Detand van Boeddha, ook welheilige (gouden) tand is eenśarīra (boeddhistischreliek) die bewaard wordt in deSri Dalada Maligawa (tandtempel) in deSri Lankaanse stadKandy. Rond de heilige tand zijn diverserituelen enceremoniën ontstaan.
Volgens legenden werd het lichaam vanBoeddha gecremeerd in deIndiase plaatsKushinagara. Zijnlinkerhoektand werd van de brandstapel gehaald en aan koningBrahmadatte geschonken om tevereren. De tand werd bewaard in de stadDantapuri (huidige stadPuri)
Men ging geloven dat de bezitter van de tand eengoddelijk recht had het land te regeren. Oorlogen werden gevoerd om het bezit van het relikwie.
In de 4e eeuw na Christus kwam de tand in bezit van koningGuhaseeva vanKalinga. Hij werd boeddhist en begon de heilige tand te vereren. Dit veroorzaakte ontevredenheid onder diverse burgers die aan koningPaandu vertelden dat Guhaseeva niet langer in god geloofde maar een tand vereerde. Paandu gaf bevel de tand naarPalalus te brengen om vernietigd te worden. Toen de tand de stad bereikte zou er eenwonder plaatsgevonden hebben waarna Paandu zich eveneens bekeerde tot het boeddhisme.
Toen dit koningKsheeradara ter ore kwam viel hijPaandu aan. De invallers werden verslagen voor ze Palalus bereikten en Ksheeradara overleed. Een tot het Boeddhisme bekeerde prinsDantha uit de stadUdeni kwam de tand vereren. Koning Guhaseeva was ingenomen met hem en schonk hem de hand van zijn dochterHemamala. Toen de zonen van Ksheeradara de stad aanvielen werden Dantha en Hemamala in het geheim heengezonden met het relikwie.
Tijdens de jaarlijkse parade genaamd Kandy Esala Perahera wordt de tand van Boeddha door de stad Kandy vervoerd op eenolifant, maar sinds een tijd met een neptand om diefstal te voorkomen. Deze parade is in juli of augustus, gedurende een 10 dagen lang feest. De laatste dag van het feest is tijdens volle maan.