedomesticeerde vogel uit de familie van de hoenderachtigen  
   4. Laotiaanse kip  
vervoeging van
kippen

kip

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd vankippen
    • Ikkip. 
  2. gebiedende wijs vankippen
    • Kip! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd vankippen
    • Kip je? 
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[10]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. (vogel)kip op website: Etymologiebank.nl
  3. "kip" in:
    Sijs, Nicoline van der
    ,Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ;ISBN 90 204 2045 3
  4. (politieagent)kip op website: Etymologiebank.nl
  5. (munteenheid)kip op website: Etymologiebank.nl
  6. 12
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze”(2017),Luitingh-Sijthoffop Wikipedia,ISBN 9789024574704
  7. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest(2018),Fontaine Uitgeversop Wikipedia
  8. (kip, ik heb je!)kip op website: Etymologiebank.nl
  9. Vaderland”op Wikipedia(2012), Cargo,ISBN 9789023472483
  10. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=kip&oldid=5311291"
Categorieën:
Verborgen categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp