De polemist in mij wordt gekneveld door de aardige jongen die ik liever wil zijn, de gezellige man, collega,bonhomme, alles ruiterlijk, heren onder elkaar, ja, en dan kom je meteen op de glijdende schaal - probleempje?, regelen we toch, mir etwas, dir etwas, jij bonusje, ik bonusje.[1]