Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Suriname (kolonie)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Suriname
kolonie
 Willoughbyland1667 – 1954Suriname (Koninkrijk der Nederlanden) 
Kaart
1700
1700
Algemene gegevens
HoofdstadNieuw-Middelburg laterParamaribo
TalenNederlands (officieel)
Regering
RegeringsvormKolonie
Plv. staatshoofdGouverneur van Suriname

Suriname was van1667 tot1954 eenNederlandse kolonie inGuyana.

De kolonie Suriname was gelegen ten oosten van de eveneens Nederlandse kolonieBerbice en ten westen vanFrans-Guyana. Suriname stond samen met de andereNederlandse kolonies (Essequebo,Demerary,Berbice enPomeroon) bekend onder de verzamelnaamNederlands-Guiana.

In 1954 werdSuriname een autonoom land binnen hetKoninkrijk der Nederlanden, tot het in 1975 onafhankelijk werd als deRepubliek Suriname.

Geschiedenis

[bewerken |brontekst bewerken]

Engelse kolonie (1650 - 1667)

[bewerken |brontekst bewerken]

Vanaf 1499 vonden al Europese kustverkenningen plaats, met name door Spaanse ontdekkingsreizigers. Een eerste echte kolonisatie kwam tot stand door de EngelsmanFrancis Willoughby vanaf 1650. Deze Britse kolonieWilloughbyland werd in februari 1667 veroverd door de ZeeuwAbraham Crijnssen. Willoughbyland werd toen hernoemd tot Suriname. In de afwikkeling van deTweede Engels-Nederlandse Oorlog kwam Suriname definitief in handen van deRepubliek der Verenigde Nederlanden; met deVrede van Breda (juli 1667) kreeg de Republiek de soevereiniteit over Suriname in ruil voorNieuw-Nederland dat door de Engelsen werd hernoemd totNew York.

Zeeuwse kolonie (1667 - 1682)

[bewerken |brontekst bewerken]

Na de verovering van de kolonie Suriname op 25 februari 1667 door de Zeeuwse vloot vanAbraham Crijnssen besloten deStaten van Zeeland om de kolonie in eigen beheer te houden. Hoewel deWest-Indische Compagnie noch deStaten-Generaal der Nederlanden een patronaatschap of octrooi hadden uitgegeven, beschouwden de Staten van Zeeland Suriname tot 1682 als hun eigendom.[1] In november van 1667 verloren de Zeeuwen kortstondig de kolonie weer door een aanval van de Engelsen. In juli 1667 was echter al deVrede van Breda tussen de Engelsen en de Republiek getekend waardoor de overname van Suriname door de Engelsen als onrechtmatig werd beschouwd. Pas in 1674 werd de kolonie officieel door de Engelsen overgedragen, door het sluiten van hetVerdrag van Westminster.

De kolonisten hadden vanaf de verovering van Suriname in 1667 voortdurend te maken met aanvallen vanmarrons – slaven die plantages waren ontvlucht – en van inheemsen, met name de Cariben en de Arowakken. In 1677 sloten deze twee volken vrede om gezamenlijk de kolonisten in Suriname en het naburigeBerbice te bevechten. Deze gezamenlijke aanval op Paramaribo werd niet uitgevoerd, zodat de kolonisten – die van de plantages weggevlucht waren – uiteindelijk de strijd wonnen. Het koloniale bestuur was ernstig verzwakt: er waren slechts vijftig soldaten over om nieuwe muiterij te voorkomen. Veel slaafgemaakten waren bovendien van de plantages gevlucht, zodat ook het werk op de plantages stillag. Deze marrons sloten zich veelal aan bij de inheemsen; in 1680 voerden de marrons samen met inheemsen een aanval uit op de plantage van gouverneurJohannes Heinsius.

Zie ookInheemse oorlog in Suriname (1678-1686) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de dood van Heinsius in april 1680 ontstond een zogenoemde 'plantocratie' waarin de kolonie bestuurd werd door de plantagehouders. Vanwege de lange en felle strijd van de kolonisten tegen de inheemse bevolking en de marrons gingen in Suriname steeds meer stemmen op om hulp van de Engelsen of Fransen in te roepen en eventueel de kolonie aan hen over te doen. Ook deStaten van Zeeland raakten steeds meer overtuigd om zich van de Suriname te ontdoen. Zo probeerden ze de kolonie te verkopen aanstadhouder Willem III. Op 17 mei 1679 verzochten de kolonisten deStaten-Generaal van de Republiek om bijstand van driehonderd soldaten van de Admiraliteit van Amsterdam. Door druk vanHolland nam Zeeland toch zelf het initiatief om soldaten te sturen. Ondertussen overlegden de stad Amsterdam, deStaten van Holland, de admiraliteitscolleges, de betrokken kamers van deWest-Indische Compagnie, deHeren X over de investeringen die eenieder wenste te doen voor het behoud van Suriname. Op initiatief van Amsterdamse kooplieden spoorden leden van de Amsterdamsevroedschap het bestuur van de stad en de WIC aan om gezamenlijk Suriname over te nemen van de Staten van Zeeland. Dit zou de Amsterdamse kooplieden toegang geven tot handel met de kolonie.

Willem Adriaan van Nassau-Odyk tekende in 1682 namens Zeeland de verkoop van Suriname aan de Heren X namens de Kamers van de West-Indische Compagnie. De WIC besloot tot een patronaatschap zodat zij niet als enige verantwoordelijk zouden zijn voor de kosten van het beheer en de exploitatie van Suriname. Met dit doel werd in 1683 deSociëteit van Suriname opgericht waarbij de WIC, de stad Amsterdam en de ZeeuwCornelis van Aerssen van Sommelsdijck ieder voor een derde aandeelhouder waren. Van Aerssen van Sommelsdijck had zelf niet genoeg financiën om het volledige bedrag van zijn aandeel te betalen en had hiervoor geld geleend bij Amsterdamse investeerders.

Kolonie Sociëteit van Suriname

[bewerken |brontekst bewerken]

De kolonie stond van het eind van de zeventiende tot het eind van de achttiende eeuw onder bestuur van deSociëteit van Suriname. In 1795 werd de sociëteit door deBataafse Republiek genationaliseerd. Nadat alle andere kolonies in Britse handen waren gekomen (1815), stond de benaming Nederlands-Guiana feitelijk slechts voor Suriname.

Plantages

[bewerken |brontekst bewerken]

De kolonie bestond voornamelijk uitplantages voor de productie van onder andere koffie, suiker, katoen en indigo. Deze plantages waren grotendeels langs de rivieren gelegen in de nabijheid van de Atlantische kust enParamaribo, de hoofdstad van de kolonie. Rond 1770 waren de meeste voor de export producerende plantages in gebruik, 400 in totaal.[2] Op de plantages werktenslaven die door deWest-Indische Compagnie uit Afrika werden gehaald. Ook in Paramaribo woonden veel slaven; het leven verliep er echter vergelijkbaar met andere steden uit die tijd met zeer uiteenlopende sectoren, zoals ambachten en diensten. Slaven konden in vrijwel al deze sectoren actief zijn. Een deel had de mogelijkheid zichzelf te verhuren om zo een afgesproken loon te verdienen voor hun eigenaar. Wanneer een slaaf meer verdiende dan het afgesproken bedrag, kon hij het overschot sparen om zich vrij te kopen. Vanaf het begin van de 19e eeuw nam hierdoor het aantal vrije niet-blanke burgers in Paramaribo fors toe. Deze groep van ex-slaven en hun afstammelingen groeide van 1.760 personen in 1791 tot 13.510 personen in 1862, het jaar voor deafschaffing van de slavernij in Suriname.[2] Ter vergelijking: tussen 1811 en 1830 lag het aantal inwoners van de gehele kolonie vrijwel stabiel op 56 duizend personen.[3]

Emancipatie en contractarbeid

[bewerken |brontekst bewerken]

De slavernij werd in 1863 afgeschaft door aanname van deEmancipatiewet. Gedurende tien jaar moesten de geëmancipeerde slaven op de plantages blijven werken, ditmaal tegen betaling. In dezelfde tijd werden ter vervanging van hun arbeidcontractarbeiders uitChina gehaald. Vanaf 1873 zocht men deze inBrits-Indië, totdat hier in 1916 een einde aan gemaakt werd doorMahatma Gandhi. Vervolgens werden tot aan deTweede Wereldoorlog vele contractarbeiders vanJava naar Suriname gehaald.

Zie ook

[bewerken |brontekst bewerken]
·Overleg sjabloon ·Sjabloon bewerken
Koloniën van deRepubliek der Zeven Verenigde Nederlanden
Gebieden in handen van deWIC

Gouvernementen:Goudkust* ·Nederlands Brazilië ·Nederlandse Antillen ·Nederlands-Guiana (Berbice* ·Cayenne ·Demerary* ·Essequebo* ·Pomeroon ·Suriname*) ·Nieuw-Nederland

Gebieden met een directeur:Maagdeneilanden

Gebieden met een baron:Tobago(geleend aanCornelis Lampsins)

Factorijen / handelsposten:Arguin ·Loango-Angolakust ·Senegambia ·Slavenkust

Gebieden in handen van deVOC

Gouvernementen:Amboina* ·Banda* ·Batavia* ·Ceylon ·Coromandelkust* ·Formosa ·Java's Noordoostkust* ·Kaapkolonie* ·Makassar* ·Malakka* ·Mauritius ·Molukken*

Directoraten:Vestingen in Bengalen ·Vestingen in Perzië ·Suratte

Commandementen:Bantam* ·Malabar ·Sumatra's Westkust*

Residenten:Bandjarmasin* ·Cheribon* ·Palembang* ·Pontianak*

Gebieden met eenopperhoofd:Birma ·Dejima* ·Vestingen in Siam ·Timor ·Tonquin

Factorijen:Vestingen in China

Gebieden in handen van deNoordse Compagnie

Nederzettingen:Amsterdam eiland(incl.Smeerenburg) ·Jan Mayen

Overige gebieden in handen van deStaat

Vestingen:Acadia ·Fort Nassau ·Zoutpannen in Venezuela

*: Gebieden ook in handen van deBataafse Republiek geweest.

·Overleg sjabloon (de pagina bestaat niet) ·Sjabloon bewerken
Vlag van het Koninkrijk der Nederlanden
Koloniën of Nederlandse Overzeese Rijksdelen van het(Verenigd)Koninkrijk der Nederlanden
Koloniën (tot in de 19e eeuw):Coromandel (tot 1825) ·Dejima (tot 1853) ·Goudkust (tot 1872) ·Nederlands-Malakka (tot 1825)
Koloniën ofOverzeese Rijksdelen (tot in de 20e eeuw):Nederlands-Indië (incl.Nederlands-Malakka enNederlands-Nieuw-Guinea) (tot 1949) ·Nederlands-Nieuw-Guinea (1949-1962) ·Suriname (Nederlands-Guiana) (tot 1954) ·Curaçao en Onderhorigheden (tot 1954)
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Fatah-Black, Karwan (Karwan Jalal), 1981- ([2019]). Sociëteit van Suriname 1683-1795 : het bestuur van de kolonie in de achttiende eeuw. Walburg Pers, Zutphen. ISBN 978-94-6249-162-5.
  2. abNeslo, Ellen (2016). Een ongekende elite: De opkomst van een gekleurde elite in Koloniaal Suriname 1800-1863. HaEs producties, blz. 24-57. ISBN 978-9492513038.
  3. Exclusiefmarrons eninheemse Surinamers.
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Suriname_(kolonie)&oldid=69163909"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp