Siddhi (Sanskriet सिद्धिःsiddhiḥ, ook welsidhi, voltooiing, het bereiken of succes[1]) is bovennatuurlijke kracht ofyogakracht. Deze bovennatuurlijke krachten zijn bekend in hethindoeïsme en hettantrisch boeddhisme. Deze spirituele krachten variëren van relatief simpele vormen vanhelderziendheid tot de kunst van delevitatie,bilocatie (aanwezig zijn op verschillende plaatsen tegelijkertijd), zo klein worden als eenatoom, objectenmaterialiseren, toegang hebben tot herinneringen vanvorige levens, enzovoorts.
De meningen omtrent gebruik en ontwikkeling vansiddhi's lopen uiteen. De ene school zegt dat het normale krachten zijn en dat men zich er niet moet op toeleggen daar ze iemand van zijn pad afbrengen. Een andere school vindt datsiddhi's juist wel ontwikkeld moeten worden daar ze iemand helpen Gods macht te begrijpen.Siddhi's kunnen zich op natuurlijke wijze manifesteren of verkregen worden door uitgebreide beoefening vanmeditatie; volgensPatanjali'sYogasoetra's: "door geboorte, door het gebruik van kruiden, door recitatie, door ascetische oefeningen, of door hoger bewustzijn (samadhi)".
Het uiteindelijke doel is niet het vermogen van siddhi's, maar bevrijding,Zelf-realisatie, eenwording, opgaan van het individuele bewustzijn (jivatman) in het Goddelijke Bewustzijn van paramatman (Brahman). Alleen diegene die zijn lagere aard volledig heeft overwonnen envairagya (ongehechtheid) heeft verkregen, kan deze krachten zonder gevaar gebruiken om anderen te helpen.[2]
Ook de beoefenaars vantranscendente meditatie kennen siddhi-technieken voor gevorderden; een ervan is Yogisch Vliegen en is een vorm van levitatie. In deTM-beweging schrijft men gewoonlijksidhi in plaats vansiddhi.
Deyogi's die het vermogen hebben van de siddhi's, zijnsiddha's (Adepten). Zij hebben zichzelf vervolmaakt en leven in een staat van de hoogste Verlichting. De Adept bezit naast alle genoemde vermogens ook de allerhoogste wijsheid die misbruik van deze vermogens onmogelijk maakt.[3]
Yogakrachten zijn een belangrijk onderdeel van meerdere Zuidaziatische religieuze tradities. Het komt voor in teksten als deYogasoetra's en incommentaren ofbhashya's daarop, zoals deYogabhashya. De terminologie voor deze yogakrachten varieert echter en wordt niet altijd alssiddhi aangeduid, terwijl ook de betekenis vansiddhi zelf varieert.
In deYogasoetra's worden de krachten aangeduid alsjnana (kennis),aisvarya (beheersing),siddhi envibhuti (alomtegenwoordigheid, alleen gebruikt als naam voor het derde hoofdstuk). In deMahabharata wordt vaakbala gebruikt, terwijl in werken overhatha-yoga vaak overguna's wordt gesproken. In bepaalde werken van hettantrischshaivisme wordt gesproken overgunastaka, terwijl daarsiddhi niet noodzakelijk de yogakrachten betreft.
In Indiase boeddhistische teksten wordt gesproken overrddhi (prestatie) enabhijna (hogere kennis), terwijl in de boeddhistische stromingmahayana veel gesproken wordt overadhisthana envikrvana.
In hetjaïnisme wordt door dedigambara's ook veelal gesproken overrddhi, terwijl deshvetambara's spreken overlabdhi.
In wetenschappelijke teksten wordt veelal gesproken oversiddhi's, waarschijnlijk onder invloed van het shaivisme.
In canto 11, hoofdstuk 15 van deSrimad Bhagavatam wordt gesproken over achttiensiddhi's, acht primair en tien secundair. De acht primaire zijn:[4]
Zonder de laatste, maar inclusiefgarima zijn dit de traditionele achtsiddhi's, deashta siddhi.
De tien secundaire zijn:[5]
Waar dezesiddha's bereikt kunnen worden door zich te richten naar de heerKrishna, zijn er ook nog vijf vrij onbelangrijkesiddhi's die bereikt kunnen worden door het beoefenen van yoga:[6]
Aan het einde van dit hoofdstuk wordt gesteld dat men desiddhi's weliswaar kan verwerven, maar dat dit geen doel op zich moet zijn. Slechts de onvolwassenen stellen zich dit als doel.[7]
In het tweede hoofdstuk van deYogasoetra's, de meest bekende yogatekst, schrijftPatanjali over acht aspecten vanyoga ("eenheid"). In het derde hoofdstuk,Vibhuti Pada ofVermogens geheten, gaat hij nader in op drie van deze aspecten,dharana,dhyana ensamadhi. Het samenbrengen van deze drie aspecten wordtsamyama genoemd. Wanneer men dat beheerst, komt het licht van onderscheidende kennis (jnana). De toepassing van onderscheidende kennis is het ontdekken van hogere en hogere (bewustzijns)toestanden.
Dan beschrijft hij een groot aantalsiddhi's, zoals:
Ook hier geldt de waarschuwing:
Hierna volgen weer meersiddhi's
Over dit laatste volgt daarna nog een verdere uitweiding (52-56).
Yogabhashya, eencommentaar op deYogasoetra's van mogelijkVyasa of Patanjali zelf, geeft een toelichting bij III:45 waarbij de andere krachten naast deanima worden gespecificeerd als deashta siddhi ofmahasiddhis, de grotesiddhi's. OokMisra gaf deze uitleg.
In het vierde hoofdstuk van deYogasoetra's wordt gesteld dat desiddhi's niet alleen doorsamadhi bereikt kunnen worden, maar ook bij geboorte (janma), door kruiden (osadhi),mantra's enascetisme (tapas).
In deSamkhyakarika, de vroegst overgebleven tekst van desamkhya, worden in vers 51 achtsiddhi's genoemd,siddhayah astau, die evenwel een duidelijk minder bovennatuurlijk karakter hebben:
De drievoudige onderdrukkingen van pijn zijn de drie primairesiddhi's, de overig vijf zijn secundair.
In deBhagavad Gita, onderdeel van deMahabharata, beschrijft hoofdstuk 10,Vibhuti Yoga, de krachten (vibhutis) van de godKrishna. Een aantal van de krachten van yoga komen overeen met die van de goden.
In boeddhistische teksten komt het begripsiddhi in de betekenis van bovennatuurlijke krachten niet voor voor de opkomst van het tantrische boeddhisme ofvajrayana in de zevende eeuw. Daarna komt het naar voren in onder meer deManjusrimulakalpa en deSarvadurgatiparisodhana. In deAbhidharmakosabhasya vanVasubandhu komenrddhi's aan bod die veel overeenkomsten hebben met desiddhi's uitYogasoetra's 4.1.