Eenstart-stopsysteem is een manier vanbrandstofbesparing inauto's. Het zorgt ervoor dat demotor automatisch uitgeschakeld wordt wanneer de auto stilstaat (bijvoorbeeld voor een roodverkeerslicht).
Het systeem is vooral efficiënt in stadsverkeer, waar veel gestopt moet worden, bijvoorbeeld bij een verkeerslicht of infiles. De aanwezigheid van een start-stopsysteem in de auto kan leiden tot een brandstofbesparing en een vermindering van de CO2-uitstoot tot 8% in stadsverkeer.
Wanneer de bestuurder het voertuig tot stilstand brengt en deversnellingspook in neutraal zet, krijgt het systeem een signaal en wordt de motor van het voertuig automatisch uitgeschakeld. Wanneer de bestuurder wederom wil vertrekken en hetkoppelingspedaal indrukt, krijgt de startmotor het signaal om de motor opnieuw te starten. Zodra de wagen in versnelling gezet wordt en de koppeling ingedrukt wordt, slaat de motor automatisch weer aan. De bestuurder kan daarna opnieuw optrekken op eenzelfde manier als bij een wagen zonder start-stopsysteem.
Wanneer er bij een automatisch geschakelde auto gebruik wordt gemaakt van het start-stopsysteem wordt de motor uitgeschakeld wanneer de auto volledig stilstaat. Als de bestuurder de auto afremt en stil komt te staan schakelt de motor uit. Wanneer de rem wordt losgelaten start de motor weer waarna opnieuw vertrokken kan worden door gas te geven.
Naar aanleiding van deenergiecrisis van de jaren 1970 zochten de autofabrikanten naar technologieën om auto's efficiënter te maken. De firmaFIAT bracht in 1980 een automodel uit, deFiat Ritmo ES, dat uitgerust was met een systeem dat de motor uitzette als de snelheid onder de 6 kilometer per uur kwam.
De techniek werd in de jaren 90 weer opgepakt doorCitroën, dat gezamenlijk met onderdelenleverancierValeo een nieuwe uitwerking van deze techniek op de markt bracht in een aantal versies van deCitroën C3.