Eenerf (Nederland) ofwoonerf (België, en in Nederland tot juli 1988) is een deel van deverkeersinfrastructuur dat is aangeduid met het verkeersbord 'erf' of 'woonerf'.
Nog voordat er het 'woonerf' werd geïntroduceerd, werd door stedenbouwkundigeNiek de Boer de in Emmen gelegen woonwijkAngelslo zodanig ontworpen dat woongebieden vanaf de doorgaande weg door rijverkeer konden worden in- en uitgereden via doodlopende straten, en waarbij de bewoners hun auto in die straten konden parkeren en via looppaden hun woning konden bereiken.
De eerste woonerven ontstonden eind jaren zestig in de woonwijkEmmerhout inEmmen, waar het begripwoonerf geïntroduceerd werd door Niek de Boer.[1] Hier werden aan het begin van ieder erf garageboxen geplaatst, om de erven zodoende autovrij te houden. De erven waren doodlopende wegen. De erven worden gebruikt om te parkeren, maar doorgaand verkeer is nog steeds niet mogelijk. Hierdoor is er minder verkeer en kunnen kinderen op de erven spelen.
Het begrip 'woonerf' was zo revolutionair, dat er veel kijkers op af kwamen, en het begrip 'woonerf' in de Engelse taal onvertaald werd overgenomen.
Erven zijn in Nederland in dejaren zeventig entachtig veelvuldig toegepast in stadsvernieuwingsgebieden en nieuwewoonwijken, zoals inZoetermeer,De Maten inApeldoorn,Duivendrecht en Diemen-Zuid. Niet zelden werd dit uitgevoerd als een zogenoemdebloemkoolwijk, die daarom ook woonerfwijk wordt genoemd.
Hoewel in de wegcategorisering volgens 'Duurzaam Veilig' geen rekening meer gehouden is met 'het erf', worden erven nog toegepast als alternatief voorerftoegangswegen binnen de bebouwde kom (30 km-straten), zeker waar onvoldoendetrottoirruimte is. Erven zijn onder andere toegepast bij latere uitbreidingen inDen Haag, zoals in de wijkYpenburg, en in steden rond Den Haag. Ongeveer 20% van alle woningen in Nederland staat inwoonerfwijken.[2]
Dit typeweg is aanwezig in een gebied waar de verblijfsfunctie (lopen, spelen, ontmoeten enzovoorts) prioriteit heeft boven deverkeersfunctie van de weg.
In hetReglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) staan ten aanzien van het erf de volgende bepalingen:
Na een herziening van de regels voor het woonerf in 1988 kan het erf ook worden toegepast in andere situaties zoals binnensteden, winkelgebieden en stationsgebieden.
In juli 2012 richtte het Nederlandse netwerkwoonerfgoed, dat ijvert voor betere bekendheid en handhaving van de regels op woonerven, zich met een petitie tot deTweede Kamer. Het (voorgestelde) nieuwe erfbord is – analoog aan het Zwitserse erfbord (zie hieronder bij Internationaal) – rechtsonder voorzien van een 15 km-aanduiding als "uiterste limiet".Dick Jense, de verkeerswethouder van Rijswijk die al eerder op verzoek van bewoners uit dewoonerfwijk Leeuwendaal de woonerfborden had laten voorzien van 15 km-stickers, bood een nieuw erfbord aan. Inmiddels is woonerfgoed onderdeel geworden van de verkeersveiligheidsorganisatieMENSenSTRAAT.
Woonerven worden afgebakend door de verkeersborden F12a (begin woonerf) en F12b (einde woonerf).[7]
De snelheid in een woonerf is vastgelegd op 20 km/u.[8] Voetgangers mogen in woonerven de gehele breedte van de weg gebruiken. De bestuurders van voertuigen mogen deze voetgangers en in het bijzonder kinderen niet in gevaar brengen.[7]
Parkeren in een woonerf is verboden, behalve waar het expliciet toegestaan wordt door middel van een verkeersbord of markeringen op de grond.[7]
Internationaal heeft het erf zich over grote delen van Europa verbreid (bijvoorbeeld Duitsland, Polen, Hongarije, Oostenrijk, Zwitserland). In Zwitserland heet het Begegnungszone (ontmoetingsgebied) en heeft men aan het verkeersbord een aanduiding "maximaal 20 kilometer per uur" toegevoegd.
Dick van Gameren, Dirk van den Heuvel, Olav Klijn, Harald Mooij en Pierijn van der Putt (red.): Het woonerf leeft / The woonerf today. Delft architectural studies on housing, 2010.ISBN 9789056627393