| buurt vanZaandam | |
|---|---|
| Kerngegevens | |
| Provincie | Noord-Holland |
| Gemeente | Zaanstad |
| Plaats | Zaandam |
| Coördinaten | 52° 28′ NB, 4° 49′ OL |
| Overig | |
| Postcode(s) | 1509 |
| Website | Officiële website |
| Foto('s) | |
| Zaanse Schans in 2014 | |

DeZaanse Schans is een in 1963 opgerichte historische Zaanse buurt in de gemeenteZaanstad met daarheen verplaatsterijksmonumentalehouten gebouwen enindustriemolens uit deZaanstreek. In de loop der tijd is het aangevuld met diverse cultuurhistorische musea, ambachtswinkels en horeca. Het ligt in deKalverpolder, een beschermdveenweidelandschap aan deZaan, tegenover het dorpZaandijk. Dit architectonische reservaat voor Zaanse houtbouw is vanwege de architectuurhistorische en landschappelijke waarde eenbeschermd dorpsgezicht. De Zaanse Schans heeft zich ontwikkeld tot internationale toeristische bestemming met jaarlijks enkele miljoenen bezoekers: in 2016 waren er 1,8 miljoen, in 2017 2,2 miljoen.[1] In 2024 was het aantal gestegen tot 2,6 miljoen.[2]
De buurt is in 1961 vernoemd naar deschans dieDiederik Sonoy, gouverneur in dienst vanWillem van Oranje, in 1574 liet bouwen om de Spaanse troepen tegen te houden.

Bewustwording van het Zaans erfgoed ontstond tijdens deTweede Wereldoorlog in Nederland. In 1938 werd in hetNederlands Openluchtmuseum al deZaanse buurt opgezet met vier verplaatste woningen. In 1946 werd het burgerinitiatief 'Zaans Schoon' opgericht om woonbuurt deGortershoek te behouden. Job Duyvis, Evert Smit, architect Jaap Schipper, rijksarchivaris Johan Groesbeek en houtbouwkenner Theo van der Koogh waren bij dit initiatief betrokken.[3]
Om zoveel mogelijk Zaanse houtbouw te behouden werd in 1949 gekeken naar een aparte buurt om de huizen heen te verplaatsen. Haaldersbroek bij de Kalverpolder en het gebied rond het Eerste Ezelspad en het Weeshuispad in Zaandijk kwamen aanvankelijk in aanmerking. Niet alle bebouwing daar werd authentiek genoeg bevonden en het oog viel daarom op de Kalverpolder, die zich bovendien tegenover Gortershoek bevond waardoor een natuurlijk ensemble zou ontstaan.
In 1952 werd door architect Jaap Schipper op de tentoonstellingOud Zaandam in 1952 een maquette getoond hoe het Zaans Buurtje eruit zou kunnen zien. In de maquette werden vier soorten bebouwing onderscheiden: bebouwing aan de Zaanoever, de bebouwing op de Zaandijk, de overtuin en de arbeiderswoningen aan de overzijde van eenafwateringssloot ontsloten doorkwakels.[3] De gemeente en de provincie gingen niet aanstonds akkoord. Het ontbrak volgens hen aan een 'Zaanse plattegrond', het buurtje was opgezet als een driehoekige dorpskom zonder de karakteristieke kamstructuur van een dijklint met zijpaden en zicht op de Kalverpolder. Na bijstelling werd het plan voorgelegd aan deRijksdienst voor de Monumentenzorg die aanvankelijk subsidiëring afwees omdat de monumenten verplaatst zouden worden. Bewoning van de panden werd door monumentenzorg als voorwaarde gesteld en de gemeente bedong een parkeerterrein voor de toeristen. In 1956 was het plan goedgekeurd. In 1957 werd de grond bouwrijp gemaakt, een fabriekscomplex gesloopt en opgekochte panden opgeslagen in een loods. In het plan was plaats voor 43 panden en een molen.
Vanaf1963 werden vele oude houten gebouwen uit deZaanstreek metdiepladers naar het uitbreidingsplan Zaanse Schans gebracht en in oude luister hersteld. Verplaatsing per dieplader had de voorkeur om zoveel mogelijk de houten authenticiteit van een pand te bewaren. Wel werd gekozen voor beton als fundering in plaats van traditionele houten palen met kespen. Voor de bewoning van het buurtje ontstonden lange inschrijvingslijsten.[4] Rond 1970 waren vijftien woningen herbouwd.
Aanvankelijk opgezet als woonbuurt trok het buurtje steeds meer toeristen waarop het niet berekend was. Er werd gekeken naarColonial Williamsburg als toeristische levende buurt. Tussen 1970 en 1974 werd het plan hierop uitgebreid met historische gebouwen (restaurant 'De Kraai', pakhuis 'De Lelie' en 'De Bezem') en enkele replica's geschikt voor horeca en toerisme. Ook werd een extra parkeerterrein aangelegd op de plek waar aanvankelijk een school zou komen. Vanaf 1976 was de Zaanse Schans als toeristische bestemming een feit.
Ook enkele molens zijn verplaatst. Alleen de onderbouw van deverfmolende Kat (oorspronkelijk eenoliemolen) en van de oliemolende Bonte Hen, alsmede de oliemolende Os staan nog op hun oorspronkelijke erf. Ook later zijn regelmatig gebouwen naar de Zaanse Schans verplaatst.
In 1982 werd Gortershoek aangewezen als een beschermd dorpsgezicht, de Zaanse Schans volgde in 2010. Doordat de buurt niet was opgezet als een museum is een verdienmodel ontstaan gebaseerd op contracten met internationale touroperators, parkeergelden en gratis musea met een daaraan gekoppelde winkel voor het betreffende streekproduct.[4]
De Zaanse Schans trekt buitenlandse toeristen vanuit Amsterdam, en in het voorjaar gecombineerde bezoeken met deKeukenhof. In 2019 constateerde de gemeente dat de bezoekersaantallen problematisch werden voor de leefbaarheid, veiligheid en beleving en heeft voorgesteld de groei te temperen en een omslag te maken van sightseeingtoeristen naar cultuurtoeristen.[5][6] Over hoe de toekomst ingevuld moet worden in de buurt staan de meepratende partijen tegen over elkaar.[6] Het erfgoed en de leefkwaliteit voor bewoners dreigen ernstig aangetast te worden doorovertoerisme, zo wordt sommige belanghebbenden gesteld.[2]
Om de impasse tussen partijen in de buurt te doorbreken werd Johan Remkes aangetrokken om te bemiddelen.[7] Hij deed aanbevelingen om het leven op de Schans én de toegenomen toeristenstroom te kanaliseren.[8][6] Na een dip in het aantal bezoekers tijdens decoronacrisis was in 2022 weer een herstel te zien. In 2024 kwamen er 2,6 miljoen mensen naar de Schans, hoewel dit aantal door sommigen betwist wordt. Volgens de gemeente is het na deEfteling enRijksmuseum Amsterdam de populairste dagtrip in Nederland.
In 2024 werd een proef gehouden voor het betalen van entree voor de attracties. De gemeenteZaanstad onderzoekt de mogelijkheid om entree te gaan heffen voor toeristen die de Zaanse Schans bezoeken. Het gebied zal hiermee wellicht in de toekomst niet langer vrij toegankelijk zijn. Gedacht wordt aan een entreebedrag van 17,50 euro. De opbrengsten zouden ten goede moeten komen aan het onderhoud en herstel van de monumentale bebouwing.[9]
Op het terrein bevinden zich meerdere kleinere en grotere musea:
Aan het water van de Zaan staan van zuid naar noord:
Enkele molens, waaronderde Kat enHet Jonge Schaap, zijn opengesteld voor publiek.
Voorts staan over het terrein verspreid: