Stad inNederland![]() | |||
---|---|---|---|
![]() | |||
Situering | |||
Provincie | Noord-Brabant![]() | ||
Gemeente | Tilburg![]() | ||
Coördinaten | 51° 33′ NB, 5° 5′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 88,6[1] km² | ||
- land | 86,65[1] km² | ||
- water | 1,93[1] km² | ||
Inwoners (2023-01-01) | 203.690[1] (2.299 inw./km²) | ||
Inwonersnaam | Tilburger | ||
-Bijnaam | Kruikezeiker | ||
Woningvoorraad | 95.326 woningen[1] | ||
Overig | |||
Postcode | 5000-5049 | ||
Netnummer | 013 | ||
Woonplaatscode | 1043 | ||
Website | www.tilburg.nl | ||
|
Tilburg is een stad[2] in deNederlandse provincieNoord-Brabant en hoofdplaats van de gelijknamigegemeente Tilburg. Op 1 januari 2023 had de stad 203.690 inwoners. Tilburg maakt deel uit van het ruimtelijk samenwerkingsverbandBrabantStad en deBrabantse Stedenrij.
Het gebied Tilburg wordt al meer dan tienduizend jaar bewoond. Vanaf de middeleeuwen tot in de twintigste eeuw was de bewoning geconcentreerd in deherdgangen tussen akkers en weiden, waaruit vanaf deHeuvel en hetHeike stadse bebouwing ontstond.Stadsrechten kreeg Tilburg pas in 1809.
In de middeleeuwen wasOisterwijk belangrijker, maar Tilburg groeide uit tot een belangrijketextielstad, met name de wollenstoffenindustrie, onder meer doordat de vele kleine waterlopen de schapenhouderij bevorderden. Het handelswezen van de stad veranderde sterk toen vanaf 1827 de stoommachines leidden tot grootschaligetextielindustrie in Tilburg. Rond deze tijd werden ook stadswoningen voor notabelen gebouwd die beeldbepalend zijn in een groot deel van het oude stadshart. Toen de textielindustrie vanaf de jaren 1960 in enkele decennia ten onder ging, verarmde de stad en vielen er gaten in het stadsweefsel. Deze gaten en de ruimten tussen de herdgangen zijn in de twintigste eeuw opgevuld, de tweedeling door deSpoorzone is daarna aangepakt. Behalve deze grootschaligeinbreidingen breidde de stad zich vooral naar het westen uit, met deReeshof als verste punt, naast de eveneens twintigste-eeuwse woonwijkenNoord enZuid en de aanleg van industrieterreinen.
In een krachtenveld tussenkatholieke emancipatie en Brabantse emancipatie[3] verzorgden deKatholieke Leergangen vanaf 1912confessioneel onderwijs. DeAvans Hogeschool enFontys Hogeschool zijn hieruit voortgekomen en er waren ook sterke banden met deR.K.-Handelshogeschool Tilburg, waaruitTilburg University groeide.
Tilburg staat onder meer bekend om deTilburgse Kermis, de grootste kermis van de lage landen, die jaarlijks ruim een miljoen bezoekers naar de stad trekt, vooral opRoze Maandag.
Prehistorische sporen van bewoning in het tegenwoordige Tilburg zijn gevonden bij industrieterreinKraaiven en dateren van9000 jaar voor Christus. Aangenomen wordt dat ditrondtrekkendejager-verzamelaars waren van deTjongercultuur.[4]
De naam Tilburg komt voor het eerst voor in hetLiber aureus uit1191. Daarin werd een document uit709 overgeschreven dat opgemaakt zou zijn in Tilburg (actum publice Tilliburgis).[5] Het huidige Tilburg stond toen bekend als West-Tilburg, terwijl Oost-Tilburg overvleugeld werd door het in 1212 er vlak naast gestichteOisterwijk. De gehele heerlijkheid, die nog meer plaatsen omvatte, staat wel bekend alsGroot-Tilburg. In 1387 werd Tilburg van Oisterwijk gescheiden en ging, samen metGoirle, deheerlijkheidTilburg en Goirle vormen. Deze maakte deel uit van hetKwartier van Oisterwijk van deMeierij van 's-Hertogenbosch en bleef bestaan tot deheerlijkheden na deBataafse Revolutie van 1795 afgeschaft werden. In 1803 werd het gebied gesplitst in degemeenten Goirle enTilburg.
In de15e eeuw lietJan van Haestrecht, een van de heren van Tilburg, hetKasteel van Tilburg bouwen, dat in 1858 moest wijken voor een fabriek. Het is nog steeds terug te vinden in hetwapen en het logo van de stad. De bestuurlijke eenheid Tilburg is ontstaan uit een aantal buurtschappen, zogenaamdeherdgangen, die met elkaar in verbinding stonden. De oude dorpskernen zijn nog steeds terug te vinden in de namen van verschillende oude wijken. Op basis van de aanwezige schapenteelt groeide Tilburg omstreeks 1600 uit tot de belangrijkste wolstad van Brabant en overvleugelde het midden18e eeuw de bijna compleet weggevallen Nederlandse textielindustrie. Op 18 april 1809 verkreeg Tilburg vanLodewijk Napoleon, toenmalig vorst van hetKoninkrijk Holland,stadsrechten. Dit geschiedde tijdens een inspectiereis die de koning van 13 april tot 17 mei 1809 in de departementen Brabant en Zeeland maakte. Tijdens deze reis kwamen tal van problemen van Tilburg en Brabant aan de orde. Voorbeelden zijn de infrastructuur, gezondheidszorg, teruggave van de kerken en de weekmarkten. Bij de volkstelling van maart 1809 telde Tilburg 9465 inwoners volgens een plaatselijke kroniek, die ook de verdeling naar religie geeft: 9271 inwoners warenrooms-katholiek (98%), 165gereformeerd, 14joods, 3remonstrants en 2mennonitisch en een onbekend aantalluthers.[6][7][nb 1]
In de jaren daarna kwamen belangrijke verbindingswegen tot stand, zoals de steenweg vanBreda via Tilburg naar's-Hertogenbosch in 1826 en de spoorlijn naar Breda in 1863. HetWilhelminakanaal, dat Tilburg een haven bezorgde, kwam in 1916 in gebruik maar werd pas in 1923 voltooid. DePiushaven werd in 1921 gegraven.
Willem II verbleef graag in de garnizoensstad Tilburg. Over zijn buitenplaats op het huidigeKoningshoeven merkte hij eens op: "Hier adem ik vrij en voel ik mij gelukkig" (ook wel geciteerd als "Hier adem ik frank en vrij"). In zijn opdracht werd in 1847 het Tilburgse paleis gebouwd, tegenwoordig aangeduid alsPaleis-Raadhuis. Als koning heeft hij er zelf nooit in kunnen verblijven omdat hij stierf voor het voltooid was.
Het paleis werd door de koninklijke familie overgedragen aan de gemeente, op voorwaarde dat er eenHogere Burger School (HBS) in gevestigd zou worden, de eerste in Noord-Brabant. Deze "Rijks HBS Koning Willem II" bestaat nog steeds alsKoning Willem II College, echter in een ander gebouw. De bekendste leerling van deze HBS isVincent van Gogh, die de school bezocht in de periode 1866-1868. In het Paleis-Raadhuis is een tekenlokaal uit die tijd nagebouwd.[8]
Toen het witgepleisterde paleis als raadhuis ging dienen is een inpandige verbinding gemaakt met de zogenaamdeZwarte doos (Stadskantoor 1).
De stad is eind 19e eeuw groot geworden door detextielindustrie die zich vestigde tussen de herdgangen. In 1871 telde de stad maar liefst 125 wollenstoffenfabrieken. Tilburg werd dan ookde wolstad genoemd. Eind 19e eeuw werden er tal van herenhuizen gebouwd die nog steeds in de stad te vinden zijn. Aldus ontstond geleidelijk aan een stadsstructuur met winkels en arbeiderswoningen.
De ontwikkeling tot stad bracht de noodzaak tot een algemeen uitbreidingsplan met zich mee, dat in 1917 was opgesteld door de stedenbouwkundigeJohan Rückert. Hierbij werd ingespeeld op de toekomstige demografische ontwikkeling van de stad en de knelpunten in de verkeersstructuur, waaronder de spoorlijn die de groeiende stad in tweeën deelde. In 1940 telde de stad reeds 93.000 inwoners.
In 1927 werdRoomsch KatholiekeHandelshoogeschool opgericht die is uitgegroeid tot de huidigeUniversiteit.
De brug over het Wilhelminakanaal[bron?] werd opgeblazen door het Nederlandse leger. Al in de meidagen van 1940 werd Tilburg doelwit van Duitse bombardementen, waardoor veertien doden vielen. Daarna volgden nog incidentele bombardementen. Uit Tilburg sneuvelden achttien Nederlandse militairen bij de verdediging tegen de Duitse aanval.[9]
Na de Tweede Wereldoorlog gingen de ontwikkelingen verder. De plannen voor deoost-westboulevard ten zuiden van de spoorlijn, in 1947 voor het eerst geformuleerd, werden in 1953 verder uitgewerkt en in 1958 gerealiseerd. In 1960 telde de stad al 139.000 inwoners.
In de jaren 60 van de 20e eeuw begon de neergang van deTilburgse textielindustrie. Deze verdween nagenoeg, wat gecompenseerd werd door de vestiging van nieuwe nijverheid op bedrijventerreinen aan de rand van de stad. Vanaf 1975 werd de binnenstad aangepakt. Dit gebeurde op rigoureuze wijze, waarbij de doorstroming van het verkeer de meeste aandacht kreeg. Veel historisch erfgoed werd gesloopt en de zogehetenCityring om de binnenstad werd aangelegd. Ook hetKoningsplein werd aangelegd, op de plaats van de vroegere wijk Koningswei.Cees Becht, de toenmalige burgemeester en de voortrekker van deze plannen kreeg de bijnaamCees de Sloper.
Vanaf de jaren 80 van de 20e eeuw vond verdereinbreiding plaats, met meer aandacht voor het erfgoed.
Vanaf 1993 ontwikkelde de stad eenhoogbouwbeleid. Daaruit zijn drie hoge gebouwen voortgekomen die naar Nederlandse begrippen alswolkenkrabbers kunnen worden beschouwd, te weten het hoofdkantoor vanInterpolis, deWestpoint-woontoren ende StadsHeer. Westpoint is 143,1 meter hoog en was daarmee korte tijd de hoogste woontoren van Nederland, een titel die later werd overgenomen door hetRotterdamseMontevideo. De StadsHeer, Tilburgs tweede woontoren, is 101 meter hoog. Deze maakt deel uit van het project 'Het Haestrechtkwartier'. Dit betreft een gebied gelegen in de stationszone, direct ten westen van het Centraal Station, bestaande uit vier kantoren, een parkeergarage en een woontoren. De StadsHeer heeft, vanwege zijn bekritiseerde uiterlijk met grote, aan het gebouw vastgeplakt lijkende kubusvormige balkons, de bijnaam 'De Vogelkooikes' gekregen.
De stad heeft in de loop der jaren het imago gekregen als 'lelijk eendje' van de Noord-Brabantse steden. Tilburg University besteedde er zelfs aandacht aan.[10]
In de 21e eeuw ondergaat met name het centrumgebied een grote metamorfose. Vanaf 2012 heeft zich rond dePiushaven een stedelijk gebied ontwikkeld met verschillende luxueuze appartementencomplexen (gebouwd in de periode 2012-2019), waar wonen, werken, uitgaan en watersport samengaan.
RondomStation Tilburg is deSpoorzone gerealiseerd en het voormaligeVan Gend & Loos-terrein is getransformeerd tot hetSpoorpark. Het industriële erfgoed in het gebied heeft grotendeels nieuwe invulling gekregen. De grootschalige metamorfose van het Kernwinkelgebied is vastgelegd in 2017 en wordt uitgevoerd tot vermoedelijk 2023.[11]
De oudste parochiekerk van Tilburg, of eigenlijk West-Tilburg, stond op dezelfde plaats als waar zich nu deHeikese kerk bevindt. Ze was gewijd aan de heilige Dionysius. Van de geschiedenis van deze kerk is weinig bekend, behalve dat ze vanaf 1430 werd uitgebreid. De gotische kerk werd in 1483 opnieuw ingewijd. In 1595 brandde de kerk af door krijgshandelingen tijdens deTachtigjarige Oorlog. Ze werd herbouwd en als zodanig in 1619 opnieuw ingewijd. In 1648 werd de kerk door de hervormden gevorderd en in 1650 betrokken de katholieken eengrenskerk te Steenvoort, dat behoorde bijPoppel. Later werd de mis opgedragen in de bijgebouwen van hetKasteel van Tilburg en in 1691 kwam er eenschuurkerk in 't Heike en in 1715 kwam er eveneens een schuurkerk inGoirke. Weliswaar kregen de katholieken hun kerk in denapoleontische tijd terug, maar die was slecht onderhouden. In 1827 werd er eenneoclassicistisch front aangebouwd en enige tijd later werd de kerk gesloopt en herbouwd als neoclassicistischehallenkerk. Het betrof eenwaterstaatskerk. In 1838 werd deze kerk ingewijd.
Vanaf het midden van de 19e eeuw werden er in rap tempo nieuwe kerken bijgebouwd. Aan de 19e-eeuwse Tilburgse katholieke geschiedenis zijn onder meer de namen verbonden vanJoannes Zwijsen enPeerke Donders. Mede door toedoen van Joannes Zwijsen werd Tilburg tot een katholiek bolwerk, getuige de grote hoeveelheid kloosters en kerken die ook nu nog in de stad te vinden zijn, zoals deGoirkese kerk en deHeuvelse kerk. Op het hoogtepunt had Tilburg 31 parochiekerken. Gedurende de jaren 70 van de 20e eeuw kwam er een kentering. Deontkerkelijking leidde ertoe dat vele parochies werden samengevoegd. Diverse kerken en kloostergebouwen werden gesloopt of zijn verbouwd voor andere doeleinden.
Anno 2021 was 70,8% van de Tilburgse bevolking vanautochtone afkomst, 16,7% niet-westers allochtoon en 12,6%Westers allochtoon.[bron?]
De gemeente is ingedeeld in dertien stadsdelen:
Stadsdeel | Aantal | Percentage |
---|---|---|
Oud-Zuid | 43.979 | 19,1% |
Oud-Noord | 34.976 | 15,2% |
West | 27.976 | 12,2% |
Noord | 24.080 | 10,5% |
Oost | 809 | 0,4% |
Zuid | 10.363 | 4,5% |
Zuid-West | 10.950 | 4,8% |
Reeshof | 43.757 | 19,0% |
Noord-West | 188 | 0,1% |
Binnenstad | 8.061 | 3,5% |
Berkel-Enschot | 14.481 | 6,3% |
Udenhout | 8.730 | 3,8% |
Biezenmortel | 1.483 | 0,6% |
Totaal | 229.833 | 100% |
Enkele Tilburgse buurten uit de jaren 60 van de 20e eeuw zijn bijzonder ruim opgezet met brede groenstroken langs bebouwing en hoofdwegen. Met name geldt dit voor Quirijnstok in Noord, verder ook voor Groenewoud en Wandelbos. In 2007 bleek uit onderzoek van hetCentraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de wijkJeruzalem op dat moment de "armste wijk" van Brabant was.
Van de wateren moet hetWilhelminakanaal met dePiushaven worden genoemd. Ten westen van Tilburg bevindt zich deOude Leij die over gaat in de bovenloop van deDonge. Ten oosten van Tilburg stroomt deNieuwe Leij die overgaat in deVoorste Stroom. Door de grote bebouwde oppervlakte van Tilburg is de oorspronkelijke geografie sterk veranderd en niet altijd meer herkenbaar.
De bekendstestadsparken van Tilburg zijn alle drie ontworpen door landschapsarchitectLeonard Springer: hetWilhelminapark uit 1895 (5hectare), hetWandelbos uit 1920 (32 hectare) en hetLeijpark uit 1935 (30 hectare). In de oorspronkelijke opzet kenmerken ze zich door een romantische, laat-19e-eeuwse sfeer die bij Wilhelminapark en Wandelbos goed bewaard is gebleven.
Veel strakker is hetKromhoutpark uit 1991 dat internationale prijzen heeft gekregen voor het ontwerp. Andere parken zijn Stadspark Oude Dijk, Muzentuin, Tivolipark, Reeshofpark, Quirijnstokpark, Midden Brabant Park enSpoorpark.
DeOude Warande is een landgoedpark in Tilburg-West en een van de best bewaard geblevensterrenbossen van Nederland. De gemeente heeft in 2008 een ruim twintig jaar durend restauratieproject grotendeels afgerond.
Het Spoorpark is een voormalig goederenemplacement vanVan Gend & Loos en maakt deel uit van deSpoorzone, die vrijkwam doordat industrie uit het hart van de stad vertrok. Het park ligt dus centraal in de stad en is een lange wig van acht hectare groot, met horeca, sportvoorzieningen, een uitkijktoren (deKempentoren) en een stadscamping.
Binnen de bebouwde kom van de stad Tilburg bevinden zich drie kleine natuurgebieden:Dongevallei,Drijflanen enReeshofbos. Deze staan in verbinding met natuurterreinen rondom Tilburg. De stadsparkenLeijpark,Wandelbos enQuirijnstokpark hebben natuurwaarden vanwege hun afmeting, leeftijd en ligging aan de rand van de bebouwde kom. De beschrijving van de natuurgebieden bevindt zich op de pagina over degemeente Tilburg. Een overzicht:
In de noordelijkebuurgemeente Loon op Zand isNationaal Park De Loonse en Drunense Duinen te bezoeken. Ook de dorpenUdenhout enBiezenmortel, die onderdeel zijn van de gemeente Tilburg, grenzen aan het Nationale Park. Het industrieterrein ten noorden van Tilburg grenst aan deLoonse Heide, dat in zijn geheel in de gemeente Loon op Zand ligt.
Alhoewel een middeleeuwse stadskern ontbreekt, is de stad van de tweede helft van de 19e eeuw tot midden 20e eeuw zeer welvarend geweest door delakenindustrie. In het stadscentrum en daaromheen zijn uit deze periode vele monumenten en stadsgezichten bewaard gebleven. Met name het stadscentrum vormt een staalkaart van architectonische stijlen uit de late 19e en vroege 20e eeuw. Door deze architectonische rijkdom is het stadscentrum aangewezen alsbeschermd stadsgezicht.
Enkele voorbeelden van belangrijke bezienswaardigheden in het centrum zijn:
HetRijksbeschermd gezicht Wilhelminapark/Goirkestraat omvat gaaf bewaard gebleven delen van deGoirkestraat en hetWilhelminapark en de omliggende bebouwing van veelal luxueuze woningen. Het geheel is sterk verbonden met de bloeitijd van detextielindustrie in Tilburg in de 19e en 20e eeuw. Enkele opvallende elementen, van het centrum naar het noorden:
DePiushaven, net ten zuiden van het centrum, is aangelegd als kolenhaven voor de stoommachines van de textielindustrie. Het gebied is lang verwaarloosd maar wordt herontwikkeld tot horeca- en uitgaansgebied. Ook is het in gebruik als museumhaven, vooral voor beroepsvaartuigen uit de 19e en 20e eeuw.
Tilburg heeft gedurende de bloeiperiode van de textielindustrie een aantal buurdorpen geannexeerd, zogenaamdeherdgangen. Onderstaande bezienswaardigheden liggen verder van het centrum:
De voormaligeHoofdwerkplaats Tilburg van de Nederlandse Spoorwegen, direct ten noorden van het treinstation, wordt sinds 2011 herontwikkeld. In en om de voormalige fabriekshallen komen woningen, kantoren, horeca, uitgaansmogelijkheden en een nieuwe bibliotheek. Grote delen van de voormalige hoofdwerkplaats zijn behouden en enkele onderdelen zijn op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
Enkele voorbeelden van beschermde monumenten binnen de spoorzone:
Naast de eerder beschreven Spoorzone bevinden zich door de hele stad heen nog resten van het industriële verleden van Tilburg. Veel van deze voormalige fabriekspanden hebben een tweede leven gekregen als locatie voor culturele of commerciële doeleinden.
Enkele voorbeelden van hergebruikt industrieel erfgoed:
Tilburg heeft na het einde van de Tweede Wereldoorlog een sterke groei doorgemaakt. De stad werd aan de noord-, zuid- en westzijde aanzienlijk vergroot, en in de jaren 70 ging het centrum op de schop, onder andere door het aanleggen van deCentrumring. Een belangrijke ontwikkeling is de verbinding tussen industrieel erfgoed en nieuwbouw in de Spoorzone.
Enkele voorbeelden van naoorlogs erfgoed en bezienswaardigheden:
De volgende musea zijn in Tilburg te vinden:
De stad kent de volgende terugkerende evenementen:
Op het gebied van kunst en cultuur zijn te noemen:
De belangrijkste uitgaansgebieden van Tilburg zijn:
Tilburg is tot stad geworden door de opkomst van de textielindustrie, met name dewollenstoffenindustrie. Rijke families die hierachter stonden waren onder andereMutsaerts,Van de Kimmenade, Enneking, Van den Bergh, Mannaerts enVan Thiel. Met name de familie Mutsaerts moet hier worden genoemd. Reeds in 1780 was er sprake van ene Norbertus Mutsaerts diedrapenier was te Tilburg. Deze familie ontwikkelde zich later tot een familie van wollenstoffenfabrikanten. De grondstof werd geleverd door de honderdduizenden heideschapen die in Noord-Brabant te vinden waren. Verdere factoren die Tilburg aantrekkelijk maakten voor vestiging waren de daar aanwezige kennis en de lage lonen.
Voor een uitgebreide geschiedenis van de textielindustrie, alsmede de belangrijkste fabrieken die de stad heeft gekend, zieTextielindustrie in Tilburg.
De al te grote nadruk op de wollenstoffenindustrie leidde tot grote moeilijkheden toen omstreeks 1960 deze industrie in de problemen kwam en de een na de andere fabriek zijn poorten sloot. Hoewel een aantal aan de textielindustrie toeleverende bedrijven bijtijds het roer kon omgooien, diende de stad nieuwe economische activiteiten aan te trekken. Dit werd deels bereikt door oriëntatie op de dienstensector en het onderwijs en deels door een veelzijdiger industriële bedrijvigheid te stimuleren en nieuwe bedrijven aan te trekken. De industrie is tegenwoordig niet meer gericht op een enkele industrietak, maar ze is modern en veelzijdig. Allerleiondernemingen, waaronder diverse uit het buitenland, hebben hier hun hoofdkantoor gevestigd. Vooral dechemische industrie, voedingsmiddelenindustrie,medische technologie enfijnmetaal spelen een belangrijke rol. Ook is Tilburg een belangrijketransportstad. Hoewel er in Tilburg een aantal grote dienstverleners gevestigd zijn, speelt deze sector een geringere rol dan in vergelijkbare steden.
Leerlooierijen vormden, na de textiel, een belangrijke nijverheid. In 1915 telde men nog vijftien leerlooierijen enstoomlederfabrieken. In 2010 waren er nog twee van dergelijke bedrijven,Roovers enTermeer. Er stonden in 1915 ook veertien schoenfabrieken in Tilburg. Uiteindelijk waren of zijn daar nog: Angora, Jan van Arendonk, Van Bommel, Bresson, Broekmans, P. Elias & Zn., De Goliath, Heideroosje, Mannaerts, Verhulst, Vrinten & Van Mierlo. In 2006 werd ook de productie van Verhulst naarChennai verplaatst, waarmee alle schoenproductie-activiteiten uit Tilburg verdwenen waren.
Overige belangrijke bedrijven en instellingen zijn of waren onder andere:
De volgende media zijn in Tilburg te vinden:
Tevens heeft de stad een eigen lokale omroep,Omroep Tilburg. Van 1957 tot en met 2019 heeft het huis-aan-huisbladTilburgse Koerier bestaan.
Tilburg is een van de belangrijkste industriecentra van Nederland. In de gemeente Tilburg liggen tien grotere industrieterreinen. Terreinen zoalsKraaiven, Loven en Vossenberg bieden plaats aan in totaal 7600 bedrijven en bijna 100.000 werknemers. Door de (bijna voltooide) verbreding van hetWilhelminakanaal wil Tilburg zich als transportstad duidelijker profileren. Er zijn vergevorderde plannen om ten westen van de stad (nabijvliegbasis Gilze-Rijen) een bedrijventerrein te ontwikkelen dat ruimte gaat bieden voor bedrijven die zich richten op vliegtuigonderhoud endefensie-industrie.
De Heuvelstraat is de belangrijkste winkelstraat van Tilburg. Hier bevinden of bevonden zich vestigingen van bekende winkelketens alsHudson's Bay,C&A enH&M. Direct nabij de Heuvelstraat liggen de winkelgebieden "Heuvelpoort" en "Emmapassage". Daarnaast behoren ook de Schouwburgpromenade en de Juliana van Stolbergstraat tot het kernwinkelgebied. In maart 2008 is een nieuw winkelgebied geopend, hetPieter Vreedeplein, voorheen vooral een gebied met parkeerplaatsen en fietsenstallingen. In het nieuwe winkelgebied bevond zich in eerste instantie de derde (Nederlandse) vestiging van mediaketenSaturn. Dit pand werd in oktober 2014 een vestiging vanMediaMarkt. Ook is er een grote ondergrondse Men at Work, een Bershka en deDecathlon. Het Pieter Vreedeplein ligt parallel aan de Heuvelstraat. De Heuvelstraat is via de Pieter Vreedestraat verbonden met het Pieter Vreedeplein. Sinds juni 2018 heeft ookPrimark zich gevestigd in het centrum van Tilburg.
Op donderdagavond is hetkoopavond in het centrum van Tilburg. In winkelcentra buiten de ringbanen, bijvoorbeeld Westermarkt (West) en Buurmalsenplein en Heyhoef (Reeshof) en Wagnerplein (Noord) is dat op vrijdagavond. In het centrum is het iedere zondagkoopzondag.
Er zijn diverseweekmarkten in Tilburg:
Sinds de 14e eeuw kwam het goederenvervoer met vrachtkarren op gang. "Rond 1800 had Tilburg al geregeld vrachtkarren op Den Bosch, Breda, Heusden, Turnhout alsook op Antwerpen en Amsterdam."[14] Ook de plaatsen dichterbij werden vlijtig bediend. Deze vrachtdiensten kwamen bekend te staan onderDiligence-Dienst.[14]
Vanaf 27 juni 1781 komt dewagendienst voor personenvervoer ook in Tilburg op gang. De verbinding van Breda naar Den Bosch bestond reeds in 1774 maar liep via Loon op Zand. Door nieuwe wetgeving werd vanaf 1781 ook Tilburg aangedaan. Het betrof hier zespersoons postwagens, waarmee viermaal per week via Tilburg werd gereden[14]
In tegenstelling[bron?] tot veel andere steden van vergelijkbare grootte ligt Tilburg slechts aan één doorgaande snelweg. Dat is deA58 (Vlissingen -Breda -Eindhoven). Sinds 16 mei 2012 is deRing Tilburg voltooid ten noorden en oosten van Stadsdeel Noord (Burgemeester Bechtweg) en de ringweg ten noorden en westen van Stadsdeel Reeshof met de opening van de kanaalbrug over het Wilhelminakanaal. In 2013 werd de verbreding van de Burgemeester Bechtweg afgerond, waardoor vrachtverkeer beter de noordelijke industrieterreinen kon bereiken. Tussen 2013 en 2015 is gewerkt aan het ombouwen van deN261 (Tilburg Noord -Waalwijk) tot volwaardigestroomweg. Niet alleen de bereikbaarheid van deEfteling is hiermee verbeterd, maar ook de bereikbaarheid van Tilburg vanuit het noorden. Sinds de openstelling van de randweg bijBaarle-Nassau /Baarle-Hertog in juli 2019 is de geheleN260 uitgebouwd tot regionale verbindingsweg voor een betere verbinding richting het BelgischeTurnhout. Sinds de zomer van 2019 wordt gewerkt aan de route Tilburg-West -Dongen -Oosterhout, waardoor een directe verbinding zal ontstaan met deA27 richtingUtrecht. Voor de periode na 2020 worden verbeteringen aan deN65 (Vught -Knooppunt De Baars) doorgevoerd.
Aan de Nieuwlandstraat bevindt zich een bijzondere verkeerssituatie waar tussen 11.00 en 6.00 de straat uitsluitend toegankelijk is voor voetgangers, fietsers en bromfietsers en waarbij de handhaving wordt gedaan door een flitspaal.[15]
Op 1 oktober 1863 werd het traject Breda–Tilburg vanStaatslijn E geopend, de eerste Staatsspoorlijn, met driemaal daags treinen in beide richtingen. Vanaf 1866 en 1867 werd de lijn doorgetrokken naar Eindhoven en Venlo. In 1867 werd delijn Tilburg–Turnhout in gebruik genomen. Vanaf 1872 kon men tot Rotterdam komen na voltooiing van deMoerdijkbrug over het Hollands Diep. In 1881 werd despoorlijn naar 's-Hertogenbosch en Nijmegen in gebruik genomen, maar pas in 1882 mochten de treinen gebruikmaken vanStation Tilburg.[14][16]
Tilburg heeft sinds 2003 driestations: Tilburg,Tilburg Universiteit enTilburg Reeshof. Het laatstgenoemde station werd gebouwd om het stadsdeel Reeshof te ontsluiten, aangezien het stadsdeel zo'n 40.000 inwoners huisvest. Intercitytreinen stoppen alleen op station Tilburg. Vanaf 1970 tot en met begin december 2010 heette station Universiteit station Tilburg West; deze naam klopte niet meer in de praktijk, want station Reeshof ligt nog westelijker. Tevens zijn er plannen voor een vierde station bij Berkel-Enschot, aan de spoorlijn Tilburg–'s-Hertogenbosch. De genoemde lijn naarTurnhout werd weinig gebruikt en is in 1986 opgebroken. De onofficiële naamBels Lijntje werd de officiële naam van hetlange-afstandsfietspad naar Turnhout, via de dorpenRiel,Alphen,Baarle-Nassau en de Belgische enclaveBaarle-Hertog. Tussen Station Universiteit en de Ringbaan West ligt het rangeerterrein Tilburg Goederen. Aan de spoorlijn naar Den Bosch ligt het emplacement Tilburg Industrie. Dit bevat een zogenaamde laad- en losplaats en een containerterminal. Vanaf deze terminal rijden vanaf 2002 containertreinen van en naar de haven van Rotterdam,[17] vanaf 2015 van en naar Polen[18] en vanaf 2016 van en naar China.[19]
Het Tilburgse stads-, streek- en buurtbusnet wordt sinds 14 december 2014 geëxploiteerd doorArriva. Oorspronkelijk reed de BBA de Tilburgse bussen, later onder de naamVeolia. De stad en de provincie experimenteerden met goedkoop engratis openbaar vervoer voor kinderen en 55+'ers. In verband met deTilburgse Kermis rijden de stads- en streekbusdiensten tussen het Centraal Station en Stappegoor/Elisabeth Ziekenhuis Busstation in die periode niet via het Centrum, maar via de Ringbaan West en Ringbaan Zuid. Meerdere buslijnen rijden in het Centrum dan ook een aangepaste route. Een busmaatschappij verzorgt dan pendeldiensten naar parkeerterrein Stappegoor, aan de zuidrand van de stad.
Tussen 1881 en 1935 beschikte Tilburg over tramlijnen naarTurnhout,Waalwijk enDongen/Oosterhout. Met de komst van bussen, reeds vanaf 1922, had Tilburg busverbindingen naar omliggende plaatsen. Daarmee waren de hoogtijdagen voor de tram gedaan. In 1934 werd deN.V. Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten (BBA) opgericht. Dat was het definitieve einde van de tramdienst. Zes regionale bedrijven fuseerden en groeiden uit tot een maatschappij die verbindingen onderhield op het eiland Tholen en nagenoeg heel Noord-Brabant, waarbij ook een enkele lijn de provinciegrens overschreed. De BBA is later overgenomen door het Franse bedrijfVeolia (voorheen Connex).
Verder wordt er internationaal busvervoer wordt aangeboden doorFlixbus.
Tilburg heeft een netwerk van fietspaden: de zogenaamde 'Sternet-routes'. Al in 1975 lag de eerste lange-afstandsfietsroute door de stad tussen het centrum en de Universiteit: de zogenaamde TOF-route. Vanaf 1996 zijn er meerdere routes door de stad aangelegd. Vanaf 2009 werden de tegelfietspaden van het Sternet vervangen door asfaltpaden voor meer fietscomfort. Sinds eind 2012 heeft de 'Blaak-route' een fietstunnel onder de spoorlijn Tilburg - Breda, ten oosten van Station Universiteit, waardoor het Onderwijsgebied De Reit en de wijk Wandelbos met elkaar werden verbonden. In 2014 is deRauwbrakentunnel aangelegd tussenBerkel-Enschot enTilburg Noord, onder het spoor Tilburg–'s-Hertogenbosch.
De stad Tilburg heeft een algemeen ziekenhuis, namelijk het bovenregionale Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (kortweg ETZ). Dit komt voort uit een fusie tussen hetSt. Elisabeth Ziekenhuis en hetTweeSteden Ziekenhuis. Het ETZ heeft twee locaties in Tilburg: ETZ Elisabeth (aan de Hilvarenbeekseweg) en ETZ TweeSteden (aan de Dr. Deelenlaan). Het ETZ heeft ook een vestiging inWaalwijk: ETZ Waalwijk. Bij ETZ TweeSteden ligt ookInstituut Verbeeten. Dit is een landelijk bekendradiologisch centrum en zelfstandig specialistisch ziekenhuis.
In het ETZ huizen ook de onderdelenFertiliteit,Gamma knifeCentrum Tilburg,Neurochirurgen EZ, hetOncologisch Centrum, hetRonald McDonaldhuis Tilburg en hetTraumacentrum Brabant. Het belangrijkste specialisme van dit ziekenhuis is de afdelingneurochirurgie, maar met 29 specialismen is bijna elk in Nederland erkend medisch specialisme aanwezig.
De volgende bibliotheken zijn in Tilburg te vinden:
Tilburg heeft metWillem II een voetbalclub die in deEredivisie speelt en driemaal kampioen van Nederland werd. DeTilburg Trappers is de ijshockeyclub van Tilburg. De Trappers werden diverse malen landskampioen.
Tilburgse sportclubs zijn onder andere:
Van onder meer de onderstaande ondernemingen en instellingen is het hoofdkantoor gevestigd in Tilburg:
In de volksmond worden TilburgersKruikezeikers genoemd. (De carnavalsnaam van Tilburg,Kruikenstad, is hiervan afgeleid). Dit omdat de inwoners vroeger in kruiken urineerden. De kruiken meturine werden, vanaf de 17e eeuw, verkocht aan de textielfabrieken, die de urine (vanwege de daarin aanwezigeammoniak) nodig hadden voor het bewerken vanwol. Sinds de 19e eeuw worden chemicaliën ingezet voor de bewerking van textiel. Het "Kruikenzeiken" duurde echter voort tot laat in de 19e eeuw.[24]
De TilburgseLinde die in 1994 werd verwijderd van deHeuvel was een van de oudste linden van Nederland. Naar schatting werd deze boom tussen de 300 en 500 jaar oud. Hij had een omtrek van 565 cm, en was daarmee de 'vijfde monumentale linde van (Noord-) Brabant'. De soortaanduiding wasTilia × vulgaris.[25]
Al bij de aanleg van de Cityring eind jaren '60 werd de linde zeer sterk teruggesnoeid. Desondanks bleef de boom nog zo'n kwart eeuw behouden. Voor de aanleg van een ondergrondse fietsenstalling werd op woensdag 27 april 1994 van gemeentewege de linde verwijderd. Dit tot teleurstelling van een aantal omwonenden. Eerst werd de kroon van de linde gezaagd, waarna de boomstronk omhoog gehesen werd. Tot ieders verbazing had er zich binnen in de stronk een nieuwe linde ontpopt. Het is een bekende eigenschap van lindes dat een zijtak via het vermolmde hout in het hart van de stam nieuwe wortels aanmaakt. Ondanks hevige protesten om dezenakomeling te laten staan, is deze jonge linde uitgegraven en elders geplant.[25]
In de jaren 2009-2011 zijn verschillende pogingen gedaan tot het plaatsen van opgekweekte stekjes van de Heuvellinde. Mede vanwege het feit dat de bomen in een plantenbak boven op defietskelder stonden overleefden drie van de nazaten het niet. Een leefde aanvankelijk nog, maar die ging ook dood. In oktober 2011 zou weer een nieuwe poging worden ondernomen een nazaat te plaatsen die op veel kritiek stuitte: ook deze zou kunnen sterven bij problemen met de plantenbak. Gepleit werd toen voor het sluiten van de fietsenkelder en een 'gewone' linde in de grond te planten.[26] De fietsenkelder is er echter nog; er is op 23 november 2011 een 'gewone' koningslinde geplant, die nog altijd leeft.
Aangrenzende plaatsen | ||||
---|---|---|---|---|
Dongen | Loon op Zand,De Moer, Kaatsheuvel | Udenhout,Berkel-Enschot | ||
![]() | ||||
Hulten,Rijen,Gilze | Oisterwijk,Moergestel | |||
Alphen,Baarle-Nassau,Chaam | Riel,Goirle | Hilvarenbeek |
Bronnen en referenties:
Opmerkingen