DeWegcode[1] of hetVerkeersreglement is het document waarin deBelgischeverkeersregels zijn vastgelegd. Het reglement is vastgelegd in hetKoninklijk Besluit van 1 december 1975.[2] In diverse wijzigingsbesluiten werden door de jaren heen diverse aanpassingen doorgevoerd.
HetNederlandse equivalent hiervan is hetReglement verkeersregels en verkeerstekens van 1990.
DeWegverkeerswet, voluit deWet van 16 maart 1968 betreffende de politie over hetwegverkeer, geeft de bevoegdheid aan de Koning (m.a.w. deregering) om de algemene reglementen vast te stellen. Dit is de wettelijke basis voor de Wegcode, dat de vorm van een koninklijk besluit aanneemt, of voluit: hetkoninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
De Wegverkeerswet geeft ook de bevoegdheid aan de gemeenteraden omaanvullende reglementen op te stellen betreffende openbare wegen op het grondgebied van de betreffende gemeente. In hetVlaams Gewest is dit overgenomen in het decreet van 16 mei 2008, met aanvulling dat de gemeenteraad deze bevoegdheid kan delegeren aan hetcollege van burgemeester en schepenen (in afwijking van de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad voor het opstellen van reglementen).
De provincies hebben deze bevoegdheid niet.
De wegcode wordt verder aangevuld door het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De Wegcode behandelt de regels voor het gebruik van deopenbare weg (zoals snelheid, voorrang, inhalen, parkeren en gebruik van lichten) en deverkeerstekens (verkeerslichten,verkeersborden enwegmarkeringen).
Bijovertreding van de verkeersregels is bestraffing voorzien (in een apart koninklijk besluit, opnieuw met de Wegverkeerswet als basis). Er is sprake van 4 gradaties in de overtredingen:[3] overtredingen van de eerste graad worden het lichtst bestraft, terwijl overtredingen van de vierde graad het zwaarst worden bestraft. Men kan een geldboete krijgen, een verval van recht tot sturen en/of een gevangenisstraf. Hier doet de politie de vaststellingen.
Naast strafrechtelijke handhaving, kan er in specifieke gevallen ook gebruik gemaakt worden vangemeentelijke administratieve sancties (GAS). GAS-boetes zijn sancties die de gemeente kan opleggen voor inbreuken op het gemeentelijk politiereglement, vastgesteld door een sanctionerend ambtenaar.
Bepaalde parkeerovertredingen (betalend parkeren, parkeren in blauwe zone en parkeerkaarten) zijn helemaal gedepenaliseerd en kunnen dus niet strafrechtelijk worden vervolgd, maar wel met eenretributie, eenbelasting of een GAS. Dit wordt veelal uitbesteed aan een parkeercontrolebedrijf: parkeerwachters stellen de overtreding vast en schrijven dan een parkeerretributie uit in opdracht van de gemeente.
Sedert deZesde Staatshervorming (hetVlinderakkoord) van 2013 is een deel van de verkeersreglementering, inclusief de handhaving ervan, overgedragen aan degewesten:
Van verschillende artikelen in het KB van 1 december 1975 bestaat dus eenVlaamse, eenWaalse en eenBrusselse versie. Nog ingewikkelder wordt het als één gewest een artikel van deze Wegcode hervormd heeft, terwijl een ander gewest het afschafte en verving door een apartdecreet ofordonnantie (zie bijvoorbeeld artikel 45bis).
Op 3 juni 2024 ondertekenden de minister van Mobiliteit en de koning de nieuweCode van de openbare weg, maar pas op 1 september 2026 treedt de nieuwe code in werking. Dan wordt de Wegcode vervangen door de Code van de openbare weg.
Gezien de verdeling van de bevoegdheden op mobiliteitsvlak, wordt de Code van de openbare weg aangevuld met drie regionale codes die die de geregionaliseerde bepalingen bevatten. Deze codes, die later gepubliceerd zullen worden, treden tegelijkertijd in werking op 1 september 2026.
Deze herziening van het verkeersreglement is reeds in 2005 van start gegaan, met verschillende belanghebbenden (FOD Mobiliteit,FOD Justitie, Centrex, vertegenwoordigers van het College vanprocureurs-generaal en het Verbond vanPolitierechters, vertegenwoordigers van de Gewesten en andere stakeholders).