afwezigheid van God, decreatie, patriottisme van mededogen, voorstander afschaffing van politieke partijen, mededogen moet werken op het gebied van metaxie
Simone Weil was een leerling van deÉcole normale supérieure. Zij studeerde bij de filosoofAlain, bij wie ookJean-Paul Sartre enSimone de Beauvoir studeerden. Simone Weil werd politiek actief vanuit een sterk besef voor rechtvaardigheid. Ze was als socialiste en marxiste onder andere betrokken bij het theoretische tijdschriftLa Critique Sociale en het syndicalistische bladLa Révolution Sociale.[1] Ondanks lichamelijke problemen werkte ze in 1935 acht maanden lang in fabrieken (o.a.Alsthom) om het lot van de arbeiders te delen. Later nam ze deel aan deSpaanse Burgeroorlog, maar moest al snel terugkeren na een ongeluk waarbij ze zware brandwonden opliep.
In die periode, tussen haar 26ste en 28ste levensjaar, bezocht zij onder andere deBasiliek van de Heilige Maria ter engelen in Assisi en deAbdij Saint-Pierre van Solesmes. Zij ging zich in de christelijkemystiek verdiepen, maar ook in de godsdiensten van het oude Egypte en de godsdiensten van India. Daar in Assisi en in Solesmes maakte ze enkele mystieke ervaringen mee. Als ze het gedicht "Love" van George Herbert zachtjes opzegt meent zij de aanwezigheid van Jezus Christus bij zich gewaar te worden. Dit leidt tot een periode van zoeken. Zou zij zich tot het rooms-katholieke geloofbekeren? Maar uiteindelijk na veel "soulsearching" en gesprekken met geestelijken (bv de Dominicaan pater Joseph Perrin O.P.) ging zij toch niet zover dat ze zich liet dopen. Daarvoor had zij te veel vragen bij de kerk als instituut en was het belang dat zij hechtte aan haar onafhankelijk verstand te groot. Als iemand die zéér met het lot van de arbeiders begaan was en dat ook gedeeld had, had zij wel een hoge achting voor de Jeunesse Ouvrière Chretienne (JOC) ofwel deKajotterbeweging.[2]
In 1940 vluchtte ze uitParijs naar Marseille. In mei 1942 trok ze met haar ouders naar New York, maar van meet af aan was het voor haar duidelijk dat New York een tussenstop zou zijn. Ze wilde naar Londen om deel te nemen aan het verzet tegen de Duitse bezetting. Pas in december 1942 lukte het om een visum te bemachtigen en terug naar Europa te reizen. Tijdens haar verblijf in Londen werkte ze voor een commissie vanLa France libre, het Franse verzet dat onder leiding stond vanCharles de Gaulle. Ze was actief als redacteur om bestaande voorstellen over de hervorming van de Franse staat van commentaar te voorzien, maar schreef ook zelf zulke voorstellen.
In Engeland moest zij worden behandeld voortuberculose, waaraan zij uiteindelijk op 34-jarige leeftijd in een sanatorium te Ashford overleed.
Tijdens haar leven publiceerde zij slechts enkele artikelen. Pas na haar dood zijn haar geschriften uitgegeven die zij vóór haar vertrek naar New York had achtergelaten bij haar geestelijk raadsman, dedominicaan Joseph Perrin. In Londen werkte ze aan haar laatste essays, waaronder het omvangrijke manuscriptL’enracinement (lett. ‘De verworteling’), dat de Franse schrijverAlbert Camus erg bewonderde. Hij stimuleerde de postume publicatie van dit boek en van andere van haar teksten.
Centraal in haar gedachtegoed stond de afwezigheid van God. Nadat deze de wereld geschapen had uit het niets, verwijderde hij zichzelf - uit liefde - uit hetgeen hij gecreëerd had ("ontschepping"). Hij geeft het podium als het ware aan de mens. Liet deze op aarde over aan simplistische, primitieve oerkrachten (la pesanteur, de zwaartekracht en ook "de noodzaak"). Het enige dat de mens hier tegenover kan stellen is een bovennatuurlijke kracht, namelijkla grâce, genade. Hij/zij kan deze ontvangen door "aandacht", door zich voor God open te stellen. Zich leeg te maken van zichzelf en zijn "ik" uit te schakelen. Dat heeft een gevolg voor zijn verhouding tot zijn medemensen: de harmonie tussen de mensen wordt erdoor verwerkelijkt. Zo worden mensen nu elkaars gelijken en verschijnt God als 'het enige principe van harmonie'. Christus is voor haar daarbij in feite de stilzwijgende tussenpersoon: "elke ware vriendschap loopt via Christus". Vriendschap en gerechtigheid zijn een en dezelfde.
2020,Liefde is licht: Religieuze teksten van Simone Weil, redactie en vertaling L. Bastiaens en Frits de Lange, Utrecht: KokBoekencentrum
2021,Waar strijden wij voor? Over de noodzaak van anders denken [Étude pour une déclaration des obligations envers l'être humain et autres textes], vertaald, ingeleid en van noten voorzien door Jan Mulock Houwer, Utrecht: Uitgeverij IJzer
2022,Verworteling. Wat we de mens verplicht zijn [Prélude à une déclaration des devoirs envers l'être humain], vertaald en gebracht door Jan Mulock Houwer; met een nawoord van Joke J. Hermsen; eindredactie: Meindert Boersma, Jet Quadekker, Utrecht: Uitgeverij IJzer
2022,Over oorlog en het probleem van motivatie in crisistijd, vertaald en gebracht door Jan Mulock Houwer, Utrecht: Uitgeverij IJzer
1943L'agonie d'une civilisation vue à travers un poème épique enEn quoi consiste l'inspiration occitanienne, in:Les Cahiers du Sud, onder pseudoniem van Émile Novis
1943L'Enracinement: Prélude à une déclaration des devoirs envers l'être humain (ongepubliceerd; postume publicatie: Gallimard, 1949)
1943Écrits de Londres et dernières lettres (ongepubliceerd; postume publicatie: Gallimard, 1957)
Écrits historiques et politiques (ongepubliceerd; postume publicatie: Gallimard, 1960)
1950Note sur la suppression générale des partis politiques (ongepubliceerd; postume publicatie: Allia, 2017)
1957La personne et le sacré (ongepubliceerd; postume publicatie: Allia, 2018)
↑Ludivine Benard, Vertaling: Johny Lenaerts (2020). De Waarheid als Roeping: het leven van Simone Weil. www.kelderuitgeverij.nl, pp.71-93. ISBN 978-90-79395-52-1.