Volsinii (Etruskisch:Velzna) was een oudeEtruskische stad, lid van deEtruskische Twaalfstedenbond. Ze valt wellicht te identificeren met de huidige stadOrvieto of een voorloper vanBolsena.
Archeologisch onderzoek wees uit dat de site reeds bewoond werd tijdens deVillanova-periode, maar de stad Volsinii bereikte haar hoogste bloei aan het begin van de6e eeuw v.Chr. Diverse materiële overblijfselen lijken te wijzen op een vrij democratisch geordende samenleving en op grote welvaart, die het gevolg was een drukke handelsactiviteit, hoofdzakelijk gericht opZuid-Italië en vandaar op Griekenland en het oostelijke Middellandse Zeegebied. Onder de talrijke ingevoerde waren moet men vooral hetAttisch vaatwerk vermelden, dat aanzette tot de productie van eigen vaatwerk geïnspireerd opAttische voorbeelden. De handelsactiviteit stelde de stad ook open voor externe invloeden vanuitUmbrië enLatium, en zelfs vanKelten enGrieken.
Livius vermeldt het bestaan, in de onmiddellijke omgeving van Volsinii, van het beroemdeFanum Voltumnae, een heiligdom van de Etruskische godinVoltumna, waar de hoofden van deTwaalfstedenbond op regelmatige tijden hun bijeenkomst hielden.
Archeologische bronnen laten vermoeden dat de stedelijke activiteit geleidelijk werd overvleugeld door het omringende platteland. Deze verschuiving werd zeker aangemoedigd door de landaristocratie. Toen de Etrusken immers gestadig hun greep op de handel in deTyrreense Zee verloren en het jongeRome begonnen was aan zijn expansie naar het noorden toe, verkozen de grootgrondbezitters van Volsinii hun autonomie veilig te stellen en concentreerden zich op de exploitatie van hun bezittingen op het platteland, waarvoor zij werkkrachten uit de stad aantrokken.
Op die manier ontstond binnen de stad een soort machtsvacuüm door het wegvallen van de heersende klasse.Cassius Dio enOrosius vermelden hoe de stad het slachtoffer werd van haar eigen democratische en libertijnse ingesteldheid. Het stedelijke proletariaat, hoofdzakelijk bestaande uit vrijgelaten slaven, veroverde immers op gewelddadige wijze de macht. Op die manier van hun stedelijke bezittingen en privileges beroofd, zochten de benadeelde aristocraten toevlucht en steun inRome, dat maar al te graag hulp kwam bieden.
In264 v.Chr. maakten de troepen vanFulvius Flaccus zich meester van Volsinii. De Romeinen plunderden en verwoestten de stad.Plinius de Oudere (Nat. Hist. 34, 34) vertelt dat zij daarbij meer dan 2000 beelden buitmaakten. Vervolgens deporteerden zij de resterende bevolking naar de 20 km verder gelegen oever van deLacus Volsiniensis (nu hetMeer van Bolsena), waar zij de nieuwecoloniaVolsinii Novi (nuBolsena) stichtten. Deze naam stond in tegenstelling tot deoude stad, in hetLatijnUrbs vetus, waaruit de naam (en de stad)Orvieto zich ontwikkelde. Tussen en in de buurt van beide steden zijn veel Etruskische ruïnes gevonden.