In een menselijkgebit zitten achtsnijtanden ofincisieven, twee in ieder kwadrant. Zoals de naam al zegt, dienen snijtanden om voedsel af te snijden tijdens het kauwen. Om deze functie te kunnen vervullen hebben snijtanden een relatief scherpe snijrand. Om onderscheid te maken tussen de snijtanden die zich precies in het midden van de mond bevinden, en de snijtanden daarnaast, hebben deze verschillende benamingen:
De snijtanden zijn vaak de eerstetanden van hetvolwassen gebit die doorkomen in het zogenoemdewisselgebit. Zij vervangen rond het 6e à 7e levensjaar demelksnijtanden.
Aan de snijtanden is goed te zien of iemand eenoverbeet of eenonderbeet heeft. Bij een te grote afwijking staan debovenkaak enonderkaak verkeerd ten opzichte van elkaar. Bij een extreme overbeet staan de snijtanden in de onderkaak te ver naar achteren ten opzichte van de bovenste snijtanden, bij een onderbeet is het andersom. Een te grote overbeet kan onder andere doorduimzuigen veroorzaakt worden. Deorthodontist kan dezetandheelkundige afwijkingen corrigeren, meestal met behulp van eenbuitenbeugel.
Om onduidelijkheid te voorkomen geeft deinternationale tandnummering alle tanden in het menselijke gebit een nummer. Deze nummers hebben betrekking op het kwadrant waarin de tand staat (aangegeven met tientallen) en hoe ver de tand normaliter van het midden staat (eenheden). Hieronder zijn de nummers van de snijtanden gegeven (in een volwassen gebit) en in eenmelkgebit.
- In het volwassen gebit:
- Rechtsboven: 11 & 12
- Linksboven: 21 & 22
- Linksonder: 31 & 32
- Rechtsonder: 41 & 42
- In het melkgebit:
- Rechtsboven: 51 & 52
- Linksboven: 61 & 62
- Linksonder: 71 & 72
- Rechtsonder: 81 & 82