Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Stengel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
twee stengelklieren op knoop bij vlier
lenticellen op vlier

Eenstengel is het deel van eenplant dat debladeren enknoppen draagt, stevigheid verleent en voor transport van water, mineralen enassimilaten zorgt. Een stengel bestaat uit afwisselendknopen en internodia.Groei in lengte vindt plaats aan de stengeltop. Secundairediktegroei van de stengel komt voor bij veel plantgroepen.

Bijmossen en verwanten en bijalgen komen stengel-achtige structuren voor, die echter niethomoloog zijn met 'echte' stengels: er zijn geen vaatbundels, knopen of internodia. Om deze reden worden ze wel ter onderscheid ook welcauloïden genoemd.

Morfologie

[bewerken |brontekst bewerken]
schematisch diagram van een stengel. 1.eindknop, 2.knoop, 3.blad, 4.internodium, 5.okselknop, 6.stengel.

Deplantenmorfologie bestudeert de bouw van planten, zoals de organen en de afgeleiden daarvan (wortel, stengel en blad) en van de orgaanstelsels (zoals bloemen, vruchten, vertakking, bladstand, knopligging).

Een plantenstengel is naast dewortel en hetblad een van de drie basale onderdelen van de plant. De stengel bestaat uit leden (internodiën) enknopen (nodiën). Een stengel bevatvaatbundels voor het transport van water en assimilaten, en kankruidachtig ofverhout zijn. Destam van een boom is een door secundairediktegroei sterk verhoute stengel.

De knopen zijn de (vaak verdikte) plaatsen waar debladeren staan ingeplant. Stengels hebben altijd knopen met of zonder bladeren. Als er geen bladeren aan zitten zijn de bladlittekens nog wel te zien.Zijknoppen staan in de bladoksels op de knopen. De bladeren staan in eenmin of meer duidelijk regelmatig patroon langs de stengel.

Aan de top van de stengel zit eengroeipunt, die bij kruidachtige planten in devegetatieve fase van de plant bladknoppen vormt en in degeneratieve fasebloemknoppen. Bijoverblijvende planten (devaste planten en dehoutige planten), zoalsappel enpeer, zijn zowel bladknoppen (vegetatieve knoppen) als bloemknoppen (generatieve knoppen) aanwezig. In de oksels van de bladeren en aan het eind van de stengel zitten een of meer knoppen, diescheuten (nieuwe stengels met bladeren of bloemen) kunnen vormen. Zijn deze knoppen verdwenen of zwaar beschadigd dan kunnen uit zogenaamde slapende (adventieve) knoppen weer nieuwe scheuten ontstaan. De stengel kan al dan niet vertakt zijn.

Bij houtachtige planten zijn de oudere twijgen bedekt met een kurklaagje. Kurk laat geen lucht of water door. Op het oppervlak van deze twijgen zittenlenticellen, die vergelijkbaar zijn methuidmondjes bij bladeren. Hierdoor is gasuitwisseling door de kurklaag heen toch mogelijk. Ook kunnen erharen ofklierharen op de stengels voorkomen, zoals bijreuzenbalsemien envlier. Deze klierharen producerenetherische oliën.

Klim- enslingerplanten gebruiken hun stengels om in andere planten of ergens anders omhoog te klimmen. Bijbonen komen bijvoorbeeld twee soortencultivars voor, namelijk die een korte stengel (stambonen) vormen en die lange stengels (stokbonen) vormen.

kiemplant van suikermais
Stengeltop vanColeus. A=Procambium, B=Grondmeristeem, C='Opening' die hetbladlitteken omringt, waar het blad doorheen groeit. Het is gevuld metparenchym, D=Trichoom, E=Topmeristeem, F=Ontwikkelende bladprimordia, G=Bladprimordium, H=Okselknop, I=Ontwikkelend vaatweefsel. Schaal=0,2 mm.

Dewortel gaat over in de onderkant van de stengel. Bij dekieming ontwikkelt een plant zich uit hetzaad. Het stengeldeel onder de zaadlobben wordthypocotyl genoemd, het stengeldeel boven de zaadlobbenepicotyl.

Bijgrassen heet het onderste stengeldeel halmheffer. Deze zorgt ervoor dat de kiemplant op de goede hoogte boven de grond komt. Bij dieperzaaien wordt de halmheffer langer.

Bij knolgewassen, zoalskoolrabi enkoolraap, is het hypocotyl sterk verdikt. Soms is het moeilijk te zien of het een stengel of een wortel is. Wortels hebben echter nooit knopen.

Onderdelen van de stengel

Anatomie

[bewerken |brontekst bewerken]

Deplantenanatomie bestudeert de inwendige bouw van de plant. Bijeenzaadlobbigen (monocotylen) liggen de vaatbundels verspreid in de stengel. Eenzaadlobbigen hebben geensecundaire diktegroei. Bijtweezaadlobbigen (dicotylen) zijn de vaatbundels ringvormig gerangschikt. Bij tweezaadlobbigen ligt tussen de bastvaten (floëem) en de houtvaten (xyleem) het cambium, dat verantwoordelijk is voor de secundairediktegroei. De diktegroei is vooral opvallend bij bomen. Op de foto van de aardappelstengel bestaat de lichter gekleurde ring uit de vaatbundels. Bastvaten en houtvaten transporteren stoffen naar de rest van de plant: bastvaten vervoeren assimilaten, met name suikers, omlaag en houtvaten vervoeren water met daarin opgeloste voedingsstoffen omhoog.

Anatomie van de stengel

Alles wat binnen de ring van de vaatbundels ligt, noemt men hetmerg van de stengel en bestaat uitparenchym. Aan de buitenkant van de stengel bevindt zich de opperhuid (epidermis).

Vorm

[bewerken |brontekst bewerken]

Een stengel kan rond, hoekig en geribd, gevleugeld, glad, hol of gevuld zijn. Ook kan de stengel al dan niet behaard zijn en kunnen er stekels of doornen aan de stengel zitten. Een stekel, zoals bijbraam, is een kegelvormig uitgroeisel van de opperhuid en is niet verbonden met het inwendige van de stengel of tak. Een doorn zit, zoals bijberberis, in de plaats van een blad (bladdoorn) of, zoals bijmeidoorn, een tak (takdoorn) en is verbonden met het inwendige van de stengel.De stengel kan zeer lang tot zeer kort zijn. Bij een zeer korte stengel wordt van eenbladrozet gesproken.De stengel kan zeer dun tot vele meters dik zijn. Vlezige stengels, zoals bijasperge, worden als voedsel gebruikt. Bijcactussen wordt in het parenchymatisch weefsel van de verdikte stengel water opgeslagen.De stengelleden kunnen gevuld of hol zijn. De knopen zijn altijd massief. Een voorbeeld van een plantensoort met holle stengelleden isriet,witte dovenetel enkalmoes.Solitaire bijen leggen hun eitjes in afgestorven holle stengels. De stengel kan rechtop staan, maar ook kruipend zijn.

Uitloper

[bewerken |brontekst bewerken]
ZieStoloon voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
uitlopers van deaardbei (ras Lambada)

Bij sommige plantensoorten, zoalsaardbei, komen bovengrondse uitlopers voor. Op de knopen van de uitloper verschijnt steeds een nieuwe plant. Een uitloper wordt ook stolon genoemd.

Wortelstok

[bewerken |brontekst bewerken]

Er komen ook ondergrondse stengels voor.Wortelstokken (rizomen) zijn ondergrondse, meestal horizontaal lopende, al dan niet opgezwollen stengels. Er zijn enkele zeer hardnekkigeonkruiden met wortelstokken zoalszevenblad,kweek enbrandnetel. Door deze wortelstok kunnen de planten makkelijker overleven bijgrondbewerking en in de winter. Bijaardappelplanten worden wortelstokken stolonen genoemd.

Schijnstam

[bewerken |brontekst bewerken]

Bijpalmen is er sprake van een schijnstam, omdat deze stam geen stengel is maar bestaat uit op elkaar gestapelde bladvoeten.

Vertakking

[bewerken |brontekst bewerken]

Devertakking van de stengel of de wortel kan monopodiaal of sympodiaal zijn.

  • Bij eenmonopodiale vertakking wordt de stengel (stam) uit hetzelfde groeipunt (meristeem) gevormd en blijft hij dezelfde richting uitgroeien, zoals de stam van de meestenaaldbomen.
  • Eensympodiale vertakking ontstaat doordat verschillende meristemen een beperkte groei hebben en telkens vervangen worden door een meristeem van een hogere (vertakkings)orde. Een voorbeeld hiervan is de stengel bijtomaat en de rizomen bij kweek.
Vertakkendegrote wolfsklauw.

Deze onderverdeling gaat niet op voor veelvarens, zoalsPsilotum,Lycopodium (wolfsklauw) enSelaginella. Deze vertonen vaak eendichotome vertakking, waarbij de stengeltop twee gelijkwaardige takken vormt. Als de takken niet geheel gelijkwaardig meer zijn, maar een van beide dominant is in de lengtegroei, spreekt men van anisotome vertakking ofpseudomonopodiale groei, bijvoorbeeld bij degrote wolfsklauw. Hetbouwplan van dezaadplanten blijkt hier niet op te gaan, maar een betere verklaring geeft hier deteloomtheorie.

Bij veel planten, zoals bijgrassen en dus ook bijgranen, worden adventieve spruiten gevormd. Door uitstoeling kan een plant uit vele spruiten bestaan. Een spruit bestaat uit dicht bij elkaar liggende knopen (knopenstapel), bladscheden en bladschijven. De bladscheden zorgen ervoor dat de spruit rechtop kan blijven staan. Bij het generatief worden van de spruit schuift de knopenstapel uit elkaar.

Bloeistengel

[bewerken |brontekst bewerken]

Eenbloeistengel (rachis) wordt gevormd op het moment dat het groeipunt overgaat van vegetatief naar generatief. Een bloeistengel kan een of meer bloemen dragen. Bij planten met een bladrozet wordt een aparte bloeistengel gevormd. Bij grasachtigen, zoals bij granen, 'schuiven' de knopen uit elkaar door verlenging van de stengelleden en vormen zo een bloeistengel.

Stengelknol

[bewerken |brontekst bewerken]
stolonen bij aardappel

Stengels zijn soms met reservevoedsel gevuld en worden dan stengelknollen genoemd. De stengel van deaardappel kan ondergrondse uitlopers vormen (stolonen) waar aan het eind een stengelknol, de aardappel, wordt gevormd. De ogen op de aardappelknol zijn de knoppen van dit verdikte stengeldeel. De aardappelknol heeft een zogenaamde kiemrust, dat wil zeggen dat een aardappelknol niet eerder uitloopt en nieuwe stengels vormt dan wanneer de kiemrust doorbroken is. Begin januari is de kiemrust doorbroken en kan de aardappel uitlopen. In het donker bewaarde aardappelen vormen dan door etiolementsgroei lange witte stengels en wortels.

Bij andere knolgewassen, zoalskoolrabi enknolraap, is het hypocotyl sterk verdikt en zit de knol bovengronds. Bij dekrokus engladiool zit de verdikte stengel onder de grond en wordt deze omgeven met vliezen afkomstig van de oudebladscheden.

Bol

[bewerken |brontekst bewerken]

Bijbolgewassen, zoals tulp en narcis, bestaat debol uit een schijf met rokken. De schijf is een verdikte en verbrede stengel. De rokken zijn verdiktebladeren.

Klim- en slingerplanten

[bewerken |brontekst bewerken]

Er zijn planten die hun stengels ergens omheen winden, zoals bijhop enstokboon of zich met hun stengels ergens aan vast hechten met behulp van hechtwortels of hechtnapjes.Klimop gebruikt beide mogelijkheden. De slingerende zoekbeweging van de stengeltop ontstaat doordat de ene kant van de stengel harder groeit dan de andere kant. Zodra de stengeltop ergens tegenaan komt, slingert de stengel zich eromheen en groeit daarlangs verder. Een ander voorbeeld is eenliaan.

Stengelbewegingen

[bewerken |brontekst bewerken]

Bij legering door harde wind of regen kunnen de stengels zich weer op een knoop oprichten, doordat de cellen aan de onderkant van de knoop zich strekken.

Sommige plantensoorten, zoals hop draaien hun stengels ergens rechtsom (met de klok mee) heen, maar er zijn er ook, zoals stokboon, die linksom draaien.

Beworteling

[bewerken |brontekst bewerken]

Planten kunnen vegetatief vermeerderd worden door middel van stengel- en scheutstekken. Bij sommige soorten, als stengels op de grond liggen zoals bijuitlopers, kunnen zich op de knopen wortels vormen. Dergelijkewortels die uit een stengel ontstaan worden adventieve wortels genoemd. Deze stengels worden dan kruipende stengels genoemd. Daartegenover heb je ook liggende stengels, die geen wortel schieten.

Parasitisme

[bewerken |brontekst bewerken]

Hoewel de meesteparasitaire plantenhaustoriën op dewortels vormen, zijn er ook die door de stengel gevormde haustoriën hebben, zoalsklein warkruid.

zwarte bonenluis op tuinboon

Stengelaantastingen

[bewerken |brontekst bewerken]

Er zijn verschillendeschimmels, zoals voetziekten bij granen die de stengel kunnen aantasten.Insecten, zoals destengelboorder bijmais, vreten binnenin de stengel. De top van de stengel is een geliefde plaats voor insecten die uit de stengel voedsel opzuigen (bladluizen).

Externe links

[bewerken |brontekst bewerken]
Mediabestanden
Zie de categoriePlant stems vanWikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Mediabestanden
Zie de categorieMicroscopic images of plants - cross sections of stems vanWikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
·Overleg sjabloon ·Sjabloon bewerken
Beschrijvende plantkunde: terminologie voorzaadplanten
Algemeen,habitus
Levensvorm,groeivorm:boom ·boomkruin ·bladverliezend ·chamefyt ·dwergstruik ·eenjarige plant ·epifyt ·fanerofyt ·fenologie ·fytografie ·geofyt ·grasachtige plant ·groeivorm ·groenblijvend ·halfstruik ·hapaxant ·heester ·helofyt ·hemikryptofyt ·horst ·houtige plant ·hydrofyt ·klimplant ·kruidachtig ·kussen ·levensduur ·levensvorm ·liaan ·loofboom ·loofverliezend ·mat ·meerjarige plant ·mesofyt ·monocarpisch ·naaldboom ·overblijvend kruid ·overblijvende plant ·pol ·rozet ·struik ·succulent ·teloomtheorie ·thallus ·therofyt ·tweejarige plant ·vaste plant ·vetplant ·waterplant ·xerofyt ·zode
Levenscyclus, bloei, voortplanting
Bloem,sporangium,spore:actinomorf ·androecium ·androfoor ·androgynofoor ·anthofoor ·anthere ·anthotaxis ·bijkelk ·bloemstengel ·bloeiwijze · bloemgestel ·bloem ·bloembodem ·bloembekleedsel · bloemdek ·bloemdekblad ·bloemkroon ·bloemschede ·bloemstengel ·bractee ·calyx ·carpel ·carpofoor ·caulis ·connectivum ·corolla ·discus ·epicalyx ·estivatie ·filament ·funiculus ·gametofyt ·gynoecium ·gynofoor ·helmbindsel ·helmdraad ·helmhokje ·helmhokje ·hypanthium ·inflorescentie ·integument ·katje ·kelk · kelkblad ·knopligging ·kroon ·kroonblad ·macrospore ·meeldraad ·meeldraaddrager ·microspore ·nucellus ·omwindsel ·ovarium ·ovulum ·periant ·perigoon ·petaal ·pollenbuis ·receptaculum ·schijf ·schutblad ·sepaal ·sporangium ·spore ·sporofyl · sporophyllum ·sporofyt ·stamper ·stamperdrager ·stempel ·stengel ·stigma ·stijl ·stylopodium ·strobilus ·tepaal ·theca ·vruchtbeginsel ·vruchtblad ·zaadknopkern ·zygomorf
Zaadvruchtkieming:carpel ·cotyl ·cryptocotylair ·embryo ·endosperm ·epigeïsch ·fanerocotylair ·hypogeïsch ·integument ·kegelvrucht ·kieming ·kiemopening ·kiemwit ·micropyle ·micropylaire buis ·mierenbroodje ·navelstreng ·perisperm ·placenta ·pluimpje ·schijnvrucht ·vaatmerk ·vrucht ·vruchtbeginsel ·vruchtblad ·zaad ·zaadbeginsel · zaadknop ·zaadhuid ·zaadlijst ·zaadlob ·zygote
Organen, orgaanstelsels
Wortel:bijwortel ·centrale cilinder ·diktegroei ·endodermis ·exodermis ·luchtwortel ·medulla · merg ·penwortel ·pericambium ·pericykel ·rhizodermis ·rizoïde ·secundaire diktegroei ·centrale cilinder ·topmeristeem ·wortel ·wortelhaar ·wortelmutsje ·zijwortel
Stengel,stam:bast ·cambium ·centrale cilinder ·concaulescentie ·cortex ·diktegroei ·doorn ·fyllodium ·knoop ·lenticel ·metatopie ·stekel ·stele ·spil ·stengel ·tak ·topmeristeem ·schors ·stam ·uitloper ·vertakking ·wortelstok
Blad:ader ·blad ·bladgroen ·bladkussen ·bladmoes ·bladnerf ·bladschede ·bladschijf ·bladstand ·bladsteel ·bladvoet ·bloemschede ·catafyl ·cladodie · cladofyl ·cladoprofyllum ·chloroplast ·chlorenchym ·fyllocladium ·fyllotaxis ·hoofdnerf ·hoogteblad · hypsofyl ·kokertje ·laagteblad ·ligula ·nerf ·nervatuur ·prefoliatie ·ptyxis ·steunblaadje ·tongetje ·tuitje ·vernatie ·zaadlob ·zijnerf
Cellen enWeefsels:apoplast ·bladgroenkorrel ·celwand ·chloroplast ·collenchym ·cortex ·cuticula ·eicel ·epidermis ·felleem ·fellogeen ·felloderm ·floëem ·gameet ·gametofyt ·haar ·houtvat ·huidmondje ·hypodermis ·intercellulair ·klierhaar ·kurk ·kurkcambium ·kurkschors ·merg ·meristeem ·middenlamel ·palissadeparenchym ·parenchym ·periderm ·plantaardige cel ·plastide ·schors ·sclereïde ·sclerenchym ·spermatozoïde ·sponsparenchym ·steencel ·stippel ·symplast ·thyllen ·topmeristeem ·trachee ·tracheïde ·vaatbundel ·vacuole ·vrucht ·xyleem ·zaadcel ·zeefvat ·zygote
·Overleg sjabloon (de pagina bestaat niet) ·Sjabloon bewerken
Beschrijvende bryologie: terminologie voorlevermossen,mossen enhauwmossen
Gametofytfase:androecium ·antheridium ·archegonium ·archegoniumbuik ·bijcellen ·blad ·bladnerf ·bladoortje ·broedlichaam ·calyptra ·dorsale vleugel ·duces ·eicel ·fylloïde ·gametangium ·gametofoor ·gameet ·haploïdie ·huikje ·lamel ·merg ·mosknop ·parafyllium ·protonema ·rizoïde ·socii ·spermatozoïde ·stereïde ·topvleugel ·voorkiem
Sporofytfase:basaal membraan ·cilia ·columella ·dekseltje ·elatere ·endostoom ·epifragma ·exospore ·exostoom ·grondvlies ·gynoecium ·halskanaal ·diploïdie ·hoofdcellen ·kapseling ·kapselmond ·kapselsteel ·operculum ·parafyse ·peristoom ·peristoomtand ·processus ·segmenten ·seta ·sporangium ·sporekapsel ·spore ·sporofyt ·sporogoon ·theca ·trommelvlies ·venter ·voorperistoom ·wimpers ·zuiltje ·zygote
Morfologie & anatomie:acrocarp mos ·centrale cilinder ·cladocarp mos ·cuticula ·epidermis ·folieus levermos ·hoekcelgroep ·huidmondje ·kussen ·levensvorm ·mat ·pleurocarp mos ·pol ·slaapmos ·sluitcel ·thalleus levermos ·topkapselmos ·zode
·Overleg sjabloon ·Sjabloon bewerken
Plantkunde en deelgebieden
Geobotanie (planten als onderdeel van de biosfeer)
Plantengeografie:adventief ·areaal ·beschermingsstatus ·bioom ·endemie ·exoot ·flora ·floradistrict ·floristiek ·hoogtezonering ·invasieve soort ·Plantengeografie ·status ·stinsenplant ·uitsterven ·verspreidingsgebied
Paleobotanie:archeobotanie ·dendrochronologie ·fossiele planten ·gyttja ·palynologie ·pollenzone ·varens ·veen
Vegetatiekunde &plantenoecologie:abundantie ·associatie ·bedekking ·biodiversiteit ·biotoop ·boomlaag ·bos ·Braun-Blanquet-methode ·broekbos ·climaxvegetatie ·clusteranalyse ·coenocline ·concurrentie ·constant taxon ·contactgemeenschap ·differentiërend taxon ·dwergstruweel ·ecologische gradiënt ·ecologische groep ·Ellenberg-indicatorwaarde ·gemeenschapsgradiënt ·grasland ·heide ·kentaxon ·kruidlaag ·kwelder ·minimumareaal ·moeras ·moslaag ·ordinatie ·pioniersoort ·plantengemeenschap ·potentieel natuurlijke vegetatie ·presentie ·regenwoud ·relevé ·ruigte ·savanne ·schor ·steppe ·struiklaag ·struweel ·successie ·syntaxon ·syntaxonomie ·Tansley (methode) ·toendra ·tropisch regenwoud ·trouw ·veen ·vegetatie ·vegetatielaag ·vegetatieopname ·vegetatiestructuur ·vegetatietype ·vergrassing ·verlanding
Idiobotanie (planten onder gecontroleerde omstandigheden)
Plantenmorfologie &-anatomie:beschrijvende plantkunde ·adventief ·apoplast ·blad ·bladgroenkorrel ·bladstand ·bloeiwijze ·bloem ·bloemkroon ·boomkruin ·celwand ·chloroplast ·collenchym ·cortex ·cuticula ·eicel ·epidermis ·felleem ·fellogeen ·felloderm ·fenologie ·floëem ·fytografie ·gameet ·gametofyt ·groeivorm ·haar ·houtvat ·huidmondje ·hypodermis ·intercellulair ·intercellulaire ruimte ·kelk ·kroonblad ·kurk ·kurkcambium ·kurkschors ·levensduur ·levensvorm ·merg ·meristeem ·middenlamel ·palissadeparenchym ·parenchym ·periderm ·plantaardige cel ·plastide ·schors ·sclereïde ·sclerenchym ·spermatozoïde ·sponsparenchym ·sporofyt ·stam ·steencel ·stengel ·stippel ·symplast ·tak ·thallus ·topmeristeem ·trachee ·tracheïde ·thyllen ·vaatbundel ·vacuole ·vrucht ·wortel ·xyleem ·zaad ·zaadcel ·zeefvat ·zygote
Plantenfysiologie:ademhaling ·bladzuigkracht ·bloei ·evapotranspiratie ·fotoperiodiciteit ·fotosynthese ·fototropie ·fytochemie ·gaswisseling ·geotropie ·heliotropisme ·kapseling ·nastie ·plantenfysiologie ·plantenhormoon ·rubisco ·stikstoffixatie ·stratificatie ·transpiratie ·turgordruk ·vernalisatie ·vruchtzetting ·winterhard ·worteldruk
Plantensystematiek:taxonomie ·botanische nomenclatuur ·Angiosperm Phylogeny Group ·APG I-systeem ·APG II-systeem ·APG III-systeem ·APG IV-systeem ·algen ·botanische naam ·cladistiek ·Cormophyta ·cryptogamen ·classificatie ·embryophyta ·endosymbiontentheorie ·endosymbiose ·evolutie ·fanerogamen ·fylogenie ·generatiewisseling ·groenwieren ·hauwmossen ·kernfasewisseling ·korstmossen ·kranswieren ·landplanten ·levenscyclus ·levermossen ·mossen ·PPG I-systeem ·Pteridophyte Phylogeny Group ·roodwieren ·varens ·zaadplanten ·zeewier
Overig
Bijzondere plantkunde:algologie ·batologie ·bryologie ·dendrologie ·fycologie ·lichenologie ·mycologie ·pomologie ·pteridologie
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Stengel&oldid=70066221"
Categorie:
Verborgen categorie:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp