Verviers komt, evenals andere plaatsnamen eindigend op-viers, mogelijk van een Keltische uitgang -uer, die op water duidt, evenals het woordrivier. Naast deze naamsverklaring zijn er ook diverse geromantiseerde "verklaringen".
In Verviers werden Romeinse munten gevonden,[1] doch de streek was ook in deprehistorie al bewoond. Een 2e-eeuwsetumulus teHeusy werd in 1862 afgegraven.
Verviers behoorde tijdens hetancien régime tot hetprinsbisdom Luik, en wel was het een van deGoede Steden van dit prinsbisdom, en wel de 23e en laatste (1651) die deze titel verkreeg. Ook was het de hoofdstad van hetMarkgraafschap Franchimont, dat in 1014 de facto onderdeel werd van het prinsbisdom Luik. Verder was het de hoofdstad van deban van Verviers, een van de vijf banken van het Markgraafschap.
In het dal van de Vesder ontwikkelde zich al snel enige industriële activiteit. Naast de metaalbewerking werd met name delakennijverheid belangrijk. Deze profiteerde van het kalkarme water dat van deHoge Venen afkomstig was en zeer geschikt was voor het wassen van de wol. In een document van 1413 werd melding gemaakt van vier volderijen. In de 17e eeuw verdrong delakennijverheid die der metaalbewerking vrijwel geheel.
Omstreeks 1652 werd Verviers ommuurd.
In 1692 werd Verviers en omgeving door eenaardbeving getroffen.
Verviers was vanouds een stad waar delakenindustrie floreerde. Een van de lakenfabrikanten op het eind van de 18e eeuw wasSimonis & Biolley. Toen demachinebouwer (jenny maker)William Cockerill in 1797 uit Engeland vertrok, ontmoette hij inHamburg een wolhandelaar die hem in contact bracht metIwan Simonis. Deze nodigde hem uit om machines voor hem te bouwen voor de bewerkingen van wol, zoals hetkaarden. In 1799 vestigde hij zich in Verviers.
Allereerst liet Cockerill zijn schoonzoon, de machinebouwerJames Hodson, in 1803 overkomen naar Verviers.
Cockerill ging terug naar Engeland, waar hij van 1803-1806 verbleef, en smokkelde van daaruit machineonderdelen, verstopt in kisten textiel, naar het continent. De uitvoer van machines was verboden vanwege de bescherming van de Engelse technologische voorsprong.Marie-Anne Simonis en Biolley tekende een exclusiviteitscontract met William Cockerill[2] en brachten zo deSpinning Jenny en andere machines naarLuik. Dit was de kiem voor deindustriële revolutie op het Europese continent. De stad Verviers was de eerste stad op het continent waar deze omwenteling een aanvang nam.[3][4].
Door deze ontwikkelingen evolueerde de lakenindustrie zich van een aantal kleinere bedrijfjes tot een veel kleiner aantal grotere, geïndustrialiseerde bedrijven op basis van stoomkracht. Reeds in 1788 was de textielindustrie, die voornamelijk in Verviers was gevestigd, verantwoordelijk voor meer dan 72% van de totale export van hetprinsbisdom Luik. Halverwege de 19e eeuw vormde Verviers het zwaartepunt van de Belgische textielindustrie. In deze tijd werden ook bouwwerken geschapen die de grootsheid van de stad tot uitdrukking moesten brengen. In 1873 echter vond een crisis plaats ten gevolge van overproductie. Deze duurde tot 1896. Einde 19e eeuw was een groot deel van de textielfabrieken in Verviers al verouderd ten opzichte van nieuwe en concurrerende industriegebieden. Uiteindelijk zijn er begin 21e eeuw nog slechts twee bedrijven (waaronderIwan Simonis) actief in de wolindustrie, en het merendeel van de bevolking vindt werk in de dienstensector. In de randgebieden zijn bedrijventerreinen ontstaan met gevarieerde bedrijvigheid.
In 1830 was Verviers een van de eerste gemeenten die na de rellen inBrussel op 25 augustus deelnam aan deBelgische Opstand.[5]
Verviers staat bekend alsVille lainière (wolstad) vanwege de belangrijke wolverwerkende industrie die de stad heeft gekend. Ook alsCapitale de l'eau (hoofdstad van het water) wordt de stad wel geduid, vanwege het kalkarme water van deVesder dat een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de stad heeft gespeeld. Verviers is bovendien, met een agglomeratie van 85.000 inwoners, de op Luik na belangrijkste stad van de provincieLuik.
Op 15 januari 2015 eindigde een antiterreuractie in de buurt van het station in een schietpartij waarbij tweeSyriëgangers werden doodgeschoten. Deze werden verdacht van het beramen van een aanslag op een politiebureau.[6] Een derde persoon probeerde te ontkomen maar werd opgepakt.[7]
In de nacht van 14 op 15 juli trad deVesder buiten haar oevers en richtte een enorme waterschade aan. Er was die nacht een uitzonderlijke extreme regenval en de dam van het stuwmeer te Eupen werd opengezet. De menselijke en materiële schade was niet te overzien. Men sprak van een grotere schade dan tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Verviers was twee keer etappeplaats in de wielerkoersRonde van Frankrijk. In 1976 won de SpanjaardMiguel María Lasa er een rit en in 2017 startte er een etappe naarLongwy.
Verviers is beroemd om zijn fonteinen. Er zijn er zeker 21 en meerdere daarvan zijn bezienswaardig en/of van historisch belang. DeFontaine Ortmans is een grote, monumentale fontein; deFontaine du Perron is gerelateerd aan hetPerroen van Verviers; de FontaineLa Grâce toont een gestileerd vrouwenbeeld, en zo zijn er meer fonteinen. Een toeristische route voert langs de fonteinen.
Verviers bestaat geheel uit verstedelijkt gebied en ligt vrijwel geheel op de linkeroever van deVesder. Lang heeft, parallel hieraan, hetCanal des Usines bestaan, waarvan een klein deel weer werd gereconstrueerd. Ook andere beken die in de Vesder vloeien werden overkluisd. In zuidelijke richting stijgt het land in de richting van deArdennen.
Aan de westzijde van Verviers ligt de snelwegE42/A27. Verder verbindt de rondwegR61 de snelweg met de stad en lopen er door de stad verschillende gewestwegen:N61,N640,N657 enN672.
Het vroegere stadstramnet (blauw) en buurtspoorwegnet (rood).
In Verviers hebben van1884 tot1969 trams gereden. De eerste trammaatschappij was deTV (Société Anonyme des Tramways Verviétois) die later is opgegaan in deSTIV (Société des Transports Intercommunaux de l'Agglomération Verviétoise). Debuurtspoorwegen hebben twee elektrische lijnen vanuit Verviers geëxploiteerd. Eén naarSpa en de ander naarEupen. De laatste stadstrams werden in1969 opgeheven.
(*)1976:PCB (3,27%) /1982:UDRT (3,11%) /1988: IC (3,86%),PC (1,42%) /2000:VIVANT (2,54%) /2006: Vivant (1,2%) /2018:DéFI (1,42%), La Droite (1,26%) /2024: Collectif Citoyen (1,31%).De gevormde meerderheidscoalitie wordt vet aangegeven. De grootste partij is in kleur.