Zee-egels (zeeappels,zeeklitten; klasseEchinoidea) zijn stekelige,ongewervelde dieren die behoren tot hetfylumstekelhuidigen (Echinodermata).
Zee-egels zijn meestal min of meer bolvormig, hartvormig of schijfvormig en hebben een onderstandige mond. Ze hebben een hard pantser dat meestal bedekt is met stekels. Het pantser bestaat uit kleine plaatjes waarop zich knobbels bevinden waarop de stekels beweegbaar zijn vastgehecht door middel van eenkogelgewricht. De stekels dienen bij vele soorten voor de voortbeweging. Sommige soorten graven zich in met behulp van de stekels. De stekels hebben ook een beschermende functie. Enkele soorten kunnen zelfs gif uitstoten. Tussen de stekels bevinden zich kortgesteelde, uiteenlopendepedicellariën. Deze dienen ook voor de verdediging en voor het schoonhouden van de huid.
Een zee-egel is meestal 3 tot 10 cm in doorsnede. De kleinste zee-egel (Echinocyamus scaber)[1] wordt 6 mm, de grootste (Sperosoma giganteum) bereikt een schaaldoorsnede van 36 cm[2].
Van demond (onderzijde) naar deanus (bovenzijde) bevinden zich bij de regelmatige zee-egels (Regularia zoalsEchinus,Psammechinus) 10 rijen buisvoetjes (in vijf paren). Alle Regularia bezitten een ingebouwd kaakapparaat: delantaarn van Aristoteles.
Bij de onregelmatige zee-egels (Irregularia, zoalsEchinocardium) bevinden de buisvoetjes zich aan de bovenzijde van de schaal, waar ze een bloem- of stervormige figuur vormen. Bij deze groep bevindt de anus zich aan de zijkant en de mond aan de onderzijde. Zij hebben geen lantaarn van Aristoteles.
De zee-egels leven meestal vanplantaardig voedsel ofdetritus. Sommige soorten nemen ook wel dierlijk voedsel. Ze brengen hun voedsel meestal met buisvoetjes en stekels naar de mond.Omdat zee-egelsalgen eten, kunnen ze bijdragen aan behoud van hetkoraal, dat door algenafzetting in zijn groei wordt belemmerd. In het Caribisch gebied, waar in de jaren '80 zich massale sterfte voordeed onder de zee-egels, wordt een herstelprogramma ontwikkeld ten behoeve van het koraal.[3]
Zee-egels zijn van gescheiden geslacht. Mannetjes en vrouwtjes zijn slechts zelden uiterlijk te onderscheiden. De eicellen worden in het water bevrucht. Daaruit komen pluteus-larven, die na enkele gedaanteverwisselingen naar de bodem zakken om daar uit te groeien tot volwassen zee-egels.
Er zijn wereldwijd tussen de 860 en 975 soorten beschreven.
Aan de Nederlandse en Vlaamse kusten komen de volgende soorten voor:[4]
In geheelEuropa komen 79 soorten zee-egels voor, waaronder naast de hiervoor genoemde ook nog:
Bronnen, noten en/of referenties