| Verkiezingen voor het Vlaams Parlement | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Land | |||||||
| Te verdelen zetels | 124 | ||||||
| Opkomst | Stemplicht | ||||||
| Opvolging verkiezingen | |||||||
| |||||||
| |||||||
DeVlaamse verkiezingen zijnverkiezingen waarbij hetVlaams Parlement wordt verkozen. Omdat voor allekieskringen op dezelfde dag verkiezingen worden gehouden, spreekt men veelal van Vlaamse verkiezingen (in het meervoud). Ze vinden vijfjaarlijks plaats.
De Vlaamse verkiezingen worden om de vijf jaar georganiseerd door defederale overheid en vallen samen met deEuropese verkiezingen en de verkiezingen voor de andere Belgischedeelstaatparlementen. Bij deze verkiezingen worden er 124 nieuwe leden gekozen voor hetVlaams Parlement. Het Vlaams Parlement blijft steeds voor de volledige legislatuur bestaan en kan niet vervroegd ontbonden worden.
Om in eenkieskring een verkozene te krijgen moet eenlijst er minimaal 5 procent van de stemmen halen. Dit heet dekiesdrempel. De zetels van die kieskring worden verdeeld door eerst alle stemmen per lijst samen te tellen en dan te verdelen op basis van demethode-D'Hondt. Dezedelerreeks zorgt ervoor dat de verhoudingen in het aantal stemmen ook weerspiegeld in de verhoudingen van het aantalzetels. Aan de hand van dezetelverdeling per lijst worden demandaten toegekend aan de kandidaten op basis van hun behaaldevoorkeurstemmen.
Hetstembiljet voor de kamer heeft per lijst effectieve kandidaten enopvolgers. De effectieve kandidaten zijn personen die bij de verkiezing rechtstreeks kunnen worden verkozen. Als deze kandidaten om een of andere reden uit de kamer verdwijnen dan worden ze vervangen door de opvolgers. Effectieve kandidaten kunnen ook als opvolger worden voorgedragen. Omgeldig te stemmen moet er binnen dezelfde lijst gestemd worden en mag er geen schade aan het stembiljet of kaart zijn.
De verkiezingen voor hetVlaams Parlement gebeuren in 6 kieskringen. Elke kieskring heeft een aantal vertegenwoordigers die ze naar het parlement mag sturen. In elke kieskring zullen er zich dus andere lijsten aan dekiezers voorstellen. Voor het Vlaamse parlement lopen de grenzen van de kieskringen gelijk met deprovinciegrenzen. DeVlaamse inwoners van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen ook enkele vertegenwoordigers naar het Vlaamse parlement sturen. Die Brusselse vertegenwoordigers kunnen enkel stemmen overgemeenschapskwesties.
| Kieskring | Aantal te verdelen zetels |
|---|---|
| 33 | |
| 20 | |
| 16 | |
| 27 | |
| 22 | |
| 6 |
Voor 1995 werd het Vlaams Parlement niet rechtstreeks verkozen. Het heette eerst Cultuurraad en vervolgens Vlaamse Raad. De eerste rechtstreekse verkiezingen vonden plaats op 21 mei 1995. Tot vóór deverkiezingen van 2004 werden de arrondissementele kieskringen gebruikt (die overigens niet gelijk lopen met debestuurlijke arrondissementen), sindsdien lopen de kieskringen gelijk met de provincies. Brussel fungeert daarin als zesde kieskring (vóór 2004 werden de 6 Brusselse parlementsleden aangeduid door het Brusselse parlement i.p.v. rechtstreeks verkozen).