Eentoestemmingswet regelt in Nederland de voor Koninklijkehuwelijken sinds1814 benodigde toestemming van deStaten-Generaal. Inartikel 28 van deGrondwet is geregeld: Als een koning trouwt zonder toestemming moet hij aftreden. Als iemand die potentieel in aanmerking komt voorerfopvolging trouwt zonder toestemming, wordt hij en de uit het huwelijk geboren kinderen en hun nakomelingen van de erfopvolging uitgesloten. Hoewel de toestemmingswetten spreken van toestemming verlenen is er geen verbod op een huwelijk zonder toestemming, het heeft alleen de genoemde consequenties, waarbij geen sprake is van een straf.
In1964 zagprinses Irene van eventuele troonopvolging af, toen zij zonder toestemming van de Staten-Generaal trouwde metCarel Hugo van Bourbon-Parma. Carlos was een destijds omstredentroonpretendent voor de Spaanse troon en de leider van deCarlisten. Irene wilde haar verloofde actief helpen bij deze politieke doelstellingen. Hiernaast vormde het een probleem dat prinses Irene zich in het geheim tot het katholicisme had bekeerd. Het huwelijk vond uiteindelijk buiten Nederland plaats, in deBasiliek van Santa Maria Maggiore in Rome, zonder aanwezigheid van de Nederlandseregering en leden van het Koninklijk Huis.
In1965 werd een toestemmingswet voor het huwelijk vanprinses Beatrix metClaus van Amsberg ingediend. De wet werd aangenomen met 132 tegen 9 stemmen; naast de vier leden van de PSP-fractie stemden vijf PvdA-leden (onder wieHarry Peschar) tegen. De CPN onttrok zich aan de stemming.
In1975 zagprinses Christina van eventuele troonopvolging af, toen zij zonder toestemming van de Staten-Generaal trouwde metJorge Guillermo.
In1998 werd voor het huwelijk vanprins Maurits enMarilène van den Broek een toestemmingswet aangenomen.[1] De Staten-Generaal behandelden toen voor het eerst een toestemmingswet in verenigde vergadering. Eerder waren toestemmingswetten steeds door de Tweede en Eerste Kamer in afzonderlijke vergaderingen behandeld.
In2000 werd voor het huwelijk vanprins Bernhard enAnnette Sekrève een toestemmingswet aangenomen.[2]
Voor het huwelijk vanprins Constantijn metLaurentien Brinkhorst in mei2001 werd een toestemmingswet aangenomen.[3]
Op 3 juli 2001 nam de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal een toestemmingswet aan voor het huwelijk van kroonprinsWillem-Alexander metMáxima Zorreguieta.[4]
Op 10 oktober2003 maakte premierBalkenende bekend dat de regering voor het huwelijk vanprins Friso enMabel Wisse Smit geen toestemmingswet zou indienen. Als reden werd opgegeven dat het paar de regering "niet volledige en niet juiste informatie" had verstrekt. Het was nooit eerder in de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden voorgekomen dat voor een Oranje-telg die aanspraak maakte op de troon, het verzoek tot indiening van een toestemmingswet door de regering werd afgewezen.
Als gevolg van dit besluit verloor prins Johan Friso zijn rechten op de troon op het moment dat zijn huwelijk met Wisse Smit werd voltrokken. Zijn jongere broer prins Constantijn werd toen de derde troonopvolger, na kroonprins Willem-Alexander en zijn dochter,prinses Amalia.
Een huwelijk van met iemand van hetzelfde geslacht zou geen beletsel vormen voor troonsopvolging. Of in zo'n geval een kind van het paar vervolgens in aanmerking komt voor troonsopvolging wordt vooralsnog niet geregeld.[5][6]