Eentempel is een gebouw of ruimte waarreligieuze bijeenkomsten plaatsvinden. Hier kan een mens 'in contact treden' met diensgod(en) en deze vereren. Het oudeSumerisch woord voor tempel betekentwachtkamer (de vestigingsplaats waar de godheidkan verblijven).
In hetboeddhisme is een tempelcomplex een plaats waarmonniken wonen, en waar (soms) de leken hen kunnen bezoeken voor bijvoorbeeld advies in het spirituele. Een tempelcomplex heeft meerdere religieuze plaatsen, gewijd aan verschillendeboeddha's (vergelijkbaar met aan verschillendeheiligen gewijdealtaren in eenkerk). Dit was ook het geval in de antiekeoudheid in bijvoorbeeldKlein-Azië en het heleMidden-Oosten.
In hetjodendom wordt het woordtempel meestal alleen gebruikt voor de twee voormalige achtereenvolgendeJoodse tempels.
De tempel of het tempelcomplex heeft meestal meer dan één functie. Deoude Egyptenaren bouwden een tempel alswoning voor de godheid. Er stond dan een beeld dat deze godheid, bijvoorbeeldIsis symboliseerde. Ook in het oude India was dit de hoofdfunctie. Het beeld zelf of een replica werd dan bij bepaalde gelegenheden naar buiten gehaald en rondgedragen, opdat iedereen het zou kunnen zien. Want normaal gingen alleen ingewijden tot het binnenste van de tempel.
In deklassieke oudheid had de tempel een complexe religieuze, politieke, sociale en economische functie (zie ook:tempeleconomie). De tempels hadden kudden, land, bos en goederen in bezit, bijvoorbeeld de tempel vanInanna inErech, waar op de beroemdeWarkavaas taferelen zijn afgebeeld, die dit illustreren. Het waren tegelijk de administratieve centra van landbouw- en handelsactiviteiten, ze fungeerden voor de streekplanning en als werkbeurs, voor toewijzing van personeel en taken in het hele gebied rondom. Handwerklieden, boeren, schaapherders, pluimveehouders, vissers en fruitkwekers kregen er allen hun taken toegewezen. Alles werd gezien en gedaan in relatie tot de Godin. InSumerië heette de hogepriesteresEntu, inAnatolië was het deTawawannas.
Mensen konden er om raad komen en daarvoor was er een profetes, eventueel de hogepriesteres zelf, zoals inDelphi aan de tempel vanApollo, die overigens aanvankelijk aanArtemis was gewijd. Tempels die aan vrouwelijke godheden zijn gewijd, zijn vaak herkenbaar door hun ronde vorm. Ook de latereBasilieken hebben vaak deze vorm als zij aan deMariacultus zijn gewijd.
In Egypte kon men ook in hettempelcomplex terecht voor geestelijke en lichamelijke verzorging en voor gezondheidskuren. Met dat doel waren daar zelfs thermische baden voorzien. De priesteressen hadden verregaande kennis van het gebruik vankruiden enmineralen. Daarom was er ook meestal een min of meer grote tuin, waar vooral kruiden werden geteeld, maar die ook voor het comfort van de bezoekers dienden.
Bij gebrek aan een (eigen) gebouw kan volstaan worden met een klein hoekje dat wordt ingericht en gewijd aan dat wat speciaal en bijzonder is. Hieruit zou je kunnen afleiden dat een tempel enkel een tempel kan zijn in de intentie van een mens. Een voorbeeld hiervan is hetBijbelseTabernakel, een speciale tent, waarin deArk van het Verbond geplaatst werd, en die dienstdeed als het huis van de God van Israël in de tijd datMozes met zijn volk door de woestijn trok.
Deaarde wordt in haar pracht, praal en diversiteit wel gezien als de ultieme tempel. Ook bestaan zienswijzen die stellen dat het menselijk lichaam een tempel is.