Utrecht is een van de oudste steden van Nederland. Het is ontstaan als eenRomeinse fortificatie aan deLimes. In de zevende eeuw werd op de plaats waar dit fort zich bevond een kerkje gebouwd en in de eeuwen erna verrezen hier grotere kerken. In 1122 kreeg Utrecht als een van de eerste steden in het huidige Nederlandstadsrechten. Dankzij zijn ligging aan de rivierde Rijn groeide Utrecht in de 13e en 14e eeuw uit tot een belangrijke handelsstad in Europa. Met de opkomst van hetgraafschap Holland verplaatste deze handel zich daarheen en werd Utrecht minder belangrijk, hoewel Utrecht tot in het begin van de 16e eeuw de grootste stad van de Noordelijke Nederlanden bleef. In het jaar 1808 was Utrecht kortstondig de hoofdstad van hetKoninkrijk Holland. Ten tijde van deindustriële revolutie was Utrecht het centrum van de nationalestaal- enspoorwegindustrie.
Utrecht heeft omstreeks 2020 de tweede economie in de noordvleugel van deRandstad, naAmsterdam. Deregio Utrecht behoort tot de meest concurrerende economische regio’s in Europa.[4] De stad is het wegen- en spoorwegknooppunt van Nederland. Met een doorvoer van meer dan 57 miljoen reizigers per jaar isUtrecht Centraal het grootste station van Nederland. Mede hierom hebben veel bedrijven en instanties er hun hoofdvestiging, waaronderBol., deNederlandse Spoorwegen,Prorail, deJaarbeurs en banken als deRabobank enDe Volksbank.
De naam Utrecht valt, naar men algemeen veronderstelt, te herleiden tot hetLatijnseUltraiectum. Dit duidde op een plaats waar in deRomeinse tijd de rivier deRijndoorwaadbaar of over te steken was. De 'U' komt van hetOudnederlandse woorduut, dat 'benedenstrooms' betekent -Utrecht moet dus begrepen worden als 'Trecht benedenstrooms', in tegenstelling tot dat andereTrecht,Maastricht.[6][7] Later werd Utrecht wel aangeduid alsTraiecti Batavorum (ofTrai/jecti Batauorum, Trecht (Tricht) van deBataven), bijvoorbeeld als plaatsaanduiding in boeken in het Latijn die in Utrecht uitgegeven werden. In 777 wordt de plaats vermoedelijk schriftelijk genoemd alsTraiectum vetus ("oude Trecht").[8]
'Uitert' is de verouderde naam in het plaatselijke dialect (hetStad-Utrechts), en komt voor als familienaam 'van Uitert' en 'van Uijtert'.[9] Ook van Uijtregt, van Uytregt, van Uytrecht en van Uijtrecht zijn herleid uit de oude benamingen van de stad.
Vanwege deDomtoren, beeldmerk van de stad en met 112,32 meter de hoogste kerktoren van Nederland, wordt de stad ook welDomstad genoemd. Twee andere bijnamen zijnUtreg (in hetStad-Utrechts) enUtka (in de multiculturele straattaal van de Randstad). TijdensCarnaval heet de stad UtrechtLeemput, naarCathrijn van Leemput.
Een inwoner van Utrecht laat zich lieverUtrechter danUtrechtenaar noemen. Dit vanwege de associatie door de zogeheten 'Utrechtse sodomieprocessen': op het Domplein ontmoetten mannelijke homoseksuelen elkaar in de achttiende eeuw onder meer bij de ruïnes van het ingestortemiddenschip van deDomkerk (voor wie tussen de kerk en de toren eengedenksteen ligt). Ze werden door de overheid vervolgd en 18 mannen werden ter dood veroordeeld. Zodoende werdUtrechtenaar een scheldwoord voor homoseksueel. Kort na deTweede Wereldoorlog besloot een van de Utrechtse kranten uit die tijd, hetUtrechts Nieuwsblad, het woord Utrechtenaar in de ban te doen.[10][11][12][13]
Inwoners van de stad worden ook wel 'baliekluivers' genoemd, naar de Utrechters die, hangend over de balies van de bruggen van de Oudegracht, de bedrijvigheid in de stad aanschouwden en elkaar ontmoetten.[14]
Op en rond het huidige Domplein is de plaats waar deRomeinen rond 50 n.Chr. de basis voor de stad Utrecht hebben gelegd. Aan de oever van deRijn bouwden ze hetcastellumTraiectum van hout en aarde. Dit fort was onderdeel van de verdedigingsgordel langs de noordgrens van hetRomeinse Rijk, de zogenaamdelimes. Tussen 50 en 270 n.Chr. werd het castellum viermaal herbouwd. Na het vertrek van de Romeinen streden deFriezen en deFranken lange tijd om de vesting. De overgebleven ommuring leefde voort als de burcht Trecht.[15]
In 690 stichtte deAngelsaksische missionaris en bisschopWillibrord binnen de grotendeels verlaten grenspost Utrecht een geestelijk centrum met twee kerken, waar later nog een derde aan werd toegevoegd. Hieruit ontwikkelde zich het complex van de aan Sint-Maarten gewijdeDomkerk, deSint-Salvatorkerk en de tussengelegenHeilig-Kruiskapel. Vanaf de achtste eeuw, met een onderbreking vanwegeVikingen, zetelde een bisschop in Utrecht, dat daardoor het religieuze centrum van de Noordelijke Nederlanden was. Vanaf de tiende eeuw kreeg de bisschop steeds meer wereldlijke macht. Hij werd toen de belangrijkste vorst in de Noordelijke Nederlanden, die heerste over hetSticht. In de directe omgeving van de burcht ontstond de bloeiende handelswijkStathe, waar kooplieden en ambachtslieden zich vestigden. In de elfde eeuw werd het kerkelijk centrum uitgebreid met drie nieuwe kapittelkerken en een abdij, die samen het Utrechtsekerkenkruis vormden. Diezelfde eeuw voegden de bisschop en de keizer hun paleizen toe aan de burcht.
Oorkonde van 2 juni 1122 met bevestiging doorkeizer Hendrik V van het door de Utrechtse bisschopGodebald aan Utrecht verleendestadsrecht.
Op 2 juni 1122 kreeg Utrechtstadsrechten bevestigd door keizer Hendrik V. De bisschop verloor hierdoor veel invloed op de stad ten gunste van de kersverse stedelingen. Deze mochten de stad nu omwallen, en nog in 1122 begon tevens de aanleg van de zuidelijkeOudegracht. De groei van de bevolking blijkt onder meer uit het feit dat er drie nieuweparochies werden afgesplitst van de oudste parochie, die van deBuurkerk. Het bestuur van de stad bestond aanvankelijk uitschout enschepenen, maar al in 1196 werd eenRaad gevormd, die tot de oudste ten noorden van de Alpen behoort.
Vanaf de twaalfde eeuw werd de macht van naburige vorsten groter, terwijl die van de Utrechtse bisschop afnam. Gedurende de hele Middeleeuwen hebben vooralHolland enGelre geprobeerd delen van het Sticht in te lijven. Binnen de stad ontstonden twee overheersende partijen, waarvan de een pro-Holland was en de ander pro-Gelre. Eeuwenlang hebben deze partijen elkaar te vuur en te zwaard bestreden. Herhaaldelijk kan gerust gesproken worden vanburgeroorlog binnen de stadsmuren.
Ondanks deze strijd en ondanks de toenemende concurrentie van de Hollandse steden vanaf de dertiende eeuw, bleef Utrecht de grootste en welvarendste stad en het belangrijkste culturele centrum in de Noordelijke Nederlanden. De welgestelden bouwden grote stenen huizen langs de Oudegracht, vooral nadat rond het midden van de dertiende eeuw het gebruik vanbaksteen algemeen werd. Langs de gracht zelf ontstonden de karakteristiekewerven enwerfkelders. Talrijkekloosters vestigden zich in de stad. In onder meer 1253 vond in Utrecht een grotestadsbrand plaats. De huidige gotischeDomkerk werd vervolgens vanaf 1254 gebouwd naar voorbeeld van de grote Fransekathedralen.
In 1304 deden degilden een succesvolle greep naar de macht, en zij zouden tot 1528 een grote rol in het stadsbestuur blijven spelen. Met het graven van deNieuwegracht eind veertiende eeuw was het stratenpatroon binnen de stad grotendeels voltooid en het stadsgebied raakte grotendeels volgebouwd. Opvallend is het grote aantalgasthuizen (opvanghuizen voor behoeftigen) dat in deze eeuw ontstond. Een prestigeproject in de veertiende eeuw was de bouw van de Domtoren, een van de hoogste torens die tot dan toe waren gebouwd.
De dreiging van de buurstaten van het Sticht bleef groot, en bewoners van het Nedersticht dwongen de bisschop in 1375 deStichtse Landbrief uit te vaardigen, waardoor zij als Staten van het Nedersticht controle konden uitoefenen op de wijze waarop politiek bedreven werd. DeStaten van Utrecht bestonden uit vertegenwoordigers van de geestelijkheid, de adel en de steden. Utrecht nam door zijn dominante positie een overheersende positie in de Statenvergaderingen in. Door verdere groei was Utrecht tot halverwege de 16e eeuw de grootste stad van de noordelijke Nederlanden.
Vanaf delate middeleeuwen tot het begin van de 19e eeuw kende de stad verschillende periodes van botsingen en verschuivingen tussen en binnen verschillende machten, door onder meer dereformatie,gilden en bezettingen door Spanjaarden en Fransen. In 1636 werd deUniversiteit Utrecht opgericht.
Vanaf het begin van de 19e eeuw werden, in ruime zin,nutsvoorzieningen aangelegd en uitgebreid, wat de situatie voor de stad sterk verbeterde. In de tweede helft van de 19e eeuw vond de eerste stadsuitbreiding plaats. Voor en - met name - na deTweede Wereldoorlog zou Utrecht hiermee grootschalig uitbreiden. Rond 1925 was een groot deel van de bevolking werkzaam in de industrie. Vooral de metaalindustrie met bedrijven alsDemka,Werkspoor enJaffa was een voorname werkgever. Na de Tweede Wereldoorlog werd Utrecht meer en meer een diensten- en kenniscentrum.
Topografische gemeentekaart van Utrecht, september 2022.
Utrecht ligt centraal in Nederland en in de provincie Utrecht. De stad is ontstaan aan een kromming van de Rijn, toen de hoofdarm van de rivier die de loop van de huidigeKromme Rijn enOude Rijn volgde. Op de plek van het huidige Domplein lag een Romeinscastellum. Er stroomt een bescheiden Kromme Rijn in het oosten Utrecht binnen om de stadsgrachten alsVecht (noordelijk) enLeidse Rijn (westelijk) te verlaten. Westelijk van de stad loopt het bredeAmsterdam-Rijnkanaal, naar het zuiden loopt deVaartsche Rijn, een veel ouder kanaal.
Ten westen van de stad, 'over het Amsterdam-Rijnkanaal' heen, ligt het voorstedelijke uitbreidingsprojectLeidsche Rijn, grootsteVinex-locatie en nieuwbouwproject van Nederland. Een reeks nieuwbouwwijken huisvesten bij afronding ongeveer 90.000 inwoners. Ten noorden, zuiden en oosten van de stad liggen enkele voorsteden en forensen- en satellietsteden. De grootstedelijke agglomeratie valt samen met het BRU (Bestuur Regio Utrecht).
De gemeente telt anno 2022 iets meer dan 361.000 inwoners en heeft een oppervlakte van 99 km² (waarvan slechts een klein gedeelte water).
De voormalige gemeenteVleuten-De Meern maakt sinds 1 januari 2001 deel uit van de gemeente Utrecht. Ook werd per die datum een deel van de gemeenteNieuwegein, namelijk het poldergebiedRijnenburg, aan de gemeente Utrecht toegevoegd. Na de annexatie besloot de nieuw gekozen gemeenteraad niet te tornen aan de bestaande indeling in woonplaatsen, te wetenDe Meern,Haarzuilens, Utrecht enVleuten. Wel werd besloten tot het enigszins verleggen van de wijkgrenzen tussen Utrecht en De Meern en tussen Utrecht en Vleuten. Dit hield verband met de gewenste wijkindeling van enkele nieuwbouwbuurten.
De stad Utrecht bestond vóór de annexatie uit acht wijken, te weten Binnenstad, West, Noordwest, Overvecht, Noordoost, Oost, Zuid en Zuidwest. Door de annexatie kwamen er twee bij, namelijk Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. Het geannexeerde gebied van de gemeente Nieuwegein werd ingedeeld bij de wijk Vleuten-De Meern, maar bij de woonplaats Utrecht. Wegens de herindeling van 2001 was het oorspronkelijk de bedoeling om de woonplaatsen Vleuten, De Meern en Haarzuilens te schrappen uit het postcodeboek en deze te vervangen door een Utrechtse postcode. Wegens protest vanuit de bevolking van de voormalige gemeente Vleuten-De Meern werd dit plan niet doorgevoerd.
De gemeente Utrecht onderscheidt bestuurlijk tienwijken. Deze zijn te vergelijken metstadsdelen in andere steden. De Utrechtse wijken zijn onderverdeeld in subwijken en deze op hun beurt in buurten. Elke wijk kent een wijkbureau of een wijkservicecentrum. De wijk Vleuten-De Meern bezit ook een dependance van de afdeling Burgerzaken van de gemeente Utrecht.
Elke wijk heeft eenraadscommissie voor de wijk, samengesteld uit gemeenteraadsleden of hun plaatsvervangers en elke wijk heeft ook een aparte wijkwethouder. Daarnaast bestaat er sinds2002 eenwijkraad, die een adviserende rol heeft en bestaat uit bewoners van de desbetreffende wijk. De Utrechtse wijken (wijkindeling sinds2001) zijn:
Cijfers per 1 januari 2021:[17] Totaal: 359.355 (100%)
De gemeente Utrecht is met ca. 374.000 inwoners (in 2024) de vierde gemeente van Nederland. Met voorsteden als Maarssen, Nieuwegein en Houten erbij telt Utrecht circa 520.000 inwoners. In het stedelijke gebied van Utrecht, waarvan ook onder andere de gemeentenZeist enDe Bilt deel uitmaken, wonen ca. 710.000 mensen. De stad maakt deel uit van deG4, een samenwerkingsverband van de vier grootste steden, waartoe ookAmsterdam,Rotterdam enDen Haag behoren. Utrecht groeit zeer snel (zie Bevolkingsontwikkelingstabel).
Utrecht is een multiculturele stad; het percentage inwoners met een migratieachtergrond ligt op ongeveer 40% en blijft vermoedelijk de komende decennia stabiel. Dit komt neer op ongeveer 100.000 inwoners waarvan ten minste 1 ouder of grootouder niet in Nederland is geboren.
Utrecht is een stad met veel jongeren en relatief weinig ouderen. In Utrecht wonen ruim 64.000studenten; er is een aantal universiteiten, hogescholen en ROC's te vinden, waarvan deUniversiteit Utrecht en deHogeschool Utrecht de talrijkste zijn. Het uitgaansleven is hier grotendeels op afgestemd.
Vooral buurten alsVoordorp,Wittevrouwen en buurten van dewijk Leidsche Rijn zijn kinderrijk. Delen van onder andere Overvecht-Zuid daarentegen huisvesten veel ouderen. Toch is door de stadsuitbreiding de verwachting dat de stad zeker tot 2011 verder zal verjongen. Waar nu al in veel andere steden de vergrijzing inzet, zal Utrecht voorlopig niet met dat fenomeen kennismaken. Mede door een sterke economische groei in deBRU en ook de bouw van de wijkenLeidsche Rijn en grote delen vanVleuten-De Meern neemt het aandeel lage inkomens, zowel als de werkloosheid al enkele jaren percentueel af, en hiermee begint Utrecht af te wijken van de andere grote steden.
In de volgende tabel is het bevolkingsverloop van Utrecht weergegeven. Tot halverwege de zestiende eeuw was Utrecht de grootste stad van de noordelijke Nederlanden. Vanaf die tijd tot circa 1825 schommelde het inwonertal rond de 30.000. Utrecht profiteerde dus niet van de bloei van de Gouden Eeuw, zoals de steden in Holland en Zeeland, maar kende ook niet de terugval die sommige van die steden kenden in de achttiende eeuw. Utrecht werd circa 1550 qua bevolking ingehaald door Amsterdam, circa 1600 door Haarlem en Leiden, circa 1650 door Rotterdam en circa 1700 door Den Haag. Utrecht was nu met Middelburg de zesde stad van Nederland. Rond 1750 zakte Haarlem weer onder Utrecht, rond 1800 gold dat voor Leiden. Sindsdien is Utrecht de vierde stad van Nederland.
Vanaf circa 1825 volgde een lange periode van bevolkingsgroei; het aantal van 100.000 inwoners werd bereikt in 1899. De groei duurde tot 1970, toen als gevolg van woningtekort ensuburbanisatie een snelle daling inzette, die rond 1985 dankzij stadsvernieuwing tot stilstand kwam. Vanaf 2000 groeide het inwonertal snel en werd de wijkLeidsche Rijn gebouwd. Gebiedsuitbreidingen van de gemeente Utrecht leidden in 1954 en 2001 tot een sprongsgewijze vermeerdering van het aantal inwoners. In januari 2009 bereikte de gemeente Utrecht de grens van 300.000 inwoners.[20]
De cijfers tot aan de negentiende eeuw zijn schattingen, die onzekerder worden naarmate ze verder teruggaan in de tijd. De negentiende-eeuwse cijfers zijn gebaseerd opvolkstellingen, de latere op gegevens van deburgerlijke stand.[21]
In augustus 2018 werd het woord ‘jochie’ verkozen tot het meest Utrechtse woord. Van de 16.000 stemmers gaf 38 procent dat woord de voorkeur, boven ‘wijffie’, ‘dakhaos’, ‘gladiool’ en 'woar'.[23][24]
Elektriciteit voor de stad en de provincie Utrecht werd opgewekt in de PEGUS-elektriciteitscentrale[26] aan hetMerwedekanaal; nu maakt deze centrale deel uit van het landelijk elektriciteitsnetwerk.
Utrecht telt vele kerken, kapellen en andere religieuze gebouwen. Onderstaande lijsten beperken zich tot de rijksmonumenten en een kleine selectie uit de gemeentelijke monumenten en overige gebouwen. De volgorde in deze lijsten is van oud naar jong.
Pieterskerk, gewijd aan de apostelPetrus, in 1048 gereed gekomenromaansekapittelkerk met tweetorenfront, gesticht door bisschopBernold. Hij zou van plan zijn geweest eenkerkenkruis in Utrecht te bouwen. De Pieterskerk zou het hoofdeinde van het kruis uitbeelden. De kerkenkruis-theorie is echter niet bewezen. De romaanse delen van de kerk, te weten het schip, de linker zijkapel van het koor en de crypte onder het hoogkoor, zijn zeer goed bewaard gebleven. De overige delen van de kerk zijn in gotische stijl gebouwd. De beruchtestorm van 1 augustus 1674 richtte zo veel schade aan dat besloten werd de ingestorte torens en de ertussen gelegen travee van het schip te slopen. De kerk is thans eigendom van en wordt gebruikt door deÉglise Wallonne d'Utrecht.
Janskerk, gewijd aanJohannes de Doper, evenals de Pieterskerk gesticht door bisschop Bernold, maar iets later gebouwd. Ook de Janskerk was een kapittelkerk met twee torens. Volgens de kerkenkruis-theorie beeldt de Janskerk de linkerarm van het kruis uit. Deze kerk was iets kleiner dan de Pieterskerk, maar de beide kerken zijn in een vrijwel identieke romaanse stijl gebouwd. Al tijdens de bouw echter werd de westpartij gewijzigd en al snel daarna werd de in verval geraakte noordertoren afgebroken. Stadsbranden in de 12e en 13e eeuw leidden ertoe dat de ronde zuilen van het schip werden gewijzigd in vierkante pijlers en de crypte werd gesloopt. In de 16e eeuw werd het romaanse koor met zijkapellen vervangen door een groter en veel hoger gotisch koor met gotische zijkapellen. Men was van plan ook de overige delen van de kerk in gotische stijl te vergroten, maar dit plan kwam niet ten uitvoer in verband met deReformatie. In 1682 werd de overgebleven toren gesloopt en een nieuwe westgevel opgetrokken. De Janskerk is thans eigendom van de Protestantse Gemeente Utrecht. De gemeente die hier erediensten houdt bestaat vooral uit (oud-)studenten.
Dom, gewijd aanSint-Maarten, gotische kathedraal gebouwd in de periode 1254 tot 1517. Deze kerk verving een romaanse Dom, tot de bouw waarvan bisschop Adelbold in 1015 had besloten. De geschiedenis van de kerken op het huidige Domplein gaat terug tot de introductie van het christendom in de noordelijke Nederlanden. Vanaf de 7e eeuw was Utrecht het centrum van waaruit Nederland ten noorden van de grote rivieren werd gekerstend. Dit uitgestrekte gebied viel onder het bisdom Utrecht. Direct naast de Sint-Maartenskerk bevond zich deOudmunster of Sint-Salvatorkerk. De beide kerken waren het aanvankelijk niet eens over de vraag welke van de twee zich zetel van de bisschop mocht noemen. De Sint-Maartenskerk won uiteindelijk deze strijd en kreeg hierdoor de status vankathedraal of dom. Volgens de theorie van het kerkenkruis (zie hierboven) stond de Dom in het hart van het kruis en beeldde de Sint-Salvatorkerk de rechterarm uit. De kapittelkerk ten westen van de Dom, de Sint-Marie, zou het voeteneinde zijn. De Domtoren werd gebouwd in de periode 1321 tot 1382. Het ontwerp ervan was in die tijd revolutionair vanwege het ontbreken vansteunberen aan de buitenzijde. Met zijn hoogte van 112 m is deze kerktoren de grootste en hoogste van Nederland. De oudste delen van de kerk zijn gebouwd naar het voorbeeld van gotische kathedralen in Noord-Frankrijk. Ook in dit opzicht is deze kerk voor Nederland uniek. Het dwarsschip is later gebouwd dan het koor, namelijk grotendeels tussen 1444 en 1475. De bouw van het middenschip begon in 1484. Door gebrek aan voldoende middelen kwam dit niet tot een voltooiing. In 1517 werd het project gestaakt. De tornado van 1 augustus 1674 (zie bij Pieterskerk) blies het 42 m hoge middenschip omver. Het dwarsschip, het koor en een deel van de zuidelijke zijbeuken van het schip, tezamen ongeveer de helft van de oorspronkelijke kerk vormend, bleven overeind. In 1580 kwam de kerk in handen van de protestanten. De Protestantse Gemeente Utrecht is thans eigenaar van de kerk. De toren met de 13 luidklokken en hetcarillon is eigendom van de gemeente Utrecht. Van de Dom maakt ook de aangrenzendekruisgang metpandhof deel uit. De kapittelzaal is thans in gebruik als aula van de universiteit. De Utrechtse Dom trekt veel toeristen. In 2017 gingen ruim 433.000 bezoekers de kerk binnen.
Buurkerk, gewijd aan de heiligeMaria, vijfbeukige gotische hallenkerk met 55 m hoge toren. 'Buur' moet worden gelezen als 'burger'. De Buurkerk was een parochiekerk, bedoeld voor de burgerij, dit in tegenstelling tot de kapittelkerken, waar de eredienst werd onderhouden doorkanunniken. De huidige Buurkerk dateert grotendeels uit de 14e tot 16e eeuw, maar de oudste voorganger ervan werd in de 10e eeuw gesticht, waarmee de Buurkerkparochie de oudste van de vier middeleeuwse Utrechtse parochies was. In 1580 kwam de kerk in protestantse handen. Dit heeft geduurd tot 1975, toen de wijkgemeenten van de Domkerk en de Buurkerk fuseerden. Sinds 1984 is hetMuseum Speelklok in de Buurkerk gehuisvest. Qua oppervlakte, circa 2500 m², is deze kerk de grootste van Utrecht.
Nicolaïkerk, gewijd aanSint-Nicolaas en door Utrechters ook welKlaaskerk genoemd, parochiekerk waarvan het romaanse westfront met twee torens uit de 12e eeuw stamt. In latere eeuwen is deze kerk verbouwd tot een gotische hallenkerk. Deze kerk is bijzonder vanwege haar orgelgeschiedenis en -bezit. Tot eind 19e eeuw stond hier een orgel uit derenaissancetijd, een van de oudste bespeelbare orgels ter wereld. Een orgel vanWitte kwam ervoor in de plaats. In 1956 werd dit orgel vervangen door een modern, in binnen- en buitenland beroemd geworden orgel, gebouwd door de Deense firma Marcussen och Son. Een kleiner, iets ouder orgel in deze kerk, het Sweelinkorgel, is eveneens van deze firma. De Nicolaïkerk is eigendom van en wordt gebruikt door de Protestantse Gemeente Utrecht.
Jacobikerk, gewijd aan de apostelJakobus de Meerdere, gotische hallenkerk uit de 13e tot 15e eeuw. Deze kerk staat in de Utrechtse buurtwijk C en omdat in deze buurt de bevolking snel groeide, werd de kerk enkele malen vergroot, eerst naar het oosten, totdat de kerk bijna de huizen aan de Oudegracht raakte, en daarna naar het westen, waardoor de toren in de kerk kwam te staan. Door de tornado van 1 augustus 1674 brak de ranke, hoge torenspits af. In 1953 schonk de burgerij de kerk een nieuwe torenspits, die minder hoog en kwetsbaar is dan de vorige. Desondanks is deze Jacobitoren met een hoogte van 63 m de op een na hoogste kerktoren van Utrecht. In 1580 kwam de kerk in gebruik bij de protestanten. De eerste predikanten in deze kerk waren veel minder streng dan de meesten van hun collega's. Zij wisten te bereiken dat het stadsbestuur een toleranter houding aannam ten opzichte van godsdienstige minderheden. De kerk is thans eigendom van en in gebruik bij de Protestantse Gemeente Utrecht. De inrichting van de Jacobikerk is een fraai voorbeeld van een 17e-eeuws protestants-Nederlands kerkinterieur.
Geertekerk, gewijd aanGeertruida van Nijvel, jongste en kleinste van de vier middeleeuwse parochiekerken in Utrecht. De eerste Geertekerk, een eenvoudige rechthoekige zaalkerk, werd in de 12e eeuw net buiten de toenmalige stad gebouwd. In de 13e eeuw werd deze kerk afgebroken en verplaatst naar de huidige locatie net binnen de stadsomwalling. In de 14e en 15e eeuw werd de Geertekerk van een toren voorzien en vergroot. In de jaren 1930 verviel de kerk tot ruïne nadat ze door de hervormde gemeente was verlaten. Deremonstrantse gemeente van Utrecht redde in de jaren 1950 deze kerk van de sloop. Ze kocht de ruïne en bouwde de kerk weer op. In 1956 verhuisden de remonstranten van hun voormalige kerk aan de Kromme Nieuwe Gracht naar de Geertekerk.
Catharijnekerk, van oorsprong een kloosterkerk gewijd aanCatharina van Alexandrië, gebouwd in de 16e eeuw in laatgotische stijl. Na het herstel van de bisschoppelijkehiërarchie in 1853 werd deze kerk aangewezen alskathedraal van het Aartsbisdom Utrecht. In 1900 werd de kerk met één travee naar het westen vergroot en kreeg ze een klokkentoren in laat-gotische stijl.
Sint-Gertrudiskapel, een van de best bewaard gebleven rooms-katholieke schuilkerken in Nederland. Deze werd in de 17e eeuw ingericht in een middeleeuws huis. De voorganger van deze schuilkerk was deGeertekerk (zie hierboven), die door de overheid in 1580 aan de protestanten werd toegewezen. De schuilkerk is thans via een tussenruimte verbonden met de oudkatholiekeSint-Gertrudiskathedraal (zie hieronder).
Lutherse Kerk, grotendeels de kapel van het voormalige door Abraham Dole in 1421 gestichteSint-Ursulaklooster. De lutheranen kwamen aanvankelijk bijeen in een schuilkerk, maar in 1745 kochten zij twee huizen aan de Hamburgerstraat, braken deze af en bouwden op dezelfde plaats een nieuw gedeelte van hun kerk, dat aansloot op de middeleeuwse kapel. Het interieur van deze kapel werd aangepast aan dat van de nieuwe aanbouw. Opvallend aan deze kerk is de bekroning van de voorgevel in Lodewijk XIV-stijl.
Doopsgezinde Kerk, zaalkerk gebouwd in 1773, ontworpen door Willem de Haan. Opvallend is de stijlvolle, ruime entree met bovenverdieping.
Sint-Augustinuskerk,Waterstaatskerk ontworpen doorKarel George Zocher en gereedgekomen in 1840. Aan de voorzijde bevindt zich een tempelfront met hoge zuilen in neoklassieke stijl. De Sint-Augustinuskerk was, afgezien van de schuilkerken, de eerste na de Reformatie gebouwde rooms-katholieke kerk in Utrecht.
Sint-Willibrordkerk, zeer hogeneogotische kerk, ontworpen doorAlfred Tepe, gereed gekomen in 1877. Het rijke en kleurrijke interieur werd vervaardigd door leden van hetSt. Bernulphusgilde. In deze rooms-katholieke kerk werden gedurende lange tijd niet of slechts incidenteel kerkdiensten gehouden. In 2016 heeft dePriesterbroederschap Sint Pius X de kerk in gebruik genomen en worden er regelmatig heilige missen gevierd. Na de Dom is deze kerk de door toeristen drukstbezochte van de stad Utrecht.
Sint-Gertrudiskathedraal, in neoromaanse stijl gebouwde, in 1914 gereed gekomen oudkatholieke kathedraal. Naast deze kerk bevindt zich de voormalige rooms-katholieke schuilkerk Sint-Gertrudis. Toen in 1723 de Rooms-Katholieke Kerk scheurde en deOud-Katholieke Kerk ontstond, kwam deze schuilkerk in handen van de oudkatholieken.
Minderbroederklooster, in de 13e eeuw gebouwd door deFranciscanen. Van dit klooster is het huidige gebouw van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht, gelegen aan het Janskerkhof, overgebleven. Wel is het in de loop der eeuwen sterk gewijzigd.
Regulierenklooster, gebouwd in de 13e eeuw, maar na de sluiting van het klooster vele malen uit- en inwendig verbouwd. Het heeft enkele decennia dienst gedaan als poppodium Tivoli, totdat dit verhuisde naar het nieuwe muziekcentrumTivoliVredenburg. Sinds 2014 is in dit vroegere klooster het bedrijf van popmuzikantColin Benders gevestigd.
Duitse Huis, gebouwd omstreeks 1350 door deDuitse Orde, een geestelijke ridderorde die ontstond ten tijde van dekruistochten. De kerk van het klooster is ingestort tijdens de storm van 1 augustus 1674. De overige gebouwen zijn bewaard gebleven. Het hoofdgebouw deed lange tijd dienst als militair hospitaal. Thans is Grand Hotel Karel V in de gebouwen van het Duitse Huis gehuisvest.
Catharijneconvent, gebouwd in de middeleeuwen door deKarmelieten, ten tijde van keizer Karel V in gebruik genomen door deJohannieters, die hun klooster bij deCatharijnepoort moesten verlaten ten behoeve van de bouw van deVredenburg. 'Catharijne' verwijst naarCatharina van Alexandrië, de beschermheilige van de Johannieters. 'Catharijneconvent' is dan ook de naam die de Johannieters aan het reeds bestaande klooster gaven. Hetzelfde geldt voor de kloosterkerk, de Catharijnekerk. In dit goed bewaard gebleven klooster is thans hetMuseum Catharijneconvent gehuisvest.
Sint-Nicolaasklooster, omstreeks 1407 gebouwd. Het laatmiddeleeuwse gebouw is vooral interessant vanwege de galerij op spitsbogen aan de binnenplaats.
Kartuizerklooster Nieuw Licht aan de Laan van Chartroise, gebouwd in de 15e tot 18e eeuw. Hiervan zijn alleen een poortgebouw en een boerderij bewaard gebleven.
Agnietenklooster, gebouwd in 1421. In 1921 werd het gebouw uitgebreid met nieuwe vleugels ten behoeve van hetCentraal Museum, dat hierin trok. De kloosterkapel maakt deel uit van het museumgebouw.
Klooster Genezzano van deZusters Augustinessen van Sint-Monica aan de Waterstraat. Deze kloostergemeenschap werd opgericht in 1934 met de opdracht werkzaam te zijn in de directe omgeving,Wijk C. In de tweede helft van de 20e eeuw noemde het klooster zichMeisjesstad, omdat het zich richtte op de opvang van dakloze en bedreigde meisjes en vrouwen. Het huidige kloostergebouw op de hoek van de Oudegracht en de Waterstraat is van 1997.
Oude Sint-Willibrordkerk (Vleuten), van oorsprong driebeukigegotische kerk, gebouwd omstreeks 1300. In 1580 werd deze kerk toegewezen aan de protestanten, waarna het koor is afgebroken. In 1831 werd de kerk verder verkleind door de afbraak van de twee meest westelijke traveeën. In 1971 vond herbouw plaats naar de oorspronkelijke grootte en met herstel van de gotische vensters, maar zonder dat er verder sprake was van een reconstructie van de middeleeuwse kerk. Alleen de toren en de delen van de zijbeuken links en rechts van de toren zijn middeleeuws. Deze kerk bezit een waardevol orgel, gebouwd doorGideon Thomas Bätz in 1809.
Kapel vanKasteel de Haar, vermoedelijk gewijd aanSint-Steven, gesticht vóór 1420 als dochterkapel van deparochiekerk te Kockengen. Deze kapel heeft eeuwenlang gefunctioneerd als kerk van het dorpDe Haar, dat toen naast het kasteel lag. In de 17e eeuw begon het verval van kasteel en kapel. Aan het einde van de 19e eeuw gaf baronÉtienne van Zuylen van Nyevelt van de Haar aan architectPierre Cuypers opdracht tot herbouw van kasteel, kapel en bijgebouwen. In 1896 werd de kapel, met behoud van het middeleeuwse grondplan, delen van de toren en enkele muurresten, in neogotische stijl herbouwd. De op het kasteelterrein gelegen kapel is niet vrij toegankelijk.
Lebuïnuskerk (Blauwkapel), kleinste gotische kruiskerk van Nederland, gebouwd in 1451.
Kerk van OLV ten Hemelopneming (Oudenrijn), een van de oudste kerken in neogotische stijl van Nederland, gebouwd in de periode 1857 tot 1860. In 1940 verhuisden de parochianen naar hun nieuwe kerk in De Meern. De verlaten kerk werd fabriek en ingrijpend verbouwd. De bijzondere neogotische kapconstructie is echter bewaard gebleven. Deze voormalige kerk is thans in gebruik als culturele broedplaats met de naamMetaal Kathedraal.
Voormalig zaalkerkje (Alendorp), gebouwd in 1896 ten behoeve van de kort daarvoor opgerichte Gereformeerde Kerk van Vleuten en De Meern.
Sint-Antonius van Paduakerk (Lombok), ontworpen door de architectenJan Stuyt enJoseph Cuypers in een neoromaanse stijl. Het kerkgebouw kwam gereed in 1903, de toren in 1924. Deze toren werd gebouwd naar het voorbeeld van Italiaanse klokkentorens: smal en enigszins losstaand van de kerk.
Marekerk (De Meern), gebouwd in 1913 inart nouveau-stijl als Nederlands-hervormde kerk. Deze kerk verving een middeleeuwse kapel op dezelfde plaats bij deMeernbrug, daar waar het dorp De Meern is ontstaan.
R.K. Sint-Gertrudiskerk (Rivierenwijk), ontworpen door architectWolter te Riele, opgeleverd in 1924. Utrecht heeft vier kerken die gewijd zijn aanSint-Geertruida van Nijvel. De oudste is de middeleeuwse Geertekerk. Na de reformatie kwam deze kerk in handen van de protestanten en verhuisden de rooms-katholieke parochianen naar hun schuilkerk, die uiteraard eveneens was gewijd aan Sint-Geertruida (in het latijn: Gertrudis). In 1914 werd naast deze schuilkerk de oudkatholieke Sint-Gertrudiskathedraal gebouwd. De jongste aan Sint-Geertruida gewijde kerk is die in Rivierenwijk.
Ulu Moskee (Lombok), in de periode 2008 tot 2015 gebouwde moskee aan de kop van Lombok met twee 44 m hoge minaretten. De gang van zaken binnen deze moskee staat onder het gezag van de Turkse overheid.
Islamitisch Cultureel Centrum Leidsche Rijn (De Meern), in 2016 geopende moskee en cultureel centrum. Het moskeebestuur bestaat uit leden uit de Marokkaanse gemeenschap.
In de binnenstad bevinden zich vele gebouwen met een historie die tot in de middeleeuwen rijkt. Bekend zijn deUtrechtse stadskastelen, stenen woningen van rijke of adellijke families, die voornamelijk binnen de middeleeuwse handelswijkStathe waren gelegen. In latere perioden zijn op veel meer plekken verspreid over de stad representatieve gebouwen gebouwd. De onderstaande lijst toont in het oog springende gebouwen, oplopend van oud naar jong.
'Stadskasteel' OudaenWinkel van SinkelStadhuis en StadhuisbrugInterieur voormalig hoofdpostkantoor, nu bibliotheekRietveld-Schröderhuis
Oudaen, Oudegracht 99, een versterkt woonhuis uit circa 1280. Utrecht telde in de dertiende en veertiende eeuw vele van deze burchtachtige huizen van rijke patriciërs. Minder goed bewaard gebleven zijn onder meerDrakenburg (Oudegracht 114),Kranestein (Oudegracht 55),Fresenburch (Oudegracht 113) enBlankenburg (Oudegracht 121).
Huis Zoudenbalch in de Donkerstraat uit 1467-1468 in laatgotische stijl, met een opvallende natuurstenen gevel, die in1903 na een brand gerestaureerd is.
Bartholomeïgasthuis aan de Lange Smeestraat, uit 1367, bestaande uit een vleugel aan de straat met een haaks daarop staande kapel.
Sint Eloyen Gasthuis, Boterstraat 22. Sinds 1440 is hier het huis van het smedengilde vanSint-Eloy gevestigd. Het huis is alleen op de Landelijke Open Monumentendag geopend voor bezoekers (tweede zaterdag in september). De toegangsdeur/-poort dateert uit 1644.
Paushuize uit 1517, gebouwd in opdracht van de uit Utrecht afkomstigepaus Adrianus VI, die het echter nooit bewoond heeft. Het is een laat-gotisch gebouw met typische "speklagen" van natuursteen en baksteen.
Sonnenborgh enManenborgh, twee bolwerken, overblijfselen van de stadsversterking uit omstreeks 1550. Sonnenborgh is thans alssterrenwacht in gebruik.
Leeuwenbergh Gasthuis, een tweebeukige zaal, in 1567 gebouwd alspesthuis, later in gebruik geweest als kerk. Het poortgebouw aan de stadswal is verdwenen.
Statenkamer, de voormalige refter van hetMinderbroederklooster aan hetJanskerkhof met een poort uit 1643. Thans onderdeel van de Universiteit Utrecht.
De Krakeling, Achter Sint-Pieter, woonhuis uit 1663 met opvallende ornamenten en een bijzondere deur. Gebouwd in opdracht vanEverard Meyster, bekend van deAmersfoortse Kei.
Fundatie van Renswoude uit 1757 doorJoan Verkerk inrococostijl. Oorspronkelijk een instelling die begaafde wezen een opleiding bezorgde. Het weelderige interieur is grotendeels in oorspronkelijke staat bewaard gebleven.
Winkel van Sinkel aan de Oudegracht uit 1839, ontworpen door P. Adams in neoclassicistische stijl. Een van de eerste warenhuizen in Nederland, opvallend door de vierkariatiden in de voorgevel.
Stadhuis van Utrecht op de Stadhuisbrug aan deOudegracht, met een zware neoclassicistische gevel van natuursteen uit 1826-1847.
Ooglijdersgasthuis uit1894, aan de F.C. Dondersstraat. Ontworpen door architect D. Kruijf. Bood van 1894-1989 onderdak aan hetNederlandsch Gasthuis voor Behoeftige en Minvermogende Ooglijders. Van 1990-2015 was dit een locatie van deHogeschool Utrecht.
Weeshuispoort aan de Springweg, gebouwd aan het begin van de zeventiende eeuw met gebruikmaking van oudere elementen
Hofpoort aan de westzijde van de Nieuwegracht tussen Pausdam enPaulusbrug, een hardstenen poort met Dorische halfzuilen (derde kwart 16e eeuw en ca. 1620)
Sint-Salvatorkerk, gelegen naast de Dom. Afgebroken in 1587. De Dom was in handen gekomen van de protestanten en aan een tweede kerk op dezelfde plaats had men kennelijk geen behoefte.
DePaulusabdij, gebouwd op initiatief van bisschop Bernold. De oudste delen, waaronder de abdijkerk in dezelfde romaanse stijl als de Pieterskerk en de Janskerk, werden in 1050 gebouwd. De Paulusabdij verdween in stappen na de Reformatie. In de Hofpoort (doodlopende zijsteeg van de Nieuwegracht) komt men bij de achterzijde van het vroegere gerechtsgebouw, waarin een stuk muur van de abdijkerk uit 1050 is verwerkt.
DeMariakerk, in de 11e en 12e eeuw gebouwde kapittelkerk, evenals de twee iets oudere kapittelkerken, de Pieterskerk en de Janskerk, inromaanse stijl. De architectuur van deze kerk verschilde echter duidelijk van die van de Pieters- en de Janskerk. Italiaanse (Lombardische) invloeden zijn duidelijk waarneembaar, zoals onder andere blijkt uit het bekende schilderij vanPieter Saenredam, waarop het brede westfront is te zien met op de achtergrond de torens van de Dom en de Buurkerk. De Mariakerk raakte in verval toen er geen kerkdiensten meer werden gehouden. In 1813 werd ze grotendeels afgebroken. Alleen het koor van de kerk bleef tot 1844 nog in gebruik als concertzaal, totdat ook dit werd gesloopt om plaats te maken voor hetGebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Het enige dat behouden is gebleven van deze kerk is een deel van dekruisgang, te zien en te betreden vanaf deMariaplaats.
Het gebouwDe Utrecht van de gelijknamige verzekeringsmaatschappij, een voorbeeld vanjugendstil-architectuur. Het gebouw is ontworpen door J. Verheul en werd opgeleverd in 1902. In 1974 werd het afgebroken ten behoeve van de bouw van het winkelcentrum Hoog-Catharijne. Verschillende elementen van het afgebroken gebouw liggen opgeslagen.
Qua moderne begraafplaatsen/crematoria is deBegraafplaats Soestbergen in de eerste helft van de 19e eeuw aangelegd.Begraafplaats Sint Barbara is rond 1870 ontworpen doorAlfred Tepe en kent onder meer diverse graven van rooms-katholieke aartsbisschoppen. Uit het begin van de 20e eeuw dateertKovelswade.Begraafplaats Tolsteeg is in 1931 aangelegd naar een ontwerp van Krijn Perk Vlaanderen, tuinarchitect en plantsoenmeester van de gemeente Utrecht; er is een aula naar het ontwerp van architectGosse van der Gaast in de stijl van deNieuwe zakelijkheid. Begraafplaats/crematoriumDaelwijck uit omstreeks 1967 heeft een aula die is ontworpen door architectH. Dam.
Westelijk van het centrum ligt het station met het aangebouwde winkel- en kantorencomplexHoog Catharijne, dat sinds het bestaat omstreden is geweest, zowel om zijn architectuur alsook de verloedering die optrad, waardoor het een vrijplaats voor druggebruikers werd. Sinds begin 2000 is er echter veel tijd en geld besteed om dit leefklimaat te verbeteren. In 2006 heeft men hiervoor een Nederlandse en Europese prijs gewonnen. In 2008 is er begonnen met een grootscheepse opknapbeurt van het gehele stationsgebied (zieCU2030). Zo is de singel rondom de binnenstad hersteld en is hetVredenburg ingrijpend verbouwd. Op hetSmakkelaarsveld zal een kleine haven ontstaan die de singel weer in verbinding brengt met deLeidse Rijn.
TivoliVredenburg is een muziekgebouw aan de Vredenburgkade. Het gebouw bevat vele zalen en is gebouwd op de plek van hetMuziekcentrum Vredenburg (1978); van dat gebouw is de Symfoniezaal bewaard gebleven.
Als studentenstad kent Utrecht een levendig uitgaansleven. Veelhoreca is geconcentreerd aan deNeude, met cafés als ’t Neutje, De Beurs en wijncafé Lefebvre, rondom hetWed en bij hetLedig Erf. DeWinkel van Sinkel fungeert als grand-café en nachtrestaurant met clubavonden enStairway to Heaven werd door zangerHenk Westbroek tot rockcafé omgebouwd.
De stad telt ook typische studentencafés, zoals biercafé België aan de Oudegracht en de cafés ’t Pakhuis en Hofman aan hetJanskerkhof. Daarnaast zijn op de nabijgelegenNobelstraat ook diverse (studenten)cafés gevestigd. Op het Janskerkhof bevindt zich naast restaurants ook discotheekWoolloomooloo (kortweg de Woo) van hetUtrechtsch Studenten Corps. Andere dansclubs in de stad zijn BASIS, Poema enTivoliVredenburg.
Voorlhbt'ers zijn er aan weerszijden van de Oudegracht dehomocafésBodytalk en Kalff. Sinds de sluiting vanDe Roze Wolk in 2006 is er geen vaste homodiscotheek meer, maar wel zijn er reguliere feesten van EnSuite en van de homojongerenorganisatiePANN.
Le Guess Who? inTivoliVredenburg (2014)De Parkdag van het Midzomergracht Festival (2016)
Sinds 2017 is Utrecht, mede dankzij een actieve lobby vanuit het ILFU, eenUNESCO-Literatuurstad ('City of Literature'), een samenwerkingsverband van vele partijen uit de stad, zoals deBibliotheek Utrecht,Veen Bosch & Keuning Uitgeversgroep, het Utrechtse Boekhandels Overleg, deUniversiteit Utrecht, Festival Mooie Woorden en ILFU.[30] Daarom vinden al jaren regelmatig literatuurfestivals plaats. Hieronder een opsomming van literatuur- en andere festivals:
In de filmKarakter komen enige Utrechtse locaties voor.
InPhileine zegt sorry stond de woning van Phileine in de Utrechtse binnenstad, op de hoek van de Servetstraat en deLichte Gaard. Bovendien werden er opnames gemaakt in hetWilhelminapark.
InHet Schnitzelparadijs zijn alle scènes in en rond het restaurant opgenomen in een kantoorgebouw aan deA2, naast het hoofdkantoor van de Hema. Eén scène speelt zich af op het dakterras, met uitzicht op de snelweg.
Enkele scènes uitZwartboek vanPaul Verhoeven zijn opgenomen in deRidderschapstraat. De oude garage in deze straat was voor de gelegenheid omgebouwd tot mortuarium.
De films vanMees Kees zijn voor een klein deel opgenomen in het Utrechtse stadsdeel Leidsche Rijn.
De gemeente Utrecht kwam in 1986 eerstmaals met een homo- en lesbisch emancipatiebeleid om de maatschappelijke integratie van deze groepen te bevorderen. In datzelfde jaar vond de landelijkeRoze Zaterdag voor de eerste keer in de stad plaats. Er werd in die tijd vanuit de homobeweging ook specifiek tegen de rooms-katholieke standpunten aangaande homoseksualiteit geprotesteerd, bijvoorbeeld tijdens het bezoek vanpaus Johannes Paulus II in mei 1985 en in februari en april 1987 tegen uitspraken vankardinaal Simonis.[31]
In juni 1997 werd op initiatief van de gemeente de "Roze Lente" georganiseerd, een evenement om homoseksualiteit voor een breder publiek zichtbaar te maken. Het afsluitende MidzomerGrachtspektakel groeide uit tot het jaarlijkseMidzomergracht Festival, dat in 1998 de start vormde van vijf Roze Lentedagen. Als afsluiting daarvan fungeerde opnieuw de Roze Zaterdag.[32]
In 2005 werd het Europeselhbt-sportevenementEuroGames in Utrecht gehouden, met ruim 2800 sporters en circa 25.000 bezoekers. Sinds 2008 is Utrecht een van deRegenboogsteden en toen in 2013 de Roze Zaterdag voor de derde maal in de stad plaatsvond werd in deLange Viestraat het eersteregenboogzebrapad in Nederland aangelegd. Sinds 2017 is er, naar Amsterdams voorbeeld, een botenparade onder de naamUtrecht Canal Pride.
Station Utrecht Centraal is het belangrijkstespoorwegknooppunt van Nederland en heeft rechtstreekse treinverbindingen met op drie na alle andere provinciehoofdsteden (uitgezonderd zijnLelystad,Haarlem enMiddelburg). De eerste spoorlijn werd geopend in 1843. Dit was de lijn naar het Amsterdamse stationWeesperpoort. In 1844-1845 volgde de verbinding metArnhem. In 1855 kwam de verbinding metGouda –Rotterdam tot stand en vanaf 1870 ook naarDen Haag, in 1863 die naarAmersfoort en in 1868-1870 de lijn naarBoxtel. Als laatste verbinding werd in 1874 de lijn naarHilversum geopend.
De stad Utrecht kent een uitgebreid buslijnennet vanQbuzz. Er rijden bussen van Qbuzz naarMaarssen,Vleuten/De Meern enKockengen. De meeste bussen rijden maandag tot en met zaterdag om de 10 minuten, 's avonds en op zondag om het kwartier. Utrecht is de eerste stad in Nederland waardubbelgelede bussen rijden.
De stad wordt aan drie zijden omsloten doorautosnelwegen. Ten westen van de stad bevindt zich deA2, ten zuiden deA12 en ten oosten deA27. Belangrijke verkeersknooppunten zijnOudenrijn,Lunetten enRijnsweerd. Iets ten westen van het laatst genoemde verkeersknooppunt begint een vierde autosnelweg, deA28 naar het noorden naarAmersfoort,Zwolle,Assen enGroningen. Ten noorden van Utrecht wordt de ringweg sluitend gemaakt door deN230. Deze wegen vormen samen deRing Utrecht.
De fiets is het meest gebruikte vervoermiddel voor verplaatsingen binnen de stad Utrecht.[34] Volgens een onderzoek van deFietsersbond in 2016 liggen zelfs de drie drukste fietspaden van Nederland in Utrecht.
De Utrechtsegemeenteraad telt 45 zetels. Hieronder de behaalde zetels per partij bij degemeenteraadsverkiezingen sinds 1962. De rangschikking is gebaseerd op de laatst gehouden verkiezingen.
N.B.: partijen als GroenLinks, CDA en CU bestonden vroeger uit andere partijen die later zijn samengegaan in hoe ze nu heten. Vanwege de vergelijkbaarheid is de huidige naam ook voor het verleden gebruikt.
De Utrechtse gemeenteraad besloot op 12 oktober eenburgemeestersreferendum te organiseren. Een vertrouwenscommissie uit de raad selecteerde vervolgens twee kandidaten, waarna de bevolking door middel van een stemming mocht bepalen wie de opvolger zou worden vanAnnie Brouwer-Korf, die aangegeven had per 1 januari 2008 terug te treden. Voorstanders van de volksraadpleging waren PvdA, GroenLinks en D66 (in totaal 25 van de 45 zetels). Een opkomst van ten minste 30% was de voorwaarde voor de geldigheid van het referendum. Het burgemeestersreferendum vond plaats op 10 oktober 2007, de Utrechters konden kiezen uitAleid Wolfsen enRalph Pans, beiden lid van de PvdA.
De opkomst was slechts 9,25%, waardoor het referendum ongeldig was. Ook stemde 16,3% blanco of ongeldig. Van de geldige stemmen kreeg Aleid Wolfsen 60,7% (13.014 stemmen) en Ralph Pans 22,9% (4914 stemmen). Utrecht was de zevende gemeente waar een burgemeestersreferendum werd gehouden, de opkomst was de laagste tot dan toe. Op 11 oktober 2007 besloot de gemeenteraad om Wolfsen voor te dragen bij de regering. In de gemeenteraad werden dertig stemmen op hem uitgebracht. Pans kreeg twee stemmen en elf raadsleden brachten een blanco stem uit.
Utrecht neemt binnen deprovincie een belangrijke plaats in op het gebied vanonderwijs. DeUniversiteit Utrecht (opgericht in 1636) is qua omvang de tweede van Nederland, en wordt nationaal en internationaal beschouwd als een van de betere universiteiten.[38][39][40] De Domstad telt drie hogescholen; allehogeronderwijsinstellingen tezamen bieden plaats aan ongeveer 65.000 studenten.[41] Verder zijn er in Utrecht een twintigtalmiddelbare scholen gevestigd (afhankelijk van de definitie).
Anno 2025 zijn er in Utrecht(stad) 104 basisscholen en maken er dagelijks 24.750 leerlingen gebruik van het basisonderwijs. Utrecht kent een rijk onderwijsaanbod met zowel rooms-katholieke, openbare, islamitische, protestants-christelijke en algemeen bijzondere basisscholen. Het gros van de basisscholen biedt regulier onderwijs aan maar je hebt ook mogelijkheden voor Dalton, Montessori en Jenaplan onderwijs.[42]
VoetbalclubFC Utrecht won driemaal deKNVB Beker en komt uit in deeredivisie, waar het nog nooit uit gedegradeerd is. De club speelt zijn thuiswedstrijden inStadion Galgenwaard. FC Utrecht ontstond in 1970 uit een fusie van drie Utrechtse voetbalclubs:DOS,USV Elinkwijk enVelox. De eerste twee bestaan nog als amateurclubs. DOS is de enige club uit Utrecht die ooit kampioen van Nederland werd, in 1958. Voor de oorlog telde ookHercules mee, dat opgericht werd in 1882 en daarmee de derde voetbalclub in Nederland was. Hercules heeft bijgedragen aan de verspreiding van het voetbal. Elinkwijk werd in 1974 kampioen van Nederland bij de zondagamateurs.
Er zijn meer sportverenigingen in de stad.Kampong speelt bij zowel de heren en dames in dehoofdklasse. De teams zijn meermalen Nederlands kampioen geweest en hebben ook deEuropacup I enII gewonnen. In 1998 werd het WK hockey voor demannen envrouwen gelijktijdig in Utrecht gehouden, het eerste dubbeltoernooi in de hockeygeschiedenis. BijVVU komt het eerste damesteam uit in devolleybal Eredivisie. BijUVV komt het eerste honkbal mannenteam uit in deHonkbal hoofdklasse, de hoogste honkbaldivisie in Nederland. Het eerste softbal vrouwenteam komt uit in de Softbal hoofdklasse (vrouwen), de hoogste softbaldivisie in Nederland. DeUSRS speelt al sinds 1967 mee in de hoogste regionen van de Nederlandse rugby Pyramide.
Op elke vrijdagavond vanaf begin mei tot en met eind september organiseert Stichting Utrecht Skateparade eenskatetocht voor inlineskaters en skeeleraars van ongeveer 23 kilometer door Utrecht. In Skatepark Utrecht is een indoorfaciliteit voor skateboarden.
Utrecht is de enige stad die de drieGrote Rondes in hetwielrennen heeft ontvangen. De tweede etappe van deRonde van Italië 2010 (Giro d'Italia) ging van Amsterdam naar Utrecht. DeRonde van Frankrijk 2015 (Tour de France) ging van start in Utrecht. Er waren 800.000 mensen aanwezig tijdens de tourstart en de kosten bedroegen zo'n 15 miljoen euro.
DeRonde van Spanje 2022 (Vuelta) ging op vrijdag 19 augustus 2022 van start in Utrecht met een ploegentijdrit. Op zaterdag 20 augustus 2022 was Utrecht tevens finishplaats van detweede etappe (startplaats was's-Hertogenbosch) van de Ronde van Spanje 2022.[43] De aanvankelijk totaal begrote kosten voor de start van de Ronde van Spanje in Nederland bedroegen € 14,3 miljoen, waarvan degemeente Utrecht € 2,1 miljoen en deprovincie Utrecht € 2,1 miljoen betaalde. De rest werd bijgedragen door private partijen (€ 4,8 mln.), een subsidie van hetministerie van VWS (€ 2,5 mln.) en overige publieke instanties als degemeente Breda € 0,95 mln., deprovincie Noord-Brabant € 0,95 mln. en degemeente ’s-Hertogenbosch € 0,3 mln.[44] Aanvankelijk zou deRonde van Spanje 2020 op 14 augustus 2020 starten in Utrecht, maar dit moest worden afgelast vanwege decoronapandemie. Later dat jaar ging de ronde alsnog van start in Spanje. In 2022 vond uiteindelijk alsnog de start van de Ronde van Spanje in Nederland plaats, de organisatiekosten waren echter wel gestegen. Degemeente Utrecht en deprovincie Utrecht stelden daardoor elk een bedrag van € 250.000 extra beschikbaar, waarmee de totale bijdrage van zowel de gemeente als de provincie op 2,35 miljoen euro uitkwam.[45]
↑[1]CBS Statline, Tabel: Bevolking; maandcijfers per gemeente en overige regionale indelingen, 27 juli 2010, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen
↑Voor de getallen tot 1623, behalve 1525 en 1600: Van de Hoven van Genderen en Rommes, 'Rijk en talrijk', inJaarboek Oud-Utrecht, 1995, p. 53-85; voor de getallen van 1525, 1600, 1650 tot 1890 en 1970: De Bruin e.a.,Een paradijs vol weelde, geschiedenis van de stad Utrecht, Utrecht, 2000, p. 249 e.a.; voor de getallen van 1900 tot 1960: Blijstra,2000 jaar Utrecht, Utrecht/Antwerpen, 1969, p. 215; voor het getal van 1980: Kroniek over het jaar 1980, inJaarboek Oud-Utrecht, 1981; voor de getallen na 1980:https://web.archive.org/web/19990427135052/http://statline.cbs.nl/ (gearchiveerd)
↑Werkgroep kadastrale atlas provincie Utrecht (2000) Kadastrale Atlas provincie Utrecht 6. Utrecht in 1832. Grondgebruik en eigendom. Laren: Drukkerij van Wijland B.V.