Heetstoken van het werkstuk in het smidsvuur. De smid van hetNederlands Openluchtmuseum te Arnhem aan het werk.Bewerken van het hete metaal op het aambeeld. De smid van het Openluchtmuseum te Arnhem aan het werk.
Hetsmeden is een van de oudstemetaalbewerkingsmethoden. Daarbij wordt een stuk metaal in een vuur verhit en vervolgens in de juiste vorm gebracht met eensmidshamer met behulp van eenaambeeld.
Voorwerpen die gesmeed zijn, zijn beduidend sterker dan voorwerpen van gelijke vorm die zijngegoten. Dat komt doordat dekristalstructuur in een gegoten voorwerp willekeurig is, terwijl de microkristallen door het smeden gericht worden in de richting waarheen het voorwerp wordt gehamerd.
Het smeden vanmetalen werd voornamelijk vroeger gebruikt om metalen stugger te maken. Metalen bestaan opmesoniveau uit kleinekristallen. Bij het buigen van ijzer schuiven deze kristallen langs elkaar, wat veel weerstand geeft. Door het herhaaldelijk beslaan van het metaal met eenhamer breken de kristallen op in kleinere kristallen. Daardoor hebben alle kristallen bij elkaar samen een groter oppervlak en hebben de kristallen daarmee ook een grotere weerstand samen bij het schuiven. De kristallen schuiven minder goed langs elkaar bij het vervormen van het metaal en het gevolg daarvan is dat het metaal stugger is geworden.
De ontwikkeling van smeedtechnieken is van cruciaal belang geweest in de wereldhistorie. Door de uitvinding van deblaasbalg konden voldoende hoge temperaturen bereikt worden omijzer vrij te maken uitijzererts, waarmee deijzertijd zijn intrede deed. Dankzij de ontwikkeling vanploegen kon deakkerbouw tot ontwikkeling komen. Door beterezwaarden en pantsers konden wereldrijken gevormd worden.
Hetsmidsberoep is een zeer oud beroep en heeft in het verleden vele werkstukken voortgebracht. Tot halverwege de twintigste eeuw had vrijwel iedere plaats zijn eigensmederij. Machinaal smeden op industriële schaal heeft de vroegere ambachtelijke smid grotendeels vervangen. Sindsdien is het beroep veel zeldzamer geworden.
Het beroep vangoud- ofzilversmid wordt nog wel relatief vaak uitgeoefend. Hierbij worden edele metalen als goud en zilver tot sieraden "gesmeed".
Lodewijck Van Boeckel was een Belgische kunstsmid die omstreeks 1900 grote internationale vermaardheid verwierf.
Karl Gellings werkte van 1928 tot zijn overlijden in 1959 als siersmid in Rotterdam. Hij ontwierp en maakte onder andere de spuitkronen van de fonteinen op het Hofplein in Rotterdam en de sculptuur op de toren van het Oogziekenhuis van Rotterdam.
Smeden is ook een industriële activiteit waarbij smeedstukken van vele tientallen tonnen worden bewerkt. DeRotterdamsche Droogdok Maatschappij was een grote smederij, totdat zij in 1995 failliet ging.[1]