Sojoez 21 | ||||
---|---|---|---|---|
Missiegegevens | ||||
Aantal bemanningsleden | 2, Boris Volynov (commandant) & Vitali Zjolobov | |||
Lanceerdatum | 6 juli 1976 | |||
Lanceerplatform | Bajkonoer | |||
Landingsdatum | 24 augustus 1976 | |||
Missieduur | 49 dagen, 6 uur, 24 minuten | |||
Hoogte van de baan | apogeum 253 km, perigeum 193 km, omlooptijd 88,69 minuten | |||
Hellingshoek van de baan | 51,59° | |||
![]() | ||||
Sovjetzegel met links Volynov, rechts Zjolobov | ||||
|
Sojoez 21 (Russisch: Союз-21, "Unie 21") was eenRussische bemande ruimtevlucht uit het midden van de jaren 70. Doel van deze missie was een koppeling uit te voeren met hetruimtestationSaljoet 5 en onderzoek aan boord te verrichten.
De tweekoppige bemanning bestond uit gezagvoerder kolonelBoris Volynov en luitenant-kolonelVitali Zjolobov. Voor laatstgenoemde betekende het zijn ruimtedoop, Volynov daarentegen had al gevlogen als commandant vanSojoez 5.
DeSojoez 21 werd gelanceerd op6 juli1976 met eenSojoez-draagraket vanafBajkonoer. Diens omloopbaan had eenapogeum van 253 km, eenperigeum van 193 km en eeninclinatie van 51,59°. Deze omloopbaan werd eens in de 88,69 minuten doorlopen.
De officiële (vage) omschrijving voor deze missie luidde"het uitvoeren van opdrachten voor praktische toepassingen". Dit was toentertijd diplomatieke Sovjettaal om duidelijk te maken dat men zich beter niet te veel met andermans zaken bemoeide. In tegenstelling tot de strikte scheiding tussen civiele en militaire missies in deVerenigde Staten, had eenSojoez-vlucht vaak meerdere doelen.
Vlees noch vis dus en aangezien deze vlucht "toevallig" samenviel met militaire oefeningen dacht het Westen er het zijne van. Ten tijde vanSojoez 21 vonden uitgebreide legermanoeuvres plaats inSiberië, waaraan zowel luchtmacht, leger als marine deelnamen. Westerse militaire analisten vermoedden dat de Russen probeerden uit te vinden, in hoeverre vanuit de ruimte nuttige actuele informatie was te verkrijgen ten behoeve van militaire operaties.
Door een nieuw navigatiesysteem aan boord van deSaljoet 5 konden dekosmonauten nauwkeurig hun positie bepalen. Het nieuwe automatische navigatiesysteem Delta maakte gebruik van zowel eenradiohoogtemeter als optische apparatuur voor het meten van zonsopgang enzonsondergang. Met behulp van deze gegevens berekende hun boordcomputer de tijd voor het afleggen van eenomloopbaan, gaf aan hoelang de motoren moesten draaien tijdens koerscorrecties en liet tevens zien wanneer het station weer binnen bereik van grondstations kwam. Na iedere halve omwenteling verzorgde het systeem een uitdraai.
De bemanning voerde diverse wetenschappelijke en biologische experimenten uit, waaronder een waarbijvloeistof in een bol werd overgebracht naar een lege container door de werking vanoppervlaktespanning. Daarnaast pompten ze tijdens een opmerkelijk experiment, zonder gebruik te maken van pompen, brandstof over in de ruimte. Dit als test voor toekomstige, nog in ontwikkeling zijnde onbemandeProgress vrachtschepen, ontworpen om gedurende langere missies de stationsbemanning te bevoorraden met voedsel, water, uitrusting en om deSaljoet van brandstof te voorzien. Dat was belangrijk, omdat door de relatief lage baan veelwrijving optrad en de baan van het ruimtestation regelmatig moest worden opgekrikt, om voortijdige terugkeer in de dampkring te voorkomen.
Met eenspectrometer legden de kosmonauten de diverse industriëleaerosolverontreinigingen in dedampkring vast. Dit geschiedde overigens op vrij primitieve wijze: Volynov en Zjolobov hielden eenvoudigweg de meter in hun hand.
Ze maakten opnames van locaties van delfstoffen, waterkrachtcentrales en brachten door modderstromen veroorzaakte milieuschade in bergachtige gebieden in kaart.
Ze observeerden decorona van deZon en benutten de hiervoor aangebrachteultraviolet spectrometers ook om kleine wijzigingen inwaterdamp- enozongehalte in de bovenste lagen van de dampkring te meten.
Ten slotte hield de bemanning zich bezig met het uitsmelten van diverse metalen.Lood,cadmium,tin enbismut waren hierbij onderwerp van studie. Tevens voerde ze een proef uit met betrekking tot het laten groeien vankristallen.
Men bestudeerde bevruchtegoudvissen enbevruchte kikkerdril. Andere biologische onderwerpen van studie betroffenfruitvliegjes,bacterieculturen enweefselmonsters vanhamsters.
Belangrijk onderdeel van de biologische proeven omhelsde de moestuin. In die dagen hadden wetenschappers nog niet zoveel inzicht in plantengroei ingewichtloosheid. De Sovjets poogden omalgen en andere hogere plantensoorten te kweken in de ruimte. Zo blekenerwten al nog geen week na het planten uit te lopen.
De redenen voor het (voortijdig ?) beëindigen van deze missie blijven enigszins in nevelen gehuld. Het viel op, dat deSojoez 18-bemanning langer inSaljoet 4 verbleef dan die vanSojoez 21 inSaljoet 5. De meest plausibele oorzaak, die de kosmonauten zelf ook aangaven tijdens persconferenties na hun vlucht, is psychologische problemen bij de bemanning. Volynov en Zjolobov zinspeelden daarop en maakten ook duidelijk dat de vlucht veel van hun krachten vergde en ze ten tijde van terugkeer erg vermoeid waren. Hier werd verder niet over uitgeweid en hoewel er naderhand meerdere mogelijke oorzaken werden aangeduid, is hier nooit absolute zekerheid over verkregen.
Volynov en Zjolobov keerden behouden naar deAarde terug op 24 augustus 1976 om 21.33 uur Moskou-tijd en landden in het donker in desteppen vanKazachstan, ± 200 km ten zuidwesten vanKökşetaw. Hun vlucht had 49 dagen, 6 uur en 24 minuten geduurd. Voor beide kosmonauten betekende de missie metSojoez 21 tevens hun laatste ruimtevlucht.