Stedenbouwkunde,stedebouwkunde[1] ofurbanisme is een vakgebied binnen debouwkunde dat onderzoek doet naar wenselijke en mogelijke ontwikkelingen voor bestaande en nieuw in te richten gebouwde gebieden, inclusief deopenbare ruimte. In het onderzoek en ontwerp is aandacht voor deecologische,economische,culturele,sociale,geografische, en bestuurlijk-politieke invloed op de ruimte. In grotere zin omvat urbanisme ook de studie van de interactie tussen stad en het omliggende landschap.
In de stedenbouwkunde wordt uitgebreid aandacht besteed aan de technische en ruimtelijke mogelijkheden van het grondgebied enerzijds, en aan de veranderende maatschappelijke wensen voor het grondgebruik anderzijds. Een voorbeeld van dat laatste is de15-minutenstad, die de bereikbaarheid van faciliteiten binnen 15 minuten fiets- of loopafstand voor stedelingen prioriseert.
De stedenbouwkundige is in staat door middel van onderzoek of ontwerp de mogelijkheden en eisen met elkaar in verband te brengen. In de stedenbouwkunde wordt gebruikgemaakt van onder meerrapporten enhaalbaarheidsstudies, technische middelen enschetsvoorstellen. De stedenbouwkundige is daarmee iemand die werkt op het grensvlak vanplanologie enarchitectuur. In toenemende mate wordt de computer ingezet als instrument voor onderzoek en visualisering van het ontwerp, bijvoorbeeld door middel vanCAD.
Stedenbouwkundige plannen en voorschriften zijn raadpleegbaar door de burgers. Zij bevatten vaak richtinggevende en bindende bepalingen met toelichting en kaarten voor (op)nieuw in te richten gebieden. Bijzondere aandacht wordt daarbij gevestigd op eventueleonteigeningen. De stedenbouwkundige plannen en voorschriften bepalen waar welke bouwvormen toegelaten zijn en of er voor die bouwvormen door de overheid een vergunning kan worden verleend.
Onder meer de inrichting van groenvoorziening en landschap, recreatiegebieden, woongebieden, industriegebieden, parkgebieden en landbouwgebieden maken deel uit van het stedenbouwkundige discipline. De vakgebieden van deverkeerskunde en delandschapsarchitectuur hebben ook raakvlakken met de stedenbouwkunde. De voorstellen worden in conceptvorm gepresenteerd en men heeft veelvuldig overleg met betrokken werkgroepen, opdrachtgevers, waaronder gemeenten, particuliere instellingen en andere belanghebbenden.
Stedenbouwkunde vormt samen metplanologie enlandschapsarchitectuur het vakgebied van deruimtelijke ordening, ofwel de wetenschap die zich bezighoudt met het optimaal benutten van de (openbare) ruimte, zodat alle gewenste en noodzakelijke functies daarin haar plaats krijgen. In de praktijk bestaat er vaak verwarring omtrent deze drie begrippen, en worden dan ook vaak door elkaar gebruikt.
In Vlaanderen wordt de ruimtelijke visie van de overheid vastgelegd in een ruimtelijk structuurplan. Die structuurplannen kunnen bestaan op verschillende niveaus, met name op niveau van een gemeente, de provincie of het Vlaams Gewest. In latere fasen worden de plannen binnen wettelijke kaders de Codex Ruimtelijke Ordening (Vlaanderen) ter visie gelegd in de vorm van eenruimtelijk uitvoeringsplan (Vlaanderen).
Om het beroep te mogen uitoefenen moeten stedenbouwkundigen in Vlaanderen opgenomen zijn in het register van ruimtelijke planners.[2] Wanneer men de graad van master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning behaald heeft, kan men zich in dit register inschrijven.
DeVlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) is een Vlaamse beroepsvereniging voor stedenbouwkundigen.
Het stedenbouwkundige discipline is in Nederland sterk gejuridiseerd. In latere fasen worden plannen binnen de kaders van deWet ruimtelijke ordening (Wro) enWoningwet ter visie gelegd in de vorm van eenbestemmingsplan.
In Nederland is stedenbouwkundige een beschermde benaming in het kader van de Wet op de architectentitel (WAT). De erkende stedenbouwkundigen zijn als zodanig ingeschreven in hetArchitectenregister. Personen die het werk van een stedenbouwkundige uitvoeren zonder te zijn ingeschreven worden veelal (stedenbouwkundig) ontwerper genoemd.
Een opleiding volgen tot stedenbouwkundige kan bij:
Studenten die afstuderen aan een technische universiteit dienen een tweejarige beroepservaringperiode te doorlopen voor zij worden ingeschreven in het Architectenregister.[3] Voor studenten van de academies geldt dit niet.
Leden van deBeroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP) zijn betrokken bij de ruimtelijke inrichting van het land, zowel in stedelijk als in landelijk gebied.
Enkele bekende Nederlandse stedenbouwkundigen zijn: