datAlbanië onafhankelijk werd (deze onafhankelijkheid was in 1912 was uitgeroepen, maar door de overige Balkanlanden niet erkend,Voorlopige regering van Albanië),
dat de stadScutari aan Albanië kwam enKosovo en de streek rondDebar (Dibra) aan Servië,
dat deSandžak van Novi Pazar werd opgedeeld tussen Servië en Montenegro,
De conferentie begon in december 1912, na de onafhankelijkheidsverklaring vanAlbanië op28 november1912.
Oostenrijk-Hongarije en Italië steunden de oprichting van een onafhankelijk Albanië. Oostenrijk-Hongarije wilde voorkomen dat Servië de Adriatische kust bereikte. Italië had belangstelling voor het grondgebied van Albanië. Rusland steunde Servië en Montenegro. Duitsland en Groot-Brittannië bleven neutraal. Het machtsevenwicht tussen de leden van de Balkanliga ging ervan uit dat Albanië tot het veroverd gebied zou horen dat onder hen zou worden verdeeld.[1]
Omdat Albanië, ondanks de onafhankelijkheid, veel grondgebied moest inleveren aan de buurlanden, werd een groot deel van deetnisch Albanese bevolking buiten de grenzen van het nieuwe Albanië gelaten.
Over de status vanMacedonië kon men het niet eens worden. De opdeling van dit gebied kreeg pas na deTweede Balkanoorlog haar beslag. Deze oorlog brak in juni 1913 uit, waarna in augustus deVrede van Boekarest werd gesloten.