Sint-Petersburg (Russisch: Санкт-Петербург,Sankt-Peterboerg) is een stad in het noordwesten vanRusland. Het is naMoskou de grootste stad van het land en een belangrijk industrieel, wetenschappelijk en cultureel centrum. De stad is gelegen in een deltagebied aan de monding van de rivier deNeva in deNevabaai, het oostelijkste deel van deFinse Golf. Het inwonertal in 2018 is 5.351.935. Sint-Petersburg is de meest noordelijke stad ter wereld met meer dan 1 miljoen inwoners.
Sint-Petersburg is de zetel van deoblastLeningrad, hoewel het er zelf geen deel van uitmaakt, en was van 1713 tot 1728 en van 1732 tot 1918 de hoofdstad van hetKeizerrijk Rusland. De stad heette van 1914 tot 1924Petrograd en van 1924 tot 1991Leningrad. Met zijn architectuur uit de18e en19e eeuw, zijngrachten, zijn lange rechte straten, tuinen, parken en paleizen is het een toeristischetrekpleister.
De stad is een belangrijk verkeersknooppunt met een zeehaven, eeninternationale luchthaven en deWolga-Baltische waterweg die een verbinding vormt met deWolga. De stad heeft sinds 1955 eenmetro. Er is veel industrie, onder andere staal, chemie en machinebouw. De stad is de zetel van de Russische Academie van Wetenschappen en telt diverseonderzoeksinstituten, drie universiteiten en een conservatorium. Er zijn zo'n 120 musea, waaronder deHermitage en hetRussisch Museum, en meer dan 50 theaters, waaronder hetMariinskitheater. In de stad staat sinds 2017 het hoogste gebouw van Europa, de 462 meter hoge wolkenkrabberLakhta Center.
Sint-Petersburg werd op 27 mei 1703 gesticht doorPeter de Grote om de oude doorIvan de Verschrikkelijke ontvolktehanzestadNovgorod als 'venster op hetWesten' te vervangen. Het werd in 1713 de hoofdstad van Rusland. De stad is niet vernoemd naar haar stichter, maar naar de apostelPetrus, de beschermheilige van de stad. Oorspronkelijk was de naamSankt-Piter-Boerch (Санкт-Питер-Бурхъ), een imitatie van het Nederlandse "Sint-Pietersburg". Deze naam werd echter al snel veranderd in het DuitseSankt-Peterburg, de naam die de stad gedurende haar periode als hoofdstad van het Russische Rijk droeg en na de val van hetcommunisme opnieuw kreeg.
Bij de bouw werden vooral dwangarbeiders ingezet. Onduidelijk is hoeveel doden hierbij vielen, maar mogelijk kwamen tot 100.000 van hen om het leven bij de achttien jaar durende aanleg van de stad. De stad kreeg een westers aanzien met onder meer zo'n veertig grachten naarNederlands model. De stad lag in een dunbevolkt gebied,Ingermanland, dat tevoren niet door Russen, maar doorIngriërs, een aan de Finnen verwant volk, werd bewoond. Er vestigden zich veel immigranten, zowel Russen als West-Europeanen. De stad overvleugelde al snelArchangelsk als voornaamste havenstad vanRusland. Tegen het eind vantsaar Peters regering (1725) telde de stad al ongeveer 50.000 inwoners. De stad zou tot 1918 het regeringscentrum van Rusland blijven.
Vanaf het midden van de 18de eeuw tot deRussische Revolutie onderhielden de zogenaamdeRusluie contacten tussenVriezenveen (Overijssel) en Sint-Petersburg. In eerste instantie reisden de Nederlanders heen en weer, later vonden zij permanente huisvesting in Sint-Petersburg aan deNevski Prospekt, waar een Hollandse wijk inclusiefNederlands hervormde kerk ontstond. Belangrijkste handelswaar was textiel, maar ook wijn en tabak werden verhandeld.
Tegen het eind van de 18de eeuw was de bevolking van de stad tot ongeveer 200.000 gegroeid, nog wel iets minder danMoskou, dat toen bijna 300.000 inwoners telde. In de tijd vanCatharina II van Rusland (1762–1796) begon er zich in de stad een levendig cultureel leven te ontwikkelen. Zo werd er onder meer een universiteit gesticht. De esthetiek van de monumentale gebouwen richtte zich zeker tot 1825 hoofdzakelijk op Europa. De grote architecten die het aanzicht van de stad bepaalden, waren vooral Italianen:Domenico Trezzini,Bartolomeo Rastrelli,Giacomo Quarenghi,Carlo Rossi...
In de jaren-1810 waren in Sint-Petersburg enkele ingenieurs van Napoleon werkzaam, onder wiePierre-Dominique Bazaine. Hij bouwde in de stad bruggen, kustverdedigingswerken en een gietijzeren constructie voor eenwintertuin. In 1824 werd hij tot hoofd van degenie benoemd.
In 1825 vond in Sint-Petersburg deDekabristenopstand plaats, een verzet van een aantal adellijke officieren tegen de nieuwe tsaar. Zij wilden meer westerse ideeën invoeren die tegen het autocratische systeem ingingen. De leiders van de opstand werden opgehangen.
In 1905 was de stad opnieuw het toneel van een mislukte revolutie, toen opBloedige Zondag de paleiswacht het vuur opende op een aantal demonstranten die een verzoekschrift voor meer democratie wilden aanbieden aan tsaarNicolaas II. In 1914, toen deEerste Wereldoorlog uitbrak, werd Sint-Petersburg omgedoopt inPetrograd, aangezienSankt-Peterburg te Duits klonk, en Rusland in oorlog was metDuitsland. In de loop van de oorlog kwam er, vooral in de steden, een steeds groter gebrek aan voedsel en andere producten. In 1917 volgden deFebruarirevolutie en deOktoberrevolutie, die respectievelijk het einde van het Russisch keizerrijk en het begin van de Sovjettijd inluidden.
Na hun machtsovername wilden de bolsjewieken vrede sluiten met decentrale mogendheden (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk). Na de afgekondigde wapenstilstand van 15 december 1917 tussen enerzijds de centralen en anderzijdsbolsjewistisch Rusland vonden langdurige vredesonderhandelingen plaats.Leon Trotski, onderhandelaar namens de Russische regering, wilde niet toegeven aan de Duitse territoriale eisen. Na 9 februari 1918 werd de wapenstilstand verbroken: het Duitse leger hervatte de opmars. In één etmaal werd het overgrote deel vanOekraïne bezet. Ook stuurde Duitsland over de Oostzee een vloot af op Sint-Petersburg, gevolgd door landtroepen uit het zuiden vanFinland. Rusland capituleerde en op 3 maart 1918 werd devrede van Brest-Litovsk getekend. De bolsjewieken besloten naar aanleiding van deze gebeurtenissen om vanMoskou de nieuwe hoofdstad te maken. In 1924 kreeg Petrograd de naamLeningrad, als eerbetoon aan de in dat jaar overledenLenin.
In deTweede Wereldoorlog moest de stad een29 maanden durende belegering door denazi's doorstaan, die veel ontberingen van de burgerbevolking eiste. Gedurende de wintermaanden was er zo nu en dan enige bevoorrading over het nabijgelegen, bevroren,Ladogameer mogelijk, maar anderszins was er verschrikkelijke honger in de stad, wat zelfs totkannibalisme leidde. Het precieze aantal doden (vooral burgers) tijdens de belegering is niet bekend. Alleen op de Piskarovskoje-begraafplaats werden meer dan 600.000 doden begraven. Men schat dat er zeker meer dan een miljoen mensen zijn omgekomen. Voor de volgens Rusland heldhaftige verdediging kreeg Leningrad de eretitelHeldenstad van deSovjet-Unie.
Op 6 september 1993 kreeg Leningrad, na een referendum, zijn oude naam van vóór 1914 terug: Sint-Petersburg. De omringendeoblast bleef Leningrad heten.
De woningnood in Sint-Petersburg is enorm. Vierkamerflats worden doorgaans bewoond door vier echtparen. Deze woonvorm wordt "kommoenalka" genoemd, en is geïntroduceerd na de revolutie van 1917. Patriciërshuizen werden toen onteigend en vertimmerd tot huisvesting voor de arbeiders. Elk gezin een kamertje en per twintig gezinnen een toilet. Na de val van het communisme werd voorzichtig begonnen met het afschaffen van de kommoenalka's: ze werden gerenoveerd tot huizen voor de nieuwe patriciërs en de oude bewoners werden uitgeplaatst naar nieuwere flatgebouwen in verre buitenwijken.
Sint-Petersburg heeft een haven aan de westkant van de stad. Lange tijd was de stad moeilijk bereikbaar voor de scheepvaart vanwege de ondiepeNevabaai. De diepstekende zeeschepen dedenKronstadt aan en werden hier gelost of geladen. De lading werd overgeslagen inlichters en verder van of naar stad getransporteerd. Dit was een tijdrovende en kostbare aangelegenheid. In 1874 kwam de Russische industrieelNikolaj Poetilov met het plan eenkanaal aan te leggen van Kronstadt naar een nieuwe handelshaven in Sint-Petersburg. Het kanaal werd zo’n 20voet diep en 30 kilometer lang. De kosten waren te hoog voor Poetilov en zijn bedrijf ging hieraanfailliet. De overheid nam het werk over en in 1890 werd het project afgerond. De overslag in Kronstadt was niet langer noodzakelijk en dit werd een marinehaven. In 2021 verwerkte de haven van Sint-Petersburg 8,2 miljoen ton lading, waarvan staal,non-ferrometalen enschroot belangrijke goederen waren.[4] Het aantal overgeslagen containers was met 32.400TEU zeer bescheiden. Meer dan 90% was export gerelateerd waardoor de import op minder dan 10% van het totale overslagvolume uitkwam.
Poelkovo is de belangrijksteluchthaven van Sint-Petersburg. Internationale vluchten komen aan op terminal 2. Een derde terminal is in aanbouw. Er zijn meerdere buslijnen enmarsjroetka's die voor de verbinding met het centrum dan wel met het meest nabij gelegen metrostationMoskovskaja zorgen.
Sint-Petersburg heeft nog 5kopstations voor de spoorwegen. HetBaltiejski vokzal verzorgde vroeger de verbinding metTallinn, maar dient nu uitsluitend voor de verbinding met de voorsteden. Dagelijks arriveren en vertrekken er hier nog steeds meerdere bussen naarTallinn en Kohtla Jarva inEstland. Vanaf hetFinljandski vokzal vertrekken de treinen naar het noorden, zoals naarVyborg enHelsinki. HetLadozjski vokzal bedient treinen naar het noorden en oosten, terwijl hetMoskovski vokzal treinen naar het oosten en zuiden bedient. Treinen naarMoskou vertrekken van deze laatste twee stations. Ten slotte is er hetVitebski vokzal voor verbindingen met het zuiden. Daarnaast is er nog een kopstation, hetstation Varsjavski dat in 2001 werd gesloten, en in gebruik is genomen als spoorwegmuseum.
Demetro van Sint-Petersburg heeft 5 lijnen, die continu worden uitgebreid en alle treinstations met elkaar verbinden. De stations zijn erg diep gelegen. Hettrolleybus- entramlijnennet is zeer groot maar vooral de tram is slecht onderhouden en er zijn de laatste 20 jaar tientallen kilometers opgeheven.Marsjroetka's – particuliere buslijnen – romen het gemeentelijk vervoerbedrijf af.
De belangrijkste verkeersader in het centrum is deNevski Prospekt, die begint bij deAdmiraliteit en 4 kilometer verder eindigt bij hetAlexander Nevski-klooster. Deze weg wordt door verschillende riviertjes in deNeva-delta doorsneden, namelijk (van de Admiraliteit af gezien) deMojka, hetGribojedovkanaal en deFontanka. Het sociale leven in Sint-Petersburg speelt zich al vanaf de tijd vanPoesjkin enGogol rondom deNevski Prospekt af, waarvan het korte verhaalNevski Prospekt van Gogol getuigt.
In 2008 is de ruim 115 kilometer lange rondwegKAD in gebruik genomen. Ten westen van de stad ligt de rondweg op deSint-Petersburgdam. Dezedam is aangelegd om de stad te beschermen tegen overstromingen en het water van deNevabaai niet te hoog te laten worden. Sinds de stichting van de stad in 1703 is er gemiddeld eenmaal per jaar een overstroming geregistreerd. DeZSD is een 47 kilometer lange noordzuidverbinding door het westen van de stad.
Sint-Petersburg heeft een groot aantal musea, waarvan deHermitage verreweg het bekendst is. De hoofdvestiging van de Hermitage is gevestigd in het voormaligeWinterpaleis, de belangrijkste residentie van de Russische tsaren. De collectie van de Hermitage bestaat vooral uit West-Europese kunst en er is begonnen met de verzameling vanCatharina de Grote, waaraan na deOktoberrevolutie debolsjewieken de van de gevluchte edelen in beslag genomen kunstwerken toegevoegd hebben. De Hermitage heeft een aantal dependances in Sint-Petersburg, waaronder hetMensjikovpaleis.
HetRussisch Museum huisvest een verzameling van vooral Russische kunstenaars, beginnend meticonen. Dit museum heeft de op een na grootste collectie schilderijen van de stroming vanDe Trekkers (Peredvizjniki). Verder bevat de collectie een relatief groot aantal werken van Russischeavant-garde kunstenaars alsNatalja Gontsjarova enKazimir Malevitsj. De hoofdvestiging van het Russisch Museum is gevestigd in het Michailovskipaleis, gelegen naast deKathedraal van de Opstanding "Onze Verlosser op het bloed". Daarnaast heeft het museum een aantal dependances in Sint-Petersburg, waaronder het Marmeren Paleis (met hetLudwig-museum).
Tijdens het Russische keizerrijk was het bij de Russische adel mode om ook een privétheater te hebben in hun paleizen. Bekende voorbeelden daarvan zijn hetHermitagetheater en het theater in hetJoesoepovpaleis, die nog steeds gebruikt worden als theaters.
Verschillende Russische schrijvers hebben in Sint-Petersburg gewoond.Aleksandr Poesjkin volgde zijn opleiding op het lyceum vanTsarskoje Selo, nabij Sint-Petersburg. Omdat zijn gedichten vaak de toorn opriepen van de machthebbers, werd Poesjkin tot twee keer toe verbannen naar het platteland. Hethuis aan deMojka waar Poesjkin woonde tot zijn dood in 1837 is nu een museum.
Nikolaj Gogol was korte tijd professor aan de universiteit van Sint-Petersburg. Een aantal van zijn korte verhalen (bijvoorbeeldNevski Prospekt) speelt zich af in Sint-Petersburg.Fjodor Dostojevski leefde lange tijd in Sint-Petersburg. Zijn romanMisdaad en Straf speelt zich in Sint-Petersburg af, en de verschillende plaatsen die Dostojevski beschrijft zijn nog steeds te herkennen.
De belangrijkste religie in Sint-Petersburg is deRussische orthodoxie. Onder het communistisch bewind zijn veel kerken gesloten, maar na de val van het communisme werd een aantal kerkgebouwen aan de Kerk teruggegeven. Het belangrijkste religieuze complex in Sint-Petersburg is hetAlexander Nevski-klooster met deTichvin-begraafplaats. Het klooster, ín 1710 gesticht doorPeter de Grote, is een van de vierlavra's van deRussisch-orthodoxe Kerk. Op de Tichvin-begraafplaats zijn een aantal belangrijke musici en schrijvers begraven, onder wieTsjaikovski enDostojevski.
Prominent in het stadsgezicht van Sint-Petersburg is de torenspits van dePetrus- en Pauluskathedraal, die nu de graven van alletsaren van Rusland vanaf Peter de Grote tot Nicolaas II huisvest. Deze kathedraal, gelegen binnen de muren van dePetrus- en Paulusvesting op het Hazeneiland in de rivier de Neva, is een museum sinds 1924, maar na de omwenteling worden er weer diensten gehouden.
Izaäkkathedraal
Een andere kerk die prominent aanwezig is, is deIzaäkkathedraal, die nu fungeert als museum voormozaïek. De kerk is de grootste van Sint-Petersburg. DeKazankathedraal, gelegen op een prominente plek langs deNevski Prospekt, is ontworpen om op deSint-Pietersbasiliek in hetVaticaan te lijken, en werd tijdens het communistisch bewind gebruikt als eenMuseum van de Geschiedenis van Religie en Atheïsme. Inmiddels is de kerk weer in gebruik als kerk. Vanaf de kathedraal is aan het einde van hetGribojedovkanaal deKathedraal van de Opstanding "Onze Verlosser op het bloed" te zien. Deze kathedraal, gebouwd op de plek waar tsaarAlexander II dodelijk gewond raakte bij een aanslag, heeft nooit als een officiële kerk gefunctioneerd. De enige diensten die daar worden gehouden zijn herdenkingsdiensten voor de overleden tsaar. Vanwege de enorme oppervlakte aan mozaïeken, is deze kerk organisatorisch ondergebracht bij de Izaakskathedraal.
DeSt. Nicolaaskathedraal is traditioneel de kerk voor de zeelieden in Sint-Petersburg. Deze kerk, waar in 1967 de uitvaartmis van de dichteresAnna Achmatova werd gehouden, heeft zowel een bovenkerk als een onderkerk. De bovenkerk wordt alleen gebruikt op bijzondere feestdagen.
Door de noordelijke ligging van Sint-Petersburg is de nacht rondom het begin van de zomer (21 juni) erg kort. In deze periode, die deWitte Nachten genoemd wordt, zijn de bruggen de hele tijd open van 1 tot 5 uur 's nachts. Sinds 1993 wordt jaarlijks hetWitte Nachten Festival gehouden met elke avond voorstellingen in hetMariinskitheater.
In deze periode wordt ook het "Scharlaken zeilen" (Алые паруса) feest gevierd om het einde van het schooljaar te vieren.
Lomonosov ligt aan de zuidkust van de Finse golf, tegenover het eilandKronstadt. Tot 1948 droeg de voorstad van Sint-Petersburg de naamOranienbaum, dat in het Duitse "sinaasappelboom" betekent. In dat jaar werd de stad vernoemd naar de Russische geleerdeMichail Lomonosov. Lomonosov is vooral bekend vanwege hetpaleizencomplex Oranienbaum, een vroegere residentie van de tsarenfamilie. Daarnaast is hier de componistIgor Stravinsky geboren.
Het grote paleis van Peterhof met de Grote Cascade
InPeterhof is het beroemdepaleizencomplex gelegen, dat ook wel wordt vergeleken metVersailles. Het complex, dat gebouwd werd in opdracht vanPeter de Grote, bestaat uit het grote paleis, een boven- en benedentuin, en een aantal kleinere paleizen. De tuinen zijn rijkelijk versierd met fonteinen, die uitsluitend op waterdruk als gevolg van hoogteverschil werken.
Het plaatsjePoesjkin, voorheenTsarskoje Selo, is na deRussische Revolutie vernoemd naar de grote Russische schrijverAleksandr Poesjkin, omdat deze hier op het lyceum naar school is geweest. Daar heeft hij ook zijn eerste gedichten in het publiek voorgedragen aan de destijds beroemdste dichter van Rusland,Gavrila Derzjavin. Het dorpje Tsarskoje Selo werd in de 18e eeuw vooral bekend doordat de tsaren hier hun zomerresidentie hadden. HetCatharinapaleis en hetAlexanderpaleis zijn de grootste publiekstrekkers.
Het dorpjeRepino was in het begin van de twintigste eeuw een onderdeel vanFinland, dat tot 1918 door Rusland werd geregeerd, en heette toen Kuokkala. Toen deKarelische Landengte na deWinteroorlog en deVervolgoorlog door de Sovjet-Unie werd ingelijfd, werd het in 1948 vernoemd naar zijn meest beroemde inwoner, de kunstschilderIlja Repin, die hier zijn eigen huis en atelier had ontworpen en laten bouwen.
In de hoogste afdeling van het Russisch voetbal, dePremjer-Liga, speeltFK Zenit Sint-Petersburg. De club speelt zijn thuiswedstrijden in hetNieuwe Zenitstadion (66.881 plaatsen). Het stadion is een van de duurste stadions aller tijden. In dit stadion werd gespeeld voor hetWK Voetbal van 2018 en hetEK Voetbal van 2020 (gespeeld in 2021). In 2017 werd er al voor deConfederations Cup gevoetbald. Duitsland won in Sint-Petersburg de finale van deze Cup.
Zenit Sint-Petersburg, destijds onder leiding vanDick Advocaat, speelde op 14 mei 2008 deUEFA Cup-finale tegen Glasgow Rangers in Manchester, en won die met 2-0.
* Op internationaal erkend grondgebied van Oekraïne, waarvan de annexatie in2014 en2022 tijdens de Russisch-Oekraïense oorlog geen internationale erkenning kreeg