Tondel oftonder is de benaming voor een licht ontvlambaar materiaal dat dient voor het maken vanvuur.
Tondel kan bestaan uit:lisdoddepluis,tonderzwam (Fomes fomentarius), verkooldlinnen ofkatoen, en alle andere materialen die goed droog zijn en licht ontvlambaar.
In deprehistorie werd mogelijk vuur gemaakt met behulp vanvuursteen en een knolmarcasiet (familie vanpyriet, ook wel gekkengoud genoemd) waarmee men vonken sloeg die werden opgevangen in het tondel. Een andere methode van vuur maken was door middel van wrijving van hout op hout, zoals met devuurtol of devuurboog.
Er is nog weinig bekend over het maken en gebruiken van vuur in de oudheid.Literatuur over voorbeelden van vuur maken in de oudheid is er nauwelijks. Dat is niet verwonderlijk, want al het gebruikte materiaal is zeer vergankelijk en bovendien kan men bijopgravingen maar zelden aantonen dat de gevonden brandplekken door mensen aangestoken zijn. Vuur kan namelijk ook een natuurlijke oorzaak hebben.
Bij de ijsmummieÖtzi die in de Alpen is gevonden, werd ook een stuk tonderzwam aangetroffen. Daarnaast is er een stuk berkenzwam bij hem gevonden wat doet vermoeden dat ook deze zwam als tondel werd gebruikt. Bij proeven met de berkenzwam bleek dat hij iets moeilijker vlam vatte dan de tonderzwam maar dat hij wel schoner brandde.
Metexperimentele archeologie ofliving history tracht men een beter inzicht te krijgen op welke manier in de oudheid het vuur gemaakt werd. Daarbij gebruikt men ook tondel.
Er werd veel gebruikgemaakt van de tonderzwam. Dit is een zwam die vooral op deberk voorkomt, maar ook wel opbeuk enpopulier.
De bereiding ging als volgt:
Ook tondel als verkoold linnen werd wel behandeld met urine of eensalpeteroplossing.
Het tondel werd droog bewaard in eentondeldoos.