Het (knikkend)wilgenroosje (Chamerion angustifolium (L.)Holub,synoniem:Chamaenerion angustifolium (L.)Scop.,basioniem:Epilobium angustifolium L.) is een overblijvende, kruidachtige plant uit deteunisbloemfamilie (Onagraceae). De Nederlandse naam wilgenroosje is afgeleid van de gelijkenis van debladeren met die vanwilgen. De soortaanduidingangustifolium betekent smalbladig.
De 0,6-1,5 m hoge stengels zijn rechtopstaand, dicht bebladerd en niet vertakt. De 4-16 cm lange, meestal rechtopstaandebladeren zijn langwerpig en aan de onderzijde blauw-groen. De plant vormt vertaktewortelstokken, waaruit nieuwe planten kunnen ontstaan.
Debloemen zijn als een grote aar langs de stengel gerangschikt. De 2-3,5 cm grote bloemen zijn tweezijdig symmetrisch, maar niet puntsymmetrisch. De vierkroonbladen staan in twee paren: een bovenste paar en een onderste paar. De bovenste kroonbladen zijn iets groter dan de twee onderste, waardoor de kroonbladen iets weg hebben van de vleugels van een vlinder. Dekelkbladen zijn rood tot donkerpaars gekleurd. Het smalle, onderste kelkblad steekt opvallend tussen de twee onderste kroonbladen naar beneden. De bloemen lijken op steeltjes te staan. Deze steeltjes vormen echter het vruchtbeginsel.
De bloeiperiode loopt van juni tot in augustus.
- Chamerion angustifolium subsp.angustifolium
- Chamerion angustifolium subsp.circumvagum (Mosquin) Hoch (basioniem:Epilobium angustifolium subsp.circumvagum Mosquin)
De pluisvormige zaden van het wilgenroosje hebben harige parachuutjes en worden gemakkelijk door de wind verspreid. De plant verspreidt zich door de grote zaadproductie gemakkelijk opruderale, iets zandige, maar voedselrijke terreinen inbossen en bijheide. Na een bosbrand is het een van de eerste planten die opkomt, wat aanleiding was tot de Engelse naam fireweed. De soort komt in bijna heelEuropa enAzië voor, vanSpanje tot opIJsland. Alleen inPortugal ontbreekt de soort. Daarnaast komt ze voor opGroenland en in het noordwesten vanNoord-Amerika.
De plant iswaardplant voor muggen van het geslachtRhabdophaga,galmuggen (Cecidomyiidae) en voor de vlindergroot avondrood (Deilephila elpenor).
Het wilgenroosje is eenkensoort van dewilgenroosje-associatie (Senecioni sylvatici-Epilobietum angustifolii).
Jonge bladen en jonge scheuten kunnen als groente of in soep gebruikt worden. De scheuten worden dan klaargemaakt zoalsasperges. Gedroogd blad kan voor het trekken vanthee worden gebruikt.
De soort is de officiële plant van het gebiedYukon inCanada en van de Noorse provincieHedmark.
Chamerion angustifolium subsp.circumvagum
Knikkend wilgenroosje op een open plek
Bloemen in een aar
Wortelstokken
Zaadpluis met zaden
Zaden - maatstreepje = 0,5 mm