| Willem Wenckebach | ||||
|---|---|---|---|---|
Wenckebach in 1905 | ||||
| Persoonsgegevens | ||||
| Volledige naam | Ludwig Willem Reymert Wenckebach | |||
| Geboren | 12 januari1860 | |||
| Overleden | 25 juni1937 | |||
| Land(en) van nationaliteit | Koninkrijk der Nederlanden | |||
| Beroep(en) | schilder,illustrator | |||
| Werkveld(en) | jeugdliteratuur | |||
| Prijzen en erkenningen | Koninklijke Medaille ter beschikking gesteld door koningin Wilhelmina | |||
| Oriënterende gegevens | ||||
| Bekende werken | Brug tussen Haarlem en Haarlemmerliede | |||
| Lid van | Arti et Amicitiae | |||
| RKD-profiel | ||||
| Dbnl-profiel | ||||
| ||||

Ludwig Willem Reymert (Willem) Wenckebach ('s-Gravenhage,12 januari1860 –Santpoort,25 juni1937), vooral bekend als Willem Wenckebach, was eenNederlandskunstschilder,illustrator,boekbandontwerper engraficus. Zoals zoveel kunstenaars in zijn tijd maakte hij zowel toegepast als vrij werk. Met zijn toegepast werk werd Willem Wenckebach een van de bekendste en meest productieve illustratoren en grafisch vormgevers van zijn tijd.[1] Hij is vooral bekend gebleven door zijnaquarellen voor deVerkade-albums vanJac. P. Thijsse. Hij maakte voor deze albums illustraties met onder anderenJan Voerman jr. enJan van Oort. In Amsterdam is Wenckebach ook bekend gebleven door de vele pentekeningen die hij in de periode 1898-1907 van het oude Amsterdam maakte. Deze werden gepubliceerd in hetNieuws van de Dag. Later werden de tekeningen nog meerdere malen in boekvorm uitgegeven.[2]
Zijn vader wasEduard Wenckebach, een grondlegger van de Nederlandsetelegrafie, zijn moeder was Maria Geertruida Elisabeth Cornelissen. Willem Wenckebach was een broer van de Nederlandse artsKarel Frederik Wenckebach en van de Directeur StaatsmijnenHenri Johan Eduard Wenckebach. Ook was hij oom en leermeester van de beeldhouwer en kunstschilderOswald Wenckebach.
Willem Wenckebach volgde aanvankelijk een opleiding voortuinarchitect aan de Tuinbouwschool Linnaeus in Amsterdam, waarna hij in 1878 naar Utrecht vertrok om leerling te worden van de Utrechtse schilderDirk van Lokhorst (1818-1893) en van de zeeschilderJacob Eduard van Heemskerck van Beest.[3]
Als jong veelbelovend kunstenaar verwierf hij eenKoninklijke Subsidie, wat hem in staat stelde om van 1880-1884 naar Parijs te gaan. Terug in Utrecht werd hij lid van hetGenootschap Kunstliefde, waar hij bevriend raakte metAnthon van Rappard. Met hem trok Wenckebach erop uit omen plain air te schilderen, onder andere op Terschelling en in Drenthe.[1] In 1886 zegden beiden hun lidmaatschap van het behoudende Genootschap Kunstliefde op na een conflict over onder meer het tekenen van vrouwelijk naakt.[4] Via Anthon van Rappard leerde Willem Wenckebach ookVincent van Gogh kennen, op wiens aanraden Wenckebach zich een tijdje in het toentertijd bij kunstenaars geliefde BrabantseHeeze zou vestigen.[1] Behalve met Anthon van Rappard was Wenckebach bevriend metHendrik Petrus Berlage enAntoon Derkinderen.[bron?]
In 1887 vertrok Willem Wenckebach naar Amsterdam om zich te gaan toeleggen op toegepast werk. Hij ging werken voor een grote drukkerij als illustrator en ontwerper van boekbanden. Het vrije schilderen raakte op de achtergrond, maar door zijn illustraties van kinderboeken, zijn getekende Amsterdamse stadsgezichten en vooral zijn aquarellen voor de Verkade-albums van Jac. P. Thijsse werd Wenckebach een van de bekendste en meest productieve illustratoren en grafisch vormgevers van zijn tijd.[1]Toch bleef hij wel schilderen, vooral landschappen, die hij exposeerde bijArti et Amicitiae, waarvan hij in 1889 lid was geworden. Vanaf 1910 had hij ook regelmatig solo-exposities bij kunsthandels. Zijn schilderijen verkochten daar zo goed, dat hij in 1917 stopte met illustreren om zich weer volledig op het schilderen toe te leggen.[1]
Willem Wenckebach gaf ook les aan deKunstnijverheidsschool teHaarlem. Behalve zijn neefOswald Wenckebach telde hij onder zijn leerlingen ook:Rie de Balbian Verster-Bolderheij,Frans Baljon,Johan Briedé,Johan Jacobs,Marie Jorissen-Cox,Johannes Josseaud,Kees Laan,Jan Harm Oostendorp.[5]



Willem Wenckebach tekende en schilderde voornamelijk in de stijl van deHaagse school. Hij schilderde veel van zijn landschapsschilderijen in de buurt vanWolfheze, inDrenthe of in de Hollandse duinen (vaak bijSchoorl en opTexel).
Het meest bekend is Willem Wenckebach gebleven door zijn pentekeningen en aquarellen - in een impressionistische, kleurrijke stijl - voor deVerkade-albums vanJac. P. Thijsse. Bekende voorbeelden zijnHet Naardermeer (1912) enTexel (1927). De illustraties maakte hij op zijn tochten door Nederland, die hij samen met Jac. P. Thijsse en de andere illustratoren van de albums, onder wieJan Voerman jr. enJan van Oort, ondernam. VoorHet Naardermeer maakte Wenckebach ook het ontwerp voor de boekband.
Behalve tekenaar en schilder was Willem Wenckebach ook een gevraagdboekbandontwerper. Eerder maakte hij bijvoorbeeld boekbandontwerpen voor werken vanLouis Couperus, zoalsEline Vere (1889),Een lent van vaerzen (1893) enOrchideeën (1895). Zijn boekbanden ontwierp hij vaak in de stijl van deNieuwe Kunst.
Behalve landschapsschilderijen en illustraties voor de Verkade-albums heeft Wenckebach ook veelpentekeningen gemaakt van Oud-Amsterdamsestadsgezichten, die als etsen werden gepubliceerd door het Amsterdamse dagbladDe Courant/Nieuws van de Dag. Aan deze krant was hij vanaf 1886 verbonden als medewerker. Veel van deze tekeningen zijn later meerdere malen in boekvorm verschenen.
Hij was een allround illustrator. Naast zijn werk voor volwassenen maakte hij ook illustraties voor kinderboeken en voor het kindermaandbladOns Thuis vanHenriëtte Dietz enKatharina Leopold. Voor de auteurAgatha Snellen illustreerde Wenckebach bekende kinderboeken als het klaviersprookjeIn de muizenwereld (1894), dat op muziek werd gezet doorCatharina van Rennes en het sprookjeKlaproosje en Korenbloempje (1901).In de muizenwereld is nog lang populair gebleven. Het stond tot aan de Tweede Wereldoorlog nog op menig lijstje voor aanbevelingswaardige jeugdliteratuur.[6] Ook illustreerde hij een sprookjesboek (1899) van de Gelderse onderwijzerCoenradus Geerlings.
Door de tekeningen van Wenckebach bij de Nederlandse vertaling vanNotenkraker en Muizenkoning (1898) van de Duitse schrijverE.T.A. Hoffmann werd dit boek “een prachtig geschenk voor kinderen” genoemd door zijn tijdgenoot de Amsterdamse socialistische onderwijzerJ.W. Gerhardt. Deze laatste was, in een tijd dat dat nog niet als vanzelfsprekend werd gezien, een voorvechter van kwalitatief goede prentenboeken. Hij publiceerde in 1905De esthetische opvoeding der jeugd over het belang en de rol van illustraties in de opvoeding van kinderen.[7]
Een keuze uit het werk van Willem Wenckebach.
| jaar | illustratie | titel | auteur | uitgever | digitale versie | opmerkingen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 1894 | In de muizenwereld : een nieuwe vertelling aan 't klavier | Agatha Snellen en Catharina van Rennes | J.L. Beijers | DBNL | ||
| 1898 | Notenkraker en Muizenkoning | E.T.A. Hoffmann | Scheltema & Holkema | heruitgave 1978: | Bewerking van de vertaling doorJacob van Lennep (1840). | |
| 1901 | Klaproosje en Korenbloempje : een sprookje | Agatha Snellen | C.A.J. van Dishoeck | 2e druk: Geheugen van Nederland | ||
| 1902 | Amsterdam bij dag en nacht : novellen en schetsen | Justus van Maurik | Van Holkema & Warendorf | DBNL | ||
| 1906 | Lente | Jac. P. Thijsse | Bakkerij "De Ruijter" der Firma Verkade & Comp. | Verkade-album. Ook met illustraties van Jan van Oort en Jan Voerman Jr. | ||
| 1907 | Zomer | Jac. P. Thijsse | idem | idem | ||
| 1907 | Oud-Amsterdam: 100 stadsgezichten | L. W. R. Wenckebach | Het Nieuws van de Dag | Fotomechanische herdr. (Teleboek 1977) | ||
| 1908 | Herfst | Jac. P. Thijsse | Bakkerij "De Ruijter" der Firma Verkade & Comp. | Verkade-album. Ook met illustraties van Jan van Oort en Jan Voerman Jr. | ||
| 1909 | Winter | Jac. P. Thijsse | idem | idem | ||
| 1910 | Blonde duinen | Jac. P. Thijsse | idem | Verkade-album. Ook met illustraties van Jan van Oort. | ||
| 1912 | Het Naardermeer | Jac. P. Thijsse | idem | Verkade-album. Ook met illustraties van Jan van Oort en Jan Voerman Jr. | ||
| 1913 | Bosch en heide | Jac. P. Thijsse | idem | idem | ||
| 1914 | Langs de Zuiderzee | Jac. P. Thijsse | idem | Verkade-album. Ook met illustraties van Edzard Koning en Jan Voerman Jr. | ||
| 1915 | De Vecht | Jac. P. Thijsse | idem | idem | ||
| 1916 | De IJsel | Jac. P. Thijsse | idem | idem | ||
| 1918 | Friesland | Jac. P. Thijsse | idem | idem | ||
| 1926 | De bloemen in onze tuin | Jac. P. Thijsse | idem | Verkade-album. Ook met illustraties van Jan Voerman Jr.,C. Rol enJac.J. Koeman. | ||
| 1926 | Oud Amsterdam in het laatst van de 19de Eeuw | L.W.R. Wenckebach | De Bussy | Delpher | ||
| 1927 | Texel | Jac. P. Thijsse | Bakkerij "De Ruijter" der Firma Verkade & Comp. | Verkade-album. Ook met illustraties van Jan Voerman Jr. en C. Rol |