DeWoodward-Hoffmann-regels, voor het eerst geformuleerd doorRobert Burns Woodward enRoald Hoffmann, vormen een stelsel van regels in deorganische chemie waarmee destereochemie vanpericyclische reacties verklaard wordt op basis vanorbitaalsymmetrie. Onder deze groep reacties vallenelektrocyclische reacties,cycloaddities ensigmatrope reacties. Hoffmann heeft in1981 een (gedeelde)Nobelprijs voor de Scheikunde voor dit werk ontvangen, Woodward was twee jaar eerder overleden. Mocht hij nog geleefd hebben, dan zou hij een tweede Nobelprijs gewonnen hebben.
De Woodward-Hoffmann-regels zijn van toepassing op destereospecificiteit vanelektrocyclischeringopening enringsluitingreacties aan de uiteinden van acyclischegeconjugeerdepolyenen, zowel bij reactie onder thermische als onder fotochemische omstandigheden. In de originele publicatie in1965 worden drie regels als volgt verwoord:[1]


Organische reacties die met deze regels beschreven kunnen worden, zijnsymmetrie-toegestaan. Reacties die de regels niet volgen wordensymmetrie-verboden genoemd, en vragen een veel grotere activeringsenergie, op voorwaarde dat ze wel degelijk verlopen.
De regels voorspellen de stereochemie van een aantal reacties in de grondtoestand:
De regels worden ondersteund door theoretische modellen. Met deuitgebreide Huckel methode kan bijvoorbeeld deactiveringsenergie voor de thermische ringsluitingreactie van1,3-butadieen als functie van de C-C-C-bindingshoek berekend worden. Bij hoeken groter dan 117° is er een lichte voorkeur voor de disrotatorische reactie, met kleinere hoeken zal de conrotatorische reactie iets makkelijker zijn.
In 2007 wordt beschreven hoe met behulp van geforceerde sterische conformaties reactiewegen mogelijk worden die schijnbaar in tegenspraak zijn met de Woodward-Hoffmann-regels.[2]
Er wordt beweerd dat E.J. Corey als eerste ideeën heeft verwoord die aan de basis liggen van de Woodward-Hoffmann-regels, en dat Woodward heeft nagelaten om Corey in dat verband te vernoemen. In2004 stelde Corey in een artikel in hetJournal of Organic Chemistry het volgende:[3]
Op 4 mei 1964 suggereerde ik aan collega R.B. Woodward een eenvoudige verklaring voor de stereoselectiviteit van de reacties van cyclobuteen naar 1,3-butadieen en 1,3,5-hexatrieen naar cyclohexadieen waarin de symmetrie van de HOMO een rol speelde. Deze opmerking legde de basis voor de ontwikkeling van ideeën die later bekend werden als de Woodward-Hoffmann regels.
Eveneens in 2004 antwoordde Roald Hoffmann daarop in het Duitse vakbladAngewandte Chemie:[4]
Ik herinner me zeer duidelijk - en het verbaast me eigenlijk nog steeds een beetje - dat de 'aha-erlebniss' voor mij eerder in een algebraïsche dan een beeldende of geometrische vorm kwam. Uit het niets was ineens duidelijk dat de coëfficiënten in de wiskundige formule voor de eindstandige atomen van de HOMO in 1,3-butadieen tegengesteld van teken waren, terwijl die voor de overeenkomstige formule voor hexatrieen hetzelfde teken hebben. Daarvandaan was het maar een korte stap naar de meer geometrische, en daarmee chemische, beschrijving: in de interne cyclisatie van een dieen moet de bovenzijde van het ene eindstandige atoom reageren met de onderzijde van het andere eindstangige atoom, terwijl voor het trieen de vorming van de nieuwe band voor beide eindstandige atomen de bovenzijde (of van alle twee de onderzijde) betrokken is.
Hoffman wijst ook nog op twee publicaties van Corey uit 1963[5] en 1965.[6] Corey beschrijft detotaalsynthese vandihydrocostunolide. Hoewel in deze synthese een elektrocyclische reactie wordt gebruikt, doet Corey geen poging de waargenomenstereospecificiteit te verklaren.

In hedendaagse termen wordt dezefotochemische reactie beschreven als een 4*1+2 (4 elektronen waarvan 1 in een aangeslagen toestand + 2 elektronen) conrotatorische reactie.