In 1905 werd Société des Moteurs Gnome opgericht in Gennevilliers, een buitenwijk van Parijs. Gnome was zeer succesvol met de productie vanrotatiemotoren waar veel vraag naar was in deEerste Wereldoorlog. In 1912 volgde de oprichting van Société des Moteurs Le Rhône, die een belangrijke concurrent voor Gnome zou worden. Later gaan de twee bedrijven samen en in 1945 wordtGnome et Rhône en andere motorproducentengenationaliseerd en die gaan allen verder onder de nieuwe naamSnecma, de afkorting voor Société Nationale d’Étude et de Construction de Moteurs d’Aviation. Er volgde diverse overnames waaronderHispano-Suiza en MessierHispano-Bugatti, deze laatste was gespecialiseerd in landingsgestellen van vliegtuigen. In het jaar 2000 volgdenLabinal met de dochterondernemingTurbomeca. Turbomeca is een producent van motoren voorhelikopters.
In 1974 sloot Snecma een belangrijk samenwerkingscontract metGeneral Electric. Hiervoor werd dejoint ventureCFM International opgericht. De twee besloten samen deCFM56 vliegtuigmotor voor de civiele luchtvaart te maken. Deze motor is geschikt voor toestellen voorkorte- en middellangeafstandsvluchten zoals deBoeing 737 enAirbus A320. In 2008 werd de samenwerking verlengd tot het jaar 2040. In 2010 kwam het totaal aan afgeleverde CFM motoren boven de 20.000 stuks uit en was hiermee een van de best verkochte vliegtuigmotoren.
Sagem werd in 1925 opgericht en groeide uit tot een divers elektronica- en communicatiebedrijf. Het maaktemodems enmobiele telefoons, maar ookraketgeleidings- enfly-by-wire-systemen. In 2004 bestond het uit twee divisies:telecommunicatie en defensie. In dit jaar deed Sagem een bod op alle aandelen Snecma, in mei 2005 werd de overname afgerond en werd naam gewijzigd in Safran.[2] Safran werd hiermee de op twee na grootste Europese speler in de luchtvaartmarkt naEADS enBAE Systems, maar voor het FranseThales.[2] Safran telde toen 56.000 medewerkers in meer dan 30 landen, waarvan 40.000 in Frankrijk.[2] De activiteiten waren verdeeld over vier onderdelen: vliegtuigmotoren, vliegtuigapparatuur, defensie/veiligheid en communicatie.[2] Deze laatste divisie, met een omzet van € 1,3 miljard in 2006, werd verkocht in 2008 aan Gores Group. Met de verkoop gingen 6500 medewerkers over.[3]
In 2010 behaalde Safran een omzet van ruim € 10 miljard en de nettowinst bedroeg € 411 miljoen.[4] Het bedrijfsonderdeel vliegtuigmotoren had een aandeel van meer dan 50% in de totale omzet en in Frankrijk werd een kwart van de verkopen gerealiseerd.[4] Er werken 53.000 mensen voor Safran, waarvan 35.000 in Frankrijk.[4]
Vanaf september 2011 maakt Safran deel uit van de FranseCAC 40-aandelenindex.
Op 1 april 2013 werdGoodrich Electrical Power Systems (GEPS) overgenomen voor zo'n € 300 miljoen. Voor Safran betekende dit een uitbreiding van het productaanbod met systemen voor de productie en verdeling vanelektriciteit in een vliegtuig.
In december 2017 kreeg het toestemming van de toezichthouders om de Franse branchegenoot Zodiac Aerospace over te nemen.[5] Safran heeft hiervoor € 8,5 miljard betaald. Na defusie telde het bedrijf 92.000 werknemers, waarvan ongeveer de helft werkzaam in Frankrijk was. Zodiac was duidelijke kleiner dan Safran met een jaaromzet van € 5,2 miljard ten opzichte van € 17,7 miljard voor Safran.[6] Zodiac maakt onder meer interieurs voor vliegtuigen, zoals stoelen en galleys.[5] In 2010 had Safran eerder een poging gedaan voor een overname, maar dat werd toen afgewezen door Zodiac.[5]
In 2016 werd door CFM International de opvolger voor de CFM op de markt gebracht, Leading Edge Aviation Propulsion (LEAP).[7] Deze motor is ongeveer 500 kilogram lichter dan zijn voorganger en verbruikt gemiddeld zo'n 15% minder brandstof.[7] In 2018 werden al meer LEAP motoren afgeleverd dan van de oude CFM en in 2021 werd bijna uitsluitend LEAP motoren geleverd. De samenwerking met General Electric werd in 2021 wederom verlengd tot het jaar 2050.
Safran had in 2021 een omzet van ruim € 15 miljard euro. De activiteiten zijn verdeeld over drie bedrijfsonderdelen. Ongeveer de helft van de omzet wordt gerealiseerd in het segment Aircraft Propulsion, hiervan is twee derde aan civiele vliegtuigen gerelateerd. Zo'n 10% van de omzet wordt behaald in Aircraft Interiors. Aircraft Equipment, Defense and Aerosystems telt de meeste medewerkers, zo'n 37.000. Per jaar wordt zo'n 6% van de omzet besteed aan onderzoek en ontwikkeling, en dit is exclusief opdrachten die het voor rekening voor anderen doet.