Suffolk Punch | ||
---|---|---|
![]() | ||
Tweespan voor een ploeg | ||
Basisinformatie | ||
Ras | koudbloed | |
Type | trekpaard | |
Herkomst | Suffolk | |
Ontstaan in | 1768 | |
Gebruik | landbouw, bosbouw | |
Bijzonderheden | zeer sterk | |
Eigenschappen | ||
Stokmaat | 165 – 178 cm | |
Hoeven | groot | |
Kleuren | vos | |
Aftekeningen | kleine bles, witte voeten | |
Behang | niet overmatig | |
Karakter | geduldig, gehoorzaam | |
Fokkerij | ||
Afgeleid ras | Jutlander | |
Stamboek | Suffolk Horse Society | |
Website | suffolkhorsesociety | |
Lijst van paardenrassen |
DeSuffolk Punch is eenpaardenras van sterke trekpaarden afkomstig uit de omgeving vanSuffolk enNorfolk inGroot-Brittannië.
Het type werd al in de eerste helft van de 16e eeuw voor het eerst beschreven. Ondanks kruising met denorfolkdraver en incidentele veredeling met deEngelse volbloed bleef het eenkoudbloedras. Alle huidige exemplaren van het ras gaan terug op de hengst Ufford, die geboren werd in 1768. DeSuffolk Horse Society werd opgericht in 1877. Historische namen zijn ookSuffolk Horse enSuffolk Sorrel. Na een hevige inzinking van het aantal exemplaren in het midden van de 20e eeuw door delandbouwmechanisatie beleefde het nog steeds zeldzame huisdierras recentelijk een lichte opkomst. Het Amerikaanse stamboek opende in 1907. In Engeland zijn zo'n kleine 150 exemplaren geregistreerd tegen circa duizend in de Verenigde Staten.
Destokmaat van dit trekpaard ligt tussen de 165 en 178 centimeter. Het ras komt uitsluitend voor in devachtkleur vos (zweetvos). Het Engelse stamboek noemt deze kleur volgens een traditionele spelwijzechesnut (in plaats van:chestnut). Het profiel toont een lichte ramsneus. De hals is krachtig en gebogen en gaat over in een vlakke schoft. De romp is lang en rond en gaat over in een zeer krachtige achterhand. De benen zijn robuust met stevige hoeven. Degangen zijn energiek met vooral een ruime draf.
Paarden van dit ras gelden als gehoorzaam en gemakkelijk in de omgang. De paarden zijn vroegrijp en sober en kunnen een hoge leeftijd bereiken. Genetisch onderzoek toonde nauwe verwantschap met dedalespony, defellpony en dehaflinger.
De paarden worden vooral gebruikt als trekpaarden in de landbouw en als sleeppaarden in de bosbouw. In het verleden werkten ze ook alscavaleriepaarden voor het transport van geschut en als tuigpaarden vooromnibussen enpaardentrams. Rond 1900 werden ze naar vele landen geëxporteerd als werkpaarden en als fokmateriaal. Het ras was rond 1860 van grote invloed op het ontstaan van de Jutlander inDenemarken.