Vitesse Arnhem, officieelStichting Betaald Voetbal (SBV) Vitesse-Arnhem en algemeen bekend alsVitesse, is eenNederlandsebetaald voetbalclub uitArnhem. De club is opgericht op 14 mei 1892, en kende zijn beste periodes van 1990 t/m 2002 en van 2010 t/m 2022. In 2017 wonnen de Arnhemmers deKNVB Beker. Sinds 1998 is stadionGelreDome de thuishaven van Vitesse, dat plek biedt aan ruim 21.000 toeschouwers.
De traditionele uitrusting van Vitesse bestaat uit een verticaal gestreept geel-zwart shirt, gebaseerd op de kleuren van de provincieGelderland en op het wapenschild van de adellijke familieVan Pallandt.
De oorsprong van Vitesse, een van de oudste voetbalclubs in Nederland, gaat terug tot 1887. In dat jaar werd deArnhemschecricket- en voetbalvereeniging Vitesse opgericht door een groep jonge mannen die eerder cricket speelden op deRijnkade.[4][5][6] De naamVitesse – Frans voor ‘snelheid’ – weerspiegelde de voorkeur van de oprichters voor een elitaire en elegante benaming. Onder de eerste spelers bevonden zich onder anderen Lodewijk enDirk Jan de Geer.[7]
In deSport Almanak van 1890 verschijnt voor het eerst de naamVitesse, met als oprichtingsdatum april 1887. Zeven jaar later schrijft sportpionierPim Mulier in zijn boekCricket dat Vitesse, volgens hem spelend in rood en wit, is opgericht op initiatief van Siegfried Anne Leopold (1872–1943). Leopold was aanvankelijk secretaris en vanaf de zomer van 1890 voorzitter van Vitesse, en voerde het secretariaat vanuit zijn ouderlijk huis aan de Spijkerstraat. Later was hij ook betrokken bij het ‘nieuwe’ Vitesse, eerst als cricketer en vervolgens als voetballer en doelman; van maart tot november 1893 bekleedde hij opnieuw de voorzittersfunctie.[7]
Mulier vermeldt dat Vitesse aanvankelijk dertig leden telde en dat het cricketspel werd gespeeld “op den Boulevard, later te Velp en eindelijk op het sportterrein.” Dat laatstgenoemdeSport- en Tentoonstellingsterrein aan de Velperweg bestond al sinds augustus 1887, maar werd waarschijnlijk pas twee jaar later door Vitesse in gebruik genomen. Op 29 september 1889 organiseerde de club hier een provinciaal cricketconcours ten behoeve van de slachtoffers van de munitiefabriekontploffing van 6 september bij Antwerpen, de ramp van Corvilain, waarbij tientallen doden vielen en vele gewonden raakten.[7][8]
Het oorspronkelijke Vitesse bleef bestaan tot november 1891, toen de vereniging werd opgeheven wegens het ontbreken van een vervangend speel- en oefenterrein. Op hetSport- en Tentoonstellingsterrein inKlarenbeek, waar de club tot dan actief was, maakte de aanleg van een verharde wielerbaan voortzetting van de activiteiten namelijk onmogelijk.[7]
Op 14 mei 1892 werd er in Arnhem eencricketclub opgericht door veertien scholieren van hetStedelijk Gymnasium Arnhem en deHBS. Vier dagen later, bij de eerste huishoudelijke vergadering in het huis van de broers Dick en Frits Couvée aan de Parkstraat 84 in het Spijkerkwartier, werd besloten de naam van het eerder verdwenen Vitesse uit 1887 te gaan gebruiken. Onder hen was ook Lodewijk de Geer, die bij het eerste Vitesse betrokken was, en vier Indische neefjes Dezentjé, van wie Frans Dezentjé (geb. 1874) tot eerste voorzitter werd gekozen.[9]
Een van de oprichters, de twintigjarige Karel d’Arnaud Gerkens, de oudste van het gezelschap en eerder lid van het oude Vitesse, regelde via zijn oom Abraham Knoops een speelterrein. Zomers mocht een weide bij de ijsclub aan deMolenbeekstraat worden gebruikt om te cricketen. De scholieren besloten hun nieuwe club opnieuwVitesse te noemen. De speelmaterialen van de vroegere vereniging werden tevoorschijn gehaald en een oud reglement werd aangepast en aangenomen.[10]
Kampioen van het oosten (1892–1922)
Op 19 juni 1892 wordt de eerste officiële cricketwedstrijd gespeeld inBarneveld; tegenBe Quick volgt een overwinning met 51 runs. Op 10 september 1892, tijdens een vergadering in gebouw Tivoli aan de Velperweg, besloot het bestuur om naast cricket ook weer voetbal te gaan spelen, met als belangrijkste argumenten dat cricket niet zo makkelijk te leren is als voetbal en de kosten van het cricketmateriaal. Op hetterrein van de IJsclub achter de Boulevard Heuvelink wordt zomers cricket gespeeld en voetbal in de lente en de herfst. In het najaar van 1892 speelt Vitesse zijn eerste voetbalwedstrijd tegen deNijmeegsche Football Club (N.F.C.); Vitesse verliest met 2-0. Gedurende de winter van 1893/94 speelt Vitesse op een veld binnen de Planten- en Vogeltuin en op een weide van landgoedBronbeek. Twee jaar lang speelde Vitesse alleen vriendschappelijke wedstrijden, totdat in 1894 de Gelderse competitie van de Nederlandse Voetbal Bond (NVB) van start gaat. Met het spelen van competitievoetbal komt het spelen van cricket ten einde. De eerste competitiewedstrijd speelt Vitesse uit tegen Victoria inDen Bosch. Na een ruststand van 0-7 wint Vitesse met 0-17. Doelpunten werden gemaakt door Edmond Dezentjé, Bernard Dezentjé,Willem Hesselink, Hendrik Deelken en Eli Dezentjé.
Omdat er een boom in het midden van het veld stond was het spelen van officiële wedstrijden op Bronbeek niet toegestaan. Zodoende verhuisde Vitesse vanaf december 1894 noodgedwongen naar dePaasweide, aan de overkant van deRijn. Hier organiseert Vitesse in 1895 ook de eerste internationale voetbalwedstrijd, tussen een oostelijk elftal en Maidstone uit Engeland. In 1895 en 1896 wordt Vitesse kampioen van de Gelderse competitie; promotie volgt naar de Eerste klasse Oost die in het leven werd geroepen. In de zomer van 1896 verlaat de club de Paasweide voor het middenterrein van Klarenbeeks wielerbaan; deze wielerbaan wordt in 1898 gesloopt waardoor meer ruimte voor het voetbal ontstaat. Sportief gaat het Vitesse goed, met het behalen van het kampioenschap in de Eerste klasse Oost in 1897, 1898, 1903, 1913, 1914 en 1915, waarmee ze zich vanaf 1898 plaatsen voor de nationalekampioenscompetitie. Het kampioenschap werd echter niet behaald en men moest genoegen nemen met vijf tweede plaatsen. Op 15 januari 1899 speelt Vitesse zijn eerst wedstrijd in het buitenland. Als eerste Nederlandse vereniging speelde de Arnhemmers in Duitsland tegenDuisburger TfE 1848, een duel dat eindigt in 0-6. Van het seizoen 1894/95 tot en met het seizoen 1899/00 speelde Vitesse in een wit tenue met een diagonale blauwe baan, verwijzend naar de stadskleuren van Arnhem. Op 27 augustus 1900 werd in de bestuursvergadering besloten de clubkleuren te wijzigen in geel en zwart.
Vitesse anno 1897 met het vroegere blauw-witte tenue. Staand v.l.n.r.: Van Rossum, Rein Hendriks, Herman Hesselink, Roqué, Jager, Piet Hendriks, Meihuizen. Zittend v.l.n.r.: d'Arnaud Gerkens, Jacobsen, Lutjens, Willem HesselinkVitesse poserend na het behalen van het Kampioenschap van het Oosten in 1913Elftalfoto uit 1914, waarin Vitesse het Nederlands kampioenschap op een haar na miste
Op 31 mei 1914 komt Vitesse nog het dichtst bij een kampioenschap van Nederland. In een strijd metWillem II enHVV gaat Vitesse na drie van de vier wedstrijden met zes punten aan de leiding. De beslissende wedstrijd werd de uitwedstrijd inDen Haag tegen de nummer twee HVV, dat aan een kleine zege genoeg zou hebben voor het kampioenschap. 2000 meegereisde Vitesse-supporters zagen hun club in de eerste helft op voorsprong komen doorWillem Hesselink. In de tweede helft bracht Guus de Serière de spanning terug in de wedstrijd door een gelijkmaker te produceren. Bij deze gelijke stand mocht Lex Staal even later een strafschop nemen, de aanvoerder van Vitesse faalde echter door de bal over de lat te schieten. De 1-1 stand hield lang aan, waardoor een kampioenschap steeds dichterbij kwam voor de Arnhemmers. Dezelfde Guus de Serière gooide echter roet in het eten door slechts één minuut voor het laatste fluitsignaal uit eenrebound de beslissende treffer te maken voor HVV.[11]
Elftalfoto uit 1917 op de toenmalige thuisbasis Klarenbeek
Door deEerste Wereldoorlog zag de NVB geen mogelijkheid om een normale competitie te organiseren; in plaats van in klassen werden de clubs in het seizoen 1914/15 door nood ingedeeld in groepen. Vitesse was zoals alle Oostelijke clubs ingedeeld in groep A. Door gebrek aan concurrentie sloot Vitesse met gemak de groep winnend af, waarna het voor het Nederlands kampioenschap twee wedstrijden tegenSparta, de winnaar van groep B, mocht spelen. Na een 2-1 zege in Arnhem volgde een 4-1 nederlaag in Rotterdam; een beslissingswedstrijd was noodzakelijk. Sparta won op 6 juni 1915 op Amsterdams terrein overtuigend met 3-0, waardoor Vitesse wederom een kampioenschap misliep.
In 1915 huurt Vitesse een stuk land van de gemeente Arnhem waarbij de gemeente zorgt voor de aanleg van een nieuwe speelveld. Vervolgens wordt het clubhuis en de tribune van Klarenbeek naar het nieuwe onderkomen overgeplaatst. Op 26 september 1915 vindt de opening van stadionMonnikenhuize plaats met een wedstrijd tegenNoordelijke Zwaluwen, een duel dat eindigt in 3-3. In de zomer van 1916 pakte verschillende spelers, die ook uitkwamen in het voetbalelftal, cricket opnieuw op. Jarenlang speelde Vitesse alleen vriendschappelijke wedstrijden, totdat Vitesse in 1923 deelneemt aan de Tweede Klasse van de oostelijke cricketcompetitie. In 1928 valt definitief het doek voor de cricketsport bij Vitesse.
Na het seizoen 1914/15 kende het voetbalelftal van Vitesse een terugval, en werd er vijf seizoenen lang tegen degradatie gestreden. Ondanks een opleving in het seizoen 1920/21, waarin een vierde plaats werd behaald, gebeurde op 30 april 1922 het onvermijdelijke: Vitesse degradeerde na 25 jaar verblijf uit de eerste klasse.
Vitesse hoefde niet lang te wachten op een rentree in de eerste klasse, na het kampioenschap van deTweede Divisie B won Vitesse ook zijn beide promotiewedstrijden tegenRigtersbleek, de kampioen van de tweede klasse C. Onder de Engelse trainer Robert William Jefferson presteerde Vitesse tussen 1924 en 1927 goed met een achtereenvolgens 3e, 4e en 5e eindranking in de eerste klasse en in 1927 haalde Vitesse zelfs debekerfinale, die zij echter met 3-1 verloor vanVUC. Jeffersons vertrek voor aanvang van het seizoen 1927/28 kwamen de resultaten niet ten goede. In 1925 won Vitesse in Engeland met 3-2 vanWest Ham United. Voor de eerste keer in de Nederlandse voetbalgeschiedenis wordt een Engelse voetbalclub, uit de eerste klasse, verslagen door Nederlandse amateurs. Drie jaar later speelde Vitesse internationale wedstrijden tegenWimbledon FC enClub Français uit Frankrijk. Vitesse bivakkeerde de seizoenen erna weer in de onderste regionen van de competitie, waar het in het seizoen 1930/31 zelfs ternauwernood ontsnapte aan degradatie. Aan de hand van de Duitse trainer Heinrich Schwarz krabbelde Vitesse weer langzaam omhoog. De coach gaf veel jeugdige spelers een kans die later uitgroeiden tot voor Vitesse belangrijke spelers, zoals Kees Meeuwsen,Jan Dommering en Johan Ricken. In het seizoen 1932/33 eindigde Vitesse 3e en ook het daaropvolgende seizoen werd met de 5e plaats een prima resultaat behaald. In 1935 ging het echter weer mis; Vitesse degradeerde na een dramatisch seizoen, mede door het overlijden van speler Piet Tonneman, naar de tweede klasse.
In de jaren daarop maakte Vitesse door onder andere deTweede Wereldoorlog een sportief mindere periode mee die tot 1946 zou duren. Het lukte Vitesse maar niet om te promoveren. Vier keer eindigde de club als tweede (1936, 1937, 1939 en 1942), twee keer als derde (1938 en 1940) en in 1941 en 1944 wist Vitesse na het kampioenschap zijn promotiewedstrijden niet te winnen. Op 19 oktober 1941 scoorde Nico Westdijk 9 doelpunten voor Vitesse tegenDe Treffers. Vitesse won die wedstrijd met 11-0. Daarmee bemachtig Westdijk een clubrecord dat nog altijd stand houdt. In 1942 viert Vitesse zijn 50-jarig jubileum met een defilé in Monnikenhuize. Onder toeziend oog van de Duitse bezetters vormen de spelers een enormeV vanVrijheid enVictorie. De Duitsers zagen deV alleen als een symbool voor de naamVitesse. Op een gegeven moment werd sport in de open lucht in heel Nederland verboden, er was daardoor geen competitie of bekertoernooi. Vitesse speelde dit seizoen alleen enkele oefenwedstrijden, in de periode voor aanvang van de gevechtshandelingen. Door deSlag om Arnhem in september 1944 verordonneerde de Duitse Wehrmacht de burgers van Arnhem om hun stad te verlaten. Van het voetbalveld bleef weinig over, en kort na de bevrijding brandde het clubhuis af. De spelers moesten daardoor omkleden in de kelderruimte van de familie Heyneker, die tegenover het stadion woont en in de garage van defamilie Dorpmans. De schade werd in de jaren na de bevrijding hersteld, waarbij een nieuw clubhuis in mei 1947 in gebruik zou worden genomen.
Pas in het seizoen 1945/46, het jaar na debevrijding, werd Vitesse kampioen van de Tweede Divisie om vervolgens ook de promotie-competitie winnend af te sluiten. In 1948 besloot de gemeenteraad een nieuw stadion voor Vitesse te bouwen. Het nieuwe stadion werd gebouwd aan de noordkant van de Monnikensteeg. Gepland waren een hoofdveld en twee bijvelden. Bij de bouw van het stadion werd handig gebruikgemaakt van de hoogteverschillen. Zo werden er in de noordwesthoek van het veld boven op een helling de kleedkamers en clubhuis gebouwd. Om vanuit de kleedkamers het hoofdveld te betreden moest er via een spelerstrap afgedaald worden. Het stadion werd in anderhalf jaar gebouwd.
Op 10 april 1950 vond er een ongeluk plaats op Monnikenhuize. Voor de promotiewedstrijd tegen Rheden werden er diverse noodtribunes geplaatst. Twee tribunes waren niet bestand tegen de vele bezoekers en stortten in. Er vielen veel gewonden, maar desondanks ging de wedstrijd gewoon door. Vitesse won met 3-1 en promoveerde naar de Eerste Klasse. De jonge spelers van Vitesse deden goed mee in deEerste Klasse.Sjaak Alberts groeide als speler van de Vitessejeugd uit tot een vertrouwd gezicht in de achterhoede. Als aanvoerder haalde hij samen metWim Hendriks hetNederlands Elftal.
In het seizoen 1952/53 pakte Vitesse zelfs de titel in deEerste Klasse B. Daarna speelden de Arnhemmers wedstrijden voor hetkampioenschap van Nederland tegenFC Eindhoven,Sparta Rotterdam enRCH. De Vitesse-spelers van trainer Jan Zonnenberg kwamen echter wat te kort, en RCH ging met de landstitel naar huis. In 1952 vierde Vitesse zijn 60-jarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan vond een evenement plaats in hetMusis Sacrum met orkest. De hele week werden er diverse activiteiten gehouden in Arnhem, onder andere een erewedstrijd tegenDaring Club de Bruxelles.
In 1974 wordt Herman Veenendaal (l.) met 23 doelpunten topscorer van de Eerste divisieHenk Bosveld (r.) (1968)
Doordat deKNVB wilde vasthouden aan hetamateurisme vertrokken veel spelers uit deEerste Klasse naar het buitenland, aangezien het verder in Europa allang was toegestaan om spelers te betalen. Ook vertrokken er veel spelers naar de nieuw opgerichte Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB), die in de zomer van 1954 een eigen competitie begonnen. Dit was ook het geval bij Vitesse, er vertrokken zeven spelers naarDe Graafschap die toen voor deNBVB uitkwamen. Deze leegloop van spelers van de Nederlandse competitie had als gevolg dat het niveau schrikbarend daalde. Hierdoor kon de KNVB niet anders dan ook betalingen toe te staan. Op 27 augustus 1954 besloot het bestuur van Vitesse betaald voetbal te gaan spelen. Deze periode was voor Vitesse geen makkelijke periode. TrainerJoseph Gruber sleepte de club door deze moeilijke periode heen. Deelname aan de Hoofdklasse in het seizoen 1955/56 was een mooi resultaat.
Op 2 september 1956 werden deEredivisie en deEerste divisie in het leven geroepen. De eindstand bepaalde dat Vitesse in deEerste divisie mocht uitkomen.In het seizoen 1959/60 was de deelname aan de promotiewedstrijden het hoogtepunt.In 1962 werd Vitesse teruggezet naar deTweede Divisie omdat men met één Eerste Divisie wilde gaan spelen in plaats van twee. Na de terugkeer van trainer Joseph Gruber in 1964 ging het sportief weer beter.
In 1966 werd het kampioenschap van deTweede Divisie behaald en volgde er promotie naar deEerste divisie. Door een gelukkig toeval promoveerde Vitesse met spelers zoals Joop Heezen enDick Mulderij zelfs in 1971 naar de Eredivisie. Vitesse profiteerde van het feit datADO enHolland Sport fuseerden totFC Den Haag, waardoor er een plek vrijkwam in de Eredivisie. Op 19 mei 1972 verloor Vitesse uit tegen de landskampioenAjax met 12-1. De nederlaag is een competitierecord uit de clubhistorie van Vitesse. Het was tot 24 oktober 2020 ook de grootste nederlaag uit de historie van de Eredivisie. Vitesse eindigde op de 18e en tevens laatste plek door maar 17 punten te halen, evenveel als de nummer 17FC Volendam, wiens doelsaldo echter beter dan dat van Vitesse was.
Organisatorisch is het jaar 1984 memorabel. Al vanaf 1982 liep het tussen de voorstanders van het betaald voetbal en de leden, die het opnamen voor de amateurs en de jeugd, niet goed en leidde dat in 1984 tot verzelfstandiging van het betaald voetbal (15 juni 1984). De amateurs gingen verder alsVitesse 1892 en verhuisden later naarsportcomplex Valkenhuizen aan de Beukenlaan.
De profafdeling had een moeilijke start. Vitesse vreesde voor haar voortbestaan door een schuldenlast uit het verleden. Een financiële bijdrage van onder andere de gemeente Arnhem was noodzakelijk om betaald voetbal voor Arnhem te behouden. Om de gemeente te overtuigen moest de Arnhemse bevolking openlijk laten zien dat zij liefde hadden voor Vitesse, omdat voorzitterKarel Aalbers dan een troef richting de gemeente zou hebben waar hij had aangeklopt voor 200.000 gulden. Aalbers deed met een microfoon op de middenstip een beroep op de bevolking. Op 21 april 1985 mocht iedereen gratis de wedstrijd bezoeken tegenVVV-Venlo (3-0). Er kwamen liefst zevenduizend mensen naar het stadion. Uiteindelijk ging de gemeente op 17 juni 1985 tóch overstag met 20 stemmen voor en 17 tegen. Vitesse kon zich weer op de toekomst richten. Aalbers kwam met beleidsplannen voor de aansluiting met de Nederlandse top, de Europese subtop en voor de bouw van een nieuw stadion in Arnhem-zuid. HoofdsponsorNUON zorgde voor de financiering.
In seizoen 1988/89 werd de club onder leiding van Aalbers en trainerBert Jacobs kampioen van de Eerste Divisie en promoveerde hiermee naar de Eredivisie. In het eerste seizoen op het hoogste niveau weet de club direct als vierde te eindigen in de Eredivisie. In de KNVB bekerfinale verliezen ze wel tegen PSV, maar het bevestigt dat Vitesse in nationaal opzicht begint mee te tellen. In de jaren erna eindigde Vitesse altijd bij de eerste zes en werd er negen maal deelgenomen aan hetUEFA-Cup toernooi, waarin Vitesse memorabele wedstrijden heeft gespeeld tegen onder andereReal Madrid,Internazionale,SC Braga enSporting Lissabon. Daarnaast werden diverse spelers uitgenodigd voor hetNederlands Elftal.
Op 25 maart 1998 werd het stadionGelreDome, met een capaciteit van 25.000 zitplaatsen, feestelijk geopend. Eerste doelpuntenmaker werdDejan Čurović, die ook al het laatste doelpunt in Nieuw-Monnikenhuize maakte. Ondertussen finishen de Arnhemmers met trainerHenk ten Cate als derde, de hoogste klassering ooit in de clubhistorie.Nikos Machlas won met 34 competitiedoelpunten deGouden Schoen.[12]
In 2009 werdMister VitesseTheo Bos trainer van Vitesse. Het absolute hoogtepunt van zijn trainerschap was de 4-1 overwinning opAFC Ajax. Het was de grootste overwinning die Vitesse ooit op de Amsterdammers behaalde.
Op 15 februari 2000 werd Vitesse-voorzitter Karel Aalbers gedwongen afgezet vanwege vermoedens van fraude. Jarenlang had hij, gesteund door NUON-voorzitter Tob Swelheim, vrijwel vrij spel binnen de club. Swelheim zorgde via NUON voor de financiering van Aalbers’ ambitieuze plannen, die Vitesse sportief naar de subtop van de Eredivisie brachten. De situatie veranderde toen toezichthouders van NUON de financiële cijfers van de club onder ogen kregen. Het vertrouwen in Aalbers verdween, en zijn directe vertrek werd geëist. Daarmee kwam er abrupt een einde aan zijn voorzitterschap. Na zijn afzetting kwamen ernstige financiële problemen aan het licht. De schulden – ontstaan door hoge investeringen, tegenvallende inkomsten en het dure stadionproject – waren tijdens zijn bewind grotendeels verborgen gebleven. Vitesse balanceerde op de rand van faillissement, maar werd uiteindelijk gered dankzij steun van deVrienden van Vitesse, de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland.
Terwijl de club financieel aan het wankelen was, bewees het team zich op het Europese toneel. De UEFA Cup-campagne in het seizoen 2002/03 overtrof alle verwachtingen. In de eerste ronde trof Vitesse het RoemeenseRapid Boekarest. Na een 1–1 gelijkspel in Arnhem volgde een knappe 0–1 uitzege in Boekarest, waarmee de Arnhemmers zich plaatsten voor de tweede ronde. Daarin werd ook het sterkeWerder Bremen verrassend verslagen. In de derde ronde wachtte topclubLiverpool FC, dat uiteindelijk een einde maakte aan het Europese avontuur van Vitesse.
Na de Europese opleving volgden sportief wisselvallige seizoenen. Het uitblijven van succes in de competitie en het mislopen van nieuw Europees voetbal zorgden ervoor dat de schulden van Vitesse verder opliepen. De financiële problemen begonnen steeds meer invloed te krijgen op de prestaties op het veld: de club zakte langzaam af richting de degradatiezone. Om overeind te blijven, moest Vitesse opnieuw aankloppen bij de gemeente Arnhem voor financiële steun. Sommige verplichtingen konden alleen nog worden nagekomen dankzij surseance van betaling.
In een poging de club financieel te stabiliseren, trad in 2008 zakenmanMaasbert Schouten aan als investeerder. Via zijn financiële dienstverlener AFAB was hij al actief als hoofdsponsor van Vitesse, en nam hij nu ook een belang van 20 procent in de club. Zijn instap werd gezien als een reddingsboei, maar bleek van korte duur. Al een jaar later kampte Vitesse opnieuw met ernstige liquiditeitsproblemen. Schouten verleende nogmaals een lening, ditmaal onder de voorwaarde dat hij het merendeel van de aandelen zou verkrijgen als de club haar betalingsverplichtingen niet kon nakomen. In 2010 werd aan die voorwaarde voldaan: Vitesse kon de lening niet terugbetalen, waarna Schouten voor 99 procent eigenaar werd van de club. Daarmee werd hij de eerste meerderheidsaandeelhouder in het Nederlandse betaald voetbal.
In augustus 2010 verkocht Schouten zijn aandelen aan de Georgische zakenmanMerab Zjordania. Vitesse was als eerste Nederlandse club ooit in buitenlandse handen gekomen. De Georgiër had grootse plannen met Vitesse. Zo bouwde hij een trainingscentrum op Papendal en pompte jaarlijks tientallen miljoenen in de club. De precieze herkomst van de miljoenen van Zjordania bleven onduidelijk. Volgens mediaberichten zou de Russische oligarchRoman Abramovitsj de echte geldschieter van Vitesse zijn. Vitesse kreeg in al die jaren tal van talenten uit deChelsea FC-stal op huurbasis. Spelers alsNemanja Matić,Lewis Baker,Mason Mount passeerden de poorten van Papendal en stuwden Vitesse weer naar de top van de Eredivisie.
In het seizoen 2012/13 - metFred Rutten als trainer - maakte Vitesse bijna aanspraak voor de landstitel. Uiteindelijk eindigde Vitesse dat seizoen op een succesvolle vierde plaats, achterAjax,PSV enFeyenoord. De IvoriaanWilfried Bony werd topscorer van de Eredivisie en werd beloond met deGouden Schoen. Onder trainerPeter Bosz speelde Vitesse aantrekkelijk en herkenbaar voetbal. In het Philips Stadion wist Vitesse bijvoorbeeld met 2-6 te stunten tegen PSV. Halverwege het seizoen 2013/14 stond Vitesse, na 17 speelronden, op een gedeelde eerste plaats en was daarmee winterkampioen.
In oktober 2013 droeg Zjordania de aandelen van de club plotseling over aan Russische miljardairAleksandr Tsjigirinsk. De nieuwe eigenaar liet zich zelden of nooit zien, maar bleef de structurele tekorten aanvullen. En dat deed zijn opvolgerValeri Ojf ook.
Tastbaar succes komt er pas onder leiding van trainerHenk Fraser. In 2017 bracht hij Vitesse de eerste prijs in de clubhistorie. Dankzij twee treffers van de teruggekeerdeRicky van Wolfswinkel won Vitesse met 2-0 vanAZ in de finale van deKNVB Beker. Door de bekerwinst begon de club het nieuwe seizoen met de wedstrijd om deJohan Cruijff Schaal tegen Feyenoord. Na 90 minuten, met een stand van 1–1, verloor Vitesse uiteindelijk de Johan Cruijff Schaal na een penaltyreeks (4–2).
In 2021 bereikte Vitesse onder de Duitse trainerThomas Letsch wederom de bekerfinale, waarin het nipt verloor van AFC Ajax (2-1). Vitesse plaatste zich daarmee ook voor deUEFA Conference League, waarin ze onder meerRSC Anderlecht (voorronde),Tottenham Hotspur FC (groepsfase) enRapid Wien (knock-outfase) versloegen. Pas in de achtste finales tegenAS Roma viel het doek.
Vitesse vecht voor overleving: van degradatie tot licentiecrisis (2022-heden)
Na 2022 raakte Vitesse geleidelijk in verval. De sportieve prestaties verslechterden en de club zakte op de ranglijst. Tegelijkertijd ontstonden er financiële problemen en onzekerheid over het behoud van de proflicentie. Na deRussische invasie van Oekraïne deed aandeelhouder Valeri Oyf afstand van zijn aandelen, waarna Vitesse schuldenvrij werd achtergelaten. Het toenmalige bestuur koos ervoor om niet zelfstandig verder te gaan, maar opnieuw externe investeerders aan te trekken, in de hoop de sportieve ambities van de afgelopen jaren voort te zetten.
Onder streng toezicht van deKNVB ontstonden spanningen rondom potentiële investeerders. Na een langdurig onderzoek wees de licentiecommissie van de KNVB de overnamepoging van de Amerikaan Coley Parry af vanwege onduidelijke financiering. Een tweede poging, onder leiding van Guus Franke, mislukte eveneens. Parry accepteerde de afwijzing door de KNVB niet en bleef betrokken door leningen met hoge rente te verstrekken, waardoor de schulden opliepen tot ruim 17 miljoen euro. Zijn blijvende invloed leidde bij de bond tot grote ergernis.
Het seizoen 2023/24 begon hoopvol onder trainerPhillip Cocu, maar na tegenvallende resultaten stapte hij in november op. Onder interim-trainer Edward Sturing degradeerde Vitesse, mede door een forse puntenaftrek, voor het eerst in 35 jaar uit de Eredivisie.
In mei 2024 werdJohn van den Brom aangesteld om stabiliteit te brengen en jonge spelers te ontwikkelen. Vitesse eindigde in het seizoen 2024/25 als hekkensluiter in deKeuken Kampioen Divisie, na wederom meerdere zware puntenaftrekken. Na afloop van het seizoen werd Van den Brom uiteindelijk vervangen door de Duitse trainerRüdiger Rehm. In datzelfde jaar trad een nieuwe investeerdersgroep aan, met Timo Braasch als uithangbord. Zij losten de schulden aan Parry volledig af. Er gingen geruchten dat Parry achter deze overname zat, mede doordat een van de vijf investeerders een oude bekende van hem was.
Braasch – die ook zitting nam in de directie – gaf onvoldoende openheid en ging bovendien in beroep tegen door de licentiecommissie opgelegde straffen, wat de situatie verergerde. De onvrede onder supporters en regionale ondernemers leidde tot het initiatief van de ‘Sterkhouders’, een groep ondernemers die 24,9% van de aandelen overnam om de club weer lokaal te verankeren. In juni 2025 bereikten zij overeenstemming met de buitenlandse aandeelhouders over de volledige aandelenoverdracht, onder voorwaarde van behoud van de proflicentie. Hiervoor dienden zij een verzoek tot wijziging van zeggenschap in bij de licentiecommissie. De definitieve terugkeer van het eigenaarschap naar de regio is afhankelijk van goedkeuring door de KNVB; dit proces is nog gaande.
In juli 2025 trok de KNVB alsnog de proflicentie van Vitesse in wegens structurele misleiding en gebrek aan transparantie. Beroepszaken en een kort geding liepen op niets uit, waardoor Vitesse formeel geen betaaldvoetbalclub meer was. Na 71 jaar verdween de club van het proftoneel. De club kwam hierdoor in zwaar weer terecht. Spelers vertrokken transfervrij, maarAlexander Büttner besloot te blijven als steunpilaar voor de jeugd. Tegelijk kreeg de jeugdopleiding harde klappen door het vertrek van veel talenten.
Begin september 2025 kreeg Vitesse onverwacht toch groen licht om deel te nemen aan de Keuken Kampioen Divisie. Hetgerechtshof Arnhem-Leeuwarden schorste de eerder opgelegde licentie-intrekking, waardoor de club alsnog mocht uitkomen in het betaald voetbal. De competitie was toen al vijf speelronden onderweg. Met nauwelijks voorbereidingstijd begon Vitesse in allerijl aan de opbouw van een compleet nieuwe selectie. Honderden transfervrije spelers boden zich aan, op zoek naar een plek in het team dat in korte tijd vorm moest krijgen. De veerkracht van de club én haar achterban bleek onverminderd: meer dan 12.000 seizoenkaarten gingen over de toonbank. De eerste thuiswedstrijd op 20 september was meteen volledig uitverkocht. Toch droeg Vitesse een zware erfenis met zich mee, want de eerder opgelegde straf van twaalf punten bleef van kracht. De Arnhemmers startten het seizoen dus met een achterstand van -12. Onder leiding van trainer Rehm ontwikkelde zich echter een team met karakter. In een indrukwekkende reeks van negen wedstrijden op rij vocht Vitesse zich knap uit de minpunten. Wat begon als een seizoen vol onzekerheid en chaos, groeide uit tot een verhaal van strijdlust, saamhorigheid en hernieuwde trots.
Het logo van Vitesse heeft in de loop der jaren verschillende veranderingen ondergaan, maar het geel-zwart bleef altijd de vaste basis.
Het eerste clublogo had de vorm van een schild met een diagonale scheiding tussen een geel en een zwart vlak. In het gele deel stond “AVC Vitesse”, in het zwarte “1892”, het oprichtingsjaar. In 1984 werd dit logo vervangen, toen de prof- en amateurafdeling van elkaar werden gescheiden. Deamateurs behielden het oude embleem met kleine aanpassingen, terwijl SBV Vitesse koos voor een nieuw ontwerp.
Het nieuwe logo bleef schildvormig, maar kreeg strakkere lijnen. Bovenaan stond Vitesse in witte hoofdletters en daaronder dedubbelkoppige adelaar. Deze dubbelkoppige adelaar is ook terug te vinden in hetwapen van Arnhem. De kleuren geel en zwart werden gespiegeld, en in het midden verscheen een voetbal.
In 2011 volgde een subtiele restyling met dertien aanpassingen.[13] De adelaar werd symmetrischer, de zwarte rand maakte plaats voor wit, en de letters werden verfijnd. Ook kreeg het logo meer diepte door schaduwwerking, en waar mogelijk werd de tekst “EST. 1892” toegevoegd.
De clubkleuren van Vitesse zijn niet altijd geel en zwart geweest. Tussen 1894 en 1900 speelde de Arnhemse club in een wit tenue met een diagonale blauwe baan, verwijzend naar destadskleuren van Arnhem. Spelers die zonder het voorgeschreven blauw-witte tenue verschenen, kregen destijds een boete van 50 cent.
Op 27 augustus 1900 besloot het bestuur de clubkleuren te wijzigen naar geel en zwart. Voorzitter Chris Engelberts stelde dat Vitesse zich inmiddels tot de beste clubs vanGelderland mocht rekenen en dat een club uit deGelderse hoofdstad het recht had om de kleuren van de provincie te dragen. Vanaf dat moment speelde Vitesse in shirts met zes geel-zwarte blokken.
In 1907 kreeg het tenue opnieuw een metamorfose. Dankzij een schenking van Vitesse-speler en donateurReinhard Jan Christiaan baron van Pallandt stapte de club over op het gestreepte geel-zwarte shirt zoals we dat nu kennen. De baron stelde als voorwaarde dat Vitesse in de kleuren van zijn familie moest spelen. Die gestreepte uitvoering groeide uit tot hét kenmerk van de club.[14]
Sinds 2007 speelt Vitesse jaarlijks rond 17 tot 25 september een thuiswedstrijd in het teken van de Airborne-herdenking van de Slag om Arnhem. Tijdens die wedstrijd eert de club samen met de supporters de veteranen. De spelers dragen een speciaal Airborne-shirt met een badge waarop een strijder te paard is afgebeeld, een krachtig symbool van respect en herinnering.
Overzicht van de uniformen van Vitesse door de geschiedenis heen:
Hertog II symboliseert het clubsymbool van Vitesse.Hertog II na een vlucht door GelreDome in november 2012
Het officiële clubsymbool van Vitesse is de arend, die bij thuiswedstrijden over het veld vliegt en landt op de middenstip. De keuze voor de arend is niet toevallig, want het dier komt zowel voor in het stadswapen van Arnhem als in het logo van Vitesse.
In 2008 werd de arend voor het eerst aan het publiek gepresenteerd onder de naamHertog. Deze vogel diende als levend symbool van de club, maar overleed in 2009 aanaspergillose, een schimmelinfectie die vaak voorkomt bij roofvogels.
Op 31 januari 2010 werd de opvolger,Hertog II, geïntroduceerd.Hertog II is eenNoord-Amerikaanse zeearend, een vrouwtje met een bruin jeugdverenkleed dat rond het zesde levensjaar verandert in een zwart-wit volwassen verenkleed. Op 30 april 2017 vloogHertog II in De Kuip voorafgaand aan de KNVB-bekerfinale tussen AZ en Vitesse.
Naast de arend heeft deVitesse Kids Club ook een officiële mascotte, genaamdVito. In 2005 werd Vito door lezers vanVoetbal International, VI for Kids en bezoekers van VI.nl verkozen tot Mascotte van het Jaar. Vito was daarmee de eerste mascotte die deze prijs ontving. In 2012 werd het uiterlijk vanVito gemoderniseerd.
De fanatieke supporters zijn verzameld op deTheo Bos Zuid-tribuneSupportershome van Supportersvereniging Vitesse
Vitesse verkoopt in recente jaren maximaal 10.000 seizoenkaarten, terwijl hetGelreDome plaats biedt aan ruim 21.000 toeschouwers. In de afgelopen drie seizoenen bezochten gemiddeld iets meer dan 16.000 supporters de thuiswedstrijden van de club. Bij goed bezochte duels kan het aantal bezoekers oplopen tot ongeveer 20.000.
Het grootste deel van de Vitesse-aanhang is afkomstig uit deStadsregio Arnhem Nijmegen. Buiten Arnhem wonen supporters verspreid over Nederland, onder andere in de regio’sGelderse Vallei,Apeldoorn enUtrecht. Ook over de grens, inDuitsland, zijn fans die regelmatig wedstrijden van Vitesse bezoeken.[15] De fanatieke aanhang bevindt zich op deTheo Bos Zuid-tribune in het GelreDome.
De officiële, onafhankelijke Supportersvereniging Vitesse werd opgericht in 1992 en is verbonden aan de voetbalclub. De vereniging telt ongeveer 3.000 leden en wordt ondersteund door meer dan 100 vrijwilligers. De Supportersvereniging geeft zes keer per jaar het clubbladZwart op Geel uit, waarvan de redacteuren een officiële status bij de club hebben.
In 2015 kreeg de vereniging de beschikking over een nieuw, driehoekig supportershome. De casco-bouw werd gefinancierd door Vitesse, terwijl de Supportersvereniging verantwoordelijk was voor de inrichting en de huur.
Naast de Supportersvereniging bestaan er andere groeperingen van Vitesse-supporters, waaronder SupporterscollectiefDe Aftrap, VIVO (Vitesse is van ons), Arnhem Ultras, Crew 81 en Malta Crew. Deze groepen dragen bij aan de sfeer in het stadion, onder meer door middel van grote spandoeken en andere sfeeracties.
De oorsprong van deSpijker-Side gaat terug tot het begin van de jaren zeventig, toen Vitesse voor het eerst in de eredivisie speelde. Jongeren uit verschillende delen van Arnhem verzamelden zich toen in het stadion. Deze groepen, doorgaans bestaande uit jongeren tussen de 15 en 22 jaar, kwamen veelal uit het Spijkerkwartier, destijds bekend om zijn ruige karakter. De naamSpijker-Side was dan ook snel gevonden.
HetRijnfront ontstond aan het eind van de jaren tachtig, in een periode waarin de sportieve prestaties van Vitesse steeds beter werden. De leden kwamen voornamelijk uit de Arnhemse arbeiderswijken. Op stadion Monnikenhuize stonden zij aanvankelijk op de onoverdekte staantribune. Later verhuisde hetRijnfront naar vak DD, bij de ingang aan de Rosendaalseweg.
Allereerste officiële clublied wasGeel-zwart bovenaan, ja het kan, ja het moet! (1952). Hedendaags is het officiële clublied van Vitesse,Geel en Zwart zijn onze kleuren, geschreven en ingezongen doorEmile Hartkamp. In de jaren 60 had Vitesse een ander clublied.Bouw mee aan een steengoed Vites!, geschreven door Pieter Nulden, gecomponeerd door Johan Straus (met 1 's'), een componist uit Arnhem en ingezongen door Henk Bleker & Enka Harmonie. Tientallen jaren isGeel en Zwart zijn onze kleuren het officiële clublied, maar het oude clublied is nog steeds te horen in het stadion. In 2017 werd het lied door Emile Hartkamp in een nieuw jasje gestoken. Martin Esveld en De Kwinks zongen speciaal voor de remake de tekst opnieuw in.
De grote rivaal van Vitesse is hetNijmeegseN.E.C.. Met name uit historisch oogpunt en achterban staan de wedstrijden tussen beide clubs bekend als een beladen wedstrijd. De wedstrijd tussen twee van de grootste clubs van Gelderland staat bekend als deGelderse Derby. Het is in de publieke beleving een botsing tussen het sierlijke en elegante voetbal van Vitesse en de onverzettelijke strijdlust van N.E.C.. Daarnaast is het een botsing van de twee grootste steden van de provincie: de zelfbewuste uitstraling van de hoofdstad strijdt tegen de Nijmeegse arbeidersmentaliteit. De kiem voor de intense burenruzie is gelegd doorKarel Aalbers, in de jaren 90 van de vorige eeuw. De toenmalige voorzitter wilde van Vitesse een topclub maken. Daarnaast maakte hij ook de opmerking dat er in Gelderland maar plaats was voor één grote profclub. Hij bedoelde daarmee Vitesse. Vanaf dat moment is de onderlinge verstandhouding enorm verhard. Door deze rivaliteit breken er regelmatig (ernstige) supportersrellen uit. De rivaliteit leidde ook tot ludieke acties. Toen N.E.C. in mei 2014 degradeerde uit de Eredivisie plaatsten Arnhemse fans op de Nijmeegse Waalbrug een bordje met: Eredivisievoetbal, nog vijftien kilometer. Bij het kampioenschap in de Jupiler League van N.E.C. een jaar later stuurden aanhangers van N.E.C. een vliegtuigje boven Arnhem en GelreDome met daarachter een spandoek: We're back, See you soon.
Een andere rivaal van Vitesse isDe Graafschap uitDoetinchem; de onderlinge wedstrijden zijn ook een Gelderse derby en kunnen beladen zijn. Deze derby leeft over het algemeen meer bij de supporters van De Graafschap dan bij Vitesse. Behalve N.E.C. en De Graafschap heeft Vitesse in het verleden een aantal andere rivalen gekend. Bij onder andere de duels metFC Wageningen,Arnhemse Boys,VV Rheden,Go Ahead Eagles enQuick Nijmegen heerste in het verleden enige spanningen. De derby's met Quick groeide uit tot de meest bezochte wedstrijden in het oosten van Nederland, waar het voetbal vanaf 1894 in een stroomversnelling kwam.
Sinds 2007 staat jaarlijks, in of rond de periode van 17 tot 25 september, een van de thuiswedstrijden van Vitesse in het teken van de Airborne-herdenking van deSlag om Arnhem uit 1944. De Vitesse-supporters en de club eren deVeteranen, waarbij de oud-strijders worden uitgenodigd om de wedstrijd bij te wonen. Voorafgaand aan het duel worden sfeeracties georganiseerd met doeken en vlaggen en in de rust treden doedelzakspelers op, zoals de traditie inmiddels is. De spelers van Vitesse spelen ook met een speciaal shirt tijdens de wedstrijd, met een Airborne-badge waarop een strijder op een paard wordt afgebeeld. Als traditionele afsluiting na de wedstrijd klinkt het liedWe'll Meet Again door het stadion. Naast de wedstrijd zijn de vrijwilligers van de supportersvereniging ook actief tijdens de jaarlijkse herdenkingsweek. Zo is bijvoorbeeld de Supportershome de uitvalsbasis voor de doedelzakspelers tijdens de herdenkingsweek in de regio.
De jaarlijkse Airborne-wedstrijd.
In het seizoen 2012/13 trad Vitesse in het Airborne-duel tegenHeracles Almelo aan in een speciaal verticaal gestreept shirt met de Airborne-kleuren maroon-rood en blauw in plaats van de gebruikelijke gele en zwarte strepen. In het midden op de borst prijkte de Airborne-badge en op de rugzijde van het shirt de tekst "No Bridge Too Far" - refererend aan een uitspraak van Luitenant-generaalFrederick Browning en tevens het boek en de filmA Bridge Too Far over de Slag van Arnhem. Ook in het seizoen 2013/14 speelde Vitesse in een maroon-rood en blauw gestreept shirt. De Airborne-badge werd verplaatst van de borst naar de linkerarm, de tekst 'No Bridge Too Far' werd achterwege gelaten.
De in augustus 2014 overleden veteraan Johnny Peters, die jarenlang de Airborne-wedstrijden bezocht, groeide uit tot het icoon van deze speciale wedstrijden. Bekendheid kreeg Peters toen hij in de wedstrijd tegen Heracles Almelo (seizoen 2012/13) oog in oog stond met aanvoerderGoeram Kasjia. De Georgiër overhandigde zijn Airborne-shirt aan Peters en bracht een saluut uit, dit gebeurde wederzijds.[16] Het gebaar van Kashia werd in de daaropvolgende Airborne-wedstrijd tegenPEC Zwolle (seizoen 2013/14) geëerd door het sfeerteam van de Supportersvereniging Vitesse, die een spandoek van twaalf bij acht meter maakte met daarop zowel Kashia als veteraan Peters afgebeeld.[17][18]
In 2014 was de 70e herdenking van de Slag om Arnhem. Om dit te herdenken speelde Vitesse de uitwedstrijden van het seizoen 2014/15 in een Airborne-tenue. Het tenue is in de Airborne-kleuren en het shirt beeldt een silhouet van deJohn Frostbrug af.[19] Op woensdag 26 november 2014 was er een docu over Vitesse en Airborne te zien opFox Sports Eredivisie, genaamd "Veteranen van Vitesse". Alle Airborne-activiteiten zijn, vanuit het oogpunt van de veteranen, samengevat in een uur durende documentaire.
In het seizoen 2019/20 besteedde Vitesse op diverse manieren aandacht aan de 75e herdenking van de Slag om Arnhem. Zo speelde de club de uitwedstrijden wederom in een Airborne-tenue. Daarnaast was het design van de seizoenkaart geheel in de Airborne-kleuren. Op de seizoenkaart was onder andere de John Frostbrug en het Pegasus-logo afgebeeld.
Tijdens de bezettingsjaren werd in Nederland gewoon gevoetbald, tot mei 1944. Uiteraard had de Duitse bezetting gevolgen voor de club en haar supporters. Want geregeld moesten spelers onderduiken en gebruikten de Duitsers de gelegenheid om tijdens wedstrijden de tribunes af te schuimen naar onderduikers of ex-militairen die niet hadden geluisterd naar de oproep om zich weer als krijgsgevangene aan te melden. De anti-Joodse maatregelen leidden er in 1942 toe dat Joden geen wedstrijden meer mochten spelen en de velden te bezoeken en het Joodse bestuurslidHerbert 'Happy' Mogendorff moest onderduiken. Vitessenaren boden hem onderduikgelegenheid, waardoor hij als joodse Arnhemmer kon overleven.
In 1942, bij het 50-jarige bestaan van Vitesse, werd voorafgaand aan de erewedstrijd tegen Ajax een defilé gehouden waarbij alle elftallen zich opstelden in een enorme ‘V’. Voor de Duitse machthebbers die op de tribune zaten, betekende het de ‘V’ van Vitesse. Maar alle aanwezige Nederlanders wisten wel beter. Het was een verwijzing naar het Victory-teken van Winston Churchill.
In september 1944 moest Arnhem op last van de bezetter evacueren. Van het voetbalveld bleef weinig over en kort na de bevrijding brandde het clubhuis ook nog af. Voorzitter Mogendorff werd alsnog opgepakt, nadat ook hij Arnhem moest verlaten. Hij keerde op 17 april 1945 terug naar de stad, waar hij het normale leven met succes oppakte. In totaal verloor de club elf leden en spelers onder wie twee Joodse Vitessenaren. Een speciale gedenksteen bij de club houdt de herinnering aan de oorlogsslachtoffers levend. De plaquette kreeg na de oorlog een plek in het toenmalige stadion Nieuw-Monnikenhuize. Tegenwoordig heeft het een prominente plaats bij de hoofdingang van deze hypermoderne trainingsaccommodatie.
Hotel Molendal -Een plek die niet vreemd is voor veel oud-Vitessenaren die net na het tekenen van een contract hier tijdelijk hun woonruimte konden vinden. Het hotel wordt gerund door de familieStreuer.
Café De Aftrap -Roemrucht café aan het Stationsplein. Eerste thuisbasis van het Rijnfront.
Café De Schoof -Spelers als Theo Janssen, John van den Brom, Edward Sturing en Dejan Čurović kwamen hier al te graag.
Restaurant Delphi -Jarenlang de onofficiële huiskamer van Vitesse.
Sportzaak Bosveld -Henk Bosveld runde een sportzaak aan de Van Muijlwijkstraat te Arnhem.
Rijnkade -De eerste wortels van Vitesse dateren van het jaar 1887 toen de cricket- en voetbalvereeniging Vitesse werd opgericht. Deze vereniging is opgericht door een groep jonge mannen, die cricket speelde op deRijnkade.
Bronbeek -De plek waar de club de allereerste wedstrijden in de historie afwerkt.
Parkstraat 84 -De clubnaam Vitesse is bedacht door de jongens in het huis van oprichter en speler Frits Couvée, aan de Parkstraat 84 in hetSpijkerkwartier.
Geitenkamp -Theo Bos groeide op in de Arnhemse volksbuurt deGeitenkamp.
Snackbar Nieuw-Klarendal -VitessenaarBennie Hofs begon na zijn voetbalcarrière een snackbar op de Klarendalseweg, die op 23 maart 1977 doorWillem van Hanegem werd geopend.
Sportcomplex Valkenhuizen - In 1984 werd de vereniging opgedeeld in separate eenheden voor betaald en amateurvoetbal. Zo ontstond op 15 juni 1984 de Arnhemse VoetbalclubVitesse 1892. De amateurtak verliet later Nieuw-Monnikenhuize en vestigde zich op sportcomplex Valkenhuizen aan de Beukenlaan.
Tussen 1950 en 1998 speelde Vitesse zijn thuiswedstrijden inNieuw-Monnikenhuize aan de Rosendaalseweg en de Monnikensteeg inArnhem. Gedurende het gebruik heeft het stadion aan maximaal 18.000 toeschouwers plaats geboden. Bij de sloop in 1999 had het nog maar plek voor 10.000 toeschouwers.
ZieGelreDome voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Onder aanvoering van voorzitterKarel Aalbers werd er reeds in de jaren 80 van de twintigste eeuw nagedacht over de bouw van een nieuw stadion voor Vitesse. Desalniettemin zou het nog tot 1996 duren voordat er werd aangevangen met de bouw van een nieuw onderkomen voor de Arnhemse voetbalclub. Op 25 maart 1998 werd hetGelreDome officieel geopend en sindsdien dient het als thuisbasis van Vitesse. De eerste wedstrijd, gespeeld op diezelfde dag, werd door Vitesse met 4-1 gewonnen vanNAC Breda. Anno 2024 biedt het stadion tijdens voetbalwedstrijden plaats aan 21.248 toeschouwers.
Deze grafiek laat zien hoeveel supporters de thuiswedstrijden van Vitesse gemiddeld bezochten. Duidelijk zichtbaar is wanneer Vitesse het oude stadionNieuw-Monnikenhuize verliet en intrek nam inGelreDome: het gemiddeld toeschouwersaantal steeg met zo'n 300% na de gereedkoming van de bouw van het stadion in de winter van 1998. Merk op dat het aantal toeschouwers in de seizoenen 2019/20 t/m 2021/22 (negatief) werd beïnvloed door beperkingen in verband met decoronapandemie (tijdens de coronapandemie moesten in deze seizoenen de wedstrijden een aantal periodes zonder publiek worden gespeeld).
In 2013 werd opSportcentrum Papendal de nieuwe trainingslocatie van Vitesse en de trainings- en wedstrijdlocatie van deVitesse Voetbal Academie in gebruik genomen. Papendal is een erkendCentrum voor Topsport en Onderwijs. De Arnhemmers hebben de beschikking over vijf voetbalvelden en een eigen gebouwencomplex. Hierin zijn onder andere kantoren, medische ruimtes, kleedkamers en een kantine gefaciliteerd. Het trainingscomplex van Vitesse is eigendom van de club. De hoofdtribune biedt plaats aan 500 toeschouwers.
Sinds 1898 werd er gestreden om het Nederlands landskampioenschap. De landskampioen werd bepaald door middel van een finale en later eenkampioenscompetitie tussen de kampioenen van de verschillende hoofdklassen, die tot 1950 regionaal verdeeld waren. Toen in 1954 het betaald voetbal werd ingevoerd, bleef dit systeem in eerste instantie bestaan, maar vanaf het seizoen 1956/57 werd deEredivisie ingevoerd. Sindsdien is de kampioen van de eredivisie ook automatisch landskampioen.
De eerste finale om de landstitel werd op 24 april 1898 gespeeld. Vitesse kwam als kampioen van het oosten uit tegenRAP. De wedstrijd werd gespeeld inUtrecht, waar RAP nationaal kampioen werd door Vitesse met 4–2 te verslaan.
Vitesse heeft zich in totaal zes keer weten te plaatsen voor de eindstrijd om de landstitel, die allemaal verloren gingen.
In het seizoen 1902/03 werd de landstitel gewonnen door voetbalclubHVV uitDen Haag. Voor de eerste keer werd het kampioenschap bepaald middels een kampioenscompetitie. De oostelijke kampioen was Vitesse en deAmsterdamse clubVolharding was kampioen in de andere westelijke competitie.
Het landskampioenschap van het seizoen 1912/13 werd beslist middels twee kampioenswedstrijden tussen de kampioen van de westelijke afdelingSparta en de Oostelijke Vitesse. De Rotterdamse club won beide wedstrijden met de Arnhemse club met 1-2 en 2-1 en werd de kampioen van Nederland.
In het seizoen 1913/14 werd wederom de kampioenschap beslist via een kampioenscompetitie metHVV Den Haag als winnaar. Het landskampioenschap van het seizoen 1914/15 werd gewonnen door Sparta.
Kort voor de invoering van het profvoetbal in Nederland was Vitesse nog een laatste keer actief in de eindstrijd om de landstitel. In het seizoen 1952/53 speelden de Arnhemmers tegenFC Eindhoven,Sparta Rotterdam enRCH. Vitesse eindigde als laatste, RCH werd - na een beslissingswedstrijd tegen Eindhoven - landskampioen.
In elke staaf van de grafiek staat van boven naar beneden vermeld:
Eindnotering
Dit is de positie die de club heeft bereikt in de competitie, zonder eventuele beslissings-, play-off- of nacompetitiewedstrijden die nodig zijn geweest om bijvoorbeeld de kampioen van de competitie te bepalen.
Indien een* achter het getal staat is de notering een tussenstand en kan het zijn dat de notering niet overeenkomt met de uiteindelijke eindstand van de competitie.
Staat er een- dan is het seizoen nog bezig en is er geen definitieve uitslag bekend.
Staat erxx op de positie van de notering, dan heeft de club vroegtijdig de competitie verlaten. Dit kan onder andere komen door terugtrekking van het team, faillissement van de club of door een uitgedeelde straf van de KNVB. In veel gevallen staat elders in het artikel de reden vermeld.
Staat er een? dan is het resultaat uit het verleden onbekend, en is alleen de competitie of het niveau bekend van dat seizoen.
In de seizoenen2019/20 en2020/21 werd wegens de coronacrisis het amateurvoetbal afgebroken. Daardoor kennen deze staven geen eindklassering (middels-- weergegeven).
Competitieniveau en afdelingsletter ofOfficiële eindstand Eredivisie
Competitieniveau en afdelingsletter
Hierbij geeft het getal het niveau weer, dat ook terug te vinden is in de legenda. De letter is de afdelingsaanduiding en wordt gebruikt wanneer er meer afdelingen zijn op hetzelfde niveau. De afdelingsletter is altijd een hoofdletter en wordt meestal zonder nummer gebruikt.
Voorbeeld: 2F is niveau 2e klasse competitie F.
Het competitieniveau en nummer wordt niet vermeld wanneer er slechts één competitie van dit niveau was.
Officiële eindstand Eredivisie (getal staat tussen haakjes vermeld)
Sinds de introductie van play-offwedstrijden voor Europees voetbal na afloop van de reguliere competitie in 2005/06, is de KNVB verplicht een eindstand van de Eredivisie door te geven aan de UEFA aan de hand van deze play-offwedstrijden.
Bij deze eindstand staan clubs die zich hebben gekwalificeerd voor Europees voetbal hoger dan clubs die zich niet wisten te kwalificeren. Indien er geen verschil was tussen deeindnotering en deofficiële eindstand, staat dit getal niet vermeld.
Onderafdeling
Hier staat afgekort de naam van de onderafdeling indien de club in dat jaar in een onderafdeling uitkwam. Tevens staat deze afkorting in de legenda en wordt gelinkt naar het artikel over deze onderafdeling. Deze afkorting wordt alleen vermeld wanneer de club in het verleden in verschillende onderafdelingen heeft gespeeld. Deze vermelding is in de staaf altijd in kleine letters. Deze onderafdelingen zijn na het seizoen 1995/96 afgeschaft. Heeft de club in slechts één onderafdeling gespeeld, dan is dit alleen terug te vinden in de legenda.
Onder de staaf staat het jaartal vermeld waarin het seizoen is afgesloten.15 verwijst naar het seizoen 2014/15 of eventueel het seizoen 1914/15.
Wanneer een staaf leeg is, zijn deze gegevens niet bekend. Het kan ook zijn dat de club dat seizoen niet heeft meegespeeld op het hogere amateurniveau, vroegtijdig de competitie heeft verlaten of uit de competitie is gezet. In het seizoen1944/45 was er wegens de Tweede Wereldoorlog geen regulier competitievoetbal.
Opmerking: In de 1e klasse en lager spelen de clubs in districten. Deze districten staanniet vermeld in de grafiek.
Tijdens de mobilisatie en bezetting wordt er in het seizoen 1939/1940 een regionale noodcompetitie gespeeld met tegenstanders uit verschillende klassen.
Door de Tweede Wereldoorlog speelde Vitesse in het seizoen 1944/1945 geen wedstrijden in competitieverband.
In elke staaf van de grafiek staat van boven naar beneden vermeld:
Eindnotering
Dit is de positie die de club heeft bereikt in de competitie, zonder eventuele beslissings-, play-off- of nacompetitiewedstrijden die nodig zijn geweest om bijvoorbeeld de kampioen van de competitie te bepalen.
Indien een* achter het getal staat is de notering een tussenstand en kan het zijn dat de notering niet overeenkomt met de uiteindelijke eindstand van de competitie.
Staat er een- dan is het seizoen nog bezig en is er geen definitieve uitslag bekend.
Staat erxx op de positie van de notering, dan heeft de club vroegtijdig de competitie verlaten. Dit kan onder andere komen door terugtrekking van het team, faillissement van de club of door een uitgedeelde straf van de KNVB. In veel gevallen staat elders in het artikel de reden vermeld.
Staat er een? dan is het resultaat uit het verleden onbekend, en is alleen de competitie of het niveau bekend van dat seizoen.
In de seizoenen2019/20 en2020/21 werd wegens de coronacrisis het amateurvoetbal afgebroken. Daardoor kennen deze staven geen eindklassering (middels-- weergegeven).
Competitieniveau en afdelingsletter ofOfficiële eindstand Eredivisie
Competitieniveau en afdelingsletter
Hierbij geeft het getal het niveau weer, dat ook terug te vinden is in de legenda. De letter is de afdelingsaanduiding en wordt gebruikt wanneer er meer afdelingen zijn op hetzelfde niveau. De afdelingsletter is altijd een hoofdletter en wordt meestal zonder nummer gebruikt.
Voorbeeld: 2F is niveau 2e klasse competitie F.
Het competitieniveau en nummer wordt niet vermeld wanneer er slechts één competitie van dit niveau was.
Officiële eindstand Eredivisie (getal staat tussen haakjes vermeld)
Sinds de introductie van play-offwedstrijden voor Europees voetbal na afloop van de reguliere competitie in 2005/06, is de KNVB verplicht een eindstand van de Eredivisie door te geven aan de UEFA aan de hand van deze play-offwedstrijden.
Bij deze eindstand staan clubs die zich hebben gekwalificeerd voor Europees voetbal hoger dan clubs die zich niet wisten te kwalificeren. Indien er geen verschil was tussen deeindnotering en deofficiële eindstand, staat dit getal niet vermeld.
Onderafdeling
Hier staat afgekort de naam van de onderafdeling indien de club in dat jaar in een onderafdeling uitkwam. Tevens staat deze afkorting in de legenda en wordt gelinkt naar het artikel over deze onderafdeling. Deze afkorting wordt alleen vermeld wanneer de club in het verleden in verschillende onderafdelingen heeft gespeeld. Deze vermelding is in de staaf altijd in kleine letters. Deze onderafdelingen zijn na het seizoen 1995/96 afgeschaft. Heeft de club in slechts één onderafdeling gespeeld, dan is dit alleen terug te vinden in de legenda.
Onder de staaf staat het jaartal vermeld waarin het seizoen is afgesloten.15 verwijst naar het seizoen 2014/15 of eventueel het seizoen 1914/15.
Wanneer een staaf leeg is, zijn deze gegevens niet bekend. Het kan ook zijn dat de club dat seizoen niet heeft meegespeeld op het hogere amateurniveau, vroegtijdig de competitie heeft verlaten of uit de competitie is gezet. In het seizoen1944/45 was er wegens de Tweede Wereldoorlog geen regulier competitievoetbal.
Opmerking: In de 1e klasse en lager spelen de clubs in districten. Deze districten staanniet vermeld in de grafiek.
18.500 Vitesse-fans in De Kuip tijdens de KNVB Bekerfinale.
Vitesse heeft zich sinds het eersteNederlandse bekertoernooi in 1899 vijf keer weten te plaatsen voor de finale; waarvan vier wedstrijden verloren gingen.
De eerste finale werd op 26 mei 1912 gespeeld tegenHaarlem teAmsterdam. Haarlem trok aan het langste eind door met 2-0 te overwinnen.
Heel Arnhem naar de Kuip promotiebord voor de bekerfinale.
In het seizoen 1926/1927 haalde Vitesse onverwachts voor de tweede keer de eindstrijd. De finale ging wederom verloren;VUC was met 1-3 te sterk, op Monnikenhuize in Arnhem, waarbij Vitesse-spelerJan de Natris bij een 1-1 stand een penalty miste.
Op 25 april 1990 verloor Vitesse inde Kuip met 1-0 vanPSV, mede omdat PSV-keeperHans van Breukelen in de blessuretijd van de wedstrijd een penalty wist te keren vanJohn van den Brom.
Op 30 april 2017 speelde Vitesse de finale van de KNVB beker, als uitspelende ploeg tegenAZ, wat destijds werd gecoacht door John van den Brom. Vitesse won deze wedstrijd met 2-0 door twee doelpunten van Ricky van Wolfswinkel in de tweede helft. Daarmee won Vitesse voor het eerst een grote prijs, en dat in het jubileumjaar (125 jaar). Als bekerwinnaar mocht Vitesse spelen om deJohan Cruijff Schaal tegen landskampioenFeyenoord op 5 augustus 2017. Na reguliere speeltijd stond het 1-1 in De Kuip. Vitesse verloor uiteindelijk na de strafschoppenserie (4-2), waarbij Vitesse-spelersTim Matavž enMilot Rashica een penalty miste.
Op 18 april 2021 verloor Vitesse met 2-1 vanAjax. Na een sterk begin van Vitesse kreeg Ajax steeds meer de regie. Dit kwam tot uiting in de openingsgoal vanRyan Gravenberch. Vitesse had het moeilijk in deze fase, maar kwam verrassend op gelijke hoogte door een treffer vanLoïs Openda. Vijf minuten voor het einde van de wedstrijd moest Vitesse met tien man verder, toenJacob Rasmussen een directe rode kaart kreeg, na een overtreding opAntony. De vervanger van de Braziliaanse aanvaller van Ajax, zijn landgenootDavid Neres, had niet lang nodig om zich te onderscheiden. Hij schoot zijn ploeg in blessuretijd naar de bekerwinst.
Jan Dommering was van 1929 tot 1936 en 1945 tot 1948 in het eerste elftal van Vitesse actief. Tijdens zijn studie in Frankrijk speelde hij voor FC Nice (1938 - 1939) Door de vele doelpunten die hij daar maakte als spits kreeg hij de bijnamen "La Tulipe" en "Le diable de Dommering".Door zijn 160 doelpunten is hij topscorer aller tijden van Vitesse.
Interland-recordhouder van Vitesse Just Göbel op 26 april 1914 voor aanvang van de interland Nederland - België (4 - 2)
Vitesse heeft in de loop der jaren verschillende spelers afgeleverd aan hetNederlands elftal; om precies te zijn: 22 spelers hebben minstens ééninterland gespeeld terwijl ze voor Vitesse uitkwamen. Aanvaller en tevens medeoprichter van VitesseWillem Hesselink was in 1905 de eerste speler die namens Vitesse voor Oranje mocht spelen.Davy Pröpper is met zijn optreden tegende Verenigde Staten op 5 juni 2015 tot op heden de laatste Vitesse-speler in een Oranje-shirt.Recordhouder is keeperJust Göbel, tussen 1911 en 1919 eerste doelman van het Nederlands elftal, die al zijn 22 interlands namens Vitesse speelde.
Op 20 december 1989 speelde Nederland in de tweede helft met een recordaantal van drie spelers van Vitesse tegenBrazilië:Edward Sturing,Martin Laamers enBart Latuheru. Hierdoor bestond de hele linkerzijde van Nederland uit spelers afkomstig van Vitesse.
Onderstaande spelers hebben tijdens hun loopbaan bij Vitesse een of meerdere wedstrijden gespeeld voor het Nederlands elftal.[21]
Vitesse heeft ook meerdere niet-Nederlandse internationals in zijn gelederen gehad. Onderstaande spelers hebben tijdens hun loopbaan bij Vitesse een of meerdere wedstrijden gespeeld voor een nationaal elftal.
Vitesse-spelers uitgekomen voor nationale elftal elders
HenkCharly Bosveld wordt in december 1999 zowel doorDe Gelderlander als de Arnhemse Courant verkozen totSpeler van de Eeuw, waarmee hij onder anderen de nummer 2John van den Brom achter zich wist te houden.[22] Helaas kon Bosveld deze eervolle uitverkiezing niet zelf meemaken; op 6 augustus 1998 overleed Bosveld plotseling aan eenhartinfarct. Mede door deze uitverkiezing heeft Bosveld een plaatsje gekregen in hetHome of History van Vitesse en is hij de enige Vitesse-speler wiens foto siert op de Oost-promenade in GelreDome.
Op 17 augustus 2008 tijdens de Open Dag van Vitesse werd het boekVitessenaar van de eeuw gepresenteerd, geschreven door René Bremer en Michel Bongers.[23] Dit eerbetoon aan Bosveld geeft middels 24interviews een beeld over zijn persoon en tevens roemrijke verleden.
Borstbeeld van Mister VitesseTheo Bos bij het trainingscomplex van Vitesse.
Theo Bos,Mister Vitesse, speelde als verdediger zijn gehele carrière voor Vitesse. In totaal speelde Bos 369 competitiewedstrijden in 15 seizoenen, waarin hij negen keer een doelpunt maakte. Zijn debuut maakte hij op 31 augustus 1983 tegenFC Wageningen en zijn laatste wedstrijd speelde hij op 25 maart 1998 tegenNAC Breda. Op 27 januari 1999 speelde Bos in de speciale afscheidswedstrijd tegenSchalke 04, samen metEdward Sturing die ook als voetballer afzwaaide.
Na zijn spelersloopbaan ging Bos als jeugdtrainer aan de slag bij Vitesse: hij heeft de B- en A-selectie en Jong Vitesse onder zijn hoede gehad. Ook was hij assistent-trainer vanRonald Koeman,Mike Snoei en Edward Sturing. Eind december 2008 werd Vitesse-trainerHans Westerhof wegens tegenvallende prestaties ontslagen, waarna Bos op 3 januari 2009 hoofdtrainer van Vitesse werd. Hij bleef tot 21 oktober 2010 aan als trainer.
Vanaf 7 januari 2012 was hij uit de roulatie als trainer bijFC Dordrecht in verband met de constatering van alvleesklierkanker. Vitesse heeft op 26 juli 2012 bekendgemaakt de Zuid-tribune inGelreDome te vernoemen naar Theo Bos als steun tijdens zijn ziektebed. Op 28 februari 2013 overleed Theo Bos aan de gevolgen van zijn ziekte. Op 7 maart 2013 werd inGelreDome afscheid genomen van Bos.Ter ere vanMister Vitesse zal rugnummer 4 niet meer door Vitesse-spelers gedragen worden, het nummer waarmee Bos voor Vitesse speelde; de laatste speler die rugnummer 4 droeg wasJan-Arie van der Heijden.
Sinds eind 2012 hebben Vitesse enKWF Kankerbestrijding een nauwe samenwerking. Samen met KWF zet Vitesse zich jaarlijks in om geld in te zamelen, specifiek voor wetenschappelijke onderzoek naar alvleesklierkanker. Traditioneel is dit de thuiswedstrijd tegenFC Utrecht. Beide ploegen verloren hun nummer 4. FC Utrecht verloor spelerDavid di Tommaso aan een acute hartstilstand. De shirts van Vitesse worden elk jaar door middel van een veiling verkocht. De opbrengst komt ten goede aan het KWF.
Vrienden van Vitesse is groep van ongeveer 15 vermogende mensen uit omgeving Arnhem. In het verleden hebben de investeerders de club vaak garant gestaan bij begrotingstekorten. Mede door de hulp van deVrienden van Vitesse werd Vitesse meerdere keren gered van eenfaillissement en werd een licentie voor betaald voetbal ternauwernood behouden. Ook zitten er enkele oud vermogende bestuursleden in de Vrienden van Vitesse.Herman Veenendaal speelde voor Vitesse en werd rijk van speelautomaten en vastgoed, Cor Guijt is een bekende makelaar in Arnhem en omstreken enJan Snellenburg introduceerde met zijn bedrijf de zogenaamdepetfles en is al sinds 1983 betrokken bij de club.
Vitesse heeft sinds de oprichting van de vereniging verschillende eigenaren en voorzitters gehad. De eerste voorzitter was een van de groep jonge oprichters Frans Dezentjé.Willem Hesselink was van 1917 tot 1922 voorzitter van de club en werd in 1962 benoemd tot erevoorzitter. Na hen hebben bekende namen, waaronder Chris Engelberts,Karel Aalbers, Jos Vaessen,Maasbert Schouten enMerab Jordania, de club geleid.
De Vitesse-selectie stond in het seizoen 1976/’77 onder leiding van trainerHenk Wullems. In de Eerste divisie werd Vitesse kampioen met 55 punten. Dit was het eerste kampioenschap van Vitesse in de Eerste divisie en de tweede promotie naar de Eredivisie. Het succeselftal bestond uit doelman Dick Beukhof, rechtsbackRoel Zaaijer, laatste manDick Mulderij, Joop Heezen en linksbackAd Mellaard, terwijl het middenveld werd gevormd doorWilly Veenstra,Henk Bosveld en Bert Kip. Voorin koos Wullems doorgaans voorBoško Bursać,Herman Veenendaal enHerman Gerdsen.
Onder het bewind van trainerBert Jacobs speelt Vitesse in het seizoen 1989/'90 voor het eerst in 10 jaar in de Eredivisie, na promotie als kampioen van de Eerste divisie. Vitesse houdt 18 keer de nul en krijgt 20 doelpunten tegen, beide zijn clubrecords in het competitievoetbal. Toen Jacobs Vitesse ging trainen, was de club slechts een middenmoter in de eerste divisie. Een jaar later kon heel Arnhem weer juichen, want in het eerste jaar eredivisie slaagde Jacobs en zijn mannen voor de derde keer in de clubhistorie de KNVB bekerfinale te bereiken, die op 25 april 1990 tegenPSV Eindhoven gespeeld werd in De Kuip. Vitesse verliest de finale met 1-0.Stan Valckx scoort het enige doelpunt, door een penalty. In blessuretijd stopt PSV-keeperHans van Breukelen een penalty van John van de Brom. In de Eredivisie eindigt Vitesse dit seizoen als 4e met 41 punten (in het "2 punten"-systeem). Vitesse plaatst zich daardoor voor de eerste keer in de clubhistorie voor Europees voetbal om deUEFA Cup. Na het seizoen van 1989/'90 werd Vitesse tijdens het VVCS-gala in Den Haag gekozen tot de beste Nederlandse ploeg van het jaar. Het succeselftal bestond uit doelmanRaimond van der Gouw, rechtsbackEdward Sturing, laatste manTheo Bos,Frans Thijssen en linksbackArjan Vermeulen, terwijl het middenveld werd gevormd doorMartin Laamers,John van den Brom enRené Eijer. Voorin koos Jacobs doorgaans voorRick Hilgers,Bart Latuheru enHans van Arum, terwijlJurrie Koolhofpinch-hitter was.