Wilhelmina was het enige kind uit het huwelijk van koningWillem III der Nederlanden en koninginEmma. Van 1890 tot haar achttiende verjaardag in 1898 was haar moederregentes. Tijdens deTweede Wereldoorlog week zij uit naar Engeland. Wegens gezondheidsproblemen van Wilhelmina waskroonprinses Juliana, in 1947 en 1948, voor in totaal 157 dagen regentes. Wilhelmina was bijna 58 jaar lang koningin der Nederlanden, maar feitelijk regeerde zij iets korter dan vijftig jaar. Desondanks is zij met afstand het langstzittende Nederlandse staatshoofd ooit.
Wilhelmina werd op 31 augustus 1880 om 18.00 uur geboren opPaleis Noordeinde in Den Haag. Zij was het enige kind uit het huwelijk van koning Willem III der Nederlanden en zijn tweede echtgenote Emma van Waldeck-Pyrmont. Ter gelegenheid van de geboorte werden militaire parades gehouden en klonken 51saluutschoten.
Haar officiële namen waren:
Wilhelmina, de vrouwelijke vorm van de traditionele Oranje-voornaam Willem
Haar twee ouderehalfbroers, prinsWillem van Oranje-Nassau en prinsMaurits van Oranje-Nassau uit haar vaders eerste huwelijk metSophie van Württemberg waren al overleden bij haar geboorte, alleen prinsAlexander van Oranje-Nassau leefde nog. Hij was zo verbolgen over zijn vaders tweede huwelijk dat hij op 6 januari 1879 Nederland verliet om geen getuige te zijn, van de intocht van zijn vader met zijn stiefmoeder. Later weigerde hij om zijn halfzusje te zien. Hij stierf toen zij vier jaar oud was. Hierdoor werd Wilhelmina de vermoedelijke troonopvolgster. Zij was er pas zeker van dat zij daadwerkelijk haar vader ging opvolgen, toen die op 23 november 1890 stierf zonder een zoon nagelaten te hebben. Volgens de toenmaligeGrondwet gingen mannelijke nakomelingen voor op vrouwelijke. Bij zijn overlijden werd de tienjarige Wilhelmina automatisch koningin.
Tot haar achttiende verjaardag nam haar moeder Emma als regentes het koningschap waar. In hetGroothertogdom Luxemburg waren volgens de afgesloten erfstellingsovereenkomst alleen mannelijke afstammelingen uit het huis Nassau erfgerechtigd. Degroothertogelijke kroon ging daar over op een ver familielid uit hetHuis Nassau,Adolf, hoofd van de Walramse tak van Nassau.
De inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898Filmopname van de inhuldiging door Oscar Carré
Op 6 september 1898 werd Wilhelmina ingehuldigd in deNieuwe Kerk inAmsterdam. Aansluitend aan de inhuldiging kwam Wilhelmina met de stoet weer naar buiten; hiervan maakte de beroemde circusdirecteurOscar Carré een filmopname, die hij kort daarna in zijn circus vertoonde en die tot de oudste Nederlandse filmbeelden behoort.
Twee jaar na haar inhuldiging werd aan een Nederlands marineschip,Hr.Ms. Gelderland, opdracht gegeven naarPortugees-Oost-Afrika te varen om daarPaul Kruger, president van het verslagenTransvaal, te evacueren naar Marseille. Dit gebaar (met stilzwijgende instemming van de Britten), leverde haar veel goodwill op in Europa, hoewel zij niet meer deed dan ingaan op een voorstel van minister van Buitenlandse ZakenDe Beaufort. De talrijke loftuitingen aan haar adres hadden daarom niet echt haar instemming. "Nooit heb ik zulk eene overdreven beweging gezien", oordeelde zij.[2]
Foto van Wilhelmina en Hendrik van 17 oktober 1900, een dag na de bekendmaking van de verloving.Wilhelmina met Juliana, circa 1914.
Er werd gezocht naar een echtgenoot voor de jonge koningin. Britse kandidaten vielen af vanwege de Boerenoorlog. “Aber nur ein Deutscher Prinz darf sie bekommen”, schreef de Duitse keizerWilhelm II in de kantlijnen van een diplomatiek ambtsbericht.[3]
Op 7 februari 1901 vond het huwelijk plaats. Heinrich heette vanaf die dag Hendrik. Volgens de toenmalige regels had Wilhelmina als vrouw de naam van haar man moeten aannemen. Er zou dan een nieuwe dynastie op de troon komen, het huis Mecklenburg-Schwerin. Dat lag uiteraard gevoelig in Nederland. Koningin Emma en de Nederlandse ministerraad stelden daarom voor om de naam Oranje-Mecklenburg te gebruiken. De naam Oranje mocht namelijk wel via de vrouwelijke lijn doorgegeven worden.[5] Voor de naam Nassau lag dat anders. Alleen de laatst overgebleven erfdochter kon de naam Nassau doorgeven aan haar man en kinderen. Maar hier kon geen beroep op worden gedaan, want er waren nog mannelijke leden van de familie Nassau in leven. De meest stamverwante tak van de familie Nassau regeerde inLuxemburg.[5] Na overleg met het familiehoofd van de Luxemburgse tak, GroothertogAdolf van Luxemburg, kregen Emma en Wilhelmina toestemming om de naam Oranje-Nassau te gebruiken.[6]
Op 9 november 1901 kreeg Wilhelmina haar eerste miskraam.[7] In maart 1902 werd bekendgemaakt dat de koningin opnieuw zwanger was en in april kwam het bericht dat zij ernstig ziek was. Het bleektyfus te zijn. Begin mei kreeg Wilhelmina na 4½ maand zwangerschap weer een miskraam en de situatie werd even levensbedreigend genoemd. Wilhelmina was de laatste Oranjetelg en indien zij zou overlijden, zou de troon naar een Duitser gaan, Wilhelmina's achterneefWillem Ernst, groothertog vanSaksen-Weimar-Eisenach, een kleinzoon van Wilhelmina's tante Sophie. In het verloop van de maand mei verbeterde haar gezondheidstoestand en om volledig te herstellen ging zij naarSchaumburg. OpPrinsjesdag 1902 verscheen Wilhelmina voor het eerst weer in het openbaar. Op 23 juli 1906 volgde een derde miskraam.
Tevens ontsnapten zowel koningin als prins op 26 februari 1908 nog maar net aan een verkeersongeval. Prins Hendrik mende een open rijtuig dat door een tram aangereden werd op de hoek van deParkstraat en de Oranjestraat in Den Haag. Het rijtuig verloor drie wielen, maar paarden en inzittenden bleven ongedeerd.[8] Eind 1908 werd opnieuw een zwangerschap van de koningin bekendgemaakt door de voorzitter van de ministerraadTheo Heemskerk en op 30 april 1909 werd een kind geboren, de latere koninginJuliana.
Wilhelmina had twee peetkinderen, beiden werden geboren tijdens destormvloed van 1916, Wilhelmina Lijsje van Riel in Marken en Wilhelmina Aartje Vedder in Spakenburg.
Wilhelmina was een meelevend lid van deNederlandse Hervormde Kerk. Ze nam in 1905 het initiatief tot de oprichting van de Vereniging voor Volkszanguitvoeringen, die in volksbuurten wilde evangeliseren door het lied. Ze steunde de stichting van de Wereldzendingsbeweging (1910) en deWereldraad van Kerken (1948). Frank Thomas, de oprichter van de Société évangélique de Genève, bewonderde ze zeer.Abraham Kuyper, die met deDoleantie de Hervormde Kerk had verlaten, vond ze een "scheurmaker".
Eind jaren dertig sloot zij zich aan bij de Oxford-Groep van delutherse dominee Frank Buchman. Het doel was om door middel van geestelijke herbewapening tegenwicht te bieden aan de militaire herbewapening in die periode. In drieradiotoespraken, die grote weerklank vonden, besteedde ze hier aandacht aan.
Wilhelmina was vijfendertig jaar onder invloed vanSadhoeSundar Singh, eengoeroe uit het toenmaligeBrits-Indië, die behoorde tot de sekte van deSikhs,[9] maar zich tot het christendom bekeerd had.
Wilhelmina maakte van haar bevoegdheden als koningin nadrukkelijk gebruik. Hoewel zij wist waar haar grenzen lagen, respecteerde zij die met tegenzin. Wilhelmina had een duidelijke protestants-christelijke achtergrond. Zij hechtte, vanuit de Oranjetraditie, belang aan een sterke krijgsmacht. Daarnaast hield zij ook niet van politiek gekissebis en had zij niet veel op met de politici van haar tijd, wat vaak tot conflicten leidde met haar ministers.
Vanuit die achtergrond stoorde zij zich aan hetkabinet-De Meester, een zwak liberaal minderheidskabinet, dat gedoogsteun kreeg van de SDAP. De begroting van het ministerie van Oorlog werd in zowel 1906 en 1907 verworpen. Daarop viel het kabinet in december 1907. Dat gaf Wilhelmina de ruimte om haar stempel opde volgende formatie te drukken.Abraham Kuyper was bij de ARP de sterke man en de voor de hand liggende formateur, maar riep bij Wilhelmina en de andere partijen weerstand op. Wilhelmina wilde een gematigde koers, een sterke landsverdediging en had een hekel aan Kuyper.Theo Heemskerk, de tweede man in de ARP, kreeg van Wilhelmina de opdracht om een kabinet te formeren, waarbij Kuyper, tot diens ergernis, werd gepasseerd.[10]
Nadat de grote mogendheden Den Haag aanwezen als vestigingsplek voor hetVredespaleis, bood de negentienjarige koningin een van haar paleizen aan als plaats waar de landen hun geschillen vreedzaam konden bijleggen, door deze voor te leggen aan hetPermanent Hof van Arbitrage. Zij bood een galadiner aan bij de afsluiting van de eersteHaagse Vredesconferentie. Zij zag weinig in deze initiatieven – Nederland was immers een neutraal land – en hechtte meer aan een sterke defensie. Daarover kwam ze in conflict met de achtereenvolgende ministerraden, die toentertijd streefden naar een volksleger.
Wilhelmina erfde van haar in 1884 overleden halfbroer Alexander twee miljoen gulden en van haar vader ruim 6,9 miljoen gulden. Van dat laatste bedrag was tachtig procent ineffecten. Als koningin kreeg zij een jaarlijkse staatstoelage van 600.000 gulden, evenveel als haar vader vanaf 1849 ontving. Daarnaast kreeg zij jaarlijks 50.000 gulden voor onderhoud aan haar paleizen. De inkomsten uit haarkroondomeinen bedroegen jaarlijks tussen de 500.000 en 600.000 gulden. Wilhelmina betaalde alleengrondbelasting. De uitgaven aan het hofpersoneel kwamen in de jaren 1890-1898 ongeveer overeen met haar jaarinkomsten. In 1905 had Wilhelmina 181 personeelsleden. Tien jaar later waren er dat 205. In de vijf jaar voorafgaand aan 1909 moest Wilhelmina uit haar privévermogen meer dan 700.000 gulden toeleggen om in haar uitgaven te voorzien. Bij de grondwetswijziging in 1922 werd haar staatstoelage verdubbeld. In 1940 schatten de Duitsers haar privévermogen op zestien miljoen gulden. Daarvan nam ze voor drie miljoen gulden effecten mee naar Engeland.[11]
Medaille van Louis Dupuis met koningin Wilhelmina afgebeeld
Tijdens deEerste Wereldoorlog was Nederland neutraal, maar de sympathie was in die tijd vooral gericht op Duitsland. Wilhelmina had dankzij haar moeder en man een uitgebreide Duitse familie. Ook het Britse optreden rond de eeuwwisseling in deTweede Boerenoorlog lag nog vers in het geheugen.
Na een aantal incidenten, zoals het torpederen van een aantal Nederlandse schepen door de Duitsers en Duitse onderzeeërs die op de Nederlandse kust strandden, wist Wilhelmina dankzij haar contacten met de Duitse keizer de zaak te sussen. Er kwam een gemeenschappelijke commissie die moest bekijken hoe groot de wederzijdse schade was. De spanning liep verder op toen deGeallieerden Nederlandse schepen in beslag namen. Wilhelmina sprak van schepenroof. Om de Nederlandse eer hoog te houden werd besloten een konvooi koopvaardijschepen naar Nederlands-Indië onder begeleiding van oorlogsschepen te laten uitvaren. Toen de Britten de schepen wilden doorzoeken kon de regering niets anders doen dan toegeven. De minister van koloniënJean Jacques Rambonnet trad af, uit onvrede over het kabinetsbesluit. Wilhelmina was woedend en liet haar afkeuring blijken.
De Duitsers verdachten Nederland van samenwerking met de geallieerden en eisten compensatie in de vorm van vrije doorgang doorLimburg. Wilhelmina wist weer door haar persoonlijke contacten met de Duitse keizer de gemoederen te bedaren. Het compromis, alleen bouwmateriaal voor België maar niet voor de aanleg van loopgraven, leidde tot spanningen met de geallieerden.
Opperbevelhebbergeneraal Snijders moest de Nederlandse troepen verdelen om zowel een Engelse, Franse als een Duitse aanval te weerstaan. Hij wilde zich het liefst op één tegenstander concentreren en was daarom voorstander van een bondgenootschap met de Duitsers omdat Nederland naar zijn mening bij een Duitse aanval kansloos zou zijn. Voor de regeringCort van der Linden was dit aanleiding om Snijders te ontslaan en aan de neutraliteitspolitiek vast te houden. Wilhelmina stelde zich achter de opperbevelhebber op. Dat leidde tot een conflict met het kabinet en de minister van oorlogDe Jonge. In een gesprek tussen Wilhelmina en De Jonge vielen wederzijds harde woorden. Snijders wilde zelf ontslag nemen, maar Wilhelmina vroeg hem in een persoonlijke brief om aan te blijven.
De verstandhouding tussen Wilhelmina en het kabinet was in 1918 op een dieptepunt beland. De situatie werd gered door het einde van de Eerste Wereldoorlog en door landelijke verkiezingen. Een nieuw kabinet, hetkabinet-Ruijs de Beerenbrouck I loste in september 1918 dat van Cort van der Linden af.[12] De nieuwe minister van OorlogGeorge August Alexander Alting von Geusau ontsloeg Snijders alsnog nade rellen in deLegerplaats Harskamp. Hij deelde het ontslag eerst aan deTweede Kamer mee voordat Wilhelmina werd ingelicht.
Op 7 juni 1917 was Wilhelmina betrokken bij eentreinongeval bij Houten op de spoorlijn tussenHouten enSchalkwijk. Hierbij vielen elf licht gewonden, elf rijtuigen ontspoorden en één kantelde; Wilhelmina bleef ongedeerd.[13]
Maatschappelijke onrust, aangemoedigd door het uiteenvallen van de Russische, Oostenrijks-Hongaarse en Duitse Rijken en de communistische revolutie inRusland in 1917, stak kort na de Eerste Wereldoorlog ook in Nederland de kop op, die de socialistische leiderPieter Jelles Troelstra in november 1918 tot zijn 'historische vergissing' inspireerde: een oproep tot een socialistische revolutie. Een proclamatie door Wilhelmina kalmeerde de gemoederen toen ook de verschillen tussen extreem rijk en extreem arm iets werden aangepakt: ziekenhuizen, nieuwe woningen en beperking van de uitbuiting van de arbeiders. Wilhelmina ging nu ook meer een eigen invulling geven aan het koningschap. Zij wilde "contact met alle lagen van de bevolking in haar arbeid, voelen en denken". Het ceremonieel werd drastisch teruggebracht, maar de "gouden kooi" kon zij niet doorbreken.
Na de Eerste Wereldoorlog vroeg de Duitse keizer op 10 november 1918 politiek asiel. Hetkabinet-Ruijs de Beerenbrouck I verleende hem dat, tegen de wil van de geallieerde mogendhedenFrankrijk,Groot-Brittannië en vooralBelgië. Wilhelmina vermeed elk contact met hem. Zij verweet hem gebrek aan leiderschap en het verlaten van zijn volk. De Duitse revolutie zou ook in Nederland natrillen, zoals zij zou ondervinden.
De historicaBeatrice de Graaf toonde in 2018 aan dat Wilhelmina op eigen initiatief een belangrijke rol had gespeeld in de komst van de keizer naar Nederland en dat bij leven altijd verborgen heeft weten te houden voor het grote publiek.[14] Deze vlucht bracht Nederland in een lastig parket, omdat het de Nederlandse neutraliteitspolitiek ten opzichte van de geallieerden te niet zou kunnen doen. Zij eisten uitlevering van de keizer. Bovendien zou België een weigering tot uitlevering kunnen aangrijpen omZeeuws-Vlaanderen en delen vanLimburg te annexeren.
Wilhelmina in 1942.Bioscoopjournaal uit augustus 1938. Versieringen van gebouwen (o.a.Paleis Noordeinde) een tram, gevels, straten en feestverlichting op verschillende plaatsen inDen Haag tgv het 40-jarige regeringsjubileum van koningin Wilhelmina.
Door deevenredige vertegenwoordiging die bij de grondwetswijzing van 1917 werd ingevoerd en de invoering van hetvrouwenkiesrecht (passief kiesrecht in 1917, actief kiesrecht in 1919) ontstond er een electorale stabiele situatie waardoor de protestants-christelijke partijen in een gunstige middenpositie zaten. Tot ergernis van Wilhelmina was het parlement tegelijkertijd versplinterd en ontstond er met enige regelmaat een kabinetscrisis. Na de nodige consultatierondes vormden dezelfde partijen weer een kabinet.
VolgensFasseur heeft het politiek geruzie in die periode bijgedragen aan Wilhelmina's afkeer van politieke partijen en ministers. Tegelijkertijd versterkte het geruzie haar positie. In een aantal gevallen werd ze gevraagd om in een conflict te bemiddelen. Tussen 1922 en 1939 moest er onder haar leiding tien keer een kabinet geformeerd worden, waarbij Wilhelmina als staatshoofd in hetformatieproces aan de touwtjes trok. Zinde een voorgedragen minister of voorgenomen regeringsprogramma haar niet, dan maakte zij dat aan deformateur kenbaar.[15]
Bij de kabinetscrisis van 1939, ontstaan door een in haar ogen onnodig conflict tussenColijn enRomme, uitte ze haar ongenoegen tegen Colijn:U hebt toen (in 1937) 10 heren uitgezocht met wie u het nu niet meer kunt vinden; nu moet u andere heren zoeken.[16] Wilhelmina probeerde vervolgens Colijn als minister-president van een koninklijk kabinet naar voren te schuiven, maar hetkabinet-Colijn V werd in de Tweede Kamer weggestemd.Dirk Jan de Geer werd formateur. Met hetkabinet-De Geer II aan het roer ging Nederland de Tweede Wereldoorlog in.
Wilhelmina leed onder de buitenechtelijke avonturen en de financiële praktijken van prins Hendrik, die met zijn positie van prins-gemaal binnen het Nederlandse constitutionele bestel niet goed raad wist. Vanaf het einde van Eerste Wereldoorlog leefden ze vrijwel gescheiden; door de volgzaamheid van de pers in die tijd bleef het volk grotendeels onkundig van Hendriks misstappen. Wilhelmina belastte de Haagse hoofdcommissarisVan 't Sant met de begeleiding van Hendrik.
Het overlijden van haar moeder en haar echtgenoot in 1934 maakten dat jaar moeilijk voor haar, niet alleen emotioneel, maar ook omdat het koningshuis toen nog maar uit twee personen bestond. Zij had het liefst willen aftreden omdat zij meende dat het volk een beetje op haar was uitgekeken en omdat zij zich onmachtig voelde het kabinetsbeleid bij te sturen. Zij wilde dit echter haar dochter Juliana niet aandoen voordat die haar eigen huwelijk geregeld had. Vanaf 1937 kreeg de monarchie de broodnodige personele versterking: Juliana trouwde met prinsBernhard van Lippe-Biesterfeld en in 1938 werd prinsesBeatrix als Wilhelmina's eerste kleindochter en erfopvolger geboren; in 1939 volgde prinsesIrene.
Samen met koningLeopold III van het nu ook neutrale België ontplooide zij enkele initiatieven voor het bewaren van de vrede in Europa, die niet mochten baten, maar wel de Nederlands-Belgische relaties hielpen verbeteren. In februari 1939 werd besloten tot de bouw van een centraal vluchtelingenkamp voor uitDuitsland gevluchte joden. Gekozen werd voor een locatie bijElspeet. Koningin Wilhelmina verzette zich; zij vond de afstand van twaalf kilometer tot haar zomerverblijfPaleis Het Loo veel te weinig en ook deANWB protesteerde hier tegen met het argument dat deVeluwe vrij begaanbaar moest blijven. Het kamp werd uiteindelijk bijHooghalen gebouwd (Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork).
Op 10 mei 1940 viel DuitslandNederland binnen. De voltallige koninklijke familie vluchtte enkele dagen later naarLonden. Ook koningin Wilhelmina week op advies van generaalHenri Winkelman uit.[17] Naar eigen zeggen was haar aanvankelijke plan om met een Engelsetorpedojager vanuit Den Haag naar Zeeland te varen en daar met haar troepen te strijden tot er hulp van de geallieerden kwam.[18] Dit bleek niet haalbaar, waarna het schip uitweek naar Engeland. Juliana en de kinderen Beatrix en Irene reisden een maand later door naarCanada, teneinde de dynastie veilig te stellen.
In Londen verbleef zij samen met deNederlandse ministerraad in ballingschap en zond radioboodschappen aan haar volk, viaRadio Oranje.Adolf Hitler noemde zij de “aartsvijand van de mensheid”. In haar toespraken heeft zij één keer haar afkeuring betuigd over deJodenvervolging die op dat moment gaande was in Nederland.[19] Ondanks de hierop gestelde straf werden de uitzendingen in Nederland veel beluisterd. Gedurende de laatste jaren van de bezetting groeiden zij en de kleuroranje uit tot symbool van bevrijding. Zelf werd zij gedurende de oorlog bijna gedood door een Duitse bom, die dicht bij haar huis in South Mimms, net ten noorden van Londen, neerkwam. Een bewaker verloor daarbij het leven.
Terwijl haar dochter en kleinkinderen in Canada zaten, ontpopte haar schoonzoon Bernhard zich tot adjudant, die zich voor de strijdkrachten inzette, al mocht hij zich van zijn schoonmoeder niet in gevaar brengen. In de oorlog sprak zij over een politiek denkbeeld, de 'vernieuwing', wat voortkwam uit haar frustraties met het vooroorlogse politieke bestel. Dit is nooit helemaal uitgewerkt, maar de kernthema's waren als volgt: afschaffing van dezuilen, een nog grotere macht voor de Kroon en een eendrachtiger Nederland. Zij had menigmaal conflicten met haar ministers, die voorstanders waren van het vooroorlogse bestel. Zij meende echter dat het volk achter haar zou staan.
Woonhuis van Wilhelmina aan de Nieuwe Parklaan in Den Haag
Na haar terugkeer in Nederland verbleef Wilhelmina op landgoedAnneville bij Breda. Hier raadpleegde ze een aantal Nederlandse prominenten om een kabinet samen te stellen dat met dewederopbouw zou kunnen beginnen. Naar haar mening zouden mensen die zich in het verzet onderscheiden hadden met die taak belast moeten worden. Hoewel ze twijfelde ofDrees wel vernieuwend genoeg was, vroeg ze aanSchermerhorn en Drees samen een nationaal kabinet voor herstel en vernieuwing te vormen. Dit leidde tot hetkabinet-Schermerhorn-Drees. Volgens Drees was het aanstellen van twee formateurs een idee van Wilhelmina.[20]
Zij gaf uit woede over het gebruik vanPaleis Het Loo door de nazi's, opdracht dit paleis af te breken. Het gezonde verstand overwon echter. Uit medeleven met het Nederlandse volk heeft Wilhelmina na de Tweede Wereldoorlog (september 1945 – april 1946) tijdelijk in een burgerhuis gewoond aan de Nieuwe Parklaan in Den Haag. Verder bracht zij persoonlijke bezoeken door het hele land.
Akte van abdicatie van koningin Wilhelmina
Wilhelmina kreeg bij de landelijke verkiezingen van 1946 een teleurstelling te verwerken met betrekking tot de vernieuwing die haar voor ogen stond; de oude politieke partijen en hun zuilen kwamen terug. Wilhelmina had zich vergist, de Nederlanders wilden niets van haar vernieuwing weten. Ook haar gezondheid liet te wensen over; Juliana moest twee keer als regentes optreden (van 14 oktober 1947 tot 1 december 1947 en van 14 mei 1948 tot 30 augustus 1948). Op 12 mei 1948 kondigde Wilhelmina in een radiotoespraak haarabdicatie aan. Na een ambtsperiode van bijna 60 jaar deed zij op 4 september 1948troonsafstand. Twee dagen later vond de inhuldiging van koningin Juliana plaats. Wilhelmina is de langst regerende vorst in de Nederlandse geschiedenis. Zij regeerde bij haar aftreden in 1948 meer dan een kwart van de periode dat het Koninkrijk der Nederlanden onder de Oranjes een constitutionele monarchie was.
Na haar abdicatie trok zij zich terug op Het Loo. Na haar aftreden nam de invloed van de Nederlandse monarchie op het beleid van de regering af, maar hetKoninklijk Huis bleef populair.
Tijdens dewatersnood van 1953 trad zij nog enkele malen in het openbaar op. Zij werkte tot op hoge leeftijd aan haar dynastieke belangen en zakelijke investeringen, waarbij zij onder andere contact had met de Amerikaanse familieMellon en de EuropeseRothschilds. Gedurende haar laatste levensjaren schreef zij haar autobiografieEenzaam maar niet alleen.
Een van de laatste keren dat zij in het openbaar verscheen, was bij de achttiende verjaardag van haar kleindochter Beatrix in 1956.
Paleis Het Loo, mensen bewijzen de laatste eer aan koningin Wilhelmina (30 november 1962).
De Rijksvoorlichtingsdienst liet op 22 november 1962 weten dat Wilhelmina's gezondheidstoestand iets achteruit was gegaan. “Reden voor onmiddellijke ongerustheid is er echter niet”, was het officiële commentaar. In de nacht van 27 op 28 november overleed zij in haar slaap in Paleis Het Loo aan de gevolgen van een hartaandoening. Zij werd 82 jaar. Direct na haar dood werd bekendgemaakt dat in de laatste weken van Wilhelmina's leven haar gezondheidstoestand veel ernstiger was geweest, dan naar buiten was gebracht.[21][22] Wilhelmina werd opgebaard in de kapel van Het Loo. Buiten Het Loo trotseerde een lange rij mensen de kou om haar de laatste eer te bewijzen. Haar lichaam werd op 4 december overgebracht naarPaleis Lange Voorhout.[23] Wilhelmina werd op 8 december bijgezet in degrafkelder van Oranje-Nassau in deNieuwe Kerk inDelft. Conform haar wens, al vastgelegd in 1919, was wit de voorgeschreven kleding bij de begrafenis.
Tien jaar na de geboorte van Wilhelmina publiceerdeLouis M. Hermans in het bladDe Roode Duivel een vers:Wie is papa? Het vers leidde tot geruchten dat koningWillem III niet de vader van Wilhelmina zou zijn. In het geruchtencircuit werd gewezen naarSebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz. Hoewel er geen concrete aanwijzingen zijn, bleken de geruchten hardnekkig.[24]
Gerard Aalders,Wilhelmina. Mythe, fictie en werkelijkheid, Meppel, 2018
Cees Fasseur (2012)Een dame van ijzer: Koningin Wilhelmina en de nationale gedachte. Balans, Amsterdam. 141 p., 8 p. foto's.ISBN 978-94-6003-595-1
Nanda van der Zee (2011)Om erger te voorkomen / heruitg. Aspekt, Soesterberg. 356 p.ISBN 978-90-5911-465-4. (Meulenhoff editie; 1604). Oorspr. uitg.: Meulenhoff, Amsterdam 1997
Bert van Nieuwenhuizen (2010)Wilhelmina: vorstin op een te hoog voetstuk / herz., uitgebr. dr. Aspekt, Soesterberg. 309 p.ISBN 978-90-5911-947-5. Oorspr. uitg. o.d.t.:Wilhelmina: een Koninklijke koppige Mevrouw. 2005.ISBN 90-5911-947-9
Jord Schaap (2007)Het recht om te waarschuwen: over de Radio Oranje-toespraken van koningin Wilhelmina / herz., uitgebr. dr. Anthos, Amsterdam. 317 p. + cd.ISBN 978-90-414-1111-2. Oorspr. uitg. met ondertitel:Jodenvervolging en vernieuwing in de Radio Oranje-toespraken van Wilhelmina. Wolters-Noordhoff, Groningen, 2005. Wolters-Noordhoff Academieprijs 2005
Marieke E. Spliethoff e.a. (2006)Koningin Wilhelmina: schilderijen en tekeningen / red.: A.D. Renting; m.m.v. Marion Lenders-Nieuwenhuizen e.a.; foto’s: Tom Haartsen e.a. Waanders, Zwolle. 240 p.ISBN 978-90-400-8179-8 (geb.),ISBN 978-90-400-8253-5 (pbk). Catalogus tentoonstelling Paleis Het Loo Nationaal Museum, 13 mei – 3 september 2006, i.s.m. Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau.
Henri van der Zee, René Kok & Erik Somers (2006)Londen in oorlogstijd: wandelingen in de voetsporen van Wilhelmina / foto's: Erik Somers e.a.; cartogr.: Yde Bouma. BZZTôH, i.s.m. dagblad De Telegraaf, 's-Gravenhage. 96 p.ISBN 90-453-0129-6
Harm Stevens (2005)Wilhelmina: vorstin in oorlogstijd / eindred.: Heleen Bronder. Legermuseum, Delft. 64 p.ISBN 90-70793-26-1. Catalogus tentoonstelling, 10 maart – 30 september 2005
Pieter van den Berg (2004)Geachte Mejuffrouw Breitsma: een koninklijk verzoek in 1905 / tekst brief: A. van Haersma de With. De Grijze Gleufhoed, Leeuwarden. 17 p. (Parlando Reeks; 2). Opl.: 25 ex.
Cees Fasseur (2003)Wilhelmina: de jonge koningin / 6e, verb. dr. Olympus, Amsterdam. 647 p., 28 p. foto's.ISBN 90-254-1720-5. Oorspr. uitg.: Balans, Amsterdam, 1998.ISBN 90-5018-504-5 (geb.),ISBN 90-5018-505-3 (pbk). Biografie, dl.1
Cees Fasseur (2003)Wilhelmina: sterker door strijd / 2e, herz. dr. Muntinga/Balans, Amsterdam. 220 p. (Rainbow pocketboeken; 690). Oorspr.uitg.: Balans, Amsterdam, 2002. Aanvulling op de twee biografiedelen, met commentaar op de kritieken en op nieuw bronnenmateriaal
Betsy Udink (red.) (2003)Wilhelmina: een portret in herinneringen / 2e dr. Aula, Amsterdam. 238 p.ISBN 90-461-3024-X. (Meulenhoff editie; 1705). Oorspr.uitg.: Meulenhoff, Amsterdam, 1998
Cees Fasseur (2001)Wilhelmina: krijgshaftig in een vormeloze jas. Balans, Amsterdam. 644 p., 20 p. foto’s.ISBN 90-5018-451-0 (geb.),ISBN 90-5018-452-9 (pbk). Biografie, dl.2
Maarschalkerweerd, Flip (2023)De achterblijvers. Het hof na de vlucht van Wilhelmina 1940-1945, Uitgeverij Balans, Amsterdam
A. P. J. van Osta (inl. & annotaties) (1995)Drie vorstinnen: brieven van Emma, Wilhelmina en Juliana. De Arbeiderspers, Amsterdam. 187 p.ISBN 90-295-1388-8
Lammers, Fred J. (1980)De oude dame van het Loo. Hollandia, Baarn. 64 p.ISBN 90-6045-089-2
Lammers, Fred J. (1972)Wilhelmina, Moeder des Vaderlands. Hollandia, Baarn. 96 p.ISBN 90-6045-768-4
van Orden, Louis (1964)De broers en de moeder van Koningin Wilhelmina. De Spaarnestad, Haarlem. 270 p.
Th. Booy (1963)Het is stil op het Loo...: overpeinzingen in memoriam Koningin Wilhelmina. W. ten Have, Amsterdam. 210 p.
Ina Boudier-Bakker Antoon Coolen, Anton van Duinkerken e.a. (1948).De gouden kroon: gedenkboek bij gelegenheid van het gouden regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina. De Spaarnestad, Haarlem. 192 p.
P. de Leeuw (1923)De dochter der Oranjes: het leven en de regeering van H. M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden bij haar vijf-en-twintigjarig regeeringsjubileum aan het Nederlandsche volk verhaald. Uitgevers-Maatschappij "Unitas", Rotterdam. 336 p.
E. Saxton Winter (1910)Toen onze koningin nog een prinsesje was: persoonlijke herinneringen uit de kinderjaren van onze koningin door hare ex-gouvernante / vert.: H.S.S. Kuiper. 2e dr. Scheltens, Amsterdam. 168 p.. Oorspr. uitg.: ca. 1900. 166 p.
↑Voor herkomst van alle voornamen zie:Cees FasseurWilhelmina. De jonge koningin, Amsterdam: Uitgeverij Balans, (2009, e-book, naar vijfde druk uit 2001), p. 52-53
↑Cees FasseurWilhelmina. De jonge koningin, Amsterdam: Uitgeverij Balans, (2009, e-book, naar de vijfde druk uit 2001), p. 188
↑Cees FasseurWilhelmina. De jonge koningin, Amsterdam: Uitgeverij Balans, p. 196 (2009, e-book, naar de vijfde druk uit 2001)
↑Verslag van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten nopens het ongeval met trein 4 S.S. op 7 Juni 1917 tussen Houten en Schalkwijk / Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten
↑Op 26 en 27 november werd op de enige Nederlandse tv-zender een 23 uur durend televisieprogramma uitgezonden,Open het Dorp en gepresenteerd doorMies Bouwman, waarin geld werd ingezameld voor een dorp voor gehandicapten. De uitzending werd tegelijkertijd op de radio uitgezonden. De uitzending begon op 26 november om 20.30 uur en behoort tot de meest legendarische tv-uitzendingen uit de Nederlandse televisie-historie. Mocht Wilhelmina vlak voor of tijdens de uitzending zijn overleden, dan was het programma op die dagen niet doorgegaan of stopgezet.