Sojoez 38 | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Missiegegevens | ||||
Aantal bemanningsleden | 2, Joeri Romanenko (commandant) & Arnaldo Tamayo Méndez (onderzoeker) | |||
Lanceerdatum | 18 september 1980, koppelingSaljoet 6 19 september | |||
Lanceerplatform | Tjoeratam, Bajkonoer | |||
Landingsdatum | 26 september 1980 | |||
Landingsplaats | 175 km ZO van Jezqazğan | |||
Missieduur | 7 dagen, 20 uur en 43 minuten | |||
Hoogte van de baan | apogeum 273 km, perigeum 199 km, omlooptijd 88,9 minuten | |||
Hellingshoek van de baan | 51,61°, excentriciteit 0,00559 | |||
Aantal rondjes rond de aarde | 124 | |||
![]() | ||||
Ruimtepak van Tamayo Méndez in hetMuseo de la Revolución teHavana | ||||
|
Sojoez 38 (ook: 11977) was eenRussische bemande ruimtevlucht uit 1980. Deze zevendeInterkosmosmissie vloog naarruimtestationSaljoet 6. Voor de eerste keer vertoefde eenCubaan in de ruimte.
Nadat eind 1976 de Sovjet-Unie wereldkundig maakte, dat bevriende naties een eigenkosmonaut af mochten vaardigen, nam hun training al snel een aanvang. De volgorde waarin landen aan de beurt kwamen, bepaalde men aan de hand van de positie van hun beginletter in hetRussisch alfabet. De gastkosmonauten vlogen onder een Russische gezagvoerder naar een ruimtestation voor een kort verblijf van ongeveer een week. Met deze vlucht maakte Cuba zijn opwachting.
De bemanning werd gevormd doorkolonel en gezagvoerderJoeri Romanenko en de Cubaanse onderzoekerArnaldo Tamayo Méndez. Romanenko maakte zijn tweede vlucht en was tijdens zijn eerste missie zelf stationscommandant vanSaljoet 6. De Cubaan onderging zijn ruimtedoop. Tijdens deKoude Oorlog had propaganda een belangrijk aandeel. De Sovjetmedia omschreven hem als de eerste Cubaanse en Latijns-Amerikaanse kosmonaut, ook betitelden ze hem als de eerste kosmonaut van hetwestelijk halfrond en de eerste uit eenniet-gebonden land. Deze capsule had een gewicht van 6570 kg.
Sojoez 38 werd gelanceerd op18 september1980 met eenSojoezdraagraket vanafTjoeratam opBajkonoer. De capsule kwam in eenbaan met eenapogeum van 273 km, eenperigeum van 199 km en eenomlooptijd van 88,9 minuten. Deinclinatie bedroeg 51,61° bij eenexcentriciteit van 0,00559. Een dag later heette de stationsbemanning, bestaande uitLeonid Popov enValeri Rjoemin, hen welkom bij het achterste koppelingsluik. Ten tijde van aankoppelen bevondSaljoet 6 zich in volslagen duisternis; Popov en Rjoemin konden slechts de boordlichten en het ontbranden van de hoofdmotor vanSojoez 38 waarnemen.
De bemanning spoorde delfstoffen op Cubaans grondgebied op en verrichtte met "Support", "Cortex" (EEG), en "Anthropometry" biomedisch onderzoek. Vijftien experimenten waren gezamenlijk door Sovjetgeleerden en Cubaanse wetenschappers voorbereid; daarnaast ging men verder met onderzoek dat andere Interkosmos-kosmonauten opstartten. In totaal deed men twintig proeven, waarvan de helft praktische betekenis had voor de Cubaanse economie, zoals Wilfredo Torres Yribar, de toenmalige President van de Cubaanse Academie der Wetenschappen, verklaarde. De biomedische onderzoeken besloegen functioneren van ogen, hersenen en bloedsomloop in de ruimte en andere geestelijke en lichamelijke aanpassingen aangewichtloosheid. Tamayo Méndez droeg tijdens "Support" een speciaal ontworpen schoen om na te gaan, of bepaalde ondersteuning van de voet invloed had op de aanpassing aan gewichtloosheid.
Bovendien bekeek men deintercellulaire processen van snelgroeiendgist tijdens de "Multiplikator" en "Hateuy" experimenten. Eenholografisch experiment bleef aan de grond, omdat het niet op tijd gereed was voor deze vlucht;Sojoez T-3 bracht dit later alsnog over. Verder verrichtte men waarnemingen van de zon en onderwierp plantengroei in de ruimte aan een nadere blik.
Men deedkristallisatieproeven metsacharose in gewichtloosheid. De "Kristallograph" uitrusting bood de bemanning gelegenheid tijdens de sacharose-kristallisatieproeven de processen in de oven te volgen en daar foto's van te nemen. Dit was mogelijk, omdat deze experimenten geen hoge temperatuur vereisten. Deze proeven leverden de eerstemonokristallen vanorganische materie in de ruimte op.
Sojoez 38 maakte zich op 26 september vanSaljoet 6 los en keerde nog dezelfde dag naar de Aarde terug. In tegenstelling tot andere bemanningen gebruikten zij hun eigen vaartuig; normaliter verliet de oudste capsule als eerste het station. In dit geval was dat onnodig, omdat Popov en Rjoemin zelf spoedig huiswaarts keerden. Romanenko en Tamayo Méndez landden op 175 ten zuidoosten vanJezqazğan. Ze cirkelden 124 maal om de Aarde en verbleven 7 dagen, 20 uur en 43 minuten in de ruimte. Voor de Cubaan bleef het bij deze vlucht, Romanenko ging hierna nogmaals omhoog.