Nummer | Moderne (kalligrafische) afbeelding | Naam (volledig/Kunya) | Titel (Arabisch/Turks)[5] | Geboortedatum Sterfdatum (CE/AH)[6] | Korte biografie | Geboorteplaats | Doodsoorzaak en laatste rustplaats[7] |
---|
1 |  | Ali ibn Aboe Talib علي بن أبي طالب Abu al-Hasan أبو الحسن | Amir al-Mu'minin (Leider van de Gelovigen)[8] al-Mūrtadhā
(De Geliefde)
Birinci Ali[9] | 600–661[8] 23 (voor dehidjra)–40[10] | De eerste imam en de rechtvaardige opvolger van Mohammed van alle sjiieten en alevieten; soennieten zien hem als de vierde rechtgeleide kalief. Hij heeft een hoge positie in bijna alle soefi-orden; de leden van deze orden zien Ali als belangrijkste bron en deur naar de leer van Mohammed.[8] | Mekka,Saoedi-Arabië[8] | Vermoord doorAbd-al-Rahman ibn Muljam, eenKharidjiet uit Kufa, die hem op het hoofd raakte met een vergiftigd zwaard.[8][11] Volgens sjiieten begraven bij deImam Alimoskee inNajaf,Irak. |
2 |  | Hasan ibn Ali حسن بن علي Abu Muhammad أبو محمد | al-Mūjtabā (De Gekozene)
İkinci Ali[9] | 624–670[12] 3–50[13] | Hij was de oudste overlevende kleinzoon van Mohammed, via de dochter van Mohammed Fatima Zahra. Hasan volgde zijn vader Ali op als kalief in Kufa, en probeerde een wapenstilstand aan te gaan metMoe'awija I, zijn tijd als kalief zou slechts zeven maanden geduurd hebben.[14] | Medina,Saoedi-Arabië[12] | Vergiftigd door zijn vrouw inMedina,Saoedi-Arabië op bevel vanOmajjaden kaliefMoe'awija I.[15] Begraven inJannatul Baqi,Medina,Saoedi-Arabië. |
3 |  | Husayn ibn Ali حسین بن علي Abu Abdillah أبو عبدالله | Sayyid ash-Shuhada (Meester van de martelaren)
Üçüncü Ali[9] | 626–680[16] 4–61[17] | Hij was de kleinzoon van Mohammed en de jongere broer van Hasan ibn Ali. Huseyn kwam in opstand tegen deOmajjaden-kaliefYazid I, zoon van Moe'awija I. Als gevolg daarvan werd hij met zijn volgers en familieleden afgeslacht bij deSlag bij Karbala. Om dit incident wordt jaarlijks gerouwd door sjiieten en alevieten tijdens de maandmuharram.[16][18] | Medina,Saoedi-Arabië[16] | Werd onthoofd bij deSlag bij Karbala.[16] Begraven bij deImam Hoesseinmoskee inKarbala,Irak. |
4 |  | Ali ibn Husayn علي بن الحسین Abu Muhammad أبو محمد | al-Sajjad, Zayn al-'Abidin, Zeynel Abidin (De constant aanbiddende)[19]
Dördüncü Ali[9] | 658/9[19] – 712[20] 38[19]–95[20] | Auteur van gebeden inSahifa al-Sajjadiyya, ook wel bekend als "De Psalmen van de Ahlalbayt."[20] | Medina,Saoedi-Arabië[19] | Volgens sjiieten vergiftigd onder opdracht van kaliefal-Walid I inMedina,Saoedi-Arabië.[20] Begraven inJannatul Baqi,Medina,Saoedi-Arabië. |
5 |  | Muhammad ibn Ali محمد بن علي Abu Ja'far أبو جعفر | Baqir al-Ulum, Muhammed Bakir (De onthuller van kennis)[21]
Beşinci Ali[9] | 677–732[21] 57–114[21] | Zowel soennitische als sjiitische bronnen beschrijven hem als een van de eerste en prominentste 'faqih'-geleerden, die veel studenten onderwees.[21][22] | Medina,Saoedi-Arabië[21] | Volgens sjiieten vergiftigd door Ibrahim ibn Walid ibn 'Abdallah inMedina,Saoedi-Arabië op bevel van kaliefHisham ibn Abd al-Malik.[20] Begraven inJannatul Baqi,Medina,Saoedi-Arabië. |
6 |  | Ja'far ibn Muhammad جعفر بن محمد Abu Abdillah أبو عبدالله | as-Sadiq, Cafer-i Sadik[23] (De Eerlijke)
Altıncı Ali[9] | 702–765[23] 83–148[23] | Stelde deJafari-jurisprudentie vast en was ook theoloog. Hij instrueerde veel leerlingen op verschillende gebieden, onder wie ookAbu Hanifa enMalik ibn Anas infikh (islamitische jurisprudentie),Wasil ibn Ata en Hisham ibn Hakam in islamitische theologie enGeber in wetenschap enalchemie.[23][24] | Medina,Saoedi-Arabië[23] | Volgens sjiitische bronnen vergiftigd inMedina op bevel van kaliefAl-Mansur.[23] Begraven inJannatul Baqi,Medina,Saoedi-Arabië. |
7 |  | Musa ibn Ja'far موسی بن جعفر Abu al-Hasan I أبو الحسن الاول[25] | al-Kazim, Musa-i Kâzim[26] (De Kalme")
Yedinci Ali[9] | 744–799[26] 128–183[26] | Leider van de Shi'a-gemeenschap tijdens de splitsing van deisma'ilieten en andere vertakkingen na de dood van de vorige imam, zijn vaderJafer Sadiq.[27] Heeft een hoge positie onder demahdavia; de volgers van deze orde volgen de leer van Mohammed via hem.[28] | Medina,Saoedi-Arabië[26] | Gevangen gehouden en vergiftigd inBagdad,Irak, op bevel van kaliefHaroen ar-Rashid. Begraven in deAl-Kadhimiya-moskee in Bagdad, Irak.[26] |
8 | 
| Ali ibn Musa علي بن موسی Abu al-Hasan II أبو الحسن الثانی[25] | ar-Rida, Reza, Ali Riza[29] (De Aangename)
Sekizinci Ali[9] | 765–817[29] 148–203[29] | Tot kroonprins benoemd door kaliefAl-Ma'mun en bekend om zijn debatten met moslim- en niet-moslimgeleerden.[29] | Medina,Saoedi-Arabië[29] | Vergiftigd inMashhad,Iran op bevel van kaliefAl-Ma'mun. Begraven bij deImam Reza-moskee inMashhad,Iran.[29] |
9 |  | Muhammad ibn Ali محمد بن علي Abu Ja'far أبو جعفر | al-Taqi, al-Jawad, Muhammed Taki[30] (De Godvrezende, De Gulle)
Dokuzuncu Ali[9] | 810–835[30] 195–220[30] | Stond bekend om zijn gulheid en toewijding terwijl hij vervolgd werd door deAbbassiden. | Medina,Saoedi-Arabië[30] | Vergiftigd door zijn vrouw, de dochter van Al-Ma'mun, inBagdad,Irak op bevel van kaliefAl-Mu'tasim, volgens Shi'a bronnen. Begraven in de Al-Kadhimiya-moskee in Bagdad, Irak.[30] |
10 |  | Ali ibn Muhammad علي بن محمد Abu al-Hasan III أبو الحسن الثالث[31] | al-Hadi, al-Naqi, Ali Naki[31] (De Gids, De Pure)
Onuncu Ali[9] | 827–868[31] 212–254[31] | Versterkte de netwerken in de Shi'a-gemeenschap. Hij stuurde ze instructies en kreeg in ruil financiële steun van de gelovigen en religieuze volgers.[31] | Surayya, een dorp vlak bijMedina,Saoedi-Arabië[31] | Volgens sjiieten vergiftigd inSamarra,Irak op bevel van kaliefAl-Mu'tazz.[32] Begraven in deGouden Moskee in Samarra, Irak. |
11 |  | Hasan ibn Ali الحسن بن علي Abu Muhammad أبو محمد | al-Askari, Hasan-ül Askeri[33] (De bewoner van een garnizoen)
Onbirinci Ali[9] | 846–874[33] 232–260[33] | Voor een groot deel van zijn leven legde de AbbasidenkaliefAl-Mu'tamid hem verboden op na de dood van zijn vader. Onderdrukking van de sjiitische bevolking was groot in die tijd vanwege de grote omvang en groeiende macht.[34] | Medina,Saoedi-Arabië[33] | Volgens sjiieten vergiftigd op bevel van kaliefAl-Mu'tamid inSamarra,Irak. Begraven bij deGouden Moskee in Samarra, Irak.[35] |
12 |  | Muhammad ibn al-Hasan محمد بن الحسن Abu al-Qasim أبو القاسم | al-Mahdi, de Verborgen Imam, al-Hujjah, Mehdi[36] (De Begeleide, Het Bewijs)
Onikinci Ali[9] | 868–onbekend[37] 255–onbekend[37] | Volgens sjiieten en alevieten is hij een historische persoon die echt heeft bestaan en de imam van deze tijd en de beloofdeMahdi, een 'messiasfiguur' die samen metJezus Christus zal terugkeren. Hij zal eenheid brengen binnen de islam en zal weer vrede en gerechtigheid brengen in de wereld.[38] | Samarra,Irak[37] | Volgens sjiieten en alevieten leeft hij in 'verborgenheid' sinds 872, wat zo zal blijven zolang God het wil.[37] |