Viltzegge | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Carex tomentosa L. (1767) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||||||||
Viltzegge op![]() | |||||||||||||||||||
|
Viltzegge (Carex tomentosa,synoniem:Carex filiformis) is eenvaste plant, die behoort tot decypergrassenfamilie (Cyperaceae).
De plant wordt 20–40 cm hoog, heeft een lange, kruipendewortelstok en een stijf rechtopstaande, driekantigestengel. De stengel is aan de top ruwbehaard en heeft bij de grond een zwartrode bladschede. De stengelbladeren zijn grijsgroen en maximaal 2 mm breed met een driekantige top.
Viltzegge bloeit in mei en juni inaren. De bovenste aar bestaat uit mannelijkbloemen en de onderste uit vrouwelijke. De 1–2 cm lange, vrouwelijke aren zijn langwerpig tot bolrond. De urntjes zijn ongeveer 2 mm lang en in het jonge stadium witachtig. Later verkleuren ze naar bruinachtig. Heturntje is een soortschutblaadje dat geheel om devrucht zit. De kafjes zijn spits, rood tot lichtbruin, hebben een groene middennerf en kunnen een smalle witachtige rand hebben.
De vrucht is eennootje en de vruchteinden zijn witachtig en bruin gevlekt. De grijsbruine, witviltig behaarde vruchten zijn 1,5–2 mm lang, kogelvormig-omgekeerd eirond en bijna zondersnavel.
Het aantalchromosomen is 2n = 48.
Viltzegge komt voor in vochtige weilanden en in open bossen op arme kalkhoudende grond.
Het natuurlijkeverspreidingsgebied van viltzegge omvatCentraal-Europa en strekt zich uit van Zuid-Scandinavië enEngeland tot Noord-Italië, van deBalkan en verder naar het oosten tot West-Siberië.
De soort staat op deNederlandse Rode lijst van planten als niet meer in Nederland aanwezig. De plant kwam tot 1950 voor bijNijmegen en wordt nog wel aangetroffen op een plek inZuid-Limburg, maar is daar waarschijnlijk van over de grens door de mens aangevoerd.[1] In 2014 werd viltzegge gevonden in een korenveld in een natuurgebied bijVorden, op grond die vijftien jaar lang niet was bemest.[2]