Zwerfafval ofzwerfvuil is al hetafval dat rondslingert op plekken die daar niet voor bestemd zijn, bijvoorbeeld opstraat, in deberm, op hetstrand of innatuurparken. Het is gewoonlijk afval dat daar door menselijk handelen (bewust of onbewust), door nalatigheid, of door natuurkrachten (zoalswater enwind) terechtgekomen is.
Naast zwerfvuil kan men ooksluikstort (afvaldumping) tegenkomen, achtergelaten door mensen die bewust de ophaling van huisvuil of bedrijfsafval ontwijken, op plaatsen waar het niet mag, op momenten waarop dat niet is toegelaten en/of in de verkeerde bakken of containers.
Zwerfvuil bestaat voornamelijk uitverpakkingsmateriaal van consumpties, bijvoorbeeldblikjes,flesjes, sigarettenpakjes, wikkels offrietbakjes (grof zwerfafval) ensigarettenpeuken enkauwgom (fijn zwerfafval). Tijdens de uitbraak van hetcoronavirus werden ook veelmondmaskers gedumpt.[1]Een derde categorie zwerfafval bestaat uitgrofvuil; groot en/of zwaar weggeworpen afval.[2]
Op basis van het aantal stuks beslaan sigarettenpeuken iets meer dan de helft van al het zwerfvuil op straat.[3]
In de afgelopen jaren is de hoeveelheid en de samenstelling van het zwerfafval in Europa sterk veranderd. Door veranderde eet- en drinkgewoontes zijn steeds meer levensmiddelen in kleinere verpakkingen verkrijgbaar, los verpakt of voorzien van een on-the-spot verpakking voor consumptie onderweg. Daarbij is sinds de invoering van hetrookverbod in vele landen de hoeveelheid fijn zwerfafval in de vorm van peuken sterk toegenomen, omdat rokers vaker buiten roken.
In Vlaanderen is de totale geschatte hoeveelheid zwerfafval in 2019 (22,6 miljoen kilogram) en 2018 aanzienlijk toegenomen ten opzichte van 2017.[4] Analisten stellen dat dit erop wijst dat het beleid vanFost Plus niet lijkt te werken.[5]
Per jaar worden er door rokers in Nederland ongeveer 9 miljard peuken op de grond gegooid. Schattingen van de totale hoeveelheid zwerfafval in Nederland lopen uiteen van 50 miljoen tot bijna 300 miljoen kilo per jaar.
Een mogelijkheid om het zwerfafval terug te dringen is het invoeren vanstatiegeld. Hiermee wordt de consument gestimuleerd de verpakking terug te brengen naar de winkel. En als iets toch wordt weggegooid, dan zal een vinder meer bereid zijn het naar de winkel te brengen. Met statiegeld worden de kosten die zwerfvuil veroorzaken ook weggehaald bij de burgers en lokale overheden.
Vanuit de overheid bestaat in Vlaanderen het initiatiefMooimakers van deOpenbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM),Fost Plus en deVereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). In Wallonië bestaat deBe Wapp-campagne. Fost Plus is echter een bedrijf dat gefinancierd wordt door grote drankproducenten en supermarktketens. Omdat Fost Plus deze campagnes financiert, is er volgens journalisten en milieuorganisaties hierbij sprake van belangenvermenging.[5]
Een bekend burgerinitiatief zijn deProper Strand Lopers, een burgerbeweging die zwerfafval van de stranden van de Belgische kust haalt. Daarnaast zijn er ook groepen die zich op gemeentelijk niveau inzetten in de strijd tegen zwerfvuil.
In Nederland hebbengemeenten enRijkswaterstaat namens de overheid een taak bij het opruimen van zwerfafval. Depolitie engemeentelijke opsporingsambtenaren beboeten burgers die blikjes, flesjes of ander afval op straat gooien. De boete bedraagt 140euro, behalve indien de verdachte jonger dan 16 jaar oud is, dan wordt de boete gehalveerd.[6]
In de strijd tegen zwerfafval wordenafvalbakken,veegwagens enampikkelateurs ingezet.
In 2010 heeft Deloitte onderzoek gedaan naar de kosten van zwerfafval. Hierin is berekend dat (in 2010) de kosten voor de preventie en verwijdering van zwerfafval circa € 250 miljoen per jaar bedragen, waarvan de gemeenten gezamenlijk € 193 miljoen (77%) voor hun rekening nemen, en overige partijen (zoals gebiedsbeheerders en landelijke organisaties) € 57 miljoen (23%) besteden. Deze € 250 miljoen wordt vervolgens voor 88% besteed aan reinigingsactiviteiten, 5,5% wordt ingezet voor de verwerking van zwerfafval, en 6,5% gaat op aan preventie via bewustwordingsprogramma’s en innovatie.
Het duurt heel lang voordat zwerfafval uit het milieu verdwijnt, en de afbreektijd van afval is sterk afhankelijk van het materiaal, de omgeving en de weersomstandigheden. Biologisch afbreekbaar afval verdwijnt het snelst, maar zelfs in dat geval spreken we nog over maanden tot jaren. Zo duurt het minimaal 20 jaar voordatkauwgom is vergaan, en een sigarettenpeuk heeft 2 tot 12 jaar nodig om door de natuur afgebroken te worden, en zelfs dan kunnenplastic resten uit het filter in hetmilieu achterblijven.Kunststof enmetaal zijn nietbiologisch afbreekbaar en kunnen slechts doorchemische processen worden afgebroken, zoalsverwering enoxidatie,fotodegradatie, etc. Eenblikjeroest na ruim 50 jaar weg, maarroestvrijstalen,glazen enstyrofoam voorwerpen kunnen duizenden jaren in het milieu aanwezig blijven. Gedurende deze tijd kunnen ze hinder of zelfs gevaar opleveren voormens,dier en milieu. Bovendien zijn de afbraakproducten van kunststof materiaal (ook wel bekend alsmicroplastics) vaak zelf ook schadelijk, en kunnen makkelijk in devoedselketen worden opgenomen.
Burgers ergeren zich vaak aan zwerfafval. Zwerfafval is een milieuprobleem en een probleem voor de leefomgeving. Uit het onderzoek 'Inzamel en beloningssystemen ter vermindering van zwerfafval' blijkt dat Nederlanders zich meer ergeren aan de vervuiling en verloedering van hun directe leefomgeving dan aanfiles ensigarettenrook.
Een onderzoek uit 2016 toonde aan dat zwerfafval veruit de grootste ergernis is onder burgers.[7]Zwerfafval draagt bij aan de verloedering vansteden en vergroot daarmee het gevoel van onveiligheid bij burgers. Ook voortoeristische centra is een schone omgeving van groot belang, omdat dit het verblijf aangenamer maakt. Daarnaast kan zwerfafval langs en op deweg gevaren voor deverkeersveiligheid opleveren. Weggegooide sigarettenpeuken kunnenbrand veroorzaken.
Zwerfafval kan ook een gevaar vormen voor devolksgezondheid,veiligheid endierenwelzijn.Wanneerregenwater zich verzamelt in holtes van (kunststof) zwerfafval (plastic zeil,autoband), kunnen hierinziektes enparasieten groeien. Organisch afval in het water kanalgenbloei veroorzaken, wat schadelijk is voor mens en dier. Dieren kunnen gezondheidsschade ondervinden doordat ze zich aan de voorwerpen bezeren, ze per ongeluk opeten, of erin verstrikt raken. Verder kunnen dieren en mensen gezondheidsschade ondervinden van de afbraakproducten, wanneer bijvoorbeeld microplastics in onseten endrinkwater terechtkomen.
Zwerfafval trekt ongedierte aan. Zo knagen ratten rietjes van McDonald's open om de zoete resten op te eten, en laten daarbij stukjes plastic achter in de natuur.
Het opruimen van zwerfafval is derhalve noodzakelijk, maar brengt kosten met zich mee. In zekere zin kan opruimen ookpreventief werken: mensen zijn eerder geneigd afval neer te gooien op plekken waar al rommel ligt, dan op schone plekken.
In 2018 bleek uit onderzoek dat er in Nederland jaarlijks zo'n 4.000koeien sterven, en er gemiddeld 12.000 letsel overhouden doordat er stukjes blik in hun maag belanden.[8]
In 2021 bleek uit een in Europese landen uitgevoerd onderzoek, dat verpakkingen van fastfoodketens schadelijkePFAS-stoffen bevatten.[9]
Volgens onderzoek (2014) onderschrijft twee procent van de mensen de stelling ‘ik laat weleens afval achter op een plek die daar niet voor bestemd is’.Jongeren van 12 tot 24 jaar veroorzaken meer zwerfafval dan de gemiddelde Nederlander.Automobilisten,recreanten, rokers en jongeren zijn specifiekedoelgroepen binnen de campagne die gevoerd wordt door de StichtingNederland Schoon.
Een persoon die afval op straat weggooit kan daarvoor eenboete krijgen. Degemeenteraad moet een afvalstoffenverordening vaststellen. Dat staat in artikel 10.23 van deWet milieubeheer. In zo'n afvalstoffenverordening kunnen regels worden opgenomen om te voorkomen dat zwerfafval in het milieu terechtkomt. In deverordening kan bijvoorbeeld staan dat geen papiertjes, blikjes of flesjes op straat mogen worden gegooid. Wie dit toch doet, pleegt een zogenaamdeconomisch delict. Dat is geregeld in artikel 1a, onder 3°, van deWet op de economische delicten. Deze wet vermeldt ook de strafmaat voor overtredingen van deAlgemene Plaatselijke Verordening die gebaseerd zijn op de Wet milieubeheer. In dit geval een hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie. De hoogte van de geldboete staat weer in hetWetboek van Strafrecht. Artikel 23, vierde lid, stelt dat een geldboete van de vierde categorie maximaal 11.250 euro bedraagt. De rechter bepaalt de feitelijke hoogte.
Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht geeft deofficier van justitie de mogelijkheid om strafvervolging te voorkomen en de zaak af te doen met een boete. HetOpenbaar Ministerie heeft richtlijnen opgesteld voorboetes. Voor het niet op de juiste wijze aanbieden van huishoudelijk afval (en dus ook het veroorzaken van zwerfafval als een papiertje, blikje of flesje) staat een standaard boete van 140 euro. Door dit te betalen, vindt geen strafvervolging plaats. Wordt de boete niet betaald, dan komt de zaak alsnog voor de rechter.
Naast de boete voor burgers die zwerfafval veroorzaken, geldt voor ondernemers de ‘25 meterregel’ (artikel 2.13 van hetActiviteitenbesluit milieubeheer), die hen verantwoordelijk stelt voor het zwerfafval in een straal van 25 meter rondom hun bedrijf. De regel luidt: ‘Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, sport- of spelmaterialen, of andere materialen die uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van 25 meter van de inrichting.’
Eind 2002 isVROM, namens de Rijksoverheid, met het bedrijfsleven en deVereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het Convenant Verpakkingen overeengekomen. Hoofddoelen waren om de hoeveelheidverpakkingsafval te beperken en hethergebruik te bevorderen.Daarbinnen werd het Deelconvenant Zwerfafval vastgesteld. De afspraken in het Deelconvenant vielen binnen het gedachtegoed van de producentenverantwoordelijkheid. Dit betekent datproducenten enbedrijven dieproducten op de markt brengen (mede)verantwoordelijk zijn voor die producten in het afvalstadium.De doelstellingen van het deelconvenant zwerfafval waren:
Op 1 januari 2008 ging hetActiviteitenbesluit milieubeheer van kracht. Hierin werd onder andere geregeld dat ondernemers de openbare ruimte rond hun inrichting (winkel, zaak) schoon moeten houden. Geregeld is dat de ondernemer tot een afstand van 25 meter het afval afkomstig uit zijn inrichting, of bestemd voor zijn inrichting, op moet ruimen.
In de Raamovereenkomst tussen VROM, het bedrijfsleven en de VNG over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012 is afgesproken dat tot eind 2012 jaarlijks 11 miljoen beschikbaar is in het Afvalfonds voor de aanpak van zwerfafval. In het Impulsprogramma (2007-2009) zat daar ook nog 5 miljoen per jaar bij van VROM, maar dat viel in 2010 weg.
Van 2007 t/m 2009 was dit bedrag bestemd voor hetImpulsprogramma Zwerfafval. Dit programma had tot doel het bedrijfsleven, gemeenten, de rijksoverheid en andere betrokkenen of belanghebbenden krachtig aan te sporen om zwerfafval, gezamenlijk intensiever en efficiënter aan te pakken. Het primaire doel daarbij was om een omslag teweeg te brengen in het handelen van bedrijven enconsumenten, waardoor minder zwerfafval zou ontstaan.
Vanaf 2010 t/m 2012 werkte het Focusprogramma zwerfafval. Dit programma had als doel dat Nederland over drie jaar daadwerkelijk schoner is en als schoner wordt beleefd. Het accent lag op het vasthouden en implementeren van wat was bereikt en op het aanjagen van activiteiten die nog onvoldoende waren ontwikkeld. Nieuw in dit programma was de extra aandacht voor specifieke gebieden. Dit zijn de gebieden die, volgens de objectieve monitor die gedurende het Impulsprogramma was uitgevoerd, sterker vervuild zijn dan andere gebieden of de complete zwerfafvalbeleving sterk beïnvloeden. Het gaat hierbij omOV-gebieden, de omgeving van onderwijsinstellingen, binnensteden/winkelgebieden, stedelijke wijken waarin deze gebiedstypen veelvuldig voorkomen enparkeerplaatsen langssnelwegen. DeVNG enVNO-NCW waren eindverantwoordelijkheid voor het Focusprogramma, waarbij de operationele werkzaamheden zijn gedelegeerd aan respectievelijkAgentschap NL (voorheen SenterNovem) en StichtingNederland Schoon.De belangrijkste pijlers van het Focusprogramma waren:
Rijkswaterstaat en deNVRD (Koninklijke Vereniging voor Afval- en reinigingsmanagement) ondersteunen, in opdracht van de VNG, de gemeenten via het Actieprogramma Gemeente Schoon. Gemeente Schoon ondersteunt gemeenten op basis van lidmaatschap met hun vraagstukken en beleid op het gebied van zwerfafval.
In 2012 is de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022 gesloten tussen hetMinisterie van Infrastructuur en Milieu, VNG en het verpakkende bedrijfsleven. Deze overeenkomst vormt de basis voor de oprichting van het Afvalfonds Verpakkingen en de hieronder vallende organisaties die zich bezighouden metrecycling (Nedvang), opbouw en delen vankennis (Kennisinstituut Duurzaam Verpakken, KIDV) en zwerfafval (StichtingNederland Schoon).
Mede dankzij jaarlijkse schoonmaakacties vanStichting De Noordzee, die de heleNoordzeekust van zwerfafval ontdoet[10], en talloze andere initiatieven[11], concludeerdeMilieu Centraal in 2015 dat de Nederlandse badstranden tussen de jaren 2005 en 2015 schoner zijn geworden, echter werd er geen duidelijke af- of toename waargenomen van het zwerfafval in de tussengelegen Nederlandse stranden (alles behalve de badstranden).Van sommige specifieke afvalfracties werd er significant meer gevonden (bijvoorbeeldballonnen en plastic flessendoppen), van andere significant minder (bv. plastic flesjes), andere fracties blijven gelijk (bv. plastic tassen).
Minstens 30% van het aangetroffen afval aan de Nederlandse kust was consumentenafval afkomstig vandagjesmensen, of uit het achterland, viarivieren enwaterwegen aangevoerd.44% van het afval was afkomstig van bedrijven, zoalsscheepvaart envisserij, en van 26% van het afval was de oorsprong onduidelijk.[12]
Omdat overheden volgens de bewoners van dorpen en steden tekortschieten in het opruimen van zwerfafval zijn er in Nederland vele burgerinitiatieven ontstaan voor het opruimen van zwerfafval.Voorbeelden van grootschalige projecten zijn bijvoorbeeldWorld Cleanup Day, een initiatief vanLet's Do It! World, een beweging die in 2008 ontstond inEstland.[13][14]Voorbeelden van individuen die zich hier sterk voor maken zijnMerijn Tinga alias dePlastic Soup Surfer enDirk Groot alias deZwerfinator.
De grootste hoeveelheid zwerfafval drijft rond op dewereldzeeën.In deGrote Oceaan drijven afvalophopingen die zo'n 100 miljard kilo afval bevatten. Deze draaikolk van afval wordt ook wel deplasticsoep genoemd. Deels bestaat ze uit groter kunststofmateriaal aanwezig, gaande van verpakkingen en visnetten tot kapotte kajaks. Het plastic valt uiteindelijk uiteen innanodeeltjes. Die vormen een groot deel van de ‘soep’ en zijn een gevaar voor het leven in zee. Het bestaan van deze vuilnisbelten op zee is sinds 1997 bekend en sindsdien zijn ze in omvang alleen maar toegenomen. Doorzeestromingen wordt steeds meer afval van overal vandaan naar bepaalde plekken gevoerd. Ook op andere oceanen zijn dit soort afvalconcentraties vastgesteld. Omdat het afval zich ininternationale wateren bevindt is het moeilijk om tot afspraken te komen over het opruimen ervan.[15]
Op 8 september 2018 vertrok vanuit San Francisco een eerste “plasticvanger” vanThe Ocean Cleanup, een 600 meter lange arm in de vorm van een C, die zelfstandig over zee drijft, en plasticafval opvangt.
DeEuropese Commissie, onder leiding vanFrans Timmermans enJyrki Katainen kwam in mei 2018 met eenwetsvoorstel voor eenverbod op plastic dat maar een keer gebruikt wordt, waaronderwattenstaafjes,rietjes,roerstaafjes, wegwerpbestek en -borden, en ballonnenstokjes.De commissie pleit ervoor dat in 2025 90% van de plastic flessen, in hun geheel (dus met dop), gescheiden ingezameld moet worden, bijvoorbeeld viastatiegeldregelingen.Ook wil de commissie dat producenten van plastic etensbakjes, flessen, bekers, babydoekjes en ballonnen zelf de kosten van het opruimen en verwerken van hun afval gaan betalen. Ook fabrikanten van filtersigaretten worden aangeslagen voor de hoeveelheid producten die ze op de markt brengen.Tevens komen er nieuwe regels die ervoor zorgen dat vissers hun oude netten naar de havens terugbrengen.[16] Het voorstel leidde in juni 2019 tot deRichtlijn 2019/904,[17] die door de lidstaten tegen juli 2021[18] moet omgezet worden in nationale wetgeving.
Sinds 1 januari 2016 geldt er in Nederland al een verbod op gratis plastic tassen in winkels om zwerfvuil op straat en in zee tegen te gaan.Dit leidde tot 71 procent minder verkochte plastic tassen, en 40 procent minder plastic tasjes als zwerfafval.[19]Gratis plastic tassen werden voor het eerst verboden inDenemarken in 1994.Inmiddels ook inDuitsland[20],Frankrijk[21],Engeland,Ierland,Wales,Schotland,Italië,Kenia,Mali,Kameroen,Tanzania,Uganda,Ethiopië,Malawi,Marokko,Zuid-Afrika,Rwanda,Botswana,Australië[22], en deAmerikaanse staatCalifornië.