Twentsche Bank | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Voormalig hoofdkantoor aan Hoedemakerplein, Enschede | ||||
Oprichting | Enschede,1841 | |||
Opheffing | 3 oktober1964 | |||
Oorzaak einde | Fusie tot ABN | |||
Oprichter(s) | Benjamin Willem Blijdenstein jr. | |||
Land | ![]() | |||
Hoofdkantoor | Enschede,Nederland | |||
Producten | financiële dienstverlening | |||
Industrie | financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen | |||
|
DeTwentsche Bank werd in1841 opgericht door deEnschedese notabeleBenjamin Willem Blijdenstein (1811-1866), met als primaire doelgroep de textielindustrie in deTwentse regio. Met de groei van textielexport naar zuidoostAzië zag hij al snel kans een kantoor inLonden te openen, dat door zijn zoon en naamgenoot werd bestuurd.[2] Dit kantoor is nu het oudste buitenlandse bankkantoor in Londen. Deze opzet legde de basis voor het financiële verkeer tussen Londen (import van grondstoffen en verkoop van eindproducten), Enschede (productie) en Amsterdam (export naarNederlands-Indië).
DeTwentsche Bankvereeniging werd op 24 juni 1861 als een partnerschap opgericht. De naam werd in 1869 gewijzigd inTwentsche Bankvereeniging B.W. Blijdenstein & Co. (TBV). De belangrijkste activiteit was in de eerste decennia de financiële handel en wandel rondom de export van textiel naar Nederlands-Indië, maar langzamerhand werden de activiteiten uitgebreid, onder meer door oprichting van deWissel- en Effectenbank (Rotterdam, 1879),Stichtse Bank (Utrecht, 1884) enBank voor Effecten- en Wisselzaken (Den Haag, 1893). Ook werden kantoren opgezet in hetDuitseWestfalen, een regio die een soortgelijke economische ontwikkeling doormaakte als Twente. In Parijs werd in 1909 een belang genomen inBanque Jordaan en ook binnenslands werden belangen verworven in diverse provinciale bankbedrijven, zoalsBergsma & Dikkers (Hengelo, 1906),Lissesche Bankvereeniging (Lisse, 1907) enD.A. Wisselink (Alkmaar, 1911).
In 1917 werd deTwentsche Bankvereeniging een naamloze vennootschap, in eerste instantie zeer tegen de zin van de Blijdensteins. De naam werd bij die gelegenheid gewijzigd inTwentsche Bank (TB). DeWissel- en Effectenbank enBank voor Effecten- en Wisselzaken werden van zelfstandige dochterbedrijven omgezet in afdelingen van TB en hetzelfde lot onderging deStichtse Bank in Utrecht.
De groei werd voortgezet door inlijving vanB.W. Blijdenstein Jr. (Enschede) enLedeboer & Co. (Almelo), die tot dan toe juridisch zelfstandige entiteiten waren geweest. Ook andere financiële instellingen, waarin TB een belang had, werden vanaf 1931 ingelijfd:Provinciale Bank voor Limburg,Lissesche Bankvereeniging,Geldersch-Overijsselsche Bankvereeniging,Groninger Bank,Bank van Wisselink enHaarlemsche Bankvereeniging werden kantoren van deTwentsche Bank.
DeTweede Wereldoorlog heeft grote impact op de Twentsche Bank. Van der Werf schrijft hierover:
“De Twentsche Bank wordt in 1941 geconfronteerd met de verdrijving en beroving van de joden. De pogingen die de bank in het werk stelt om de bezetter voor te zijn bij dearisering van twee textielondernemingen – N.J. Menko en Roombeek – slagen niet. Beide ondernemingen komen in handen van de bezetter. De bank kan de verwijdering van haar joodse medewerkers niet tegenhouden, maar ze biedt hun wel financiële steun. De pogingen van de Twentsche Bank om te voorkomen dat de pensioenuitkeringen van haar joodse medewerkers in handen van de bezetter vallen, houden een jaar stand, maar worden dan verijdeld. Alle vermogens die de joodse relaties bij de bank aanhouden, vallen vroeg of laat in handen van de bezetter. Het gaat om de rekening van bijna achthonderd relaties. De Nederlandse banken worden door de bezetter onder druk gezet om hieraan mee te werken, maar ze zijn passief. De Twentsche Bank wordt hierbij door de bezetter verweten dat zij de zaken traineert.” (p. 461)
Na de Tweede Wereldoorlog zette het consolidatie proces zich voort. De eerste grote overname na de oorlog was die vanVan Ranzow's Bank (Arnhem, 1950), gevolgd doorVan Mierlo en Zoon (Breda, 1952).
Twentsche Bank was van oudsher een vooruitstrevende bank. In de latejaren 50 had zij bijvoorbeeld depersoonlijke lening geïntroduceerd en met de overname van deIndustrieele Disconto Maatschappij kreeg TB nog meer voet aan de grond in consumentenkredieten.
Op 3 oktober 1964 fuseerde de Twentsche Bank met deNederlandsche Handel-Maatschappij totAlgemene Bank Nederland. Het archief (130 meter) is ondergebracht in hetHistorisch Centrum Overijssel.[3]