Sétif (Arabisch:سطيف,Kabylisch:Stif, in de Romeinse tijd:SitifisColonia) is een middelgrote universiteitsstad in het noorden vanAlgerije. De stad ligt op ongeveer 300 kilometer ten oosten van de hoofdstadAlgiers en vormt de hoofdplaats van degelijknamige provincie (wilaya). De stad telde 239.195 inwoners bij de volkstelling van 1998, waarmee het de zevende stad van het land is. De stad vormt de thuisbasis van voetbalclubES Sétif.
De stad ligt ten zuiden van hetBaborgebergte, in een hoogland aan de kust op een hoogte van 1096 meter, in een gebied dat Klein Kabylië wordt genoemd, tussenKabylië en hetAtlasgebergte.
De hoge locatie maakt Sétif tot een van de koudste plekken van Algerije. In de provincie Sétif kan soms wel tot 40 cm sneeuw vallen. De laatste tijd komen er in de lente en herfst somsstortvloeden voor. De zomer is er relatief heet, met hittegolven in juli, waarbij de temperatuur kan oplopen tot 40°C.
De plaats was reeds in de oudheid een belangrijke plaats vanwege haar strategische ligging aan de voet van de bergen en aan de rand van een enorme vlakte. Daardoor was er ook voldoende grondwater, dus ook drinkwater, aanwezig tussen het westelijke deel van Noord-Afrika, waar nuMauritanië ligt en het oostelijke deel metNumidië. De naam is afgeleid van eenBerbers woord, waarvan de stam zwart,noir betekent, verwijzend naar de vruchtbare gronden bij de plaats. Van oorsprong was het een Numidische plaats. Later maakte het deel uit van het rijk van deMassaesylen en vanaf 225 v.Chr. vormde het de hoofdstad van een van de Berberkoninkrijken. Die titel raakte ze onderJuba II echter weer kwijt aanCherchel. Nabij de plaats werd een veldslag uitgevochten tussenJugurtha enGaius Marius.
In 97 stichtte de Romeinse keizerNerva Sitifis Colonia als een kolonie voor gepensioneerde veteranen. Deze kolonie kende tijdens zijn bestaan verschillende namen, waaronderColonia Nerviana,Augusta Martialis enVétéranium Sitiansium. De kolonie werd in de loop der tijd steeds groter. Rond297 werd daarom de provincieMauretania Sitifensis opgericht met Sitifis,Colonia Nerviana Augusta Martialis Veteranorum Sitifensium, als centrale stad. Uit de3e en4e eeuw zijn resten van Romeinse enByzantijnse stadsmuren, basilieken en eenamfitheater gevonden. In419 werd de stad getroffen door een zware aardbeving, waarbij Sitifis voor vijf zesde deel werd verwoest.[bron?] Rond 430 moeten deVandalen ook Sitifis hebben bereikt en veroverd. Toen de Byzantijnse generaalBelisarius de Vandalen uiteindelijk rond 533 weer had verslagen, troffen de Oost-Romeinen een sterk gereduceerde bevolking aan. In539 werd de stad weer bevolkt en tot hoofdstad van de Byzantijnse provincie 'Eerste Mauritanië' gemaakt. Belisarius' opvolgerSolomon liet in veel van de heroverde steden forten bouwen in een poging aanvallen van deMoren te voorkomen, zo ook in Sitifis. Hiervan resteren alleen de westelijke en zuidelijke muren nog.
In647 begon de introductie van deislam in de plaats.[bron?] Begin10e eeuw vormde het onderdeel van het rijk van deAghlabiden, maar in893 arriveerde deismaïlietAbu Abdullah al-Shi'i en begon deze sjiitische stroming te verkondigen onder de Berberboeren, waarop hij een leger verzamelde en een groot aantal steden op de Aghlabiden veroverde, waaronder ook Sétif in904, waarbij de stadsmuur en een groot deel van de stad werd verwoest.
Rond de15e eeuw waren andere steden in de buurt belangrijker geworden en verloor de stad sterk aan belang. Tussen 1515 en 1830 vormde de stad onderdeel van hetOttomaanse Rijk. Sétif werd in die tijd geregeerd door de belangrijkste families van de stad, die weer werden bestuurd door debeys van Constantine.
In1838 werd er een Franse militaire post opgericht en vormde Sétif eenonderprefectuur van hetdepartementConstantine. In 1849 bestond de bevolking uit 1.082 inwoners, waaronder 646 Europeanen en 436 Berbers. Tussen 1841 en 1849 werd een fort gebouwd, met ruimte voor 2200 soldaten en 300 paarden en een ziekenhuis met ruimte voor 830 patiënten. Ook werd er een 2,7 kilometer langaquaduct aangelegd voor de watervoorziening, een riool aangelegd en werden een kerk, moskee en nog een aantal andere gebouwen opgericht. In 1872 kreeg Sétif opnieuw een stadsmuur met vier poorten.
Op8 mei1945, de dag waarop nazi-Duitsland capituleerde, brak een volksopstand uit rond Sétif en de nabijgelegen plaatsenGuelma enKherrata, waarbij meer dan honderd Franse kolonisten,pied-noirs, werden vermoord door een menigte mensen die onafhankelijkheid eiste van Frankrijk. Deze opstand werd buitenproportioneel bestraft door het Franse leger, dat willekeurige executies uitvoerde en afgelegen dorpen bombardeerde. Gevangenen werden daarbij soms gelyncht door Franse kolonisten. Uiteindelijk vielen er tussen de 1.000 en 45.000 doden. Europese historici gaan uit van 15.000 tot 20.000 doden. Ditbloedbad van Sétif en Guelma vormde een belangrijk keerpunt in de Frans-Algerijnse relaties en vormde later mede een van de oorzaken van deAlgerijnse Onafhankelijkheidsoorlog.
In 1956 werd de plaats het bestuurlijk centrum van een van de 12 departementen die Frankrijk dat jaar oprichtte.
De lokale economie is gericht op handel en industrie. Er wordt vooral graan en vee uit de omliggende regio verhandeld. Lokaal verbouwde tarwe wordt er verwerkt in fabrieken totgriesmeel,couscous enmie. De overige industrie in de stad bestaat uit houtverwerking, de fabricage van tapijten en metalen gebruiksvoorwerpen. Uit nabijgelegen voorraden wordtzink gewonnen. Ook bevindt zich er een enige hydro-elektrische energiewinning ten noorden van de stad. Sétif vormt het centrum van een gebied voor de productie vantextiel, de delving vanfosfaten en de verbouw van graangewassen.
De stad is ontsloten door een aantal spoorwegen en ligt aan de hoofdweg van Algiers naar Constantine.
Bij de stad bevinden zich een aantal Romeinse en Byzantijnse ruïnes. In het centrum van de stad bevinden zich een groot pretpark en een dierentuin. Midden in het stadspark bevindt zich een kunstmatig meer, waarwaterfietsen worden verhuurd. Een bekend monument van de stad is deFontaine d'Ain El Fouara, een fontein, die in 1898 werd gemaakt door de Franse beeldhouwerFrancis de Saint-Vidal.