Robert Rock meent dat Tienen een germanisering is van het Keltische 'duno', wat "heuvel, versterking op een heuvel, versterking" betekent. De naam zou etymologisch ook kunnen opklimmen tot het Gallische 'tigerno, tigunno', wat eveneens betekent: hoogtepunt, hoofd, verhevenheid. De auteur wijst op de overeenstemming met de Tiense topografie, met de Sint-Germanusheuvel waarrond de stad ontstond.[1]
Om de stad Tienen te onderscheiden van andere gemeenten met dezelfde naam, werdTienes uitgebreid met deFranse aanduidingle mont (wegens de Sint-Germanusheuvel). Deze naam vinden we in1157 alsTieneslemont. Hij beantwoordt aan hetLatijnseThenis Mons uit1099. Hieruit ontwikkelde zich de Franse benaming Tirlemont.
De poëtische benamingBlanke Stad houdt verband met een prijs van 1000 fr. voor het saneren van arbeiderswoningen, vooral in Avendoren. Over deze prijs wordt gesproken in het stadsverslag van 1851. De naam Blanke Stad komt de eerste keer voor bij J.B. Nys alsTirlemont-la-Blanche in 1900 en alsBlanke Stad in het stadsverslag van 1930.
Sedert 2004 gebruikt de gemeente Tienen ter promotie de sloganTintelende Stad. De letters van de naam Tienen komen allemaal voor in de aanduiding 'tintelend'.
Tienen is niet gekend als een toeristisch trekpleister, maar toch komt de cultuurkenner niet van een kale reis terug. Oude sporen tonen aan dat het gebied reeds bewoond was in hetmesolithicum. In deRomeinse periode lag Tienen op een kruispunt vanheerwegen, waarvan sommige nog in gebruik zijn. In de 8ste eeuw was er sprake van de "villa" of vroege nederzetting Thuinas. Er zijn in het Grijpenveld ook sporen teruggevonden van de Romeinse voorchristelijke periode want er werd een zeldzame mythrastempel ontdekt, alsook Venus- en Apollo-heiligdommen. Datgene wat opgegraven werd, inclusief een Mythras-votiefplaat met spijkerschrift, en voorwerpen met daarop de mythrassymbolen, bevinden zich in het museum 'Het Toreke' (een oude stadsgevangenis). Het suikermuseum en de streekwinkel zijn hier ook te vinden. In Grimde dat net buiten de ringgordel ligt, bevinden zich drie tumuli. De mooiekapel van Onze-Lieve-Vrouw ten Steen ligt vlakbij. Deze zou staan op de plek van een oude stenencirkel. Enkele menhirs bevinden zich nog in de buurt.
In devroege middeleeuwen zou er eenkapel zijn opgericht ter ere vanSint-Martinus. De Sint-Martinuskerk was de oudste parochiekerk van de stad, maar deze kerk verdween aan het begin van de 19de eeuw. Meer naar het oosten, rond de Sint-Germanusheuvel, ontstond een tweede bewoningskern. Deze plaats, de latere Veemarkt, was beter verdedigbaar. Hier werd de Sint-Germanuskerk opgericht. Op de grote Markt bevindt zich de OLV Ten Poelkerk met een pelgrimsgrot. Deze zou gebouwd zijn op de ontwaterde Haspoel, een soort moeras. Tienen zou het tweede oudste begijnhof hebben van het land. De begijnhofkerk brandde af, maar de ruïnes zijn er nog. Het oude gasthuis dat er ook gelegen was, werd vervangen door de industriecomplexen van de suikerfabriek die de stad tot op heden domineren.
Tienen maakte deel uit van het graafschapBruningerode, dat vanaf de 10de eeuw behoorde tot hetPrinsbisdom Luik. In de 11de eeuw ging Thuinas naar hetGraafschap Leuven. De stad werdomwald en ommuurd, al bleef dit aanvankelijk beperkt tot een muur en gracht rond de Sint-Germanusheuvel.
Tienen had een belangrijke plaats op de west-oostelijke handelsroute, ontwikkelde een bloeiend handels- en ambachtswezen en de stad verwierf diverse stadsrechten. De stad kende vanaf de 12de en 13de eeuw een belangrijkelakennijverheid. Deze nijverheid kende haar hoogtepunt in de 14de eeuw en verwierf internationale bekendheid. Tegen het eind van de 15de eeuw liep dit terug. De bevaarbare Gete speelde hier een grote rol.
In de zomer van 1635 werd de stad ingenomen, geplunderd en afgebrand door een gecombineerd Frans-Hollands leger. Nog in 1673 beschreef de Italiaanse historicusGaleazzo Gualdo Priorato Tienen als "ooit een van de meest bloeiende [steden van Brabant], maar nu bijna verlaten en onbewoond".[2]
Aan het begin van de 19de eeuw werden de stadswallen en poorten afgebroken en er kwam op de meeste plaatsen een brederinglaan voor in de plaats. Deze voormalige vesten zijn herkenbaar aan de straatnamen. De invalswegen werden verhard en verbeterd. Op 21 september 1837 bereikte de eerste spoorlijn,Brussel - Leuven - Tienen, de stad. Daarna kwamen er meer spoorlijnen en werd Tienen een belangrijk knooppunt. Door de betere transportmiddelen werd het mogelijk desuikerbieten van heel de streek naar de suikerfabrieken in Tienen te vervoeren. De veredeling van bietsoorten met die een veel hoger suikergehalte hadden, maakte het winnen van suiker uit de bieten rendabel. De oorspronkelijke suikerbieten hadden maar ongeveer maximaal 8% suikerinhoud. Door middel van veredeling werd dit percentage opgekrikt naar 15% (tegenwoordig haalt men 17%). De rijke landbouwgronden in de streek zijn zeer geschikt voor deze teelt. De suikerverwerkende industrie werd kenmerkend voor de stad en blijft ook nu nog een grote rol spelen in de economie van de streek.
Tot in 1898 werden de suikerbieten vanaf het dichtstbijzijndestation Grimde overgeladen op karren om deze naar de suikerfabriek te brengen. Om het overladen te vermijden, werd in 1897 door de suikerfabriek een aanvraag ingediend voor een eigen rechtstreekse spooraansluiting van het spoorstation naar de fabriek. Dit liep gelijk met de aanvraag van de buurtspoorwegen om de eerste trammeterspoorlijn aan te leggen (zie kopjeBuurtspoorwegen). De fabriek kreeg zowel een meterspooraansluiting op het buurtspoorwegnet als een normaalspooraansluiting op het nationaal spoornet. Daarnaast is er vanaf 1886 tot deTweede Wereldoorlog een 'luchtspoorbaan' geweest van het station Grimde naar de suikerfabriek. Dit was eenkabelbaan voor goederen die voor het transport van bieten en steenkolen gebruikt werd.[3]
Grimde: 956 (kopie13de eeuw)Grimides. Gehucht ten oosten van de stad, hiervan gescheiden door de Borggracht en de Gete. Grimde is moeilijk verklaarbaar en dus oud. De naam gaat mogelijk terug op Indo-Europees *ghrem "afkrabben" + achtervoegsel ithja. Grimde kan dan betekenen "waar het vuil is", een naam die dan slaat op de vuile oevers van de Gete.
Aandoren: 1277spina, circa 1350ten haeghdorne. Aandoren is een wijk in Grimde. Spina is een vertaling van haagdoorn, namelijk een grote meidoorn op het plein voor de Oudepoort op de Borggracht
Avendoren: 1034Eurendore (lees: Evrendore), 1129auerendoren (lees: Averendoren). Wijk in de omgeving van het station. Het eerste lid is mogelijk terug te brengen tot de Indo-Europese wortel*abh- "krachtig, sterk". Zo kan Averendoren (nu Avendoren) betekenen: burg van de sterken
Grijpen: 1244Gripen. Bouw- en weiland, gedeeltelijk onder Kumtich. Misschien uit Indo-Europees*ghreib- "grijpen". Afleiding van de persoonsnaam Gripo, "iemand met een sterke greep"?
Mulk: 1260Mulke. Mulk is een acum-naam bij een Romeinse persoonsnaam Munilius. Mulk betekent dus: toebehorend aan Munilius
Moespik: circa 1350moerspic. Wijk ten zuiden van de Roos of Sint-Helenasluis. Samengesteld uit moer "slijk" + spik "smal bruggetje"
Potterie: genoemd naar de potbakkerij van Jean Henri Poffé die in 1796 al in de straat woonde. Het eerste fabriekje van Poffé stond op de plaats van huis 83 in de Potterijstraat
Bruinissem: 1273brunensheem. Hoogte ten westen van de Anemonenlaan. Bruinissem is een heemnaam bij Brunin, verkleinwoord van Bruno
Oostermeer: ca. 1350oestermere. Blok tussen Ketelmakersstraat, Delportestraat, Violetstraat en Oude Leuvensestraat. In 1715 in twee gesneden door de aanleg van de Nieuwe Leuvensestraat. Wellicht is Oostermeer een migratienaam
Oud-België: Sedert 1956 volkse benaming voor een wijk in de Pastorijstraat
Rooie: 1941Aan den Rooie. Volkse benaming voor de omgeving van het Rakkersveld in de Torsinweg. Verwijst misschien naar iemand met rood haar
Sabooike: sedert19de eeuw, omgeving van villa Sliksteen. Sabooike herinnert aan de familie Saboo onderaan de Sliksteenvest, vooral agent Jean Baptist Saboo, geboren in 1810, die trouwde met de 11 jaar jongere Dorothée Messemaekers. Hij woonde in een bescheiden woning en kreeg 8 kinderen.
Tienen ligt aan deGrote Gete of Tiense Gete. Deze rivier werd in 1525 bevaarbaar tot in de stad, waardoorZoutleeuw in deze periode sterk aan belang verloor.
De scheepvaart op de Gete was van korte duur : in totaal 60 jaar. Op 9 december 1517 verleende de jongekeizer Karel V de toestemming om de Grote Gete tot in Tienen bevaarbaar te maken. Rond Kerstmis 1525 vertrok het eerste schip uit Tienen, terwijl op 3 maart 1526 het eerste schip aankwam. De eerste schipper, Hendrick Deprince, kreeg hiervoor van het stadsbestuur een beloning van 38 stuivers. De nieuwe vorm van welvaart werd met lede ogen door de stadZoutleeuw aangezien. Bovendien stak de heer vanNeerlinter stokken in de wielen. Het waren echter degodsdienstoorlogen die ervoor zorgden dat de Gete verzandde.
Na deVrede van Münster (1648) keerde de rust terug. Op 11 augustus 1650 gafFilips IV aan Tienen de toestemming om de Gete opnieuw te kanaliseren. De werken vorderden snel en in november 1651 kwam de eerste boot te Tienen aan. De gebeurtenis werd op 24 november gevierd in de herberg van Joos Lenaerts, de "Koning van Spanje". De heropleving van de scheepvaart duurde echter niet lang. Onder het regentschap vanJuan van Oostenrijk (1656) viel de scheepvaart voorgoed stil.De plaats waar de schepen aankwamen, heette al in 1544Aende Werff. Vooraleer de schippers deze Werf bereikten, passeerden ze 7 sluizen die de stad moest onderhouden. Het Pakhuis bevond zich in de Paardenbrugstraat op de Vetterie.
Tienen ligt in deHaspengouw op een hoogte van 35-77 meter. De stad ligt aan deGrote Gete.
Uitgezette routes zijn: de Bietenroute, de Hagelandse rolskiroute en de Suikerroute. DeViander is een recreatiepark ten oosten van de stad. Verder vindt men er deRozendaalvallei en hetTiens Broek.
Lijsttrekkers waren bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1976 respectievelijkAndré Moreau (PVV), uittredend burgemeesterRik Boel (BSP),Jef Coel (CVP). Vital Valkeniers was lijsttrekker voor Gemeentebelangen (GBL), de lokaleVolksunie-lijst. Opvallend resultaat was er voor voormaligKumtichs burgemeesterLouis Pans, tweede op dekieslijst van de PVV, die meer stemmen behaalde dan zijn kopman.[11]Burgemeester werd Jozef Coel (CVP), hij leidde een coalitie met de PVV. Schepenen waren Gerard Janssen, Julien Thomas, Jaco Mertens (allen CVP), André Moreau, Louis Pans, Pierre Honorez en Miel Giles (allen PVV). OCMW-voorzitter was Georges Albessard (PVV).[12]
Bij de lokale verkiezingen van 1982 kwamen deliberalen in verdeelde slagorde op. Enerzijds was er de PVV met Louis Pans als lijsttrekker en anderzijds descheurlijst VSD met André Moreau op kop. Lijsttrekker bij deSP was Rik Boel, bij de CVP Jef Coel en bij de Volksunie Vital Valkeniers. Burgemeester werd Rik Boel (SP), die eencoalitie sloot met de VSD en Volksunie.[11] Halfweg delegislatuur werd hij opgevolgd als burgemeester door partijgenootAndré Boesmans.
Lijsttrekkers bij de lokale verkiezingen van 1988 waren Jaco Mertens (CVP), Emiel Gilis (PVV), André Boesmans (SP), André Moreau (VSD), Roland Deboes (Agalev) en Johan Rock (PVDA). Op de kieslijst van de Volksunie kandideerdeEddy Poffé. Opmerkelijke resultaten waren er voorMarcel Logist en Patrick Grootjans (respectievelijk op de 6e en de 5e plaats op de SP-kieslijst), die beide meer stemmen behaalden dan hun kopman.[11] Onder andereAnnie Duroi-Vanhelmont (SP) werd verkozen als gemeenteraadslid. Burgemeester werd André Boesmans (SP), hij leidde een coalitie van de SP met de Volksunie en VSD. In 1992, na een crisis binnen de Volksunie, ruilden de twee VU-schepenen Poffé en Valkeniers hun partij voor de VLD. Hun bevoegdheden werden afgenomen en toegewezen aan andere Volksunie-mandatarissen in het schepencollege.[13]
Bij de verkiezingen van 1994 slaagden de liberalen erin om de eenheid terug te vinden. De VSD verdween en André Moreau werd lijsttrekker voor deVLD. Bij de CVP werd de lijst getrokken doorTrees Merckx, bij de SP door Marcel Logist, bij Agalev door Roland Deboes en bij de Volksunie door J. Matthijs. Lijsttrekkers voor hetVlaams Blok waren Michel Cologne, voor de PVDA Pieter Dewever en voor deWOW B. Serré.[11] Burgemeester werd Marcel Logist (SP).
Bij delokale verkiezingen van 2000 vond er bij de liberalen een machtswissel plaats, Eddy Poffé werd lijsttrekker en André Moreau lijstduwer.[11] Een andere opvallende kandidaat op de liberale lijst was voormalig burgemeester vanLinterStef Goris.[13] Bij de SP werd de kieslijst getrokken door Marcel Logist, bij CVP door Jos Hermans en bij het Vlaams Blok doorWim Van Dijck. Lijsttrekker voor VU-ID was Luc Degeest en bij Agalev Roland Deboes.[11] Eddy Poffé (VLD) sloot een coalitie met de CVP en werd aangesteld als burgemeester. In 2007 verliet Stef Goris de VLD en sloot hij aan bijLijst Dedecker (LDD), hij werd hierin gevolgd door André Hoebrechts, Arthur Dumont en Philippe Smets.[13]
Na het uiteenspatten van de Volksunie tijdens de vorige legislatuur kwamen deetnisch nationalisten bij degemeenteraadsverkiezingen van 2006 in verdeelde slagorde op.Spirit vormde een kartel met desp.a en deN-VA kwam samen met deCD&V op. VLD van zijn kant sloot een kartel metVivant. Lijsttrekkers waren Marcel Logist (sp.a-Spirit), Eddy Poffé (VLD-Vivant), Jos Hermans (CD&V-N-VA), Bernadette Stassens (Groen) en Johny Van Stiphout (Vlaams Belang). Opmerkelijke kandidaat op de kieslijst van CD&V-N-VA was voormalig Vlaams Blokker Michel Cologne, ookKatrien Partyka stond deze verkiezingen op deze lijst.[11] Burgemeester werd Marcel Logist (sp.a), die een coalitie sloot met CD&V-N-VA.
Bij deverkiezingen van oktober 2012 trokken de liberalen opnieuw in verdeelde slagorde naar de kiezer. Enerzijds was er deOpen Vld-lijst met Bram Delvaux en anderzijds de scheurlijst Libertas-Blauw met Marc Dewaelheyns als lijsttrekker. Deze kieslijst werd gesteund door André Moreau,[11] ook voormalig LDD'ers Hoebrechts en Smets stonden op deze kieslijst.[13] Lijsttrekker bij sp.a was Marcel Logist, bij Groen Tom Roovers en bij CD&V Katrien Partyka. De kieslijst van Vlaams Belang werd getrokken door Johny Vanstiphout, die van N-VA door Johan Dewolfs en die vanVLOTT door Marc Moorhem.[11] Opvallende kandidaat bij sp.a was voormalig LDD'er Dumont.[13] Er werd een coalitie gevormd tussen sp.a en CD&V, met Marcel Logist (sp.a) als burgemeester en Katrien Partyka (CD&V) als eerste schepen. In hetcollege van burgemeester en schepenen waren er van de 6 andere schepenen 2christendemocraten en 4socialisten. De partijen hadden samen 17 van de 31 zetels in de gemeenteraad.
Kort na de verkiezingen verliet voormalig schepen Marc Soens de sp.a, en richtte zijn eigen partij op, de 'Partij van en voor Inwoners' (PVI).[14] In 2014 verliet Annemie Minten de N-VA en richtte samen met voormalig (niet-verkozen) partijgenoot Danny Puyneers Tienen+ op.[15][16] Bij het opmaken van de begroting 2015, leidde de meerderheid eind 2014 tot politieke instabiliteit nadat CD&V de coalitie uit onenigheid opblies. Daarop werd beslist de structurele onbestuurbaarheid vast te stellen en nieuwe coalitiegesprekken op te starten. CD&V probeerde de krachten te bundelen met N-VA, Open Vld en Groen, maar slaagde er niet in om een finaal akkoord te bereiken.[17] Op 29 december 2014 sloten de lokale afdelingen van de partijen Groen, sp.a en Open Vld een nieuw bestuursakkoord en vormden een nieuwe meerderheid met 18 van de 31 zetels. Wanneer de onbestuurbaarheid zou zijn vastgesteld door de Vlaamse Regering zou de gemeenteraad met Bram Delvaux een nieuwe burgemeester voordragen en nieuwe schepenen kiezen. Het schepencollege zou vanaf dan bestaan uit een liberale burgemeester, 3 liberale schepenen, 4 socialistische schepenen en 1 groene schepen.[18] Echter was er bij de installatievergadering geen meerderheid in de gemeenteraad om deze nieuwe weg voor Tienen op te gaan. De coalitie verloor haar meerderheid door interne onenigheid bij de sp.a. Schepen Grootjans stemde tegen en raadslid Marie-Claire Loozen bleef afwezig op de zitting.[19] Daarop werden door sp.a nieuwe coalitiegesprekken opgestart met CD&V en N-VA, maar ook dit leidde tot niets. Vervolgens werden gesprekken opgestart tussen CD&V, N-VA, Open Vld en Groen. Deze vier partijen bereikten na een eerdere mislukte poging een finaal akkoord in de nacht van 9 op 10 juli 2015. Na 10 jaar meerderheid werden de socialisten naar de oppositiebanken verwezen. CD&V leverde de nieuwe burgemeester van Tienen, met name Katrien Partyka. In september 2015 nam Logist ontslag als gemeenteraadslid.[20]
In maart 2015 werd voormalig schepen Grootjans uit de sp.a gezet en zetelde vanaf dan als onafhankelijk raadslid.[21] In juli 2015 trad Puyneers, na het overlijden van Kurt Fontaine (N-VA), toe tot de gemeenteraad. Hierdoor telde Tienen+ voortaan twee verkozenen.[22] In mei 2017 kwam daar een derde raadslid bij, na de overstap van Loozen[23] die in januari 2016 uit de sp.a was gezet.[24] In augustus 2017 kwam het tot een breuk binnen Tienen+, waarbij Loozen uit Tienen+ werd gezet. Samen met o.a. Minten richtte ze vervolgens de 'Burgerbeweging' op.[25] Eveneens in augustus 2017 verlieten schepen Jos Mombaers (Open VLD) en voormalig schepen Bernard Vandereyken (CD&V) hun partij om Tienen Vooruit! op te richten.[26][27] In juni 2018 maakte ook Minten bekend aan te sluiten bij deze partij.[28] Dezelfde maand ten slotte maakte Grootjans zijn overstap naar Tienen+ bekend.[29]
Een coalitie van CD&V, N-VA, Open VLD en Groen bestuurde de stad.Katrien Partyka (CD&V) was burgemeester en bevoegd voor Veiligheid, handhaving en strategisch beleid. De schepenen waren Bram Delvaux (Open VLD, Ruimtelijke ordening en financiën), Gijsbrecht Huts (N-VA, Interne en externe dienstverlening), Tom Roovers (Groen, Infrasctructuur), Wim Bergé (CD&V, Vrije tijd), Eddy Poffé (Open VLD, Werk en economie), Paul De Cort (Groen, Mobiliteit en duurzaamheid) en Ine Tombeur (N-VA, Mensen). Paul De Cort werd vanaf 2022 vervangen door Liesbeth Vanderloock (CD&V).
Durf Tienen behaalde als nieuwe partij meteen 13 zetels. Er werd een centrumcoalitie gevormd door Durf, Tienen anders en N-VA Plus. De zogenaamde Fenixcoalitie heeft een ruime meerderheid van 21 zetels.
Een van de doelen van de coalitie is om politieke vernieuwing te brengen. Een maatregel die daartoe meteen werd genomen, was om de gemeenteraadsleden op alfabetische volgorde te laten zetelen, in plaats van per fractie. Dat werd door oppositielid en oud-burgemeester Katrien Partyka "kleuterklasniveau" en "ongezien in alle westerse democratieën" genoemd. Ze vond dat er "een dedain voor de politiek" uit spreekt en vroeg zich af of de maatregel bedoeld is "om de oppositie monddood te maken".[30]
De zetels van de gevormde meerderheid staanvetjes afgedrukt. De grootste partij is in kleur. De rode cijfers naast de gegevens duiden aan onder welke naam de partijen telkens bij een verkiezing opkwamen. (*)1994:W.O.W. (2,13%) /2012:VLOTT (2,13%) /2018: Tienen Plus (3,0%), JES Jong En Sexy (0,7%) /2024: Toekomst voor Tienen (1,0%),DierAnimal (0,5%)
ART, afkorting voorAcademie Regio Tienen is de naam voor de academie van Tienen. In ART wordt er aan muziek, beeld, dans, woord en muvo gedaan. In Tienen bevinden zich de hoofdschool aan de Grote Markt (muziek en dans) en het cultuurcentrum (woord). Met meer dan 3000 leerlingen (schooljaar 2019-2020) is de ART een van de grootste muziekscholen van het land.[34][35]
Kweikersparade: Feest met een parade die de historiek en eigenheden van Tienen uitbeeldt met als hoogtepunt de strijd tussen Thuinas en Oswaldus de draak (elke vijf jaar op of rond 10 oktober)
Carnavalkermis (van het weekend voor tot het weekend naAswoensdag)
Carnavalstoet: door het centrum van Tienen (zaterdag voor Aswoensdag). In de stoet lopen ookstadsreuzen mee.
Buurtspoorlijnroutes in Tienen.Oorspronkelijke bouwaanvraag (mogelijk uit 1897) van de buurtspoorwegen in Tienen. Afgekruiste tracés werden niet aangelegd.(Archief buurtspoorwegen)
29 september 1907:Sint-Truiden – Tienen (Deze lijn loopt vanaf de suikerfabriek samen met de particuliere normaalsporige aansluiting van de suikerfabriek, tot dicht bij het station Grimde.)
De eerste twee lijnen kregen een tracé door de binnenstad, maar er werd tegelijk een ringlijn aangelegd in verbinding met de suikerfabrieken zodat de zware goederentrams met hun bieten niet door de binnenstad hoefden te rijden. Voor de laatst aangelegde buurtspoorweglijn uit Sint-Truiden in 1907 werd wel een tracé voorgesteld door de binnenstad, maar deze route werd geweigerd en trams moesten de reeds bestaande ringlijn gebruiken. De reizigerstrams bedienden het spoorwegstation aan de stadszijde. Na een spoorvernieuwing in 1930 werden de trams uit de binnenstad geweerd maar konden wel het spoorstation bereikten. De trams uit Bevekom moesten hiervoor wel een omweg maken langs de ringlijn en de stelplaats aan de achterzijde van het spoorstation. Sommige trams eindigden dan ook bij de stelplaats die redelijk dicht bij het spoorstation gelegen was. Het massale bietenvervoer was het belangrijkste vervoer van de buurtspoorwegen in de streek. Tijdens het oogstseizoen werden de goederenwagens geparkeerd langs de talrijke spooremplacementen in de streek, zodat de boeren deze konden vullen. De goederenwagens werden dan opgehaald en in lange treinen vervoerd naar de suikerfabriek aan de oostkant van Tienen. De meevervoerde aarde werd afgespoeld en teruggebracht naar de boerderijen. De suikerfabriek bestelde in 1915 haar eerste stoomlocomotief. Vanaf 1930 werden destoomlocomotieven voor reizigerstrams vervangen doormotortrams.
In de jaren vijftig van de 20ste eeuw werd het buurtspoorwegnet afgebouwd:
16 mei 1953: sluiting lijn naar Aarschot voor het reizigersverkeer
29 september 1955: sluiting lijn naar Aarschot voor het goederenverkeer
29 november 1959: sluiting lijn naar Bevekom voor het reizigersverkeer. Dit was de laatste spoorlijn met motortrams in Brabant.
2 mei 1962: opheffing van de laatste goederentrams op het overblijvende spoornet. Dit was vanNethen (lijn Bevekom) totHalle-Booienhoven (lijn Sint-Truiden) enNodevoorde (lijn Geldenaken Sint-Truiden). Op het laatst werden de goederentrams alleen ingezet voor het bietenvervoer in het voorjaar. Na 1962 waren de sporen in zo een slechte staat dat de sporen opgebroken werden.
Ten zuidwesten van Tienen loopt de snelwegA3/E40. De stad ligt opspoorlijn 36 (Brussel-Luik). In het stadscentrum staat hetstation Tienen. Vanuit het busstation gelegen naast het spoorstation vertrekken zowel Vlaamse streekbussen vanDe Lijn als Waalse bussen van deTEC. Een stadsnet is er echter nooit geweest. Wel zijn er streeklijnen die rechtstreeks industrieterreinen bedienen en niet doorrijden naar het station of het centrum.
Tienen is van oudsher een industriestad. In tegenstelling tot andere steden in het oosten vanVlaams-Brabant is dit hedendaags nog steeds grotendeels het geval. Een duidelijke illustratie hiervan zijnde dat de relatieve kleine stad beschikt over maar liefst zeven bedrijf -en industriezones die een groot deel van het grondgebied in beslag nemen.[37] De belangrijkste industrie in Tienen is deTiense Suikerraffinaderij, opgericht in 1836, waarsuiker geproduceerd wordt uitsuikerbieten. Ook worden in Tienen door een bedrijfsonderdeel van deBosch Groep in een fabriek met 900 werknemers auto-onderdelen, meer bepaald ruitenwissers, wisarmen en wisbladen ontwikkeld en geproduceerd.SESVanderHave, een bedrijf in suikerbietenzaden[38], biedt werk aan 230 werknemers.[39]Citrique Belge produceert in haar fabriek citroenzuur en citraten en heeft 250 werknemers. Ook is er een chocolateproducent gevestigd, een afvalverwerkend bedrijf en een verhuurbedrijf voor containers. Dit bedrijf heeft ook een zandgroeve en een betoncentrale.
↑Robert Rock,Tienen, in de reeks 'Onze steden', N.V. Kunstkringuitgaven, Brussel 1942 (81 p.)
↑[...] una volta delle più floride, mà adesso quasi deserta, e dishabitata. -Gualdo Priorato, G. (1673).Teatro del Belgio, ò sia descritione delle diecisette provincie del medesimo. Francofort.