Studebaker | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
![]() | ||||
Studebaker Taxi uit de jaren 50 met de markante kogelneus | ||||
Oprichting | 1852 | |||
Sleutelfiguren | de 5 Studebaker broers | |||
Land | ![]() | |||
Hoofdkantoor | South Bend (Indiana),Verenigde Staten | |||
Producten | Automobielen | |||
Industrie | auto-industrie | |||
|
Studebaker was eenAmerikaansewagenmaker en laterautomobielconstructeur van1852 tot1966.
Henri Studebaker was eenlandbouwer,smid en wagenmaker inGettysburg (Pennsylvania, VS) in het begin van de 19e eeuw. Rond1840 verhuisde hij naarOhio (VS) waar hij zijn vijf zonen wagens leerde maken.
In die tijd waren de Verenigde Staten nog volop aan het groeien in westelijke richting. De vijf zonen van Henri Studebaker verspreidden zich mee.
Clement Studebaker enHenri Studebaker Jr. werden smid inSouth Bend (Indiana, VS). Eerst maakten ze metalen onderdelen voor goederenwagens om later zelf wagens te gaan bouwen.John Studebaker maaktekruiwagens inCalifornië, VS enPeter Studebaker produceerde wagens inSaint Joseph (Missouri, VS).
Hun zaak breidde sterk uit toen in1848 degoldrush begon in Californië. Na de goldrush kocht John Henri uit en keerde terug naar Indiana. De jongste broer,Jacob Studebaker, stapte mee in de zaak en in1852 startten ze een smederij in South Bend. In1858 ging John terug naar Californië om kruiwagens te maken voor degoudmijnen. Zijn winst investeerde hij in de smederij. Die produceerde inmiddels wagens voor het Amerikaanseleger, wat doorging gedurende de heleAmerikaanse Burgeroorlog.
In1868 reorganiseerden de broers het bedrijf in deStudebaker Brother's Manufacturing Company. Hunmotto werdAlways give more than you promise (Geef altijd meer dan beloofd). Despoorwegen en destoomschepen waren toen de grootste vrachtvervoerders geworden. Het bedrijf richtte zich daarom op burgers en landbouwers. De zaak van Peter Studebaker werd een bedrijfsdivisie.
In1885 bereikte de productie 75.000 stuks en in1887 beliep deomzet twee miljoen dollar. Op het hoogtepunt van de westelijkemigratie werd een kwart van alle wagens door Studebaker gemaakt. Een ander kwart gebruikte onderdelen van Studebaker.
In1897 begon Studebaker te experimenteren met voertuigen met eenelektromotor. De eerste auto, deStudebaker Electric, werd in1902 geïntroduceerd. In 1904 kwam de eerste Studebaker metbenzinemotor uit. Deze werden gebouwd doorGarford Company inOhio, VS en verkocht onder de naamStudebaker-Garford.
Studebaker sloot ook een distributieakkoord metEverett-Metzger-Flanders (EMF) uitDetroit, VS. EMF zou de auto's produceren en Studebaker zou ze verkopen via haar verkoopsnetwerk voor wagens. Door problemen bij EMF waren de voertuigen echter onbetrouwbaar. Uit ongenoegen over die slechte kwaliteit nam Studebaker in 1910 de activa van EMF over. Studebaker betaalde monteurs om herstellingen uit te voeren bij iedere ontevreden klant, wat één miljoen dollar kostte. Tot 1913 bleef Studebaker auto's bouwen onder de namenEMF enFlanders.
Na 1913 droegen alle geproduceerde auto's de naamStudebaker. Tot 1920 bleef het bedrijf nog wagens produceren. Daarna verhuisde de autoproductie van Detroit naar South Bend. Er werd ook begonnen met een lijnvrachtwagens; in die tijd begon de vrachtwagen immerspaard en wagen te vervangen.
In 1926 was Studebaker de eerste Amerikaanse autobouwer die een testterrein aanlegde. In 1937 liet de onderneming daar vijfduizend dennenbomen planten die, vanaf hoogte gezien, S-T-U-D-E-B-A-K-E-R spelden.
In 1927 werd deStudebaker Erskine voorgesteld, die bestemd was voor deEuropese markt, en werdPierce-Arrow overgenomen, een producent van luxeauto's. Derecessie, die begon na deBeurskrach van 1929, en een slecht management brachten Studebaker aan de rand van het faillissement in 1933.Paul Hoffman enHarold Vance wisten het bedrijf weer op het goede spoor te brengen.
Van de jaren '20 tot de jaren 60 zorgde Studebaker voor vele technische en stilistische mijlpalen in de autogeschiedenis. Opmerkelijk waren deStudebaker President uit 1929 en deStudebaker Champion uit 1939. Met de Champion introduceerde Studebaker zich met succes in de lagere prijsklasse. Tot dan had het merk auto's gebouwd voor de middenklasse.
Vanaf 1938 werden de nieuwe modellen getekend doorRaymond Loewy Associates (RLA).
Tijdens deTweede Wereldoorlog had Studebaker defensiecontracten voor het bouwen vanB-17 Flying Fortress motoren, deUS6 6x6 vrachtwagens met een laadvermogen van 2,5 ton en de M29 en M29CWeasel. Na het bouwen van militaire vrachtwagens tijdens de oorlogsjaren kon Studebaker vrij snel terug overschakelen naar gewonepick-ups. DeM-Serie uit 1941 liep door tot 1948. De succesvolle2R-serie startte in 1949, deE-Serie in 1955, deStudebaker Transtar in1956 en deStudebaker Champ in1960.
Studebaker hervatte ook de autoproductie met een nieuwe vormgeving voor haar auto's. Dit in tegenstelling tot de andere constructeurs die teruggrepen op hun vooroorlogse stijl. De nieuwe stijl werd in 1947 voorgesteld op deStudebaker Starlight Coupe. In 1950 werd dekogelneus-stijl geïntroduceerd en een jaar later, in 1951, de Studebaker V8.
In1953 waren er deLoewy Coupes, ontworpen door RLA's hoofdonwerperBob Bourke. Die modellen evolueerden uiteindelijk tot deStudebaker Speedster in 1955 en deHawk-lijn in 1956.
D'Ieteren was voor de Tweede Wereldoorlog importeur van verschillende Amerikaanse merken waaronder Studebaker. Vanaf april 1949 werd de Studebaker Champion ook in België geassembleerd. Door de samenwerking van D’Ieteren en Studebaker werd Studebaker de op twee na populairste Amerikaanse auto in België, na Ford en Chevrolet.[1] In 1960 werd de productie in Brussel gestopt vanwege financiële moeilijkheden. De fabriek ging verder met de productie van Volkswagen en Porsche.[2]
Begin jaren 50 zorgden een aantal factoren ervoor dat Studebaker er slecht voor kwam te staan. Het bedrijf had te kampen met hoge loonkosten (de lonen enpensioenen behoorden tot de hoogste in de auto-industrie, waardoor Studebaker nooit een staking van deUnited Auto Workers meemaakte), kwaliteitsproblemen en de prijzenoorlog tussenGeneral Motors enFord Motor Company. Verder was het management te kortzichtig. Er waren nog genoeg middelen om nog tien jaar door te gaan, maar de harde concurrentie met deGrote 3 richtte het bedrijf te gronde.
Om er weer bovenop te komen stapte Studebaker mee in het plan vanGeorge Mason. Die meende dat de laatste onafhankelijke Amerikaanse constructeurs enkel zouden kunnen voortbestaan als ze samen opgingen in eenconcern. Met dat doel fuseerdenNash Motors enHudson in 1954 totAmerican Motors (AMC).Packard nam in datzelfde jaar Studebaker over omStudebaker-Packard te vormen. Door een contractgeschil ging de fusie tussen AMC en Studebaker-Packard echter niet door en gingen beide apart verder. AMC bleef nog tot 1987 bestaan.
De financiële positie van Studebaker was echter veel erger dan Packard dacht en in 1958 trok de autobouwer een teammanagers aan vanvliegtuigbouwerCurtiss-Wright. De lijnen vanPackard werden stopgezet waarna Packard de Amerikaanseinvoerder vanMercedes-Benz werd. Ook de Studebaker-dealers verkochten vanaf dan Mercedes.
In 1959 kende Studebaker een korte heropleving met de introductie van deStudebaker Lark. Door deze succesvolle compacte auto werden even zwarte cijfers geschreven. Tegen 1961 werden echter weer verliezen geleden.
Vanwege de financiële situatie moesten de Lark en deAvanti sportwagen uit 1963 gebruikmaken van een ouderchassis enmotor. Er kwam geen verbetering in de situatie en de fabriek in South Bend werd gesloten in december 1963. De merknaamAvanti werd verkocht aanNate Altman die de auto alsAvanti II bleef bouwen in South Bend. De productie van Studebaker verhuisde naar de enige overblijvende fabriek inHamilton (Ontario,Canada). In1966 werd daar de laatste Studebaker geproduceerd, een blauw-witte Cruiser. Daarna concentreerde het bedrijf zich, na 114 jaar voertuigen te hebben gebouwd, op haar nevenactiviteiten.
Na het stopzetten van de autoproductie gingen veel van Studebaker's dealers over op Mercedes. Het testterrein werd verkocht aan toeleverancierBendix. Die gaf het weg om er eenpark van te maken datBendix Woods genaamd werd.
Studebaker zelf werd eeninvesteringsmaatschappij die inkomsten trok uit haar eigendommen, waaronderSTP,Gravely Tractor,Onan Electric Generators enClarke Floor Machine. In 1967 werd die opgekocht doorWagner Electric. Studebaker werd ondergebracht bijWorthington omStudebaker-Worthington te vormen dat in1979 werd overgenomen doorMcGraw-Edison. Die laatste werd in1985 zelf overgenomen doorCooper Industries. Die verkocht enkele jaren later al haar auto-onderdeelafdelingen aanFederal-Mogul.
Vandaag de dag is er nog een restant van de voormalige autobouwer te vinden bijStudebaker-Worthington Leasing. Dat is een afdeling van deState Bank of Long Island (STB).
In 2003 kondigde de huidige eigenaar van het merkStudebaker de introductie van een SUV aan die met de merknaamStudebaker zou verkocht worden. Op deautosalon vanChicago (VS) stond een demonstratiemodel van het model, deStudebaker XUV.
General Motors trok naar derechtbank vanwege te grote gelijkenissen met hunHummers. In 2004 werd de zaak in der minne geregeld nadat het concept van de XUV was aangepast. Later werd het bedrijf Avanti geveild, maar de biedingen en een eventuele verkoop werden niet publiek gemaakt. Wel produceert Avanti tegenwoordig weer auto's in de Mexicaanse stadCancún.
Een overzicht van de automodellen die Studebaker door de jaren heen bouwde:
Studebaker Big Six | 1920- |
Studebaker Commander | 1927-1935, 1937-1958, 1964-1966 |
Studebaker Dictator | 1927-1936 |
Studebaker Erskine | 1927- |
Studebaker President | 1927-1942, 1955-1958 |
Studebaker Champion | 1939-1958 |
Studebaker Land Cruiser | 1947-1954 |
Studebaker Starlight | 1947- |
Studebaker Conestoga | 1954-1955 |
Studebaker Speedster | 1955 |
Studebaker Scotsman | 1957-1958 |
Studebaker Lark | 1959-1966 |
Studebaker Avanti | 1963-1964 |
DeHawk-serie:
Studebaker Flight Hawk | 1956 |
Studebaker Golden Hawk | 1956-1958 |
Studebaker Power Hawk | 1956 |
Studebaker Sky Hawk | 1956 |
Studebaker Silver Hawk | 1957-1959 |
Studebaker Hawk | 1960-1961 |
Studebaker Gran Turismo Hawk | 1962-1964 |