Het element is genoemd naar deZweedse groeveYtterby. In de omgeving werden en wordenlanthanidehoudende mineralen gevonden waarin ook vaak yttrium wordt aangetroffen. Andere elementen die naar deze stad zijn vernoemd zijnerbium,terbium enytterbium.
Een andere belangrijke toepassing van yttrium is inYAG-lasers. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn yttrium-aluminiumkristallen waarbij een klein deel van de yttriumatomen is vervangen doorneodymium.
Yttrium wordt gecombineerd met zirkonium voor het vervaardigen van tandheelkundige restauraties.
Rond 2007 is onderzoek gedaan naar het gebruik van eenradioactieve isotoop van yttrium incytostatica. Patiënten met een bepaalde vorm vannon-hodgkinlymfoom (NHL) lijken baat te hebben bij behandeling metibritumomab tiuxetan (handelsnaam Zevalin):radioactief90Y met eenhalveringstijd van 2,46 dagen, is gekoppeld aanmonoklonale antilichamen die gericht zijn tegen specifieke antigene determinanten (herkenbare oppervlaktestructuren) van de tumorcellen. Anno 2020 wordt Zevalin gebruikt bij volwassen patiënten met folliculair B-cel NHL.[2][3]
De antilichamen, die dus radioactief yttrium meedragen, binden zich aan de tumorcellen. Daardoor zal de radioactiviteit, die de cellen vernietigt, zich in het tumorweefsel kunnen concentreren. Doordat de straling precies op de juiste plek afgegeven wordt, wordt het omringende gezonde weefsel gespaard.
Yttrium wordt net alsscandium meestal tot delanthaniden gerekend, omdat zijn ionenstraal vergelijkbaar is met die van de zogenaamde yttriagroep. Onder normale omstandigheden is het metaal vrij stabiel, maar als fijn verdeeld poeder kan het makkelijk ontbranden in aanwezigheid vanzuurstof.
In vrijwel alle mineralen waarin lanthaniden voorkomen wordt ook yttrium aangetroffen. Ook inuraniumerts komt yttrium regelmatig voor. De concentraties daarin zijn echter te laag om het daaruit op commerciële basis te winnen. De meest gebruikte yttriumbronnen zijn de mineralenmonaziet enbastnäsiet die tot 3% respectievelijk 0,2% yttrium in verbindingen bevatten.[1] De meest toegepaste isolatiemethode is het reduceren van yttriumfluoride met metallischcalcium. Desalniettemin is het een erg lastig karwei om yttrium te scheiden van andere lanthaniden.
Stenen die met deApollo 11 van demaan terug naar de aarde werden gebracht, bleken relatief hoge concentraties yttrium te bevatten.[1]
In de natuur komt er één stabiele yttriumisotoop voor (89Y). De stabielste radioactieve isotoop is88Y met eenhalveringstijd van iets meer dan 100 dagen.90Y komt samen met hetstrontiumisotoop90Sr vrij bij kernproeven.